Somatostatine receptor scintigrafie (Octreotide scan)

advertisement
Somatostatine receptor
scintigrafie (Octreotide scan)
Nucleaire geneeskunde
U bent naar de afdeling Nucleaire geneeskunde van Zuyderland Medisch Centrum
verwezen om een somatostatine receptor scintigrafie ofwel octreotide-scan te laten
maken. Door middel van deze folder informeren wij u over het onderzoek en de gang
van zaken.
Het scintigram
Het maken van een scintigram, vroeger isotopenscan genoemd, is een onderzoek
waarbij met behulp van een kleine hoeveelheid radioactiviteit foto’s gemaakt kunnen
worden. Voor het maken van het scintigram wordt de radioactieve stof bij de meeste
onderzoeken ingespoten. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een röntgenonderzoek
of CT-scan, waarbij de straling van buitenaf komt.
Bij sommige onderzoeken moet enige tijd gewacht worden tot de stof het orgaan of
lichaamsdeel bereikt heeft dat onderzocht moet worden.
Uw lichaam zendt nu straling uit: gammastraling genoemd. Deze stralen kunnen
vervolgens geregistreerd worden met behulp van een zogenaamde gammacamera.
Deze camera wordt dicht tegen uw lichaam geplaatst en absorbeert de straling. Het is
belangrijk dat u tijdens het maken van de opnamen goed stil blijft liggen of zitten.
Met behulp van een computer, waarmee de gammacamera verbonden is, worden de
opgenomen gegevens verwerkt tot een foto (= scintigram).
Radioactieve straling
De toegediende radioactieve stof is niet gevaarlijk. De hoeveelheid straling is zeer
gering en komt overeen met die van een röntgenonderzoek. De stoffen die
ingespoten worden geven geen bijwerkingen of reacties. De straling die door uw
lichaam wordt uitgezonden is zo klein dat deze geen risico’s heeft voor de mensen in
uw omgeving. De ingespoten stof vervalt vanzelf in uw lichaam en zendt dan dus
geen radioactieve straling meer uit. Een gedeelte scheidt u ook uit via de urine of
ontlasting. Na 24 à 36 uur hebben de meeste radioactieve stoffen het lichaam
verlaten.
Doel van het onderzoek
Met behulp van dit onderzoek is het mogelijk diverse ziekteprocessen in het lichaam
op te sporen.
Voorbereiding
Het is noodzakelijk het gebruik van het medicijn Sandostatine® minstens 12 uur voor
de toediening van de radioactieve stof te stoppen.
| patiënteninformatie
2
Het onderzoek
Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Nucleaire geneeskunde (Oost -1) van
Zuyderland Medisch Centrum. Het onderzoek omvat 2 (soms 3) dagen.
Op de eerste dag van het onderzoek krijgt u alleen een injectie met de stof ‘In-111pentetreotide (octreotide)’. In verband met de korte houdbaarheid van deze stof,
wordt deze pas klaargemaakt nadat u zich gemeld heeft op de afdeling. Het
klaarmaken van deze stof duurt ongeveer een half uur. Dit betekent dat u nog een
half uur moet wachten alvorens de stof ingespoten kan worden. Van deze stof zult u
niets merken en u mag na toediening gewoon naar huis. Deze stof moet 24 uur
inwerken.
De dag daarna komt u voor de foto’s. Het maken van de foto’s bestaat uit 2 delen.
Het eerste deel duurt 30 minuten. U ligt hierbij op uw rug op een onderzoeksbed met
de camera dicht tegen u aan. Het tweede gedeelte duurt eveneens 30 minuten.
Hierbij draait de camera stapsgewijs om u heen. Aan het einde van dit tweede
gedeelte wordt er nog een CT-scan gemaakt. Deze duurt 2 minuten.
Bij deze CT-scan kan het zijn dat er röntgencontrastmiddel toegediend wordt met een
infuus dat u voor de foto’s ingebracht krijgt. Aan het einde van het onderzoek wordt
dit infuus verwijderd en kunt u naar huis. In sommige gevallen wordt er nog een
derde afspraak gemaakt en moet u de volgende dag terug komen voor een korte foto
van 10 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u de afdeling verlaten en uw dagelijkse bezigheden hervatten.
