Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij, februari 2008 Versie 1.0 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever (LTO-vakgroep Schapenhouderij). Er kunnen aan dit bedrijfsbehandelplan geen rechten worden ontleend. ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 2 Inhoudsopgave Inleiding/instructie 7 1. Diergeneesmiddelen 9 1.1 Kanalisatie 1.2 Administratie en registratie 1.3 Voorwaarden voor het verantwoord bewaren, toedienen en weggooien van diergeneesmiddelen 1.4 Toedieningplaats voor diergeneesmiddelen 1.5 Wachttijden van diergeneesmiddelen 9 11 2. Aangifteplichtige ziektes 15 3. Gezondheidskenmerken van schapen en lammeren 16 3.1 Algemene indruk van de schapen en lammeren 3.2 Specifieke controle bij schapen en lammeren 17 18 4. Behandelplan schapen 19 4.1 Aandoeningen/ ziektes m.b.t. dracht & aflammeren 21 4.1.1 Voor aflammeren 4.1.1.1 Breuk 4.1.1.2 Lijfbieden 4.1.1.3 Melkziekte 4.1.1.4 Slepende melkziekte 4.1.1.5 Vruchtwaterzucht 4.1.2 Na aflammeren 4.1.2.1 Aan de nageboorte blijven staan 4.1.2.2 Baarmoederontsteking 4.1.2.3 Kopziekte 21 21 22 23 24 25 26 26 27 28 4.2 Afwijking m.b.t het ademhalingstelsel 29 4.2.1 Hoesten 4.2.1.1 Longontsteking 4.2.1.2 Pasteurellose 4.2.1.3 Longwormen 4.2.2 Benauwd/ vermageren 4.2.2.1 Zwoegerziekte 4.2.3 Niet hoesten 4.2.3.1 Scheuring middenrif 4.2.3.2 Strottenhoofdontsteking 29 29 30 31 32 32 33 33 34 12 13 14 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.3 Afwijking m.b.t. gedrag/gang/houding 35 4.3.1 Klem 4.3.2 Listeria 4.3.3 Scrapie 35 36 37 4.4 Afwijking m.b.t. de uier/melk 38 4.4.1 Uierontsteking met koorts 4.4.1.1 Acute uierontsteking 4.4.1.2 Blauw uier 4.4.2 Uierontsteking zonder koorts 4.4.2.1 Chronische uierontsteking 4.4.2.2 Subklinische uierontsteking 38 38 39 40 40 41 4.5 Afwijking m.b.t. wol/huid/slijmvliezen 42 Niet parasitaire afwijkingen 4.5.1 Afwijkingen slijmvliezen 4.5.1.1 Blauwtong 4.5.1.1 Mond- en klauwzeer 4.5.1.2 Huid afwijkingen 4.5.2.1 Huidontsteking 4.5.2.2 Zere bekjes 4.5.3 Wol afwijkingen 4.5.3.1 Border disease 4.5.3.2 Kopergebrek 42 42 43 44 44 45 46 46 47 Parasitaire afwijkingen 4.5.4 Uitwendige parasieten 4.5.4.1 Myiasis 4.5.4.2 Schapenluis 4.5.4.3 Schapenluisvlieg 4.5.4.4 Schurft 48 48 49 50 51 4.6 Kreupelheid 52 4.6.1 Individuele problemen 4.6.1.1 Beenbreuk 4.6.1.2 Bevangenheid 4.6.1.3 Gewrichtontsteking 4.6.1.4 Losse wand 4.6.1.5 Tussenklauwontsteking 4.6.2 Koppel problemen 4.6.2.2 Rotkreupel 52 52 53 54 55 56 57 57 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7 Maag/darmproblemen 58 4.7.1 Diarree 4.7.1.1 Darmontsteking 4.7.1.2 Pensverzuring 4.7.2 Overige maag- darmproblemen 4.7.2.1 Darmverstopping 4.7.2.2 Gebitsafwijking 4.7.2.3 Oplopen 4.7.2.4 Scheerziekte 4.7.2.5 Slokdarmverstopping 4.7.2.6 Uitstuwing van de endeldarm 58 58 59 60 60 61 62 63 64 65 4.8 Oogaandoening 66 4.8.1 Microphthalmie 66 4.9 Slijters 67 4.9.1 Leverbot 4.9.2 Paratuberculose 4.9.3 Sint Jacobskruiskruid 67 68 69 4.10 Verwerpen 70 4.10.1 Infectieuze abortus 4.10.1.1 Brucellose 4.10.1.2 Campylobacter 4.10.1.3 Chlamydia 4.10.1.4 Salmonella 4.10.1.5 Toxoplasmose 4.10.2 Niet infectieuze abortus 70 70 71 72 73 74 75 5. Maatregelen bij aflammeren 76 6. Behandelplan lammeren 77 6.1 Leeftijd 0-7 dagen 78 6.1.1 Diarree 6.1.1.1 Cryptosporidiose 6.1.1.2 Coli Entritis 6.1.2 Geen diarree 6.1.2.1 Navelontsteking 6.1.2.2 Ooglidrand naar binnen gekruld (Entropion) 78 78 79 80 80 81 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.2 Leeftijd 1-4 weken 82 6.2.1 Diarree Coccidiose 82 6.3 Leeftijd 1-3 maand 83 6.3.1 Rekkers en strekkers 83 6.4 Overige ziektes (0-6 maanden) 84 6.4.1 Dikke kopziekte 6.4.2 Gewrichtsontsteking 6.4.3 Het bloed 6.4.4 Ontsteking van bind- en hoornvlies 6.4.5 Wormen 6.4.6 Zere bekjes 84 85 86 87 88 89 7. Begrippenlijst 90 Bronnenlijst 91 Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Ontwormen Abortus/dode dieren Logboek diergeneesmiddelen Vaccinatie Jaarkalender Bedrijfsbehandelplan ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6 Inleiding/Instructie Een bedrijfsbehandelplan is een leidraad voor de schapenhouder hoe hij/zij moet handelen bij ziektesymptomen en aandoeningen. En ook hoe ziektes kunnen worden voorkomen. Diergezondheid en dierwelzijn hangt nauw samen met preventieve maatregelen die genomen kunnen worden om een aandoening te voorkomen en een verantwoord diergeneesmiddelengebruik te stimuleren. Het bedrijfsbehandelplan wordt gebruikt als managementinstrument wat resulteert in minder uitval en minder kosten. Daarnaast maakt een bedrijfsbehandelplan inzichtelijk hoe aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan onder andere op het gebied van zorgplicht en het logboek. Het bedrijfsbehandelplan geeft voor markt en maatschappij helderheid ten aanzien van de wijze waarop de schapensector zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot diergezondheid en –welzijn. Om de schapenhouder een handvat te kunnen bieden m.b.t. een gezonde schaapskudde heeft de LTO-vakgroep Schapenhouderij het initiatief genomen voor de totstandkoming van het bedrijfsbehandelplan. Diverse schapenhouders en dierenartsen zijn hierbij betrokken geweest. Het bedrijfsbehandelplan: - Geeft aan hoe een schapenhouder moet handelen wanneer aandoeningen/symptomen worden herkend. - Zorgt ervoor dat een bepaald ziektebeeld eerder wordt herkend, zodat er adequaat op kan worden ingespeeld. - Bevordert verantwoord diergeneesmiddelengebruik. Dit resulteert in een rendabelere houderij (minder uitval en minder consulteren van de dierenarts). Met behulp van het stappenplan kan worden gekeken welke aandoening bij de symptomen past en welke behandeling eventueel gewenst is. Om goed met het bedrijfsbehandelplan te kunnen werken is het belangrijk dat dit bedrijfsbehandelplan met de dierenarts wordt besproken, omdat er vaak sprake is van een bedrijfsspecifieke situatie. Samen met de dierenarts kan het bedrijfsbehandelplan verder worden ingevuld, zo ontstaat een duidelijk overzicht hoe in bepaalde gevallen gehandeld moet worden. Het is raadzaam om het bedrijfsbehandelplan jaarlijks te actualiseren om verouderde behandelingen te wijzigen. Bij een ernstig ziek dier of twijfel, blijft de dierenarts bellen het enige en belangrijkste advies. In bijzondere gevallen wordt geadviseerd, om in overleg met de dierenarts, de dieren in te sturen naar de GD of naar de Faculteit voor de Diergeneeskunde voor sectie-onderzoek, om zo meer informatie te verkrijgen. Het bedrijfsbehandelplan bevat ook algemene informatie t.a.v. diergeneesmiddelen zoals kanalisatie, administratie en registratie, verantwoord bewaren, toedienen en weggooien van diergeneesmiddelen, de toedieningplaats van diergeneesmiddelen en de wachttijden. Daarnaast komen de aangifteplichtige ziektes en de gezondheidskenmerken van schapen en lammeren aan bod. Met behulp van de schematische weergave van het bedrijfsbehandelplan kunt u op een overzichtelijke manier de desbetreffende informatie opzoeken die bij de aandoening hoort. De ziektes in het bedrijfsbehandelplan zijn net zo ingedeeld als in het stappenplan. Binnen de symptomen staan alle ziektes op alfabetische volgorde vermeld. ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 7 Bedrijfsgegevens Algemeen bedrijf Naam bedrijf UBN- nummer Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Overige nummers Dierenarts Dierenartspraktijk Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Mailadres Overige nummers Rendac (afvoer kadavers) 0900- 9221 www.rendac.com GD Ophalen kadavers: 0900-20 200 12 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 8 1. Diergeneesmiddelen In hoofdstuk 1 staan de volgende onderwerpen: kanalisatie, administratie en registratie, verantwoord bewaren, toedienen en weggooien van diergeneesmiddelen, de toedieningplaats van diergeneesmiddelen en de wachttijden. 1.1 Kanalisatie1 Door een nieuwe Europese regelgeving is er ook een nieuw diergeneesmiddelenbesluit en een diergeneesmiddelenregeling in Nederland. Vanaf 1 oktober 2007 is er sprake van 4 kanalisatiecategorieën. Kanalisatie betekent via bepaalde wegen. In het geval van diergeneesmiddelen gaat het om wegen/manieren die voor het middel beschikbaar zijn om bij het dier te komen: UDD, UDA, URA en VRIJ. Uitleg van de 4 categorieën: 2 UDD: Diergeneesmiddelen die uitsluitend door de dierenarts mogen worden toegepast. UDA: Deze diergeneesmiddelen mogen, op voorschrift van een dierenarts door dierenartsen of apothekers worden afgeleverd en door de veehouder of de dierverzorger worden toegediend. URA: Deze diergeneesmiddelen mogen op voorschrift van een dierenarts door dierenartsen, apothekers of erkende handelaren (in het bezit van een geldige afleververgunning) worden afgeleverd en door de veehouder of de dierverzorger worden toegediend. VRIJ (Niet- gekanaliseerd): Deze diergeneesmiddelen zijn zonder tussenkomst van een dierenarts verkrijgbaar bij dierenartsen, apothekers of erkende handelaren (in het bezit van een geldige afleververgunning) en mogen door de veehouder of de dierverzorger worden toegediend. De criteria om een diergeneesmiddel VRIJ te laten zijn: 1 2 de toediening vereist geen specifieke kennis of vaardigheid; ook bij onjuiste toediening zijn er geen risico`s voor mens, dier of milieu; er zijn geen ernstige bijwerkingen van het middel of middelen met een zelfde werkzame stof bekend; er zijn geen tegen- indicaties in relatie tot andere VRIJE middelen; er zijn geen bijzondere bewaarcondities; ook bij onjuist gebruik zijn er geen risico's op resistentieontwikkeling. www.fagrovet.nl Zie begrippenlijst hoofdstuk 5 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 9 Middelen die VRIJ zijn Antidiarree middelen Vloeistof voor intraveneuze toediening ter behandeling van kopziekte en/of melkziekte, die als werkzame bestanddelen calcium en magnesium bevat Desinfectantia en antiseptica (ontsmettingsmiddelen) Ectoparasitica (tegen uitwendige parasieten) voor uitwendige toepassing, zonder endoparasiticide (inwendige parasieten) werking Slijmoplossers Kruidengeneesmiddelen Homeopathische diergeneesmiddelen IJzerinjectie voor biggen en kalveren Laxeermiddelen Maagzuur secretieremmers Ondersteunende middelen bij huidaandoeningen Vitamines, elektrolyten, mineralen en sporenelementen Een uitzondering wordt gemaakt voor de diergeneesmiddelen met de werkzame stoffen diazinon en amitraz. Ze vallen onder een van de genoemde productgroepen, maar voldoen niet aan alle bovengenoemde criteria en zijn dus niet VRIJ. De complete lijst met URA en VRIJe middelen zijn te vinden op Bureau Diergeneesmiddelen. (www.cbg-meb.nl) Middelen die onder URA vallen: Onder de URA-middelen vallen de volgende diermiddelen: ontwormmiddelen; middelen tegen parasieten; middelen tegen schimmels; kalmeringsmiddelen; niet-steroïde pijn-, koorts- en ontstekingsremmers. ________________________________________________________________________ 10 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 1.2 Registratie en administratie Van de dierengeneesmiddelen die op een bedrijf worden gebruikt horen de aankoopnota’s en de logboekformulieren aanwezig te zijn (zie bijlage III). Op de formulieren staat welke diergeneesmiddelen geleverd zijn, voor welk diersoort, middelen met een wachttermijn en of het een UDD, UDA of URA middel is. Van het geleverde diergeneesmiddel wordt het volgende vastgelegd: de datum van de levering, de naam en/of het registratienummer van het middel, de hoeveelheid, de naam en het adres van de leverancier/dierenarts, de naam van de eigenaar en de diersoort waarvoor het middel bestemd is. De administratie moet kunnen worden gekoppeld aan de administratie van dierziekten. Deze moet ordelijk en volledig leesbaar worden bijgehouden, altijd beschikbaar zijn en een sluitende voorraad hebben (1x per jaar balans opmaken). De administratie moet minstens 5 jaar worden bewaard. Als er een behandeling plaatsvindt, dient te worden vastgelegd welk dier het betreft (naam, diernummer), wanneer met de behandeling is begonnen, welke aandoening het betreft, de hoeveelheid diergeneesmiddel die wordt toegediend, hoelang de behandeling duurt en de wachttijd die men in acht dient te nemen voor vlees en melk.