ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN

advertisement
STARTEN MET CHEMOTHERAPIE - YONDELIS
Oncologie/0167
ENKELE BELANGRIJKE RAADGEVINGEN
We geven u enkele handige tips om bijwerkingen te vermijden of te behandelen en
vermelden wanneer u best de arts, de verpleegkundig consulent of de apotheker
contacteert. Zij geven u graag meer uitleg, dus aarzel niet om hen te contacteren.
Deze folder bevat informatie over:
1. Het praktisch verloop van uw behandeling met Yondelis
p. 3
2. De mogelijke bijwerkingen
p. 6
3. De combinatie van uw therapie met geneesmiddelen en voedingsmiddelen
p. 17
Deze brochure helpt u bij het omgaan met de bijwerkingen.
 De groene tekst zijn tips die u kunnen helpen bij het omgaan met de klacht.
 De rode tekst geeft u meer uitleg over wat u best niet doet bij een bepaalde klacht.
 De oranje kaders geven u duidelijke instructies wanneer u contact moet opnemen met
het ziekenhuis.
Hebt u nog vragen over een bepaalde klacht, noteer ze. In een volgende consultatie zullen
we deze samen bespreken.
2
1.
Uw behandeling met Yondelis
U start binnenkort met chemotherapie, namelijk een behandeling met Yondelis.
Yondelis wordt ook wel een cytostaticum genoemd en heeft voornamelijk een celremmende
werking.
Naast dit product zal u ook nog andere producten toegediend krijgen, vooral om de
bijwerkingen te beperken.
1. Praktisch verloop
De behandeling vindt plaats op de hospitalisatieafdeling Radiotherapie / Medische
Oncologie (gebouw K2- 4de verdieping).
Bij elke aankomst in het ziekenhuis moet u zich eerst aanmelden aan de kassa in gebouw
K1-K2. Na de inschrijving komt u naar de receptie van de afdeling. Daar geeft u de papieren
af die u meekreeg aan de kassa.
U kunt kiezen voor een een- of tweepersoonskamer. Als u voor een eenpersoonskamer kiest,
is het afwachten of er een eenpersoonskamer op de afdeling vrij is. Als dit niet het geval is,
krijgt u (voorlopig) een tweepersoonskamer.
U kan uw wens voor een eenpersoonskamer doorgeven aan de verpleegkundige op de
afdeling. Van zodra een eenpersoonskamer vrij is, zal u die toegewezen krijgen.
Voor de start van de chemotherapie gebeurt eerst een bloedafname.
Dit is belangrijk om na te gaan of uw bloedwaarden in orde zijn. Hierbij wordt vooral
gekeken naar het aantal witte bloedcellen (voornamelijk het aantal neutrofielen), rode
bloedcellen, bloedplaatjes, lever-, hart- en de nierfunctie. Als de bloedwaarden in orde zijn,
wordt de chemotherapie besteld. Dit verklaart waarom er soms een wachttijd is tussen de
bloedafname en de start van de behandeling.
2. Hoe wordt chemotherapie toegediend?
U krijgt Yondelis via het infuus toegediend. Voor deze chemotherapiekuur wordt er steeds
een poortkatheter geplaatst.
Een poortkatheter is een volledig toedieningssysteem dat onderhuids geplaatst wordt.
De chirurg plaatst de poortkatheter op een weinig opvallende plaats onder uw huid, meestal
ter hoogte van de borstkas onder het sleutelbeen.
De katheter van de poort komt terecht in een groot bloedvat. Zo kunnen medicijnen en
vloeistoffen (bv. chemo) gemakkelijk en veilig toegediend worden.
Het chemotherapeuticum loopt continu over 24u en is toxisch voor de gezonde huidcellen
indien het infuus accidenteel naast de ader zou lopen. Het is daarom veiliger om de
chemotherapiekuur via een poortkatheter toe te dienen.
3
De voordelen van zo’n katheter zijn:
 Een poortkatheter plaatsen is een kleine
ingreep.
 Hij blijft de hele behandeling ter plaatse.
 De poortkatheter kan ook worden gebruikt
voor de wekelijkse bloedafname.
 Alle soorten infuustherapie mogen via deze
katheter toegediend worden.
 Patiënten ondervinden weinig hinder van de katheter in hun dagelijkse handelingen.
