GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Veiligheidsinformatieblad Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Datum herziening: 27/09/2012 Vervangt: 20/12/2010 Versie: 1.1 RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming 1.1. Productidentificatie Productvorm : Mengsel Handelsnaam : GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) EU-Identificatienummer : N/A EG nr : N/A CAS-nr : N/A REACH registratienr. : N/A Productcode : GASOLIO motore (Tutti i tipi) Brutoformule : (UVCB) Synoniemen : eni blu diesel alpino + / eni blu diesel + / Bludiesel Tech City / Gasolio auto 0,001% S / Gasolio auto alpino 0,001% S / Gasolio denaturato (motopesca) / Gasolio denaturato (agricoltura e motopesca). / Diesel Tech Svizzera Productgroep : Handelsproduct 1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik 1.2.1. Relevant geïdentificeerd gebruik Bestemd voor algemeen publiek Hoofdgebruikscategorie : Industrieel gebruik, professioneel gebruik, gebruik door de consument. Spec. industrieel/professioneel gebruik : Gebruik in gesloten systeem Wijdverbreid gebruik Gebruik van de stof of het mengsel : Brandstoffen ---Gebruik het product niet voor doeleinden die niet zijn geadviseerd door de fabrikant. In dat geval kan de gebruiker worden blootgesteld aan onvoorspelbare risico's. Functie of gebruikscategorie : Brandstoffen Titel Sector van Productcategorie Procescategorie gebruik ES01 - Distributie van de SU3 substantieX ES02 - Formulering & SU3, SU10 Artikel Vrijkomen in categorie milieu SPERC PROC1, PROC2, ERC1, ERC2, ERC3, ESVOC PROC3, PROC4, ERC4, ERC5, ERC6a, SPERC PROC8a, PROC8b, ERC6b, ERC6c, 1.1b.v1 PROC9, PROC15 ERC6d, ERC7 PROC1, PROC2, ERC2 ESVOC (her)verpakking van de PROC3, PROC4, SPERC substanties en de PROC5, PROC8a, 2.2.v1 mengsels (2)X PROC8b, PROC9, PROC14, PROC15 29/05/2014 NL (Nederlands) 1/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Titel Sector van Productcategorie Procescategorie gebruik ES03 - Gebruik als een SU3 Artikel Vrijkomen in categorie milieu PROC1, PROC2, brandstofX ERC7 PROC3, PROC8a, SU22 PROC1, PROC2, brandstofX ES05 - Gebruik als een SU21 ESVOC SPERC PROC8b, PROC16 ES04 - Gebruik als een SPERC 7.12a.v1 ERC9a, ERC9b ESVOC PROC3, PROC8a, SPERC PROC8b, PROC16 9.12b.v1 PC13 ERC9a, ERC9b brandstofX Volledige tekst van de gebruiksbeschrijvingen: zie paragraaf 16 1.2.2. Gebruiksvormen waarvan wordt afgeraden Geen aanvullende informatie beschikbaar 1.3. Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad ENI Benelux B.V. Eemhavenweg, 50 3089KH Rotterdam (Nederland) Tel +31 (0) 10 294 1555 www.enibenelux.com Contact: Sales Department / Fuels Eemhavenweg, 50 3089KH Rotterdam (Nederland) Tel +31 (0) 10 294 1512 Bevoegde persoon die verantwoordelijk is voor het veiligheidsinformatieblad (Ver. CE nr. 1907/2006): [email protected] 1.4. Telefoonnummer voor noodgevallen Noodnummer : CNIT +39 0382 24444 (24h) (IT + EN) Antigifcentrum (NL): National Poisons Information Centre, Bilthoven +31 30 274 88 88 -------Hôpital Militaire Reine Astrid, Bruxelles (24h) +32 70 245 245 (Source: ONU-OMS) (Bron: VN-WHO) RUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren 2.1. Indeling van de stof of het mengsel Indeling conform Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [CLP] Flam. Liq. 3 H226 Acute Tox. 4 (Inhalation: dust,mist) H332 Skin Irrit. 2 H315 Carc. 2 H351 STOT RE 2 H373 Asp. Tox. 1 H304 29/05/2014 NL (Nederlands) 2/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Aquatic Chronic 2 H411 Volledige tekst van de H-zinnen: zie rubriek 16 Indeling volgens Richtlijn 67/548/EEG of 1999/45/EG Carc. Cat.3; R40 Xn; R20 Xn; R65 Xi; R38 N; R51/53 Volledige tekst van de R-zinnen: zie rubriek 16 Nadelige fysisch-chemische, gezondheids- en milieueffecten Brandbare stoffen. Aanhoudend en herhaald huidcontact kan leiden tot roodheid, irritatie en dermatitis veroorzaakt door ontvetting. Schadelijk bij inademing. Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. Kan bij huidcontact vermoedelijk kanker veroorzaken. Inademing in de longen kan leiden tot een chemische longontsteking. Giftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. 2.2. Etiketteringselementen Etikettering conform Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [CLP] Gevarenpictogrammen (CLP) : Signaalwoord (CLP) : Gevaar Gevaarlijke bestanddelen en/of met de desbetreffende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling : Bevat: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd Gevarenaanduidingen (CLP) : H226 - Ontvlambare vloeistof en damp H304 - Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt H315 - Veroorzaakt huidirritatie H332 - Schadelijk bij inademing H351 - Verdacht van het veroorzaken van kanker (Huid) H373 - Kan schade aan organen (thymus, lever, beenmerg) veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling (Huid) H411 - Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen Veiligheidsaanbevelingen (CLP) : P261 - Inademing van nevel, spuitnevel vermijden P280 - beschermende handschoenen, gelaatsbescherming, oogbescherming dragen P301+P310 - NA INSLIKKEN: onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen P331 - GEEN braken opwekken P501 - Inhoud/verpakking afvoeren ---- volgens de nationale of lokale regelgeving GHS02 GHS07 GHS08 GHS09 Andere: 29/05/2014 NL (Nederlands) 3/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 2.3. Andere gevaren (niet relevant voor de indeling) Fysisch / chemische : Door stroming of agitatie kan dit materiaal statische lading opbouwen en kan door statische ontlading worden ontstoken. Bij verhitting kan het product dampen veroorzaken die ontvlambaar zijn en een explosief mengsel vormen met lucht. De dampen van het product zijn zwaarder dan lucht en kunnen onder de grond, in putten, riolen en kelders in hogere concentraties vormen. Gezondheid : Als het product bij hoge temperatuur wordt behandeld of gebruikt, kan contact met heet product of dampen brandwonden veroorzaken. Als de inhoud per ongeluk wordt vrijgegeven, kan ze worden geïnjecteerd onder de huid, zelfs zonder externe schade. In een dergelijk geval moet het slachtoffer zo snel mogelijk naar naar een ziekenhuis worden gebracht om gespecialiseerde medische behandeling te krijgen. Milieu : Geen. Verontreinigingen : Geen. Deze stof/mengsel voldoet niet aan de PBT-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. Deze stof/mengsel voldoet niet aan de vPvB-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. RUBRIEK 3: Samenstelling en informatie over de bestanddelen 3.1. Stoffen Niet van toepassing 3.2. Mengsel Samenstelling en informatie over de bestanddelen : Aardoliedestillaten Dit product kan methyl esters van vetzuren (FAME - Biodiesel) bevatten (afhankelijk van het specifieke product). Gevaarlijke bestanddelen en/of met de desbetreffende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling : Zie de tabel Naam Productidentificatie % Indeling in de zin van Richtlijn 67/548/EEG Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (CAS-nr) 68334-30-5 (Component) (EG nr) 269-822-7 >= 90 Carc. Cat.3; R40 Xn; R20 (EU-Identificatienummer) 649-224- Xn; R65 00-6 Xi; R38 (REACH-nr) 01-2119484664-27- N; R51/53 0085 Vetzuren, methylesters (FAME) (BIODIESEL) (CAS-nr) 68990-52-3 / 67762-26-9 (Component) / 6776-38-3 < 9,99 Niet ingedeeld (EG nr) 273-606-8 / 267-007-0 / N/D 29/05/2014 NL (Nederlands) 4/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Naam Productidentificatie % Indeling conform Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [CLP] Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (CAS-nr) 68334-30-5 (Component) (EG nr) 269-822-7 >= 90 Flam. Liq. 3, H226 Acute Tox. 4 (Inhalation: (EU-Identificatienummer) 649-224- dust,mist), H332 00-6 Skin Irrit. 