(zie logboek, bijlage III)3 Diergeneesmiddelen die geregistreerd zijn, hebben een registratienummer op het etiket staan. Elk diergeneesmiddel dat in Nederland vermarkt mag worden heeft een uniek registratienummer. Nationaal geregistreerde geneesmiddelen hebben een RVG nummer (Register voor verpakt geneesmiddelen). Homeopathische geneesmiddelen hebben een RVH nummer (Register voor verpakt homeopathische geneesmiddel) en Europese geregistreerde diergeneesmiddelen hebben een EU nummer.4 Het doel is het vaststellen van de status of registratie van het betreffende diergeneesmiddel. De diergeneesmiddelen die de dierenarts afgeeft op het bedrijf moeten worden voorzien van een etiket waarop staat: de naam en het adres van de praktijk, de naam van de veehouder, de datum van afgifte, indicatie, diersoort en de wachttijd van vlees en melk. 3 4 Beekhuis,L., Boomkens, M., 2006, Bedrijfsbehandelplan in de schapen- en geitenhouderij www.cbg-meb.nl ________________________________________________________________________ 11 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 1.3 Voorwaarden voor het verantwoord bewaren, toedienen en weggooien van diergeneesmiddelen 1. Lees altijd voor bewaring en gebruik het etiket en de bijsluiter. 2. Hoge temperaturen kunnen schadelijk zijn voor de werkzaamheid van bepaalde medicijnen. Bewaar de medicijnen op een koele plaats, tussen de 5-10 °C. Bekijk wat staat aangegeven op het etiket. 3. Teveel licht (UV- zonlicht) tast de werkzaamheid van de medicijnen aan. Bewaar de medicijnen in het donker in een (koel)kast, dit geld vooral bij bruine flesjes. 4. Noteer de aanprikdatum op het etiket. Na aanprikken hebben de volgende diergeneesmiddelen de volgende gebruiktermijn (tabel 1). Na gebruikstermijn voldoet het diergeneesmiddel niet meer, en brengt het meer schade aan dan dat het dier beter wordt. Toedieningsvorm Crème pot Crème tube Injectievloeistof, geconserveerd Injectievloeistof niet geconserveerd Oogdruppels Oogzalf waterhoudend Oogzalf watervrij Tablet / capsule Zalf pot Zalf tube Gebruikstermijn 3 maanden 1 jaar 1 maand 24 uur 1 maand 1 maand 6 maanden 3 jaar 6 maanden 3 jaar Tabel 1: houdbaarheidsdatum diermedicijnen5 5. Gebruik nooit verkleurde of gevlokte diergeneesmiddelen. 6. Poeders, mixen, orale vloeistoffen, droogzetters en uierpreparaten moeten donker en droog bewaard worden. Dit kan bij kamertemperatuur in een kast, tenzij anders is aangegeven. 7. Controleer 4x per jaar de diergeneesmiddelen en ruim de verlopen diergeneesmiddelen op. 8. Restanten, lege flesjes en verlopen diergeneesmiddelen horen bij het klein chemisch afval. 9. Zorg dat kinderen en onbevoegden niet bij de diergeneesmiddelen kunnen komen. Zet er eventueel een slot op. 10. Wegwerpspuiten en naalden eenmaal gebruiken en dan ook weggooien. De naalden verzamelen in een lege fles of jerrycan. 11. Kies voor het juiste wegwerpspuitje, zodat je de juiste eenheden goed kan inbrengen.6 5 6 InterACT Agrimanagement en InterACT cowsultancy B.V, 2004, kwaliteitshandboek voor de melkveehouderij http://www.dierenklinieklemmer.nl/behandelplan/page1/bewarenmedicijnen.html ________________________________________________________________________ 12 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 1.4 Toedieningplaats voor diergeneesmiddelen De materialen die worden gebruikt om diergeneesmiddelen toe te dienen zoals spuiten, naalden, drenkflessen, dipbekers etc. dienen schoon te zijn en in goede staat te verkeren. De oppervlakte waar het diergeneesmiddel wordt toegediend moet schoongemaakt worden (huid/spenen). Zorg altijd voor schoon materiaal en werk schoon en hygiënisch. Er worden uitsluitend middelen voor schapen toegepast of in overleg met de dierenarts kan er sprake zijn van off label use.7 De middelen moeten worden toegepast, zoals op het etiket staat vermeld, wat in de bijsluiter staat vermeld of volgens aanwijzingen van de dierenarts. In tabel 2 staan de toepassingen en de uitleg over hoe het diergeneesmiddel gegeven moet worden. Toepassing Oraal Afkorting p.o Topicaal/ locaal Intra- uterien i.u Intra- mammair i.m.m Parenteraal: Intraveneus Intramusculair Subcutaan i.v i.m s.c Plaats Bek Omschrijving Medicijnen die in de bek moet worden gegeven Huid/ slijmvliezen Medicijnen die plaatselijk moet worden aangebracht Baarmoeder Medicijnen die in de baarmoeder moet worden ingebracht Uier Medicijnen die in het uier moet worden aangebracht Injectie: Medicijnen die per injectie worden gegeven en niet via het maagdarm In het bloedvat kanaal In de spier Onder de huid Tabel 2: toedieningplaats diermedicijnen De meest gebruikte manier is subcutaan injectie oftewel een injectie onder de huid. De injectie wordt gegeven achterin de voorpoot of oksel. Hierbij wordt de huidplooi tussen duim en wijsvinger gepakt en met de andere hand word de naald door de huidplooi geprikt. 7 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 13 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 1.5 Wachttijden van diergeneesmiddelen Wachttijden zijn ingesteld om te voorkomen dat de mens via de voedselketen wordt blootgesteld aan diergeneesmiddelen. Bacteriën die voorkomen bij de mens zouden op deze manier resistent kunnen worden voor deze middelen, zodat deze geneesmiddelen niet meer werkzaam zijn bij ziekten bij de mens. Het dier heeft een bepaalde tijd nodig om een geneesmiddel in zijn lichaam af te breken en uit te scheiden. Hiervoor is de wachttijd berekend. De wachttijd gaat in op het moment dat het middel voor de laatste keer is gebruikt. De wachttijden zijn gebaseerd op de tijd die een gezond dier nodig heeft om het middel af te breken. Bij een ziek dier kan deze periode langer zijn, en de aangegeven wachttijd is dan ook de minimale wachttijd. Gedurende deze wachttijd mag het dier niet geslacht worden en de melk moet worden achtergehouden. Als er middelen worden gebruikt op het bedrijf die niet volgens voorschrift van het etiket worden toegepast (zogenaamde ‘off label use’), gelden de volgende voorwaarden: er is een off label use verklaring van een dierenarts aanwezig op het bedrijf en er wordt een wachttijd aangenomen van 7 dagen voor de melk en 28 dagen voor het vlees.8 8 Beekhuis,L., Boomkens, M., 2006, Bedrijfsbehandelplan in de schapen- en geitenhouderij ________________________________________________________________________ 14 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 2. Aangifteplichtige ziektes Schapen vallen onder de I&R – regeling (Identificatie & Registratie). Dit betekent dat schapenhouders verplicht zijn om de administratie van de schapen bij te houden. Het I&Rsysteem is voor de overheid een instrumenten om dieren snel op te kunnen sporen. Dit is van belang bij een uitbraak van ernstige dierziektes. In het bedrijfsbehandelplan zijn er vier aangifteplichtige ziekten beschreven: Blauwtong Brucellose Mond- en klauwzeer Scrapie Aangifteplichtige ziektes moeten direct na het vaststellen van verdachte verschijnselen door de schapenhouder of de dierenarts worden gemeld bij het landelijk LNV dierziektenummer: 045-5463188 (24 uur per dag bereikbaar). Afhankelijk van de bevindingen van de dierenarts, wordt de VWA (Voedsel en Waren Autoriteit) gewaarschuwd die als het nodig is materiaal opstuurt voor onderzoek. Bij een melding komt er een deskundigenteam dat de verdachte dieren onderzoekt en monsters neemt. Deze monsters worden door het CIDC in Lelystad onderzocht. Als het dier besmet blijkt te zijn, hoort de schapenhouder van het ministerie van LNV welke maatregelen voor hem/haar gelden.9 Andere aangifteplichtige ziektes bij schapen zijn: Rabiës/ hondsdolheid Miltvuur Tuberculose (M. bovis en M. tuberculosis) BSE en andere TSE's Ziekte van Aujeszky Rift Valley koorts Nodulaire dermatose (Lumpy skin disease) Schapen en geiten pokken Schapen en geiten pest Vesiculaire stomatitis Deze besmettelijke dierziektes vormen in Nederland de grootste bedreiging bij de kleine herkauwers. Blauwtong, Brucellose, Mond- en klauwzeer en Scrapie zijn ziektes die momenteel op bedrijven kunnen voorkomen. De andere ziektes spelen zich meer af in andere landen maar kunnen bijvoorbeeld met de import van schapen wel in ons land komen. Meer informatie over wet- en regelgeving is te vinden bij www.aid.nl 9 www.minlnv.nl ________________________________________________________________________ 15 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Belangrijke internetadressen voor meer informatie: Naast algemene informatie vindt u hier ook veel specifieke informatie over aangifteplichtige ziektes in Nederland en Europa. Nederland: www.minlnv.nl (geldende maatregelen, algemene informatie) www.gddeventer.com (praktische informatie over ontwikkeling van de ziekte) www.capraovis.nl (specifiek voor schapen- en geitenhouders) www.cidc-lelystad.wur.nl (wetenschappelijk onderzoek, algemene informatie) Internationale sites: www.oie.int (wereldwijde informatie) http://ec.europa.eu (informatie uit Europa) http://www.favv.be (nieuws uit België) http://www.bmelv.de (nieuws uit Duitsland) http://www.agriculture.gouv.fr (nieuws uit Frankrijk) ________________________________________________________________________ 16 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 3. Gezondheidskenmerken van schapen en lammeren Om een dier zo gezond mogelijk te houden zijn voeding, huisvesting en de verzorging van groot belang. Maar wat te doen als een schaap bepaalde symptomen vertoont? Is één schaap ziek of zijn er meerdere schapen ziek? Om daar een antwoord op te krijgen is het belangrijk om bepaalde eigenschapen van het dier te herkennen om een juiste diagnose te stellen. Een ziekte kan op verschillende manieren verlopen. De ziekte kan acuut zijn of chronisch. Een acute ziekte treedt plotseling op en verloopt ook snel. Een chronische ziekte ontwikkelt zich langzaam en geleidelijk en kan wel maanden of jaren duren. Er kunnen vele factoren een rol spelen bij het ontstaan van een ziekte. Deze kunnen besmettelijk of niet besmettelijk zijn. Soms zijn er meerdere factoren nodig om een ziekte te veroorzaken. Een aantal voorbeelden van niet besmettelijke factoren is: klimaatsinvloeden, voedingsfactoren, verwondingen, vergiftiging, radioactieve straling, stressfactoren. Een aantal besmettelijke factoren is: bacteriën, virussen, schimmels, protozoën, wormen en uitwendige parasieten. Schapen worden dagelijks blootgesteld aan verschillende factoren uit de omgeving. Hoe een schaap reageert op deze prikkels hangt af van zijn weerstandsvermogen. Factoren die de weerstandsfactoren beïnvloeden zijn: voeding, verzorging, ras, geslacht en leeftijd van het schaap. 