 Poortkatheters met één toegangsweg (enkel lumen) kunnen ook bij de beeldvorming
gebruikt
worden
voor
de
toediening
van
contrastvloeistoffen.
U kan vóór uw onderzoek uw poortkatheter op de dagkliniek medische oncologie
(gebouw K1- 4e verdieping) laten aanprikken.
Bij de start van uw chemotherapie op de afdeling zal de verpleegkundige uw poortkatheter
aanprikken.
3. Hoe verloopt de behandeling?
U krijgt gedurende 1 dag chemotherapie op de afdeling Medische Oncologie/ Radiotherapie.
De toediening duurt 24 uur, u kan het ziekenhuis dus pas de volgende dag verlaten.
Eén kuur (of cyclus) bestaat uit 21 dagen.
Na de chemotherapie heeft u 3 weken rust. In week 4 start dan de volgende cyclus. De cycli
volgen elkaar dus zonder onderbreking op.
Na 3 cycli zal de arts u onderzoeken en de behandeling evalueren.
De behandeling zal vroeger beëindigd worden als uit de onderzoeken blijkt dat de
chemotherapie de kanker niet voldoende onder controle kan houden of als er te veel
bijwerkingen optreden.
Tijdens de eerste 3 à 4 cycli vindt wekelijks een bloedafname plaats. Nadien zal er vóór de
start van elke cyclus een bloedafname gebeuren.
Tijdens de chemotherapie en tot 7 dagen na de start van de behandeling moet u
voorzorgsmaatregelen nemen.
Dit is voornamelijk bedoeld om uw naaste omgeving te beschermen. Meer informatie vindt
u in de brochure ‘voorzorgsmaatregelen tijdens de chemotherapie’.
4
Het chemotherapieschema ‘Yondelis’ ziet er als volgt uit:
Week 1: dag 1 (Hospitalisatie)
Poortkatheter
1
2
Product
Vorm
Tijdsduur
Werking
Dexamethasone
20 mg
(in 100 cc NaCl
0,9 %)
infuus
15 min.
Is een antibraakmiddel en
beschermt de lever
Yondelis
infuus
(30 min. vóór
start
Yondelis
toedienen)
24u
Chemotherapeuticum
(continu
infuus)
Poortkatheter
Week 1: dag 2
1
Product
Vorm
Tijdsduur
Werking
Yondelis
infuus
Leeglopen
van het
infuus
Chemotherapeuticum
Op dag 2 kan u het ziekenhuis verlaten. Het exacte tijdstip is afhankelijk van de start van de
chemokuur op dag 1.
Week 4: dag 22
Dit is dag 1 van een nieuwe cyclus.
5
2.
Mogelijke bijwerkingen
De chemotherapie tast naast de sneldelende kankercellen ook het aantal sneldelende,
gezonde cellen aan waardoor bijwerkingen kunnen optreden. Vooral het beenmerg, het
haar, de slijmvliezen van het maag-darmstelsel en de voortplantingsorganen zijn gevoelig
voor chemotherapie. Daarnaast kan de toxiciteit van de chemotherapie ook de normale
werking van bepaalde organen zoals de lever en de nieren verstoren.
In deze brochure beschrijven we de mogelijke bijwerkingen en geven we u tips om met die
bijwerkingen om te gaan. Deze bijwerkingen zijn meestal tijdelijk en verminderen of
verdwijnen na het einde van de behandeling. De bijwerkingen variëren van persoon tot
persoon. Laat u dus niet beïnvloeden door de verhalen van andere mensen.
Er is ook geen relatie tussen het effect van de chemotherapie en de mate waarin u
bijwerkingen ervaart. Wees niet ongerust als u weinig bijwerkingen hebt. Dit betekent niet
dat de behandeling onvoldoende werkt.
Het is belangrijk om steeds uw arts of verpleegkundige te informeren over de bijwerkingen
die u ervaart. Zij zullen u adviezen geven om de klachten te verminderen of te behandelen.
Uw arts kan bijkomende medicatie voorschrijven als dat nodig is.