2, H315 (REACH-nr) 01-2119484664-27- Carc. 2, H351 0085 STOT RE 2, H373 Asp. Tox. 1, H304 Aquatic Chronic 2, H411 Vetzuren, methylesters (FAME) (BIODIESEL) (CAS-nr) 68990-52-3 / 67762-26-9 (Component) / 6776-38-3 < 9,99 Niet ingedeeld (EG nr) 273-606-8 / 267-007-0 / N/D Volledige inhoud van de R-, H- en EUH-zinnen: zie rubriek 16 RUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen 4.1. Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen Eerste hulp algemeen : Bij spontaan braken, vervoer het slachtoffer naar een ziekenhuis, om de mogelijkheid dat het product in de longen terecht is gekomen te controleren. EHBO na inademing : Inademing is onwaarschijnlijk door de lage dampdruk van de substantie bij omgevingstemperatuur. Blootstelling aan dampen is mogelijk wanneer de substantie wordt behandeld bij hoge temperaturen en een slechte ventilatie. De patiënt in de buitenlucht brengen en warm en rustig houden. Als het slachtoffer bewusteloos is en niet ademt: ervoor zorgen dat het ademen niet wordt belemmerd en laat opgeleid personeel kunstmatige ademhaling geven. Indien nodig, geef externe hartmassage en raadpleeg een arts. Als het slachtoffer ademt: Leg in de stabiele zijligging. Dien zuurstof toe indien nodig. EHBO na contact met de huid : Trek verontreinigde kleding- en schoenen uit en verwijder ze op een veilige manier. Met veel water en zeep wassen. Raadpleeg een arts als de huidirritatie, de zwelling of de roodheid uitbreidt en aanhoudt. Bij kleine thermische brandwonden, koel de brandwonde af. Houd de verbrande zone onder koud stromend water gedurende ten minste vijf minuten, of tot de pijn afneemt. Onderkoeling van het lichaam moet worden vermeden. Leg geen ijs op de brandwond. Indien niet voorgeschreven door een arts, geen zalf gebruiken. Bij het gebruik van hogedruktoestellen kan het product geïnjecteerd worden. Stuur het slachtoffer onmiddellijk naar het ziekenhuis. Wacht niet tot de symptomen erger worden. EHBO na contact met de ogen : Verwijder eventuele contactlenzen indien dit gemakkelijk gaat. Langdurig spoelen met water, tenminste 15 minuten. Houdt oogleden open. Als er zich irritaties, vertroebeld zicht of zwellingen voordoen en voortduren, vraag dan medisch advies aan een specialist. Ingeval van contact met heet product, getroffen deel koelen met veel koud water, afdekken met gaas of schone kleding. Raadpleeg een dokter of breng slachtoffer naar een ziekenhuis. Indien niet voorgeschreven door een arts, geen zalf gebruiken. EHBO na opname door de mond : Wek het braken niet op omdat er een hoog inademingsrisico is. Geef een bewusteloos persoon niets via de mond. Ga er in geval van inslikken door de mond altijd van uit dat er inademing was. Stuur het slachtoffer onmiddellijk naar het ziekenhuis. Wacht niet tot de symptomen erger worden. In het geval van spontaan braken, het hoofd laag houden om het risico van aspiratie in de longen te vermijden. 29/05/2014 NL (Nederlands) 5/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 4.2. Belangrijkste acute en vertraagde symptomen en effecten Symptomen / blessures (algemene aanwijzingen) : Voor alle aardolieproducten met een lage viscositeit (< 20,5 mm²/s bij 40°C) is er een risico bij inademing van vloeistof in de longen. Dit kan direct optreden na inname, of later in geval van braken (spontaan of geinduceerd). In dit geval bestaat de mogelijkheid van verbranding van de longweefsels (chemische longontsteking). Dit is een ernstige aandoening die medische behandeling vereist. Symptomen/letsels na inademing : Inademing van dampen kan hoofdpijn, misselijkheid, braken en een veranderde staat van bewustzijn veroorzaken. Symptomen/letsels na contact met de huid : Langdurig en herhaald contact met de huid kan roodheid, irritatie en dermatitis veroorzaken door een ontvettend effect. Symptomen/letsels na contact met de ogen : Contact met de ogen kan roodheid en irritatie veroorzaken. Symptomen/letsels na opname door de mond : Er worden weinig of geen symptomen verwacht. Zo ja, kan dit leiden tot misselijkheid en diarree. Symptomen/letsels na intraveneuze toediening : Geen gegevens beschikbaar. Chronische symptomen : Kan bij huidcontact vermoedelijk kanker veroorzaken. 