3.1 Algemene indruk van de schapen en lammeren Het is belangrijk dat het koppel schapen regelmatig wordt geobserveerd. Hiermee moet u rekening houden met de leeftijd, productierichting, het stadium van de dracht, de conditie, en de omgevingsomstandigheden van de dieren. Vaak is het moeilijk om symptomen te zien bij dieren. Individuele zieke dieren kun je vergelijken met koppelgenoten. Vertoont het schaap koppelgedrag of ligt of staat ze afgezonderd van de koppel? Een eerste indruk van een dier kan bepaalde informatie geven over de gezondheid van het dier. Hierbij moet worden gelet op: Gedrag Hierbij wordt gekeken naar koppelgedrag, het vreet- en herkauwgedrag, de levendigheid van het dier, pijnuitingen en reactie op prikkels van buitenaf. Lichaamshouding en beweging Hierbij wordt gekeken naar de stand van kop, oren, staart, poten en het lichaam in zijn geheel. Verder wordt er gekeken of het dier veel ligt, zich afzondert van de koppel en of het dier normaal loopt. Voedingstoestand De aandacht bij dit punt gaat uit naar de ontwikkeling van het dier voor zijn/haar leeftijd. Ook wordt er gevoeld of het dier in de juiste conditie is, niet te mager is of juist te vet. Vacht Aan de hand van de vacht van het dier kan veel informatie worden verkregen over de gezondheid ven het dier. De vacht hoort los om het dier heen te zitten. Verder moet de vacht glanzend, schoon, en vettig aanvoelen. Bij het spreiden van de wol moet er een gave huid zichtbaar zijn. Verder moet er op de kleur van de huid gelet worden, ook moet er worden gekeken of er schuurplekken of losse wol in de vacht te vinden zijn. ________________________________________________________________________ 17 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Andere afwijkingen Andere afwijkingen kunnen zijn: abnormale buikomvang, overmatig speekselen, dikke gewrichten, dikke kop, gezwellen, verwondingen en een vuile achterhand (diarree, mest aan de kont, uitvloeiing van de vulva). 3.2 Specifieke controle bij schapen en lammeren Tabel 3 geeft de referentiewaardes aan van de temperatuur, de ademhalingsfrequentie, polsfrequentie, hoelang de bronstcyclus en bronstduur duurt en de draagtijd van een schaap. Temperatuur Ademfrequentie/ min Polsfrequentie/ min 38,5-40 ˚C 20-30 70-90 Bronstcyclus Bronstduur Draagtijd 17 dagen (8-22) 24-36 uur (1-47) Gem. 147 (139-152) Tabel 3: referentiewaardes bij schapen Ademhaling De ademhaling van schapen en lammeren ligt tussen de 20-30 keer per minuut. Alleen lammeren hebben een snellere ademhaling in vergelijking met schapen. De ademhaling kan versneld zijn, soms hijgend, pompend of met buikademhaling gepaard gaan. Ook kunnen er geluiden of hoesten bij voorkomen. Bloedsomloop Het aantal hartslagen en polsfrequentie is bij een schaap 70-90 en bij lammeren 80-120 per minuut. De polsfrequentie kan verhoogd zijn door inspanning, overprikkeling, bloedarmoede, hartaandoeningen en koorts. Lichaamstemperatuur De normale temperatuur bij schapen is 38,5-40,0 °C en bij lammeren 38,5-40,4 °C. De temperatuur kan stijgen bij inspanning, opwinding en bij verschillende ziekten. De temperatuur van een schaap op stal is meestal hoger dan bij weidegang. Een lage lichaamstemperatuur komt voor bij onderkoeling bij pasgeboren lammeren, ernstig bloedverlies, ernstige vergiftiging en kort voor de dood. Huid, slijmvliezen en hoornige structuren Hierbij wordt gekeken naar de kleur, beschadigingen, ontstekingen en zwellingen van huid, slijmvliezen en hoornige structuren. De kleur van de slijmvliezen kan het beste worden bekeken bij het oogslijmvlies, maar kan ook bij het mond- en vaginale slijmvlies worden beoordeeld. Gezonde kleur van slijmvliezen zijn lichtroze. De klauwen kunnen een afwijkende vorm hebben, beschadigd zijn of een abnormale geur verspreiden. Bij de klauwen moet ook goed tussen de klauwen gekeken worden naar afwijkingen. Ogen Ogen horen helder en glanzend te zijn. Het oogslijmvlies is roze van kleur. De pupillen zijn ovaal van vorm en hebben in beide ogen een gelijke grootte. Bij algemene uitdroging liggen de ogen diep in de oogkassen. Bleke slijmvliezen zeggen iets over bloedarmoede. Blauwe slijmvliezen zeggen iets over een tekort aan zuurstofvoorziening van de weefsels. En gele slijmvliezen vertellen iets over een gestoorde leverfunctie van het dier. ________________________________________________________________________ 18 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4. Behandelplan schaap In het stappenplan zijn de ziekteverschijnselen opgedeeld in ziektes m.b.t dracht & aflammeren, afwijkingen m.b.t ademhalingstelsel, afwijkingen m.b.t. gedrag/gang/houding, afwijking m.b.t. uier/melk, afwijking m.b.t. huid/wol/slijmvliezen, maag/darmproblemen, kreupelheid, oogaandoeningen, slijters en verwerpers. De bijhorende paragraaf uit het bedrijfsbehandelplan geeft informatie of de veroorzaker, de symptomen, de preventie en over welke maatregelen daarbij horen. Als u bij een paragraaf uitkomt, staat tussen haakjes hoeveel bladzijden bij de paragraaf horen. Zie Hfst. 4.1.1.1 4.1.1.2 Het schaap staat 4.1.1.4 Aandoeningen m.b.t. dracht & aflammeren Voor aflammeren Het schaap ligt Zie Hfst 4.1.1.3 4.1.1.5 Na aflammeren Zie Hfst. 4.1.2 (3) Hoesten JA Zie Hfst. 4.2.1 (3) Hoesten NEE Afwijkingen m.b.t. ademhalingstelsel Zie Hfst. 4.2.3 Benauwd/vermageren Zie Hfst. 4.2.2 (2) Afwijkingen m.b.t. gedrag/gang/ houding Afwijkingen m.b.t. uier/melk Afwijkingen m.b.t. wol/ huid/ slijmvliezen Zie Hfst. 4.3 (3) Koorts JA Zie Hfst. 4.4.1 (2) Koorts NEE Zie Hfst. 4.4.2 (2) Slijmvliesafwijkingen Zie Hfst. 4.5.1 (2) Huidafwijkingen Zie Hfst 4.5.2 (2) Wolafwijkingen Zie Hfst. 4.5.3 (2) Uitwendige parasieten Zie Hfst. 4.5.4 (4) ________________________________________________________________________ 19 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Individueel dier Zie Hfst. 4.6.1 (5) Koppel probleem Zie Hfst. 4.6.2. (1) Diarree Zie Hfst. 4.7.1 (2) Overige maag/darmproblemen Zie Hfst. 4.7.2 (6) Kreupelheid Maag/ darmproblemen Zie Hfst. 4.8 Oogaandoeningen Zie Hfst. 4.9 (3) Slijters Zie Hfst. 4.10 (6) Verwerpen ________________________________________________________________________ 20 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1 Aandoeningen/ ziektes m.b.t. dracht & aflammeren 4.1.1 Voor aflammeren 4.1.1.1 Breuken na verscheuringen van buikspieren Symptomen Opmerkingen Verschijnselen hangen af van de breukgrootte en om welk orgaan het gaat en de uitgeoefende druk Koliekachtige pijnen Sterfte Behandeling Eventueel pijnstillers Overleg dierenarts Dieren afvoeren Veroorzaker Verlies van elasticiteit van de buikwand Verrekking Overmatige druk Verwonding Meerlingendracht Teveel vruchtwater Abnormale vrucht Diergeneesmiddel Preventief Schapen met breuklijnen uitsluiten voor de fokkerij en afvoeren Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 21 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.1.2 Lijfbieden (geheel of gedeeltelijk vulva buiten de schedewand) Symptomen Dieren staan met kromme rug en persen Uitpuiling is liggend het beste zichtbaar Opmerkingen Behandeling Laatste weken Lepel in brengen van de dracht Bühner (dierenarts) Ook na de dracht Dierenarts inschakelen Veroorzaker Preventief Oorzaak is lang niet altijd Sluit ooien met aan te geven, de oorzaken deze aandoening kunnen zijn: uit voor de Het verslappen en fokkerij uitrekken van de ophangbanden, het spier en bindweefsel Een erfelijk gekregen aanleg Onder invloed van hormonen Te sterke druk door het gewicht van de baarmoeder Gevolgen van zware geboorten Dracht met teveel lammeren Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 22 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.1.3 Melkziekte Symptomen Opmerkingen Niet eten Vanaf enkele Afzondering weken voor Trillingen/ aflammeren incoördinatie Na stress Stijve/slingerende gang Schrikachtig Niet meer lopen Vallen Latere stadia: Op hun zij liggend, fietsbewegingen makend Veroorzaker Preventief De aandoening wordt Goede kwaliteit veroorzaakt door een voer te laag Voldoende calciumgehalte in verstrekking van bloed calcium Vermijden van stress (plotseling rantsoen veranderingen, transport) Genoeg vreetruimte voor dieren met een lager rangordestatus Behandeling Het langzaam i.v. toedienen van calciumborogluconaat of calciummagnesiumoplossing (bij voorkeur door de dierenarts) Daarna s.c. om herhaling te verkomen Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 23 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.1.4 Slepende melkziekte Symptomen Opmerkingen Afzondering van Meestal einde koppel dracht 2-3 weken Niet lopen voor aflammeren Niet eten Dieren in goede Knarsetanden conditie zijn ziek Kop laten steunen Kan ook Blindheid en cirkelen voorkomen bij Spiertrillingen erg magere Speekselen dieren Overgevoeligheid bij aanraking Ketonlucht Coma Sterfte Veroorzaker Preventief Energietekort (te Conditiescore weinig voeropname) bijhouden Goede kwaliteit voer Voldoende beweging Scheren (geschoren ooien nemen meer voer op en kunnen hun warmte beter kwijt) Dieren scannen op meerlingdracht, daarna (kracht) voergift aanpassen op aantal lammeren Dieren in groepen huisvesten Voerbreedte aanpassen aan aantal schapen Behandeling Propyleenglycol geven Infuus met glucose (door de dierenarts) In overleg dierenarts, het aflammeren opwekken Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 24 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.1.5 Vruchtwaterzucht Symptomen Vergrote buikomvang Verminderde voedselopname Zwakke pols Bemoeilijkte ademhaling Moeilijk lopen, blijven liggen Opmerkingen Behandeling (Hangt af van ernst aandoening en moment van aflammeren) Eventueel keizersnede Partus opwekken (bij voorkeur door de dierenarts) Veroorzaker Niet altijd bekend Verandering in bloedsomloop Verdraaid gedeelte van vruchtvliezen Misvorming van de vrucht Lever- nier beschadigingen bij de vrucht Preventief Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 25 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.2 Na aflammeren 4.1.2.1 Aan de nageboorte staan Symptomen Opmerkingen Nageboorte is er na Nooit aan de 12 uur na nageboorte aflammeren nog niet trekken afgekomen Algemeen ziek zijn Uit de schede hangende delen van de nageboorte Schede-uitvloeiingen Behandeling Behandelen met: Antibiotica Nageboorte capsules Veroorzaker Niet duidelijk, de oorzaak kan zijn: Infecties Abortus Achtergebleven vruchten Belemmeringen Meerlingendracht Gebrekziekten Stofwisselingsproblemen Diergeneesmiddel Preventief Goede hygiëne tijdens aflammeren Goede mineralen samenstelling Stress vermijden Goede kwaliteit voer verstrekken tijdens de dracht Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 26 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.2.2 Baarmoederontsteking Symptomen Opmerkingen Behandeling Dieren staan met Schapen kunnen Behandelen met: kromme rug en bevangen raken Antibiotica opgetrokken buik Verminderde Koortsremmers Geen eetlust productie Bloederige, zichtbaar door stinkende uitvloeiing mindere groei uit vulva lammeren Koorts Melkproductie daalt Lammeren groeien slecht Veroorzaker Bacteriën Aan de nageboorte blijven staan Preventief Aflammeren onder schone en droge condities Niet onnodig ingrijpen tijdens de geboorte Bij ingrijpen met grote zorg en hygiëne Gevallen van abortus en verrotte lammeren direct behandelen met antibiotica Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 27 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.1.2.3 Kopziekte Symptomen Opmerkingen Behandeling Acute sterfte 3-6 weken na Gaan er meerder schapen Dieren liggen aflammeren plotseling dood de Verminderde Bij meerdere dierenarts met spoed laten voeropname dieren op top komen Holle buik van lactatie Toediening van Ca-mg Afzondering van koppel Bij ooien die na infuus i.v. (bij voorkeur Sloom lammeren goed door de dierenarts) Lang aanhoudende ruwvoer maar te Herhaling Ca-mg s.c. spiertrillingen weinig Koppel schapen direct van Overprikkelbaarheid krachtvoer land afhalen Schrikachtig gedrag hebben Incoördinatie gekregen Krampaanvallen Bij Knarsetanden, meerlingdracht Speekselen, Lijkt op Listeria Schuim op de bek, Schapen die op Verwijde pupillen te rijk bemest Draaien met de ogen land lopen Veroorzaker Preventief De aandoening wordt Voeding met veroorzaakt door een te voldoende laag magnesium gehalte magnesium in bloed en Voorkomen van hersenvloeistof stress Dieren niet op te rijk bemest land laten lopen Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 28 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.2 Afwijkingen m.b.t ademhaling 4.2.1 Hoesten 4.2.1.1 Longontsteking Symptomen