1. Misselijkheid en/of braken
2. Vermoeidheid
3. Invloed op het bloedbeeld
4. Invloed op de lever
5. Diarree/constipatie
6. Spierpijn
7. Ontsteking van het mondslijmvlies
8. Geur – en smaakveranderingen
9. Haaruitval
10. Invloed op intimiteit en seksualiteit
p. 7
p. 8
p. 10
p. 11
p. 12
p. 13
p. 13
p. 15
p. 16
p. 16
6
1. Misselijkheid en/of braken
Misselijkheid is een vaak voorkomende nevenwerking en kan leiden tot braakneigingen en
braken. De intensiteit verschilt van persoon tot persoon. Deze bijwerking wordt door de
huidige beschikbare medicatie reeds goed onderdrukt.
Als u last hebt van deze bijwerking, noteer dit dan in het dagboek (Wanneer is het? Hoe erg
is het?). U kan dit dan met de verpleegkundige of de arts bespreken. Deze bijwerking kan
optreden vanaf de avond van de chemotherapie en kan tot 3 à 4 dagen duren.
Bij de meeste patiënten gaat het om een matige vorm van deze bijwerking. U kan last
hebben van:
 minder eetlust
 een zwaar of opgeblazen gevoel in de maag
 braakneigingen/braken
Als u tips over uw voeding wil, kan u altijd aan de verpleegkundige vragen om de oncodiëtiste bij u te laten langskomen op de afdeling. Zij kan u bruikbare adviezen geven bij deze
klachten.
Voor, tijdens en na de chemotherapie krijgt u medicatie tegen de misselijkheid en het
braken: Zofran, Dexamethasone en Litican.
Dexamethasone kan een aantal bijwerkingen veroorzaken:
Medicatie
Bijwerkingen
Dexamethasone

(= ‘cortisone’)


Honger gevoel (bijvoorbeeld een voorkeur voor zoete
voedingswaren)
Het vast houden van vocht in het lichaam (bv. dikke voeten, een
rond gezicht)
Een ‘opgejaagd’ gevoel
TIPS
 Eet kleine hoeveelheden, gespreid over de dag. Vermijd zware maaltijden.
 Eet voedsel dat u lekker vindt.
 Forceer u niet om te eten. Deze bijwerking verdwijnt spontaan en dan zal u opnieuw
beter kunnen eten. Eet wanneer u daar zin in heeft; voldoende drinken is
belangrijker.
 Eet droog voedsel zoals granen en toast.
7
 Drink regelmatig, maar drink kleine hoeveelheden zodat u geen opgeblazen gevoel
hebt. Drink wel dagelijks 1,5 liter. Dit hoeft niet enkel water te zijn, ook frisdrank,
appelsap, sportdrank, thee of bouillon mag.
 Zorg ervoor dat u voldoende frisse lucht krijgt.
 Spoel na het braken, uw mond met koud water, en wacht 1 tot 2 uur alvorens te
eten.
 Als u misselijk bent, geef dan de voorkeur aan koude of lauwe voedingsmiddelen.
Deze geven minder geur af dan warm voedsel.
LET OP
 Vermijd sterke kruiden, te zoet, gebraden of vet voedsel (bv. gefrituurd voedsel).
 Vermijd drinken tijdens de maaltijd, dit neemt uw eetlust weg.
 Ga niet onmiddellijk liggen na de maaltijd, een halfzittende houding is beter.
 Als u misselijk bent, vermijd dan sterke geuren. Deze kunnen de misselijkheid
verergeren.
 Vermijd alcoholische dranken.
 Minderen of stoppen met roken is aangeraden.
WANNEER CONTACT OPNEMEN MET UW ARTS ?
Als de misselijkheid of het braken leidt tot:
Onvoldoende voedselopname met ernstig gewichtsverlies tot gevolg.
Uitdroging (dit uit zich in dorst, droge huid, droge lippen, weinig plassen).
Zeer frequent braken (meer dan 3x per dag).
2. Vermoeidheid
Deze vermoeidheid wordt omschreven als een aanhoudend en hardnekkig gevoel van
uitputting, ondanks voldoende rust en slaap. Dit gevoel kan een sterke impact hebben op de
uitoefening van uw dagelijkse activiteiten. Deze bijwerking treedt voornamelijk op tijdens de
behandeling en kan nog tot lang na de beëindiging van de behandeling aanwezig blijven. Dit
verschilt van persoon tot persoon.
In de VLK- brochure ‘Vermoeidheid bij kanker’ kan u tips terugvinden om met deze
vermoeidheid om te gaan. Er worden 5 maal per jaar vermoeidheidsessies georganiseerd in
het UZ Gent.