4.3. Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling Raadpleeg een arts als het slachtoffer een veranderde staat van bewustzijn heeft of als de symptomen niet verdwijnen. Indien nodig, maagspoeling ALLEEN onder gekwalificeerd medisch toezicht. RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen 5.1. Blusmiddelen Geschikte blusmiddelen : Kleine branden: Kooldioxide, droog chemisch poeder, schuim, zand of aarde. Grote branden: schuim of waternevel. Deze middelen moeten worden gebruikt door getraind personeel. Andere blusmiddelen gassen (volgens de voorschriften). Ongeschikte blusmiddelen 5.2. : Gebruik geen waterstraal, het kan spatten veroorzaken en het vuur verspreiden. Het gelijktijdig gebruik van schuim en water op hetzelfde oppervlak moet worden vermeden aangezien het water het schuim afbreekt. Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt Brandgevaar : Dit product is brandbaar, maar niet ingedeeld als ontvlambaar. De vorming van ontvlambare dampmengsels vindt plaats bij temperaturen die hoger zijn dan de normale omgevings-niveaus. Explosiegevaar : Indien verneveld product uit circuits onder druk vrijkomt, moet rekening worden gehouden met een onderste ontvlambaarheidsgrens voor nevel van ca. 45 gram per kubieke meter lucht. Verbrandingsproducten : Een onvolledige verbranding zal waarschijnlijk de oorzaak zijn van een complex mengsel van in de lucht verspreide vaste en vloeibare deeltjes, gassen, inclusief koolstofmonoxide, NOx.,Samenstellingen van zuurstof (aldehyden, etc.), vaste deeltjes. 5.3. Advies voor brandweerlieden Voorzorgsmaatregelen tegen brand : Weglekkende vloeistof, die niet brand, met schuim of zand afdekken. Blusinstructies : Sluit indien mogelijk ontstekingsbron af. Verwijder indien mogelijk containers met product uit de gevarenzone. Aan vuur blootgestelde omgeving en containers met waterspuit afkoelen. In geval van grote brand en grote hoeveelheden: evacueren. 29/05/2014 NL (Nederlands) 6/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Speciale beschermende uitrusting voor brandweerlieden : Geschikte beschermende kleding voor brandweerlieden (zie ook sectie 8). In geval van een grote brand in gesloten of slecht geventileerde ruimtes, draag brandbestendige beschermende kleding en een autonoom ademhalingstoestel met een met overdruk werkend volgelaatsmasker. Overige informatie : In geval van brand, reststoffen, afvalstoffen en afvoerwater niet lozen, gescheiden inzamelen en voor een juiste afvoer zorgdragen. Gecontamineerd bluswater moet overeenkomstig de voorschriften verwijderd worden. RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel 6.1. Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermde uitrusting en noodprocedures Algemene maatregelen 6.1.1. : Stop of dam de lekkage aan de bron in zodra dit veilig is. Elimineer alle ontstekingsbronnen zodra het veilig is (bv. elektriciteit, vonken, vuur, opvlammen). Vermijd direct contact met het vrijgekomen materiaal. Tegen de wind in benaderen. Gebruik uitsluitend vonkvrij gereedschap. Als er veel gemorst is, alarmeer dan de mensen, die zich in de zones met de wind mee bevinden. Voor andere personen dan de hulpdiensten Beschermingsmiddelen : Zie Rubriek 8. Noodprocedures : Houd niet-betrokken personeel weg van de zone waar werd gemorst. Alarmeer de hulpverleners. Behalve in geval van kleine hoeveelheden afval, moet de haalbaarheid van eventuele acties altijd worden ingeschat en toegelicht, indien mogelijk, door een opgeleide bevoegde persoon, die verantwoordelijk is voor de beheersing van de noodsituatie. 