Opmerkingen Hoesten Ademhalingsproblem en bij opjagen Lusteloosheid Verminderde eetlust Koorts Snelle ademhaling Neusuitvloeiing Vieze neus Natte ogen Sterfte bij acuut zieke dieren Veroorzaker Preventief Niet infectieuze factoren Goed stalklimaat Overbezetting Slecht stalklimaat voorkomen Onvoldoende Goede hygiëne hygiëne Goede kwaliteit In de long voeding terechtgekomen Insleep en vloeistoffen verspreiding Verminderde voorkomen weerstand Stress vermijden Infectieus Omweiden Virussen Beschermen Bacteriën bijv.: tegen ongunstige Pasteurellose weeromstandigh Schimmels eden Parasieten Vaccinatie (zie bijlage IV) Behandeling Zieke dieren binnenhalen Langer dan 1 dag, 10% van de koppel hoesten, dierenarts inschakelen Behandelen met: Antibiotica Koortsverlagers Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ _________ ________________________________________________________________________ 29 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.2.1.2. Pasteurllose (zomerlongontsteking) Symptomen Opmerkingen Behandeling Acute longontsteking Veel Therapie meestal te laat Sterfte van 1 of voorkomend bij Behandelen met: enkele dieren, waarbij opgroeiende Antibiotica geen klinische lammeren Koortsverlagers verschijnselen zijn Maar ook bij gezien schapen van alle leeftijden Zomer tot herfst Bij lammeren september tot december Veroorzaker Bacterie Preventief Goed stalklimaat Overbezetting voorkomen Goede hygiëne Goede kwaliteit voeding Insleep en verspreiding voorkomen Stress vermijden Beschermen tegen ongunstige weeromstandigh eden Vaccinatie (zie bijlage IV) Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ _________ ________________________________________________________________________ 30 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.2.1.3 Longwormen Symptomen Diepe hardnekkige hoest Versnelde ademhaling Vermagering Secundaire infecties: Koorts Oog- neus uitvloeiing Bemoeilijkte ademhaling Veroorzaker Longworm Opmerkingen Behandeling Voornamelijk bij Ontwormen (zie bijlage I) jonge schapen Mestmonsters nemen en deze laten onderzoeken om diagnose te bevestigingen Preventief Ontwormen en omweiden Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 31 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.2.2 Benauwd 4.2.2.1 Zwoegerziekte Symptomen Sterk vermageren Achterblijven bij verplaatsten Soms hoesten en neusuitvloeiing Sterfte Verschillende vormen: Longvorm Hoge ademhaling frequentie Achterblijven bij verplaatsen Sterfte Uiervorm Langzaam verhard uierweefsel Verminderde melkproductie Veroorzaker Virus Opmerkingen Behandeling Verwant aan CAE Wat te doen: bij geiten Zorg dat zieke dieren niet Na een infectie met zwoegervrije schapen blijft het virus in contact komen lange tijd in het Afvoeren van besmette dier aanwezig. Het schapen na duurt in de regel bloedonderzoek. Dit maanden tot soms onderzoek zal meerdere jaren voordat een keren uitgevoerd moeten geïnfecteerd worden om alle besmette schaap of lam dieren op te sporen. antistoffen tegen De afvoer van het gehele het zwoegerziekte koppel en deze vervangen virus aanmaakt. door een zwoegervrij gecertificeerde koppel schapen. Geen therapie mogelijk Preventief Diergeneesmiddel Bedrijf laten testen (Programma GD) Gesloten bedrijfsvoering of voer schapen aan van bedrijven met een gecertificeerde vrij- status Bedrijf certificeren Goede hygiëne (de mens kan het bij zich dragen, via schoeisel) Kunstbiest of biest van een zwoegerziektevrij gecertificeerd bedrijf ________________________________________________________________________ 32 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.2.3 Niet hoesten 4.2.3.1 Verscheuring van het middenrif Symptomen Verhoogde ademhaling Sterfte Opmerkingen Hoogdrachtige schapen Bepaalde rassen gevoeliger Texelaars Behandeling Sectie nodig om diagnose te stellen Kadaver op sturen (zie bijlage II ) Veroorzaker Meerlingendracht Preventief Diergeneesmiddel Buikvet voorkomen, door te hoge krachtvoer gift (gedeelte vervangen door ruwvoer) ________________________________________________________________________ 33 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.2.3.2 Strottenhoofdontsteking Symptomen Benauwd Snurkend geluid Verslikken Sterfte Opmerkingen Vooral bij texelaars Behandeling Behandelen met: Antibiotica Pijnstillers Ontstekingremmers Veroorzaker Niet bekend Preventief Niet met Texelaars met korte nekken fokken Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 34 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.3 Afwijking m.b.t. gedrag/ gang/ houding 4.3.1 Klem (Tetanus) Symptomen Opmerkingen Stijfheid van de Zoönose 10 achterpoten Derde ooglid zichtbaar Oren zijn onbeweeglijk, staan rechtovereind Kramp van de kaakspieren, hierdoor niet of moeilijk kauwen Dieren liggen Stuiptrekkingen Kop naar achteren geslagen Krampaanvallen Sterfte 4-7 dagen na begin verschijnselen Veroorzaker Preventief Bacterie Goede navelontsmetting Hygiëne bij onthoornen, scheren en castreren Behandeling De dieren in rustige donkere omgevingplaats plaatsen Behandelen met: Antibiotica Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 10 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 35 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.3.2 Listeria Symptomen Opmerkingen Behandeling Blind, cirkelen naar 1 Listeria kan in Stoppen met voeren van kant beschimmeld verdacht kuil Eenzijdig een kuil voorkomen Behandelen met antibiotica afhangend Krijgen vaak oor,ooglid,lip jaarlingen ooien, Niet kunnen slikken, kunnen gaan speekselovervloed verwerpen Minder voer/water opname Zoönose 11 Blijven achter bij de rest van de koppel Stilstaan zonder te bewegen met de kop naar beneden of naar 1 kant gedraaid Vallen, zonder weer op te staan Peddelende bewegingen met de voorpoten Zware ademhaling Sterfte Veroorzaker Preventief Diergeneesmiddel Bacterie Goede opslag van de kuil Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 11 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 36 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.3.3 Scrapie Symptomen Opmerkingen Behandeling Krabben, jeuk Symptomen Aangeven bij VWA, zie Trillen kunnen optreden hoofdstuk 2 Onrustig en vanaf een leeftijd schrikachtig 1,5 - 2 jaar Kale dieren met wonden Geen behandeling Wol is droog, bleek met en futloos diergeneesmiddel Glazige blik in de mogelijk ogen Strekken de nek en maken bijtende en likkende bewegingen terwijl ze krabben Conditie afname Afzonderen van de groep Veroorzaker Preventief Diergeneesmiddel Prionen (= deeltjes Gesloten die ontstaan uit bedrijfsvoering eiwitten die normaal Bestrijdingsprogr voorkomen in de amma van de GD hersenen, alleen deze (certificeren) eiwitten werken Fokken met abnormaal) ARR/ARR rammen Tonsiltest (vroegtijdig scrapie aantonen bij levende dieren) Bloedonderzoek naar erfelijke aanleg scrapie gezocht ________________________________________________________________________ 37 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.4 Afwijkingen aan de uier/melk 4.4.1 Uierontsteking met koorts 4.4.1.1 Acute uierontsteking Symptomen Afwijkende melk Gezwollen, pijnlijk uier Rood/paars verkleuring Koorts Ernstig ziek Lammeren groeien slecht Opmerkingen Vaak 1 uierhelft aangedaan Dier opruimen na spenen Lammeren bijvoeren Behandeling Schapen huisvesten in hygiënische omgeving Behandelen met: Antibiotica Eventueel pijnstillers Veroorzaker Bacteriën Virus (Ecthyma) Preventief Hygiëne tijdens melken Goed uitmelken bij melkschapen: Goed afgestelde melkmachine Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 38 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.4.1.2 Blauw uier Symptomen Gezwollen, zeer pijnlijk uier Uier voelt koud aan Uier is blauw Melkproductie nihil Ernstig ziek Koorts Opmerkingen Vaak dood tot gevolg Behandeling Behandelen met: Antibiotica Pijnstillers Koortsremmers Veroorzaker Bacterie Preventief Melk- en vleesschapen: Goede afstelling melkmachine Goede hygiëne tijdens melken Goede hygiëne bij huisvesting Voorkom uierspeenbeschadigi ngen Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 39 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.4.2 Uierontsteking zonder koorts 4.4.2.1 Chronische uierontsteking Symptomen Uier is harder dan normaal Lage melkproductie Knobbels in uier voelbaar Lammer groeien slecht Opmerkingen Door verminderde productie groeien de lammeren minder snel Behandeling Het dier afvoeren. Het dier is een infectiebron voor andere melkgevende schapen Behandelen met: Antibiotica Veroorzaker Bacteriën Virussen Preventief Melk- en vleesschapen: Goede afstelling melkmachine Goede hygiëne tijdens melken Goede hygiëne bij huisvesting Voorkom uierspeenbeschadigi ngen Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 40 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.4.2.2 Niet zichtbare uierontsteking (subklinische mastitis) Symptomen Melkopbrengst daalt Verhoging celgetal Lammeren groeien slecht Opmerkingen Door verminderde productie groeien de lammeren minder snel Niet verder mee fokken Behandeling Behandelen met: Antibiotica Veroorzaker Bacteriën Preventief Melk- en vleesschapen: Goede afstelling melkmachine Goede hygiëne tijdens melken Goede hygiëne bij huisvesting Voorkom uierspeenbeschadigi ngen Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 41 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5 Afwijkingen m.b.t. huid/wol en slijmvliezen Niet parasitaire afwijkingen 4.5.1 Afwijkingen aan de Slijmvliezen 4.5.1.1 Blauwtong Symptomen Symptomen Behandeling Stijging Ontschoening Aangeven bij VWA, zie lichaamstemperatuur Stijf hoofdstuk 2 Suf Verlamd Geen voeropname Ademhalingsmoeil Vermageren ijkheden(snuivend Vochtophopingen op e) lippen, tong, keel Stinkende, Op wangslijmvlies, bloederige diarree tong rode of blauwe Zwellingen van de plekken kop Zweertjes op neus en Uitvallen van wol mondslijmvlies Vruchtbaarheidspr Speekselvloed oblemen Neusuitvloeiingen Kreupel door ontsteking op kroonrand Kroonrand is gezwollen en blauwrood Veroorzaker Virus Preventief Diergeneesmiddel Voorkom insleep van ziekte bij het importeren van runderen/schapen (embryo’s/sperma) ________________________________________________________________________ 42 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.1.2 Mond- en klauwzeer Symptomen Opmerkingen Schapen: Virus resistent tegen uitdroging Niet altijd en lage opgemerkt Kreupelheid temperaturen Koorts In melk zeer Verminderde resistent tegen voeropname verhitting Ontstaan van blaren Bij relatieve in mond en aan de luchtvochtigheid klauwen van meer dan Nauwelijks 60%, kan virus speekselen lange tijd In later stadia overleven gewrichtsontsteking en mastitis Zoönose 12 Jonge lammeren: Erg ziek zoals; zwak, koorts en niet drinken Sterfte Behandeling Aangeven bij VWA, zie hoofdstuk 2 Veroorzaker Virus Diergeneesmiddel 12 Preventief Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 43 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.2 Huidafwijkingen 4.5.2.1 Huidontsteking Symptomen Opmerkingen Behandeling Huid is gezwollen en Voornamelijk Aangedane dieren scheiden ontstoken aantasting van de van de koppel Zweren huid, waar de Antiparasitica gebruiken huid strak over de botten zit Herstel kan 4 weken duren Veroorzaker Bacteriën Preventief Regelmatig wassen Goede hygiëne huisvesting, verzorging en voeding Gesloten bedrijfsvoering Quarantaine bij aanvoer Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 44 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.2.2 Zere bekjes (Ecthyma) Symptomen Beschadigingen op de: Op huid Huid rondom de mondopening Slijmvliezen van de lippen, tandvlees en slokdarm Op het uier van het moederdier Verschillende vormen: Lippenvorm Geslachtsvorm klauwvorm Veroorzaker Virus Opmerkingen Na 6 weken spontane genezing Secundaire ontstekingen mogelijk Zere