Deze vermoeidheid wordt ook gekenmerkt door:
 een algemeen zwak voelen
 zware ledematen
8






verminderde aandacht en concentratie
niet goed slapen, een toegenomen slaapbehoefte
geïrriteerd zijn
belemmering bij het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten
zware vermoeidheid na een inspanning
u niet goed voelen in uw vel
TIPS
 Plan uw activiteiten en voer ze op uw eigen tempo uit. Geef voorrang aan de
activiteiten die werkelijk nodig zijn die dag en die u graag doet.
 Kies ervoor om te doen wat u moet en wil doen en pas zo nodig uw activiteiten aan.
 Las korte rustpauzes of korte slaapperiodes in als dat nodig is.
 Slaap overdag niet te lang, maar rust regelmatig een half uurtje.
 Vraag hulp aan anderen wanneer nodig.
 Zorg voor een evenwichtige voeding en drink voldoende.
 Maak korte wandelingen en doe lichte activiteiten, dit kan deugd doen.
 Maak voldoende tijd vrij voor ontspanning.
 Zorg voor een goede nachtrust.
 Als u de slaap niet kan vatten, blijf dan niet in bed liggen. Sta op en ga iets drinken of
doe kort iets ontspannend.
 Als u moeilijk blijft slapen, bespreek dit dan zeker met de arts en de verpleegkundige.
Zij zullen u verder kunnen helpen.
LET OP
 Vermijd lange rustpauzes tijdens de avond (zodat u voldoende moe bent voor het
slapengaan).
 Vermijd onnodige activiteiten, stress of spanningssituaties.
 Indien u zich ongewoon vermoeid voelt, wees dan voorzichtig wanneer u met de
auto rijdt of machines bedient.
 Vermijd overmatig alcoholgebruik.
 Vermijd stimulerende middelen (zoals cafeïnerijke dranken) voor het slapengaan.
WANNEER CONTACT OPNEMEN MET UW ARTS?
 Contacteer uw arts bij ernstige vermoeidheid bij een lichte inspanning of zelfs in rust.
9
3. Invloed op het bloedbeeld.
3.1. Witte bloedcellen
Een daling van het aantal witte bloedcellen is een normale bijwerking van de chemotherapie
waar u zelf niets aan kan doen. Vooral rond de 10de dag na de chemotherapie bereiken de
witte bloedcellen hun dieptepunt en is er een verhoogde kans op infecties. Infecties worden
best zo snel mogelijk bestreden aangezien er minder witte bloedcellen aanwezig zijn ter
verdediging van uw lichaam. Een vroegtijdige behandeling is dus de boodschap. Wekelijks
wordt een bloedafname uitgevoerd om het aantal witte bloedcellen na te kijken.
Indien nodig zult u groeifactoren toegediend krijgen onder de vorm van een inspuiting
Neulasta®. Deze medicatie ondersteunt de aanmaak van de witte bloedcellen in uw
beenmerg. De inspuiting wordt na de chemotherapie toegediend. Het kan zijn dat u pijn in
uw botten/ gewrichten of een griepachtig gevoel ervaart. Hiervoor mag u steeds een
Dafalgan® of Perdolan® innemen.
Tekenen van infectie kunnen zijn:





koorts (>38°C), zweten, koude rillingen
keelpijn, hoest, verstopte neus
branderig gevoel bij het plassen, slechtruikende
urine
ziekgevoel, uitputting
roodheid, zwelling, ettervorming (lokale infectie)
TIPS
 Meet uw lichaamstemperatuur bij ziektegevoel.
 Voorkom wondjes en verzorg opgelopen wondjes meteen (grondig ontsmetten en
verband aanleggen).
 Zorg voor een goede mondhygiëne.
 Controleer regelmatig uw mond op kleine wondjes.
 Was uw handen regelmatig, zeker voor het eten en na het toiletbezoek.
LET OP
 Vermijd contact met mensen die griep hebben of verkouden zijn. Let ook op voor
kinderen met typische kinderziekten. U bent op dit moment meer vatbaar om ook
ziek te worden.
 Vermijd druk bevolkte plaatsen.
 Ga niet zwemmen in deze periode.
 Vermijd contact met uitwerpselen van huisdieren.
10
WANNEER CONTACT OPNEMEN MET UW ARTS?