6.1.2. Voor de hulpdiensten Beschermingsmiddelen : Als er weinig gemorst is: gewone antistatische werkkledij is gewoonlijk voldoende. Grote hoeveelheden gemorste stof: volledig pak van chemisch bestendig en antistatisch materiaal. Werkhandschoenen, die voldoende chemicaliën bestendig zijn, met name tegen aromatische koolwaterstoffen. Handschoenen gemaakt van PVA zijn niet waterbestendig en zijn niet geschikt voor noodgevallen. Als contact met een heet product mogelijk is of verwacht wordt, moeten de handschoenen hittebestendig en thermisch geïsoleerd zijn. Antistatische antislipveiligheidsschoenen of -laarzen, bestand tegen chemische producten. Werkhelm. Een bril en/of gelaatsbescherming, indien gespat of oogcontact mogelijk is of verwacht wordt. Ademhalingsbescherming: er kan een half of volledig gelaatsbedekkend ademhalingstoestel met een filter(s) voor organische dampen (AX) of een autonoom ademhalingstoestel worden gebruikt in overeenstemming met de omvang van de lekkage en de voorspelbare mate van blootstelling. Als de situatie niet volledig kan worden ingeschat of als een gebrek aan zuurstof mogelijk is, mogen enkel autonome ademhalingstoestellen worden gebruikt. Noodprocedures : Als er veel gemorst is, alarmeer dan de mensen, die zich in de zones met de wind mee bevinden. Stel de plaatselijke autoriteiten op de hoogte. 6.2. Milieuvoorzorgsmaatregelen Laat het product niet ophopen in besloten of ondergrondse ruimten. Laat het product niet weglopen in riolen of waterlopen, of op enigerlei wijze het milieu vervuilen. In geval van besmetting van milieu-compartimenten (bodem, ondergrond, oppervlakte-of grondwater) verontreinigde bodem indien mogelijk verwijderen, en in ieder geval alle betrokken compartimenten behandelen in overeenstemming met de lokale voorschriften. Het terrein moet een plan hebben dat er voldoende voorzorgsmaatregelen zijn om de impact van sporadische uitstoot te minimaliseren. 29/05/2014 NL (Nederlands) 7/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 6.3. Reinigingsprocedures Voor insluiting : Bodem. Indien nodig, dijk het product in met droge aarde, zand of gelijkwaardige onbrandbare materialen. Grote lekkages kunnen worden bedekt met schuim, indien beschikbaar om brandgevaar te beperken. Zorg voor een goede ventilatie in gebouwen en besloten ruimtes. Absorbeer het gemorste product met geschikte onbrandbare materialen. Verzamel het vrijgekomen product met de geschikte mechanische middelen. Breng het verzamelde product en andere besmette materialen naar geschikte containers voor de recuperatie of de veilige verwijdering ervan. Als het noodzakelijk is om besmette materialen op te slaan om ze veilig te verwijderen, mogen uitsluitend geschikte containers (luchtdicht, gelabeld, verzegeld, waterdicht, geaard en in een entrepot geplaatst) worden gebruikt. Water: In geval van kleine lozingen in gesloten wateren, dam het product in met drijvende versperringsgordels of ander materiaal. Verzamel het gemorste product door het te absorberen met specifieke drijvende absorptiemiddelen. Indien mogelijk moeten grote lozingen in open zee ingedamd worden met drijvende versperringsgordels of andere geschikte mechanische middelen. Indien dit niet mogelijk is, dam de verspreiding van wat gemorst is dan in en verzamel het vaste product door het af te scheppen of met andere geschikte mechanische middelen. Verzamel het gerecupereerde product en andere materialen in geschikte tanks of containers voor de recuperatie of de veilige verwijdering ervan. Gebruik geen oplosmiddelen of dispergeermiddelen, tenzij deze specifiek aangeraden zijn door een expert en goedgekeurd zijn door de lokale overheden. Overige informatie : Aanbevolen maatregelen zijn gebaseerd op de meest waarschijnlijke morsscenario's voor dit materiaal; maar lokale omstandigheden (wind, luchttemperatuur, richting en snelheid van de golven/de stroming) kunnen de keuze van de gepaste acties aanzienlijk beïnvloeden. 