bekjes ook bij lammeren Infectie bij 1e keer volwassen dieren vaak heftig beeld Behandeling Behandelen met: Antibiotica tegen secundaire infecties Jodium Zoönose 13 Geeft zweren bij de mens Preventief Nieuwe dieren in quarantaine Dieren niet in te kleine ruimtes Lammeren van ooien scheiden Dieren vaccineren Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 13 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 45 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.3 Enkele wolafwijkingen 4.5.3.1 Border disease Symptomen Opmerkingen Behandeling Bij schapen die voor eerst Klein deel van Geen behandeling mogelijk geïnfecteerd zijn: de lammeren Krijgen lammeren wordt volwassen die met een harige Een ooi die op vacht geboren latere leeftijd worden wordt Evt. abnormale geïnfecteerd in pigment van de vacht de dracht Bij de geboorte vertoond geen trillen verschijnselen Sterfte bij lammeren Tijdens de Het andere volgende dracht geïnfecteerde deel brengt het lammeren groeit schaap gezonde slecht en sterft tot lammeren ter spenen wereld Schapen zelf geen symptomen Veroorzaker Virus Preventief Niet samen weiden of opstallen met runderen Diergeneesmiddel ________________________________________________________________________ 46 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.3.2 Kopergebrek Symptomen Opmerkingen Behandeling Lammeren: Tekort aan koper Koper toedienen via Swayback bij tussen 100-120 injectie of voer/water lammeren (afwijking dag dracht krijgen in zenuwstelsel) nadelige gevolgen Veel lammeren Bij alle doodgeboren leeftijdsgroepen, Overlevende voornamelijk bij lammeren lammeren tot 6 zwak,klein, drinkt maanden niet en kan niet staan Aangetast centraal Ander deel zenuwstelsel en coördinatiestoornisse wol herstellen niet n in de achterhand meer Opstaan en lopen Bij teveel onmogelijk koperaanbod Staande dieren vallen kopervergiftiging op hun zij Duidelijk Schapen: aangetaste dieren Wol verliest zijn houden ook veerkracht symptomen na Bandvormige toediening koper verbleking van de wol Verminderde vruchtbaarheid en weerstand Veroorzaker Preventief Diergeneesmiddel Kopergebrek Goede Weilandgras bevat te schapenbrok Middel:____________________ weinig koper voeren Schapenbrok met Dosering:___________________ koper ___________________________ Mineralen emmer met koper Middel:____________________ Likstenen Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 47 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Parasitaire afwijkingen 4.5.4 Uitwendige parasieten 4.5.4.1 Myiasis Symptomen Opmerkingen Dieren zijn onrustig Treedt op Minder tijd aan gedurende de grazen besteedt weideperiode van Lip smakken april tot oktober Staart schudden Bij natte vacht Schuren van de door diarree achterhand en bijten Myiasis bij van de aangedane regenachtig en gedeeltes warm weer Wonden met maden Bij zandgrond Vochtstreep meer myiasis Sterfte Bij schone als bevuilde kont met mest myiasis Veroorzaker Preventief Maden/ vlieg Scheren van schapen Niet bij struiken laten grazen Dieren behandelen tussen wol Behandelen met antiparasitica, bij voorkeur langwerkend middel Click ® (2x per jaar) Behandeling Weghalen van omliggend wol Schoonmaken van de wond met ontsmettingsmiddel Afsprayen met wondspray Maden in omgeving doden Pijnstillers Antiparasitica Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 48 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.4.2 Schapenluis Symptomen Magere dieren Bijten in de zijkant van hun lichaam Los wol indien besmetting heftig is Opmerkingen Behandeling Voornamelijk in Wassen of een bad met de winterperiode antiparasitica Tijdens opstallen Stalruimte ook behandelen Veroorzaker Luizen Preventief Wassen Goede verzorging Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 49 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.4.3 Schapenluisvlieg Symptomen Opmerkingen Behandeling Bloedarmoede Parasieten zijn Dieren wassen antiparasitica Aantasting van de 4-6 mm en zit op wolkwaliteit de dieren Onrustige, schurende dieren Veroorzaker Luisvlieg Preventief Regelmatig wassen Goede verzorging Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 50 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.5.4.4 Schurft Symptomen Opmerkingen Behandeling Ernstig schuren tegen Een onbehandeld Stalruimte behandelen voorwerpen of dier kan kaal Antiparasitica soortgenoten worden, Na 3-4 Vroeg stadium is wol maanden kan dit vies, ziet er optreden, dan geschuurd uit worden de Later verdwijnt de gevolgen van wol eerst op de slecht eten ook schouders, dan de zichtbaar borst en flanken Treedt Slechte voeropname gedurende hele Sterfte jaar op met een piek tussen september en april Schurft op kopen oren Veroorzaker Preventief Diergeneesmiddel Mijt Goede verzorging Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 51 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.6 Kreupelheid 4.6.1 Individuele problemen 4.6.1.1 Beenbreuk Symptomen Opmerkingen Behandeling Plotselinge ernstige Een botbreuk kan Door dierenarts: kreupelheid ontstaan door Eventuele verwondingen Meestal word de poot uitwendig letsel, moeten worden verzorgd helemaal niet meer maar ook door Zetten van de breuk belast verminderde Verbindt breuk met strak Bij beweging zijn stevigheid van het verband soms geluiden skelet hoorbaar Het been bungelt of staat in rare hoek Veroorzaker Uitwendig letsel door: Vallen Vast raken in omheining Verkeerde geboorte hulp Verkeersongevallen Botstofwisselingssto ornis Preventief Veilige, obstakel vrije leefomgeving Goede voeding Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 52 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.6.1.2 Bevangenheid Symptomen Opmerkingen Acuut, ernstig Te hoge kreupel krachtvoer gift Dieren zijn ziek, sloom en liggen veel Bij besnijden van de zool zijn verkleuringen en bloedingen zichtbaar Chronisch kreupel Behandeling Aanpassen van rantsoen, structuurrijk voer aanbieden Ernstig zieke dieren afvoeren Chronisch veranderde klauwen regelmatig besnijden Veroorzaker Pensverzuring Diergeneesmiddel Preventief Plotselinge voerveranderinge n voorkomen (koolhydraten) Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ____________ ________________________________________________________________________ 53 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.6.1.3 Gewrichtsontsteking Symptomen Acuut: Kreupelheid Warm, pijnlijk gezwollen gewrichten Evt. koorts > 40 ˚C Chronisch: Kreupelheid Verdikte, hardere en minder pijnlijke gewrichten Veroorzaker Bacteriën Opmerkingen Behandeling Ontstaan door Behandelen met: open wonden Antibiotica Prognose matig Ontstekingremmers tot slecht Bij gewrichtsontstek ing het dier eten en drinken aanbieden Preventief Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 54 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.6.1.4 Losse wand Symptomen Opmerkingen Behandeling Geen kreupelheid Als de holte is Wegsnijden losse stuk Bij besnijden van de gevuld met aarde hoorn klauwen gevonden of mest kan door Holte kan gevuld zijn druk op de met aarde of mest wandlederhuid kreupelheid ontstaan, zeker bij vriezend weer Veroorzaker Niet bekend Preventief Regelmatig bekappen Diergeneesmiddel ________________________________________________________________________ 55 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.6.1.5 Tussenklauwontsteking Symptomen Opmerkingen Behandeling Ontsteking van de Na behandeling Bij lichte vorm geen huid tussen de koppel blijven therapie nodig klauwen controleren, bij Behandelen met antibiotica Ernst van de rotkreupel zal -spray kreupelheid kan sterk het in veel variëren gevallen verergerd zijn, bij tussenklauwontsteking niet Veroorzaker Bacteriën Preventief Nat land vermijden Voetbaden Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 56 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.6.2 Koppelproblemen 4.6.2.2 Rotkreupel Symptomen Opmerkingen Kreupelheid van Begint met meerdere dieren tussenklauwontste Staan op voorknieën king Lopen stijf Bij groot deel van Ontsteking van de de koppel tussenklauw ( Lichte vorm alleen vochtig eczeem met in de tussenklauw grijs/wit beslag) anders alle hoorn Ontschoening aangedaan Klauw voelt warm aan Klauw is pijnlijk Grazen van meerdere dieren op voorknieën Maden in de wond Afwijkende stinkende geur Verminderde voeropname Conditie neemt af Melkproductie neemt af (zogende ooien) Doorligplekken Veroorzaker Preventief Bacteriën Regelmatig de dieren voetbaden aanbieden Vaccinatie (zie bijlage IV) Goed klauwonderhoud Aangekochte dieren in quarantaine Behandeling Besnijden van alle klauwen Aangedane dieren scheiden, na 3 weken opnieuw bekappen Insmeren met ontsmettende vloeistof Dieren die geen symptomen hebben, bekappen en daarna in voetenbad en daarna na een droog perceel waar 2 weken geen schapen hebben gelopen Alle dieren op schoon land Antibiotica Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 57 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7 Maag/darm problemen 4.7.1 Diarree 4.7.1.1 Darmontsteking Symptomen Diarree Tijdelijke verstopping Vieze achterhand Mest afwijkend van kleur(rood/zwart) Persen op ontlasting Vermageren Dieren drogen uit Diepliggende ogen Koude lichaamsuiteinden Opmerkingen Behandeling Probeer oorzaak Antibiotica te achterhalen Pijnstiller Voldoende schoon drinkwater verstrekken Veroorzaker Houderij (huisvesting) - voedingsfouten Parasieten Bacteriën Virussen Giftige stoffen Preventief Goede omgeving hygiëne Goede huisvesting Goede kwaliteit voeding Goede verzorging Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 58 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.1.2 Pensverzuring Symptomen Acuut: Ernstig ziek Suf, sloom Knarsetanden Sterfte Waterige, stinkende diarree donker tot zwart gekleurd Uitdroging Trillen Niet meer eten Chronisch: Groeivertraging Productiedaling Diarree Veroorzaker Plotselinge grote hoeveelheid lichtverteerbare voedermiddelen (krachtvoer, graan, bieten, aardappels, maïs, fruit) Opmerkingen Behandeling Symptomen treden Stop of beperk direct, het op enkele uren(3voeren van gegeven 6) na het opnemen krachtvoergift van koolhydraat Verstrek schoon drinkwater rijk voer en goed ruwvoer (krachtvoer) Dierenarts raadplegen Ook chronische pensverzuring mogelijk Preventief Geleidelijke voerovergangen Verstrek eerst ruwvoer Krachtvoerhoeveel heden verstrekken over de hele dag Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 59 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.2 Overige maag/darm problemen 4.7.2.1 Darmverstopping Symptomen Dag lang geen mestuitscheiding meer Of uitscheiding van vaste, brokkelige mest, terwijl het dier heftig perst Buikomvang wordt groter Onrustig Geen eetlust Opmerkingen Behandeling Toedienen van mild laxeermiddel Structuurrijk rantsoen verstrekken Schakel bij twijfel uw dierenarts in Veroorzaker Niet duidelijk Veroorzakers kunnen zijn: Te droog voer Opname zand Vloeistof tekort Maag/darm aandoening Infectieziekte Gebrek aan beweging Verkeerde voorwerpen gegeten Te lang op de rug liggen Preventief Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 60 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.2.2 Gebitsafwijkingen Symptomen Moeilijke voeropname Uitkauwers (herkauwbrokken eruit gooien) Groene bek (grassappen) Prop in de wang Speekselen Kaak dikker Tanden ontbreken onderkaak Opmerkingen Schapen geen tanden in bovenkaak Behandeling Behandelen met: Antibiotica Pijnstillers Veroorzaker Preventief Ouderdom Geen lammeren Wisselen aan houden die Beschadiging van het een tandvlees gebitsafwijking hebben (erfelijk) Kiezen raspen Dieren afvoeren Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 61 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.2.3 Oplopen (Tympanie) Symptomen Geen voeropname Onrustig Kijken naar buik Strekken hals