O ALWEER GOED NIEUWS VOOR ERNSTIG ASTMA Nieuwe genees­middelen in de pijplijn Patiënten met ernstig eosinofiel astma hebben baat bij een aanvullende behandeling met mepolizumab. Dat toont een veelbelovende klinische studie aan waaraan ook het UZ Gent heeft meegewerkt. D e meeste astmapa­ tiënten kunnen hun aandoening onder controle houden met een puffertje, meestal met een combinatie van inhalatiecorticosteroïden en bèta-2 agonisten. Bij patiënten bij wie dat niet lukt, moeten artsen altijd eerst bekijken of ze wel therapietrouw zijn en de correcte inhalatietech­ niek gebruiken. Ongeveer 5 procent blijft last hebben van soms hevige astma­ klachten en -opstoten. Die groep krijgt de jongste jaren steeds vaker goed nieuws: klinische studies ­tonen aan dat nieuwe geneesmid­ delen – die bovenop de inhalatie­ therapie worden ingezet – de klach­ ten en opstoten spectaculair kunnen verminderen. EOSINOFIEL EN NEUTROFIEL De normale luchtweg (links) versus de ontstoken luchtweg bij een astmapatiënt. Bij ernstig astma onder­ scheiden we twee groepen, afhankelijk van de soort witte bloedcellen die bij de ontsteking van de luchtwegen betrokken zijn – eosinofielen of neutrofielen. Het type kan worden bepaald met bloedonderzoek of door de hoeveelheid stikstofmo­ noxide in de uitademingslucht te meten: hogere waarden wijzen op een onderliggende eosinofiele ontsteking. Begin 2013 heeft de dienst Longziekten van het UZ Gent al aangetoond dat patiënten met neutrofiel astma flink geholpen zijn als ze – bovenop de gebruike­ lijke inhalatiebehandeling – een lage dosis krijgen van macroliden zoals azitromycine. Nu is er ook een doorbraak voor niet-allergisch eosinofiel astma. Prof. dr. Guy Brusselle (dienst Longziekten): ‘Wij hebben meegewerkt aan klinische studies om de effectiviteit te onderzoeken van mepolizumab. Dat is een monoklonaal antilichaam dat specifiek bindt aan interleukine-5, een groeifactor van eosinofielen. Mepolizumab remt de activatie van eosinofielen af.’ BETERE LEVENSKWALITEIT ONDERZOEK 27 ‘In vergelijking met de placebogroep was het aantal ­opstoten in de twee mepolizumabgroepen­ gehalveerd.­’ De resultaten van het onderzoek zijn veelbelovend. In de dub­ belblinde placebogecontroleerde studie werden 576 patiënten met eosinofiel astma opgenomen die ondanks de inhalatietherapie min­ stens twee opstoten per jaar had­ den. Naast de placebogroep kregen twee groepen respectievelijk subcu­ taan en intraveneus mepolizumab toegediend. De resultaten zijn spectaculair. In vergelijking met de placebogroep bleek het aantal opstoten in de twee mepolizumabgroepen te zijn gehalveerd. Die pati­ ënten hadden ook duidelijk minder symptomen en klachten. Het effect op de levenskwaliteit bleek sterk genoeg om klinisch relevant te zijn. De studie – met prof. dr. Brusselle als co-auteur – werd in september gepubliceerd in het New England Journal of Medicine. ‘De resultaten van de studie zijn erg goed nieuws’, zegt prof. dr. Brusselle. ‘Zeker voor de patiënten die chronisch orale corticosteroïden zoals Medrol moeten nemen. Die orale middelen zijn wel effectief bij acute opstoten, maar op lange ter­ Wat te doen bij astmapatiënten? Volwassen patiënt met astma Controleer therapietrouw en inhalatietechniek­. Ernstig astma niet onder controle Ga na of het om eosinofiel of neutrofiel­ astma gaat. Neutrofiel astma Overweeg om bovenop de onderhouds­­therapie een lage dosis azitromycine toe te voegen, behalve voor patiënten met contra-indicaties voor macroliden. Eosinofiel astma Resultaten van onderzoek naar interleukine-5 antilichaam mepolizumab zijn veelbelovend. rtega, Liu, Pavord, Brusselle O et al., Mepolizumab Treatment in Patients with Severe Eosinophilic­ Astma. N Engl J Med 2014; 371:1198-1207. mijn hebben ze stevige bijwerkin­ gen: botontkalking, spierzwakte­, hoge bloeddruk­, diabetes­enz.’ Een andere studie heeft intussen aangetoond dat patiënten­die mepolizumab krijgen het gebruik van Medrol fors kunnen­afbouwen en zelfs staken. OOK PATIËNTEN UZ GENT In de mepolizumab-studie werden ook astmapatiënten van het UZ Gent opgenomen. Die patiënten nemen nu deel aan de openlabelextensiestudie­. Daarin wordt de werkzaamheid en veiligheid­van mepolizumab verder onderzocht. Vermoedelijk kan het middel binnen twee jaar op de markt worden gebracht. Het UZ Gent werkte overigens ook mee aan onderzoek naar een ander antilichaam tegen interleukine-5, reslizumab. De resultaten daarvan worden binnenkort­gepubliceerd. Dienst Longziekten UZ Gent De Pintelaan 185, 9000 Gent tel. 09 332 23 43