 Als u tekenen van infectie waarneemt of koorts hebt (> 38°C) moet u STEEDS contact
opnemen met de hospitalisatieafdeling of met uw behandelende arts. Neem nooit op
eigen initiatief geneesmiddelen in als u vermoedt dat u een infectie hebt.
 Bij koorts kan, gezien het gevaar voor een infectie, een opname op de
hospitalisatieafdeling noodzakelijk zijn. Daar wordt dan via een infuus antibiotica
toegediend.
3.2. Rode bloedcellen
Wanneer het aantal rode bloedcellen te laag is, spreken we van bloedarmoede (anemie).
Dit kan gepaard gaan met een gevoel van (extreme) vermoeidheid, hartkloppingen, er bleker
uitzien, duizeligheid en kortademigheid bij (de minste) inspanning.
De artsen volgen het aantal rode bloedcellen op in uw bloed. U kan zelf niets doen om de
aanmaak te stimuleren. Indien nodig zal een bloedtransfusie of extra medicatie (via een
inspuiting) toegediend worden.
3.3. Bloedplaatjes
De chemo heeft ook een invloed op de bloedplaatjes. Wanneer deze te laag staan heeft u
vlugger blauwe plekken, bloedend tandvlees of neusbloedingen. Een wonde zal dan ook
langer bloeden. Ook aan deze bijwerking kan u zelf niets doen. De arts volgt het aantal
bloedplaatjes in uw bloed op. Indien nodig zal er een transfusie van bloedplaatjes
toegediend worden.
WANNEER CONTACT OPNEMEN MET UW ARTS?
Bij spontaan ontstaan van een bloedneus.
Bij het regelmatig voorkomen van een moeilijk te stelpen bloedneus.
Bij bloed in de urine, stoelgang…
4. Invloed op de lever
Het chemotherapeuticum Yondelis® kan een invloed hebben op de lever. Er kunnen
leverfunctiestoornissen optreden of de leverenzymen kunnen verhoogd zijn.
Hiervoor krijgt u bij de start van de behandeling preventief Dexamethasone® toegediend.
Van deze bijwerking zal u zelf niets van merken. Het is wel belangrijk om tijdens de
behandeling geen alcohol te drinken.
11
Uw leverfunctie zal regelmatig gecontroleerd worden bij de bloedafnames. De arts past
indien nodig de dosis van het chemotherapeuticum aan.
5. Diarree/constipatie
5.1. Diarree
Uw behandeling kan inwerken op de cellen van het maag-darmstelsel. Dit verschilt van
persoon tot persoon. Daardoor kan u last krijgen van diarree. Het is belangrijk dit te melden
aan uw arts en niet op eigen initiatief medicatie tegen diarree in te nemen.
TIPS
 Drink regelmatig water zodat u een voldoende vochtopname
hebt (1,5 l).
 Bij grote vochtverliezen is meer vocht nodig (2 tot 2,5 l).
Drink dan bijvoorbeeld sportdranken zodat u ook de nodige
mineralen binnen hebt .
 Kijk regelmatig na of uw urine niet te donker is. Dit kan een
teken zijn van uitdroging.
 Eet vet- en vezelarme voeding zoals:
 pasta, wit brood of rijst
 mager vlees (kalkoen, kip)
 cornflakes
 vis
 geschild fruit
 Stop tijdelijk het eten van vezelrijke voeding.
 Het slijmvlies van de sluitspier kan geïrriteerd zijn door de diarree. Gebruik zacht
toiletpapier. Zorg voor een goede lichaamshygiëne en breng een zinkzalf aan ter
hoogte van de sluitspier om de huid te beschermen.
 Vraag aan uw (huis)arts een geneesmiddel tegen diarree.
LET OP
 Vermijd voedingsmiddelen die de darmbeweging doen toenemen:
 grote en vetrijke maaltijden
 alcohol (bier, wijn)
 cafeïnehoudende dranken (koffie, thee, cola)
 voeding met grove vezels, zaden of pitten (volkorenbrood)
 schillen van fruit en noten
 Vermijd voedingsmiddelen die de gasvorming verhogen:
 ui, prei, kool, knoflook, paprika, komkommer, meloen
12




 koolzuurhoudende dranken
Vermijd voedingsmiddelen die de darmslijmvliezen irriteren: sterke kruiden en
specerijen.