en kop Dier slikt vaak Kop heen en weer slaan Latere stadia: Koliek Oplopen, dikke buik Zweten Oppervlakkige ademhaling Toename van buikomvang (linkerflank) Opmerkingen Twee vormen: Tympanie van vrij gas in de pens Schuimtympanie Behandeling Lucht verwijderen met sonde Probeer gulzige opname van brok te voorkomen Dierenarts inschakelen Herkauwbrok kan niet naar buiten Veroorzaker Preventief Teveel gasvorming Goede kwaliteit wat niet afgevoerd voeding kan worden Tijdige ruwvoer en Slokdarm krachtvoer belemmering/verstop verstrekking ping Geen luzerne en Bij lammeren waar klaver voeren of de pens nog ander jong, onderontwikkeld is eiwitrijk, en teveel drinken in structuurarm een keer, gasvorming ruwvoer (schuimtympanie) Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 62 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.2.4 Scheerziekte (draaiing van de darm) Symptomen Koliek, opgetrokken buik Geen voeropname Knarsetanden Sterfte Opmerkingen Diagnose moeilijk te stellen Veroorzaker Preventief Te snel omdraaien Een paar dagen van het schaap voor scheren Opjagen door honden ophokken of 1224 uur vasten Bij ervaren scheerder is risico lager Dieren nooit over de rug draaien Behandeling Operatie Schakel uw dierenarts in Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 63 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.2.5 Slokdarmverstopping Symptomen Opmerkingen Geen voeropname Ook bij Gas en vloeistoffen lammeren gezien kunnen nog wel door (aangeboren slokdarm afwijking van de Gestrekte kop aorta) Contractiegolven van Symptomen bij slokdarm goed lammeren zichtbaar zichtbaar als die Kokhalzen vast voer gaat Slaan met de kop opnemen Speekselen Tympanie Veroorzaker Preventief Voeren van niet Geen ongeweekt geweekte pulp pulp voeren Gulzige opname Krachtvoer krachtvoer verspreiden over Doorslikken van de dag grote brokken voer Behandeling Probeer voerdelen uit de slokdarm te halen als dat kan Verstopping van pulp of krachtvoer kan opgelost worden door met een sonde water in slokdarm te gieten, pas op met verslikking Schakel u dierenarts in Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 64 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.7.2.6 Uitstuwing van de endeldarm (rectumprolaps) Symptomen Opmerkingen Behandeling Naar buiten gekomen In eerste stadium Schakel uw dierenarts in darm alleen zichtbaar Hechten Heftig persen als dier ligt of Pijn als het dier hoest Veroorzaker Zware bevalling Persen op de ontlasting Preventief Diergeneesmiddel Hoesten en diarree in de koppel proberen te voorkomen ________________________________________________________________________ 65 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.8 Oogaandoeningen 4.8.1 Microphthalmie (blindheid) Symptomen Blindheid Aangeboren kleine oogbollen Opmerkingen Behandeling Alleen bij Texelaars en kruising Texelaars Meldingsplicht bij Texelaars stamboek Als de lammeren groter worden zijn de oogbollen ook beter te zien Veroorzaker Preventief Erfelijke afwijking ooien en rammen die drager van de blindfactor zijn Diergeneesmiddel Niet schapen fokken die drager zijn van blindfactor ________________________________________________________________________ 66 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.9 Slijters Slijters zijn dieren die in een slechte conditie zijn of te magere dieren. Hieronder vallen schapen met leverbot, paratuberculose, Sint Jacobskruiskruid. 4.9.1 Leverbot Symptomen Conditieverlies Vochtgezwel tussen kaaktakken Bloedarmoede Buikvliesontsteking Bleke slijmvliezen Drachtige dieren kunnen verwerpen Acute leverbot besmetting, sterfte Opmerkingen Behandeling Komt vooral voor op Leverbot behandeling veen en kleigronden waar de grond vochtig is Besmettingsdruk, november tot april Acute vorm en een chronische vorm Leverbot prognose (www.capraovis.nl) Veroorzaker De leverbot (wormen) Preventief Ga in voorkomende gevallen na op welke percelen de leverbotslak voorkomt en probeer die percelen in gevaarlijke perioden niet te beweiden Zorg voor goede ontwatering Ontwormplan opstellen Houdt leverbot prognose in de gaten (www.capraovis.nl) Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 67 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.9.2 Paratuberculose Symptomen Dieren verliezen gewicht Snel ziekteverloop Lage melkproductie Ruw haarkleed en schilferige huid Veroorzaker Bacteriën Opmerkingen Behandeling Meestal geen Dieren afvoeren diarree zoals bij rund Dieren 2-3 jaar Verwekker wordt via mest uitgescheiden Besmet grasland is een jaar geïnfecteerd Preventief Diergeneesmiddel Hygiëne rond aflammeren Verwijderen besmette dieren en hun lammeren Moederloze opfok met kunstbiest ________________________________________________________________________ 68 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.9.3 Sint Jacobskruiskruid Symptomen Opmerkingen Conditieverlies Dieren raken extreem dun Zonnebrand door leverschade Sterfte Veroorzaker De gifstoffen van deze plant stapelen zich op in de lever Behandeling Zie preventief Preventief Diergeneesmiddel Geen hooi geven van schraal land waar de plant groeit De plant bestrijden ________________________________________________________________________ 69 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.10 Verwerpen 4.10.1 Infectieuze abortus 4.10.1.1 Brucellose Verschijnselen Opmerkingen Behandeling Abortus Uitscheiding via Geen behandeling mogelijk Vroeggeboorte schede Verworpen vruchten opsturen Doodgeboorte uitvloeiing, (zie bijlage II) Zwakke lammeren mest, melk en Dieren afvoeren Koorts sperma Diarree Volwassen Gewichtafname dieren kunnen Gewrichtverwekker jaren peesschede- en lang bij zich slijmbeursontsteking dragen Kreupelheid Moederdier Uierontsteking aborteert maar 1 keer Komt Brucellose voor op een rundveebedrijf met schapen, neem de schapen mee met het onderzoek Veroorzaker Bacterie 14 Zoönose 14 Abortus bij de mens Preventief Insleep voorkomen, vooral uit risicogebieden Diergeneesmiddel Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 70 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.10.1.2 Campylobacter Verschijnselen Abortus Zelden ziek Ontsteking op de nageboorte Opmerkingen Behandeling Abortus vanaf Verworpen vruchten opsturen 120-130 dagen (zie bijlage II) Hoog percentage Alle dieren die nog niet abortus in de hebben geaborteerd koppel behandelen met antibiotica Sterfte in normaal geboren lammeren kan ook hoog zijn Zoönose 15 Veroorzaker Bacterie Preventief Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 15 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 71 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.10.1.3 Chlamydia Verschijnselen Opmerkingen Behandeling Niet tot heel kort Laatste 2-3 weken Behandelen met: ziek van de dracht Antibiotica Enkele keer aan de Hoog percentage nageboorte blijven abortus in de Aborterende dieren scheiden staan koppel van de koppel, scheiden tot Dode frisse Na introductie zo’n 3 weken na verwerpen lammeren Chlamydia op een besmettelijke vaginale Ontsteking van de bedrijf, treedt uitvloeiing nageboorte daarna op alleen Geaborteerde lammeren, bij schapen die vruchtvliezen en nageboorte voor 1e keer moeten direct worden werpen verwijderd Dieren die Ruimtes waar verwerpen is geaborteerd opgetreden reinigen en hebben krijgen desinfecteren immuniteit, deze Ruimen van besmette schaap aborteert schapen niet nodig dan niet weer Omweiden van de dieren is het belangrijkste Zoönose 16 Opsturen van de vruchten (zie bijlage II) Veroorzaker Bacterie Preventief Omweiden Gesloten bedrijfsvoering Testen van rammen Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 16 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 72 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.10.1.5 Salmonella Verschijnselen Opmerkingen Behandeling Salmonella ovis: Abortus in laatste Behandelen met: Ernstig ziek 6 weken dracht Antibiotica Hoge koorts 50% van de Verminderde dieren aborteren Opsturen van de vrucht (zie eetlust Pas geboren bijlage II) Soms waterigelammeren bloederige diarree gevoeliger voor Aan de nageboorte long, darm en blijven staan gewrichtontstekin Grauwbloederige, g, sterven aan etterige schede bloedvergiftiging uitvloeiing De infectie op het bedrijf kan in stand worden gehouden door uitscheiders die voer, water, stal en materialen besmetten Veroorzaker Bacterie Zoönose 17 Preventief Diergeneesmiddel Goede hygiëne op bedrijf Uitscheiders Middel:____________________ opsporen en afvoeren Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 17 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 73 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.10.1.6 Toxoplasmose Verschijnselen Veel guste schapen Dode lammeren Zwakke lammeren Mummies Opmerkingen Behandeling Infecties tijdens Antiprotozoica de dracht geeft Opsturen van de vrucht (zie doodgeboren bijlage II) lammeren en geen levensvatbare lammeren Tot 80% van de dieren kan geïnfecteerd zijn Bij schapen betreft het vaak de jonge ooien met 1e dracht/worp Veroorzaker Protozo19 Zoönose 18 Preventief Jonge katten uit de stal weren, vooral ook besmetting in de weide Nestjes katten op het bedrijf zijn een risicofactor Katten laten castreren Verwijder abortus materiaal Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 18 19 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 74 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 4.10.2 Niet infectueuze abortus Veroorzakers Ziekte ooi Verkeerde medicijnen Einde dracht te weinig hooi, krachtvoer en drinkwater Op de rug liggen Scheerziekte Stress door: Honden Te weinig ruimte bij voerhek ________________________________________________________________________ 75 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 5. Maatregelen bij aflammeren In hoofdstuk 3 is een algemene beschrijving geven over schapen, deze beschrijving is ook van toepassing op lammeren. In dit hoofdstuk is het van belang om te weten waar op gelet moet worden bij de geboorte en in de eerste dagen na het aflammeren. Bij het aflammeren is het van belang dat de aflamruimte klaar is. Hierbij is het belangrijk om bepaalde zaken op orde te hebben zoals; Thermometer Zeep (reiniging handen) Schone handdoeken Merkstift Jodiumtinctuur Temp: 38,5-40 ˚C Glijmiddel Ademfrequentie/ min 20-30 Ontsmettingsmiddel Polsfrequentie/ min 80-120 Ontwormmiddel Maagsonde Speenfles Oornummers + tang Extra biest Warmtelamp Tabel 4: referentiewaardes bij lammeren Bij het aflammeren zijn routinematige onderzoeken en maatregelen na de geboorte van belang. Bij het moederdier moet worden gelet op: Verwondingen van het geboortekanaal en het volledig afkomen van de nageboorte De houding en eventuele pijnuitingen van de ooi Het gedrag van de ooi t.o.v de lammeren Of de ooi voldoende water en voer tot zich neemt Het uier, controleer of het schaap de melk laat schieten of er afwijkingen aan de melk te zien. Haal overtollige wol weg. Bij het lam: Controleer of het slijm uit de luchtwegen is verwijderd en regelmatig adem haalt Stel het geboortegewicht vast Controleer op afwijkingen en verwondingen Desinfecteer de navel en let op het indrogen ervan Controleer een uur na de geboorte of het lam voldoende biest heeft opgenomen (is het buik gevuld?) Let op voldoende zuiglust en melkopname Let op het afkomen van het darmpek (1e ontlasting) Zorg voor een gunstige omgevingstemperatuur Let op het gedrag van het lam, kan het lam staan en bewegingen. Uit het dier geen pijn. Controleer op entropion,(Hoofdstuk 6.1.2.2) bij snelle ontdekking nog weinig schade aan hoornvlies Let op lichaamstemperatuur, ademhaling, neus en ooguitvloeiingen, het afkomen van urine en mest en de kleur, geur en vastheid daarvan. Zie tabel 4 voor de specifieke controle bij lammeren. 