Van de toegediende vloeistof merkt u niets.
Bijwerkingen röntgencontrast
Bij het gebruik van jodiumhoudend, wateroplosbaar contrastmiddel kunnen
bijwerkingen optreden. Door verbetering van het contrastmiddel komen deze
tegenwoordig maar zelden voor. Als er toch bijwerkingen optreden, zijn die over het
algemeen goed te behandelen.
Jodiumhoudend, wateroplosbaar contrastmiddel is een andere vorm van jodium dan
de jodium die gebruikt wordt om de huid te desinfecteren. Indien u allergisch bent
voor jodium op de huid, wil dat niet zeggen dat u ook allergisch op een
contrastinjectie zult reageren.
Globale beschrijving van mogelijke bijwerkingen:
• Ontsteking van de ader waarin de vloeistof wordt gespoten. Deze ontsteking kan
bestreden worden met een nat verband.
• Misselijkheid die optreedt zodra de vloeistof in een ader wordt gespoten.
• Galbulten en niezen.
| patiënteninformatie
3
• Hartproblemen. Bij patiënten met hartklachten kunnen hartproblemen optreden,
zich uitend in benauwdheid, indien veel van het contrastmiddel tegelijk in een
ader wordt ingespoten. De kans hierop is met de moderne middelen erg klein. Als
u hartpatiënt bent, verzoeken we u dit voor aanvang van het onderzoek te
melden.
• Verslechterde nierfunctie. De nierfunctie kan verslechteren, vooral bij patiënten
die al een slechte werking van de nieren hebben. Bij patiënten die suikerziekte
hebben en hiervoor Glucophage® (= metformine) gebruiken kan in overleg met
de behandelend arts dit middel beter enkele dagen worden gestaakt.
• Soms kan zwelling van de slijmvliezen van de keel en de grote luchtwegen
optreden en vochtophopingen ontstaan. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de
patiënt in shock raken. Dit komt bij ongeveer 1 op 40.000 tot 1 op 100.000
patiënten voor. Bij patiënten die een allergische aanleg hebben of lijden aan
astma of hooikoorts, treedt dit iets vaker op. Deze kans blijft echter zo klein dat
voorbereiding met medicijnen niet wordt aanbevolen.
Wanneer bij u in het verleden een vorm van deze bijwerkingen is opgetreden en het
maken van een CT-scan opnieuw noodzakelijk is, dan kan een voorbereiding met
medicijnen plaatsvinden. Deze voorbereiding bestaat meestal uit injectie van
corticosteroïden en Tavegil®.
Voor het geval dat een bijwerking optreedt, heeft de afdeling Nucleaire geneeskunde
voorzorgsmaatregelen getroffen:
• Er bevinden zich medicamenten op de afdeling die bijwerkingen van het
contrastmiddel ongedaan maken.
• Het jodiumhoudend, wateroplosbaar contrastmiddel wordt toegediend via een
infuusnaaldje. Dit naaldje blijft enige tijd zitten. Indien een bijwerking optreedt,
kan dit direct gebruikt worden voor injectie van medicamenten.
De uitslag
Het resultaat van het onderzoek verneemt u bij uw volgende bezoek aan uw
behandelend specialist.
Belangrijk
• Als u zwanger bent, het vermoeden hebt dit te zijn of als u borstvoeding geeft,
wordt u dringend verzocht dit te melden voordat de injectie met de radioactieve
stof wordt toegediend. Meestal wordt het onderzoek in deze situatie uitgesteld.
• Indien u nog vragen heeft over het onderzoek, kunt u contact opnemen met de
afdeling Nucleaire geneeskunde. Het telefoonnummer vindt u op de achterkant
van deze folder.
| patiënteninformatie
4
Geef uw mening!
Deel uw ervaring over Zuyderland Medisch Centrum op
www.ZorgkaartNederland.nl, een onafhankelijk kwaliteitsplatform voor de zorg.
Op basis van uw ervaring kunnen wij onze zorgverlening verder verbeteren.
© 10-2016
Internet
www.zuyderland.nl
821
Nucleaire geneeskunde
Meldpunt Oost -1
Telefoonnummer 088 – 459 7723
Download