Vermijd producten die sorbitol bevatten (snoepgoed & kauwgom).
Vermijd het drinken van water tijdens en tot 1 uur na de maaltijd.
Vermijd melk en zuivelproducten (melk, yoghurt, ijs, kaas, room).
WANNEER CONTACT OPNEMEN MET UW ARTS?
Als de diarree gepaard gaat met koorts, ernstige krampen of braakneigingen.
Als u last hebt van uitdrogingsverschijnselen: een droge mond, een droge tong, droge
lippen, een droge en verrimpelde huid en donkere urine.
Als u last hebt van een bloederige stoelgang.
5.2. Constipatie
Constipatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de antibraakmedicatie die u krijgt.
Het is belangrijk voldoende te drinken (voornamelijk warme dranken), veel te bewegen ,
vezelrijke voeding (volkorenproducten, fruit) te eten.
Bespreek dit met de verpleegkundige en uw arts als u er last van hebt. De arts kan medicatie
voorschrijven als andere middelen niet helpen.
6. Spierpijn
Het chemotherapeuticum Yondelis® kan soms spierschade veroorzaken. Er kunnen
symptomen zoals hevige en onverklaarbare spierpijn, spierzwakte, braken of verwardheid
optreden.
Als u deze symptomen ervaart, is het belangrijk om onmiddellijk contact op te nemen met
de verpleegkundige of de arts.
De arts volgt de spierenzymen nauwkeurig op bij de bloedafnames.
7. Ontsteking van het mondslijmvlies
De geneesmiddelen kunnen ontstekingen van het mondslijmvlies (mucositis) veroorzaken.
De ontsteking is meestal tijdelijk, maar kan pijnlijk zijn. Uw tandvlees, tong en lippen kunnen
dan gevoelig zijn, vooral bij het eten, drinken en spreken. De klachten komen vooral 1 tot 2
weken na de chemotherapie tot uiting.
13
Andere klachten in de mond kunnen zijn:







aften of zweertjes
een droge of pijnlijke mond
wit beslag op de tong
rood slijmvlies in de mond
bloedend tandvlees
kloofjes in de lippen
een gevoelige keel
Het is belangrijk om voor de start van uw behandeling een bezoek te brengen aan uw
tandarts. Vertel uw tandarts dat u met een chemotherapeutische behandeling start en laat
uw gebit grondig nakijken.
Controleer regelmatig zelf uw mond: de tong, de wangen, uw verhemelte, onder uw tong en
de binnenzijde van uw lippen.
TIPS














Behoud een goede mondhygiëne en een goed verzorgd gebit.
Poets uw tanden na elke maaltijd, minstens 3 maal per dag.
Poets uw tanden steeds met een zachte tandenborstel.
Gebruik een fluoridenhoudende milde tandpasta.
Spoel de tandenborstel grondig na en bewaar hem droog met de borstelkop naar
boven.
Vervang uw tandenborstel om de 2 maanden.
Gebruik 1 maal per dag een tongschraper om uw tong te
reinigen. Borstel of schraap de tongrug en de zijvlakken van
de tong.
Flos uw tanden éénmaal per dag. Als u echter niet gewoon
bent te flossen is dit niet het moment om ermee te starten;
iemand die het niet gewoon is maakt gemakkelijk wondjes in de mond door het
flossen.
Spoel steeds uw mond met water na het braken.
Spoel uw mond met een mondspoelmiddel (Chloorhexidine/ Nilstat). U krijgt dit mee
op de dagkliniek of op de hospitalisatieafdeling. Het gebruik van een
mondspoelmiddel vervangt in geen geval het tandenpoetsen.
Gebruik het mondspoelmiddel (Chloorhexidine/ Nilstat), telkens na het poetsen en
vóór het slapengaan.
Houd uw lippen vochtig met een lippenbalsem.
Drink veel.
Neem contact op met de verpleegkundige bij pijn of open wondjes in uw mond.
De pijnlijke zones in uw mond kunnen verholpen worden met een laserbehandeling
op de dagkliniek of op de hospitalisatie.
14
LET OP
 Vermijd te gekruid, zuur (citroensap, vinaigrette, mosterd), droog, krokant, hard, zeer
koud of zeer warm voedsel bij pijn of open wondjes in de mond.