20 20 Vellema,P., Lange, de, L.J., 1994 Handboek schapenziekten ________________________________________________________________________ 76 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6. Behandelplan lammeren Het stappenplan voor de lammeren is opgedeeld in leeftijd. Als de ziekte of aandoening niet in de leeftijdsgroep staat kan altijd worden gekeken bij algemene ziektes. In de eerste dagen is er onderscheid gemaakt tussen wel of geen diarree. In de leeftijdsweken1-4 weken en 1-3 maanden staat 1 ziekte. Als u bij en paragraaf uitkomt, staat er tussen haakjes hoeveel bladzijde bij de paragraaf hoort. Zie Hfst. 6.1.1 (2) Diarree JA Leeftijd 0-7 dagen Zie Hfst. 6.1.2 (2) Diarree NEE Leeftijd 1-4 weken Zie Hfst. 6.2 Leeftijd 1-3 maanden Zie Hfst. 6.3 Algemene ziektes Zie Hfst. 6.4 (6) ________________________________________________________________________ 77 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.1 Lammeren van 0-7dagen 6.1.1 Diarree 6.1.1.1 Cryptosporidiose Symptomen Koorts Gebrek aan eetlust Sloom Wisselende, dunne, gele diarree Eventueel sterfte bij ernstige uitbraak Opmerkingen Behandeling Lammeren op 4 Behandelen met 5 dagen leeftijd antiprotozoica Diarree duurt Zieke dieren afzonderen een week Ziekenstal en kraamhokjes Geen groot schoon houden probleem bij Schakel bij twijfel uw schapen dierenarts in 21 Zoönose Veroorzaker Protozo 22 Preventief Goede hygiëne Goede biestvertrekking Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 21 22 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 78 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.1.1.2 Coli Enteritis Symptomen Acute, waterdunne diaree Sloom Liggen Drinkt niet voldoende Opmerkingen In de 1e levensweek Het lam droogt snel uit Let op uierproblemen bij moederdier Behandeling Behandelen met: Antibiotica Veroorzaker Bacterie Preventief Goede hygiëne Goede biestvertrekking Diergeneesmiddel Lam moet aan infuus Lam met sonde voeren Schakel uw dierenarts in Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 79 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.1.2 Geen diarree 6.1.2.1 Navelontsteking Symptomen Milde infectie: Verdikking van de navel Opmerkingen Behandeling Bij frequent Behandelen met: voorkomen van Antibiotica navelontsteking op het bedrijf; Ernstige infectie: lammeren 2 x Algemeen ziek ontsmetten met Dikke navel jodium. 1e x na de geboorte en Besmette lammeren krijgen: de 2e x na 6 uur Hersenvliesontstekin (een schone g doek met jodium Gewrichtsontsteking erop) Slecht groeien Sterfte Veroorzaker Preventief Diergeneesmiddel Infectie met bacteriën: Hygiëne bij Door sterk aflammeren Middel:____________________ verontreinigde Ontsmet de omgeving navel met Dosering:___________________ Onvoldoende jodiumtinctuur ___________________________ hygiëne tijdens na geboorte aflammeren Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 80 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.1.2.2 Ooglidrand naar binnen gekruld (Entropion) Symptomen Haren op het ooglid komen tegen het oogbol Relatief te kleine oogbol Traanstreep Oog dichtknijpen Witte waas op hoornvlies Opmerkingen Bij lammeren vanaf een paar dagen oud Behandeling Oogzalf Kneuzen onderooglid (+ oogzalf) Hechting op onderooglid (+oogzalf) Een klem bevestigen (+ oogzalf) Heel veel gevallen, genezen zonder behandeling of na gebruik van oogzalf Blijvend entropion is uitgesloten omdat de verhouding tussen oogbol en oogleden de ruimte kleiner wordt Zie preventief Veroorzaker Erfelijk bepaald Preventief Geen schapen fokken die entropion genen bezitten Een ram gebruiken die geen entropion genen bezit Bij geboorte oogleden lammeren controleren Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 81 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.2 Lammeren van 1-4 weken 6.2.1 Coccidiose Symptomen Opmerkingen Behandeling Diarree (met bloed of Lammeren 4-8 Behandelen met: is zwart van kleur) weken leeftijd Antiprotozoica Persen op de Oöcysten ontlasting (eieren)overleve Uitstulpen van het n lang in de stal rectum en omgeving Verminderde Oöcysten zijn voeropname en resistent tegen wateropname schoonmaakmid Sloom delen en hitte Lusteloos Voldoende Uitdrogingsverschijn schoon selen drinkwater Bloedarmoede verstrekken Sterfte (tegen uitdroging) Veroorzaker Coccidiën (eencellige microorganisme) Preventief Besmettingsdruk verlagen Goede biestvertrekking Spenen/rantsoen wisselingen voorkomen Klimaatomstandi gheden zo optimaal mogelijk Overbevolking stal in combinatie slechte hygiëne, leeftijd en stress voorkomen Het mengen van leeftijdsgroepen voorkomen Voer en water op de grond voeren Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 82 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.3 Lammeren van 1-3 maanden 6.3.1 Rekkers en strekkers Symptomen Dieren strekken hun lichaam Lammeren blijven klein Vermagering Voorafgaand aan problemen soms diarree Opmerkingen Behandeling Bij lammeren tot Behandelen met: 3 maanden Antibiotica Bij tijdig behandeling prognose goed Veroorzaker Bacteriën Preventief Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 83 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.4 Overige ziektes bij lammeren (0-6 maanden) 6.4.1 Dikke koppenziekte Symptomen Dieren hebben verdikte kop Overgevoeligheid voor zonlicht Geen voeropname Opmerkingen Behandeling Dieren niet in de Dieren uit de zon halen zon zetten Behandelen met: Streekgebonden Ontstekingremmers Rasgebonden Topdressing met Kobaltsulfaat Drench met kobalt Schakel bij twijfel uw dierenarts in Veroorzaker Kobalt tekort Preventief Voorkomen van Kobalt en Vit B 12 gebrek Of: opname voedsel zoals: St. Janskruid en Boekweit (planten die overgevoeligheid bij schapen veroorzaakt) Of: Gestoorde leverfunctie of belemmering galafvoer Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 84 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.4.2 Het bloed (Enterotoxaemie) Symptomen Opmerkingen Lammeren worden Bij snel groeiende dood gevonden (de lammeren van 3-10 lammeren die het weken oud goed doen) Ook bij schapen en Andere symptomen: lammeren van elke Zonderen zich af van leeftijd de groep Groot aantal Geen voeropname koolhydraten in de Speekselen darm (ruime Tandenknarsen koolhydraten Lichaamstemperatuu eiwitverhouding r stijgt (2 á 3 °C) met geringe Dieren lopen op hoeveelheid Ademhalingsmoeilijk structuur) heden Te grote Stoornissen in melkopname bloedsomloop Te hoge Ongecoördineerde krachtvoergift bewegingen, fiets Te snelle overgang beweging naar weiden met Op een plek liggen jong, eiwitrijk gras met achterover Plotselinge gestrekte kop rantsoenveranderin Krampaanvallen gen Eindstadium Enkele dieren waterige diarree overleven In coma raken, volgt sterfte Veroorzaker Preventief Bacterie Vaccinatie (zie bijlage IV) Voorkomen van (plotseling) voedingsfouten Niet te hoge krachtvoergift Behandeling Snel verloop van ziekte, vaak te laat voor behandeling Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 85 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.4.3 Ontsteking van het bind- en hoornvlies (Keratoconjunctivitis) Symptomen Opmerkingen Frequent knipperen In het voor en met de oogleden of najaar dichthouden van de Volwassen ogen met tranenvloed schapen en Kan gepaard gaan lammeren met zweertjes en vochtophopingen Blindheid (niet vaak blijvend) Bij laag percentage hele oogbol ontstoken Lusteloos en sloom Veroorzaker Preventief Bacterie Behandeling Geen behandeling Infectie gaat door koppel, daarna geen problemen meer Diergeneesmiddel Middel:____________________ Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 86 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.4.5 Gewrichtsontsteking Symptomen Opmerkingen Behandeling Navelinfectie enkele Kunnen ontstaan Behandelen met: uren na de geboorte door open Antibiotica Verhoogde wonden Ontstekingremmers ademhaling, pols en Slechte prognose temperatuur Geen wateropname Suf Na paar dagen gewrichtsontsteking Gewrichten warm, pijnlijk en gezwollen Verlamming of slap door abcessen in de wervelkolom Evt. sterfte Veroorzaker Preventief Diergeneesmiddel Bacteriën Hygiëne tijdens en na de Middel:____________________ geboorte Navel Dosering:___________________ desinfecteren ___________________________ Voldoende biest verstrekken Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 87 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.4.6 Maag/darmwormen (diarree en groei achterstand) Symptomen Diarree Bloedarmoede Oedeem tussen de kaaktakken Sterfte Groeiachterstand Nematodirus: Ernstige diarree Vermagering Sterfte Veel drinken Longwormen zie hoofdstuk 4.2.1.2 Veroorzaker Maagdarm wormen Opmerkingen Behandeling Ontwormen, (zie bijlage I) Lammeren weiden waar voorgaande jaar ook lammeren werden geweid Voornamelijk in voorjaar door overwinterde larven Besmettingsdruk het hoogst in zomer en najaar Preventief Diergeneesmiddel Ontwormen en omweiden (zie Middel:____________________ bijlage I) Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ ________________________________________________________________________ 88 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 6.4.7 Zere bekjes (Ecthyma) Symptomen Opmerkingen Beschadigingen komen voor Na 6 weken op de: spontane Lippen van het genezing lam Secundaire Mond, ogen, oren ontstekingen en neus (ernstige mogelijk aantasting) Zie hoofdstuk Poten, kroonrand schapen en in tussen klauwspleet Zoönose 23 Buik en oksels Bemoeilijkte Bij mensen voeropname zweren op de Evt. sterfte vingers Dikke kop Blaasjes omringd door rode gezwollen zone: 5-7 dagen witte kop + vocht 7-10 dagen korsten Veroorzaker Virus Behandeling Behandelen met antibiotica Preventief Diergeneesmiddel Nieuwe dieren in quarantaine Middel:____________________ Vaccineren Dosering:___________________ ___________________________ Middel:____________________ Dosering: ___________________ ___________________________ Middel:_____________________ Dosering:____________________ ____________________________ 23 Zie begrippenlijst hoofdstuk 7 ________________________________________________________________________ 89 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 7. Begrippenlijst Off label use: Diergeneesmiddelen die worden ingezet wanneer er geen geregistreerd middel voor die aandoening voor die specifieke diersoort is geregistreerd. Resistent Resistent betekent dat een dier of voorwerp aan een bepaalde invloed kan weerstaan. Bijvoorbeeld antibioticum, hierbij wordt de bacterie bestand tegen het betreffende antibioticum. UDD: Diergeneesmiddelen die alleen uitsluitend door dierenarts mogen worden toegepast UDA: Diergeneesmiddelen die uitsluitend door dierenarts of apotheker mogen worden afgegeven URA: Diergeneesmiddelen die uitsluitend op recept worden afgeleverd door dierenarts of apotheker. Vrije middelen: Diergeneesmiddelen die zonder tussenkomst van dierenarts verkrijgbaar zijn. VWA: VWA staat voor, de Voedsel en Waren Autoriteit . Deze organisatie zorgt voor gezondheidsbescherming van mens en dier, houdt toezicht op de veiligheid van voedsel en consumentenproducten en het welzijn van dieren. De VWA werkt binnen de hele productieketen: van grondstof en hulpstof tot eindproduct of consumptie. Zoönose: Een zoönose is een besmettelijke infectieziekte die van dier op mens kan worden overgedragen. Het overdragen van een besmettelijke infectieziekte verspreidt zich door direct contact, contact met lichaamsvloeistoffen van het geïnfecteerde individu, of met voorwerpen die besmet zijn door een geïnfecteerd individu. Preventie zoönose: Was altijd uw handen voor het eten, drinken, roken. Eet, drink en rook niet in de stal. Ontsmet wondjes zo snel mogelijk en plak een pleister op de wond Draag wegwerphandschoentjes bij hanteren van dode dieren, geaborteerde vruchten en nageboorten. Voer alleen dieren aan die vrij zijn van een zoönose. Controleer de kwaliteit van het water en voer, i.v.m. bacteriën, schimmels en toxinen. Draag een mondkapje en of een neuskapje tegen overdraagbare kiemen, die zich via de lucht verspreiden. ________________________________________________________________________ 90 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bronnenlijst Boek: Beekhuis,L., Boomkens, M., 2006, Bedrijfsbehandelplan in de schapen- en geitenhouderij, Utrecht NLTO/ InterACT Agrimanagement en InterACT cowsultancy B.V, 2004, kwaliteitshandboek voor de melkveehouderij, Vellema,P., Lange, de, L.J., 1994, Handboek schapenziekten, Terra Zutphen bv, Warnsveld www-sites: College ter beoordeling van diergeneesmiddelen ( h: 28 juni 2007) www.cbg-meb.nl (i: mei/juni 2007) Dierenkliniek Lemmer,’ Bewaren van medicijnen’,2006, http://www.dierenklinieklemmer.nl/behandelplan/page1/bewarenmedicijnen.html Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, De gezondheidsdienst voor dieren, Wageningen Universiteit en Research, ‘De nieuwe wormbestrijding’ http://www.wormcops.dk/publications/reports/Leaflet1_P7.pdf (i: mei/juni 2007) Fagrovet, (h:19 juni 2007) www.fagrovet.nl (i: mei/juni 2007) GD Deventer,2007, www.capraovis.nl (i: mei/juni 2007) Ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit www.minlnv.nl (i: mei/juni 2007) Pfizer bv, ‘Preventief parasieten schaap’,2002, http://www.pfizerah.nl/html/schaap/Preventief_parasieten.htm (i: mei/juni 2007) Voedsel en Warenautoriteit www.vwa.nl (i: mei/juni 2007) Wormenwijzer voor schapen, 2006 www.wormwijzer.nl ________________________________________________________________________ 91 Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bijlage I: Ontwormen Maag/darmwormen De aanwezigheid van inwendige en uitwendige parasieten kunnen voor grote problemen zorgen. Leverbot, maag/darm wormen en longwormen zijn inwendige parasieten die in het voorjaar en de zomer tot mindere groei en voor slechte conditie zorgen. Het opstellen van een goed ontwormplan varieert vaak vanwege verschillende omstandigheden. Er zijn verschillende maag/darmwormen die bij schapen voorkomen. In tabel 5 zijn de maag/darm wormen gerangschikt op de plaats in het lichaam waar ze voorkomen en hoe ziekteverwekkend ze zijn. Er zijn drie wormsoorten die gevaarlijk zijn voor lammeren in Nederland. Deze kunnen de lammeren ernstig ziek maken en lammersterfte veroorzaken. Wormsoort Lebmaag Haemonchus contortus Teladorasagia circumcincta Trichostrongylus axei Dunne darm Trichostrongylus vitrinus Trichostrongylus colubrifornis Nemotodirus battus Nemotodirus filicollis Nemotodirus spathiger Cooperia curticei Strongyloides papillosus Bunosttonum trigonpcephalum Capillaria longipes Moniezia spp Dikke darm Charbertia ovina Oesophaghostomum venulosum Trichuris spp Skrjabinema ovis Ziekteverwekkend vermogen ++++ +++ ++ +++ ++ ++++ ++ + + + + + + * * * ++ ++ ++ + Tabel 5: wormsoorten en hun ziekteverwekkende vermogen 24 * 24 Gevaarlijk voor lammeren Wormenwijzer voor schapen 2006 ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Voor bestrijding van inwendige parasieten zijn diverse middelen. Om resistentie te verkomen moet de juiste dosering worden gehanteerd Maag/darm wormen worden resistent bij te vaak ontwormen en te lage- of overdoseringen. De ontwormmiddelen kun je onderverdelen in Benzimidazolen, Imidazothiazolen en Macrocyclische Lactonen. Niet elk middel is op elk moment even geschikt of effectief tegen elke wormsoort. Bespreek met uw dierenarts de middelen die bij u op het bedrijf van toepassing zijn na mestonderzoek, zodat u weet wat voor wormen op u bedrijf een rol spelen. Bij Nematodirus uitbraak moet er niet gewacht worden op het mestonderzoek maar behandel de dieren gelijk. Behandel niet alle ooien. Het beste is om de ooien 95 tot 98% ontwormen voordat ze met hun lammeren weer naar buiten gaan. De 5% van de ooien die niet behandeld worden, komen niet in aanraking met het wormmiddel. Deze wormeieren van deze schapen komen dan op het weiland. Op dit weiland bestaat de volgende generatie uit wormeieren die niet resistent zijn. Als het wormmiddel nog goed werkt zullen daarnaast zeer weinig eieren op de wei komen van wormen die de diergeneesmiddelen hebben overleefd (mogelijk resistent zijn). Het beste is om ook niet alle lammeren te ontwormen. Ontworm 95 tot 98% van de lammeren bij het spenen met hetzelfde middel waarmee de ooien zijn ontwormd. Ontworm 25% van de besmette lammeren niet. En herhaal dit twee weken later nog een keer bij de lammeren. Weid de lammeren op land waar vorig jaar geen lammeren hebben gelopen. 25 Er zijn twee soorten weilanden te onderscheiden als het om risico’s van maag/darmwormen gaat. Ten eerste is er veilig land. Veilig land: 1. De eerste beweiding van maximaal 3 weken op alle weiden in het vroege voorjaar ( begin maart- begin mei) 2. Weilanden waar de afgelopen 3 maanden of langer geen schapen, lammeren of geiten zijn geweid 3. Weiland dat 1 november veilig is, blijft de hele winter veilig. Door de weersomstandigheden in deze periode ontwikkelen de wormeieren zich niet tot larven waardoor de besmettingsdruk op het grasland niet kan toenemen en het weiland veilig blijft Gevaarlijk land: 1. Weiland waar de afgelopen 3 maanden schapen, lammeren of geiten zijn geweid 2. Veilig weiland dat voor half juni en na half september langer dan 3 weken is beweid en daartussen langer dan 2 weken. 3. Weiland dat 1 november gevaarlijk is, blijft de hele winter gevaarlijk voor in de zomer en het najaar geboren lammeren. Deze risico-indeling van grasland geldt voor alle wormsoorten behalve Nematodirus. Nematodirus heeft een andere resistentie ontwikkeling. Wormwijzer houdt hier rekening mee, gebruik van de Wormwijzer in combinatie met de risico indeling minimaliseert de kans op nadelige gevolgen van alle wormsoorten. 25 http://www.wormcops.dk/publications/reports/Leaflet1_P7.pdf ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Verweid de dieren om de drie weken om de weilanden veilig te houden. In de zomer worden de lammeren om de twee weken verweid. Het verweiden is afhankelijk van hoe snel wormeieren kunnen ontwikkelen in larven, afhankelijk van temperatuur en vochtigheid. Verweiden van de dieren is seizoensgebonden. In de zomer is belangrijk om de schapen om de 2-3 weken te verweiden en ’s winter (1 november tot half maart) kunnen de schapen onbeperkt geweid worden.26 Ontwormschema De behandeling in het voorjaar (maart- april) vindt plaats 1- 4 weken voor of net na het lammeren. Het ontwormen bij ooien vindt in het voorjaar plaats, omdat rond aflammeren het immuunsysteem onderdrukt wordt. Hierdoor krijgen de overwinterde maag/darmwormen in de ooi een kans om tot ontwikkeling te komen. Het gevolg is dat er enorm veel eieren op het weiland komen die in het voorjaar uit komen. Door de ooien te behandelen voor het naar buiten gaan, worden de maag/darmwormen bestreden en de besmetting beperkt. De lammeren die ook op dit weiland grazen, krijgen zo ook minder wormen binnen. Zorg ervoor dat de lammeren voor het eerst worden geweid op een veilig weiland. De zomer behandeling houdt in dat de schapen en lammeren regelmatig omgeweid moeten worden, om de 2-3 weken. Dit geldt meer voor de lammeren dan de ooien. De lammeren kunnen vanaf 6 weken leeftijd en na 2 weken weidegang worden ontwormd. De behandeling moet na 4-6 weken herhaald worden, om zo de cyclus van de maag/darmwormen te onderbreken.27 Ontworm altijd op grond van mestonderzoek behalve als de vermoeden bestaat dat het om Nematodirus besmetting gaat dan gelijk ontwormen, gebruik hiervoor een mengmonster van 15 dieren en zorg dat je de mest kunt opvangen en nooit van de grond pakt. Voor meer informatie www.wormenwijzer.nl Leverbot Om leverbot te voorkomen moeten de schapen zoveel mogelijk op droog weiland worden geweid. Voor de behandeling van leverbot is het belangrijk dat het diergeneesmidel de werkzame stof Triclabendazole bevat. Dit ontwormmiddel geef je de schapen elke 2-4 maanden. Door mestonderzoek is het mogelijk na februari (2-3 maanden na infectie) de eieren van de leverbot aan te tonen in de mest van een besmet dier. De leverbot is wel eerder aanwezig maar produceert nog geen eieren. Bij leverbot komen ook bij bepaalde middelen resistentie. Overleg jaarlijks met dierenarts of kijk bij de leverbot prognose. (www.capraovis.nl) 26 27 www.wormenwijzer.nl http://www.pfizerah.nl/html/schaap/Preventief_parasieten.htm ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Formulieren ontwormen Noteer de datum van behandelen, middel en de dosering. Noteer ook de nr’s van de dieren die niet behandeld zijn. Schapen Middel Datum Dosering Lammeren Middel Datum Dosering Schapen Middel Datum Dosering Lammeren Middel Datum Dosering Schapen Middel Datum Dosering Lammeren Middel Datum Dosering Schapen Middel Datum Dosering Lammeren Middel Datum Dosering ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Schapen en lammeren die niet behandeld zijn met ontwormkuur: Schaap nr. Datum Lam nr. Datum ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bijlage II: Abortus/dode dieren Wat te doen bij abortus Verwijder de verwerpende ooi uit de koppel Ontsmet de plaats van de vrucht, vruchtwater en nageboorte Het verwerpende dier niet andere lammeren laten zogen Stuur materiaal op Laat geen zwangere vrouwen bij schapen Opsturen van dode dieren/ vrucht en nageboorte (binnen 24 uur) Beschrijving van de ziekte: Omschrijving: Stadium dracht: Leeftijd ooi: Aantal dieren dat aborteert heeft: Eventuele ziekzijn van de ooi: Problemen voorafgaande jaren: Zelfgefokt of aangekochte schaap: Soort voer : Andere opmerkingen: ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bijlage III: Logboek diergeneesmiddelen Het aankoopbewijs van het diergeneesmiddel dient bewaard te worden voor de administratie. Hierop moet vermeld staan, naam van het diergeneesmiddel of gemedicineerde voer, naam en adres van leverancier, datum van aflevering, diersoort waar het medicijn voor bestemd is en de hoeveelheid van het diergeneesmiddel. Bedrijf: Adres: UBN: Datum Identificatie Aandoening Diergeneesmiddel Hoeveelheid Wachttijd Opmerkingen melk/vlees ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bijlage IV: Vaccinatie Vaccineren is inenten tegen bepaalde infectieziekte. Het lam krijgt van het moederdier antistoffen mee maar dat is na een tijdje uitgewerkt. Door vaccineren kan het lam of schaap antistoffen tegen de ziekte maar zonder dat het dier zelf de ziekte doormaakt. Vaccineren wordt bij de volgende ziektes gedaan: Longontsteking (Pasteurella) Rotkreupel28 Het bloed Zere bekjes (ecthyma) Enten tegen: Schapen/lammeren Middel Datum Datum herhaling enting Let op!!! Aangebroken vaccins zijn niet houdbaar. Tot op heden mogen alleen dierenartsen de schapen in Nederland vaccineren 28 Alleen vaccineren op indicatie, dieren krijgen door dragerstof enting vaak harde knobbel op entplaats. Maatregelen als droge weide, regelmatig bekappen en voldoende omweiden minstens zo belangrijk. ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0 Bijlage V: Jaarkalender Bedrijfsbehandelplan Lente Zomer Herfst Winter |______________________________|______________________________|______________________________|______________________________| - Myiasis - Myiasis - Myiasis - Schapenluis - Lijfbieden - Schurft - Schurft - Schurft - Leverbot - Schapenluis - Schapenluis - Leverbot - Breuken buikenspieren - Breuken buikspieren - Melkziekte - Melkziekte - Slepende melkziekte - Slepende melkziekte - Vruchtwaterzucht - Vruchtwaterzucht - Aan de nageboorte staan - Baarmoederontsteking - Kopziekte Bij lammeren is het afhankelijk van de leeftijd, en wanneer ze geboren worden! ________________________________________________________________________ Bedrijfsbehandelplan Schapenhouderij LTO-vakgroep Schapenhouderij Versie 1.0