 Vermijd tandpasta met een blekende werking voor wittere
tanden (bv. met peroxide).
 Vermijd alcoholische dranken (droogt de slijmvliezen uit).
 Minderen - of beter - stoppen met roken is aangeraden.
WANNEER CONTACT OPNEMEN MET UW ARTS?
Bij pijn of bloedingen in uw mond.
Bij koorts samen met mondklachten.
Maak een afspraak bij de verpleegkundigen om een laserbehandeling in uw mond te
starten.
8. Geur- en smaakveranderingen
Door de behandeling kan uw smaak- of geurvermogen veranderen. De voeding die u graag
eet of drinkt, kan anders smaken terwijl ze nog steeds op dezelfde manier wordt
klaargemaakt. Dit is normaal als u een behandeling krijgt met chemotherapie.
Na de behandeling gaat dit geleidelijk aan over.
Raadpleeg de verpleegkundige of uw arts als u te weinig eet of teveel gewicht verliest.
TIPS
 Zorg voor een goede mondhygiëne
 Als de maaltijden niet meer smaken: probeer dan nieuwe gerechten uit, gebruik
voldoende kruiden
 Kies dranken met een frisse smaak: koolzuurhoudende dranken, thee, water,
vruchtensap
 Als het eten een metaalsmaak heeft: is het best om vis en eieren te eten in plaats van
vlees, eet meer zetmeelproducten (rijst, pasta’s) en vervang uw metalen bestek door
plastiek bestek.
 Bij geurveranderingen: eet meer koude gerechten en vermijd etenswaren met een
sterke geur.
9. Haaruitval
Bij een behandeling met Yondelis® komt haaruitval slechts bij 3 % van de patiënten voor.
Als uw haar toch verdunt of uitvalt, gebeurt dit meestal 2 à 3 weken na de start van uw
behandeling.
15
Het kan zijn dat u uw wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar gedeeltelijk verliest.
Deze bijwerking is tijdelijk. Na de behandeling groeit uw haar volledig terug. Soms kan de
kleur of de structuur van uw haar veranderd zijn.
10. Invloed op intimiteit en seksualiteit
De invloed van de ziekte en de behandeling op het beleven van intimiteit en seksualiteit is
voor elke persoon verschillend. Lichamelijke klachten kunnen een invloed hebben op de zin
om te vrijen of het intiem zijn zelf.
Het is vaak ook niet evident voor de partner: soms heeft die ook schrik om intiem te zijn,
alles is precies anders en moeilijker nu heel het leven beïnvloed wordt door deze ziekte en
behandeling.
Daarom is het belangrijk om hierover te praten met uw partner. Intimiteit blijft belangrijk,
ook al gebeurt het nu minder frequent of op een andere manier. Het is belangrijk elkaar ook
daarin te vinden.
Klachten met betrekking tot seksualiteit, zowel op lichamelijk als op emotioneel vlak, zijn
ook bespreekbaar met uw arts, verpleegkundige, psycholoog of wie u daarvoor in
vertrouwen neemt. In het ziekenhuis is er ook een seksuologe en een e-mailadres waar u
steeds uw vragen naar kunt mailen ([email protected]).
We raden u wel aan om de eerste 48 u na de toediening van de chemoproducten bij
seksueel contact een condoom te gebruiken. Restanten van de medicatie zitten ook in de
lichaamsvochten (vb. in sperma) en uw partner komt hier best niet mee in contact. Heeft u
nog vragen, stel ze dan gerust aan uw arts of verpleegkundige.
16
3.
Geneesmiddelen, dranken & plantaardige bereidingen die niet mogen
gecombineerd worden met uw therapie
Het is belangrijk dat u steeds aan uw arts doorgeeft en met uw arts of apotheker bespreekt
welke geneesmiddelen u neemt. Deze kunnen misschien de werking van de chemotherapie
beïnvloeden.
Gelieve al uw medicatie te vermelden, ook als het gaat
voedingssupplementen, vitaminetabletten of homeopathische middelen.
om
aspirines,
Als u zich laat vaccineren, bespreek dit dan eerst met uw behandelende arts.
17
Tips of vragen
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verantwoordelijke uitgever: Oncologisch Centrum UZ Gent, september 2013
Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit
deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Oncologisch
Centrum UZ Gent.
18
Download