6.4. Verwijzing naar andere rubrieken Zie Rubriek 8. RUBRIEK 7: Hantering en opslag 7.1. Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel : Zorg ervoor dat alle relevante voorschriften inzake de behandelings- en opslagvoorzieningen van ontvlambare producten worden nageleefd. Gebruik geen elektrische apparaten (mobiele telefoons etc.) niet goedgekeurd voor gebruik, volgens de risico-beoordeling van het gebied. Gebruik geen perslucht tijdens het vullen, lossen of bewerken. Houd weg van hitte/vonken/open vlammen/hete oppervlakken. De damp is zwaarder dan de lucht. Pas op voor opeenhopingen in kuilen en kleine ruimtes. Niet roken. Gebruik en sla de producten alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte op. Zorg dat tijdens het mengen en vervoer alle apparatuur geaard is. Vermijd electrostatische opladingen. Aard tanks, opslag- en transfer/opvangreservoir. Voor het betreden van opslagtanks en voor u een activiteit uitvoert in een besloten ruimte, voer een adequate schoonmaak uit, controleer het zuurstofgehalte en de brandbaarheid van de lucht. Lege containers kunnen brandbare productresten bevatten. Lege containers of drums niet snijden, lassen, boren, branden of verbranden, tenzij ze correct zijn schoongemaakt, en vrijgegeven voor eilige verwerking. Hanteringstemperatuur : ≤ 65 °C 29/05/2014 NL (Nederlands) 8/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Hygiënische maatregelen 7.2. : Zorg ervoor dat er goede huishoudelijke maatregelen gelden. Gebruik indien nodig geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. Houd weg van voedsel en drank. Adem geen rook/nevel/dampen in. Aanraking met de huid vermijden. Was uw handen grondig na het behandelen. Slik het niet in. Niet roken. Besmette materialen mogen zich niet opstapelen op de werkplek en mogen nooit in de zakken worden bewaard. Gebruik geen kleren opnieuw, als zij nog vervuild zijn. Voorkom slipgevaar. Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten Technische maatregelen : Electrische apparatuur en bedrading moeten voldoen aan de geldende veiligheidsvoorsschriften volgens de specifieke risicovoorwaarden van het gebied. Voor het betreden van opslagtanks en voor u een activiteit uitvoert in een besloten ruimte, voer een adequate schoonmaak uit, controleer het zuurstofgehalte en de brandbaarheid van de lucht. Opslagvoorwaarden : Opslaan in een droge, goed geventileerde ruimte. Niet roken. Verwijderd houden van open vuur, hete oppervlakten en ontstekingsbronnen. Dampen zijn zwaarder dan lucht en verspreiden zich over de grond. Pas op voor opeenhopingen in kleine ruimtes. Niet combineerbare stoffen : Verwijderd houden van: sterke oxidatiemiddelen. Opslagtemperatuur : ≤ 65 °C Opslagplaats : De indeling van de opslagruimte, het tankdesign, de uitrusting en de bedrijfsprocedures moeten voldoen aan de relevante Europese, nationale of lokale wetgeving. Opslagplaatsen / installaties dienen te worden ontworpen met voldoende inkuipingen om bodem-en waterverontreiniging in het geval van lekkage of morsen te voorkomen. Reiniging, inspectie en onderhoud van de interne structuur van de opslagtanks, mag uitsluitend worden uitgevoerd door goed uitgerust en gekwalificeerd personeel, zoals gedefinieerd door nationale- lokale of bedrijfsvoorschriften. Verpakkingen en containers: : Als het product in containers wordt geleverd: Houd de containers goed gesloten en juist gelabeld. Bewaar enkel in de originele container of in een container, die geschikt is voor dit soort product. Verwijderd houden van direct zonlicht of andere warmtebronnen. Lichte koolwaterstofdampen kunnen zich ophopen in de bovenruimte van containers. Open langzaam om eventueel vrijkomende druk te controleren. Lege containers kunnen ontvlambare productresten bevatten. Lege containers kunnen ontvlambare productresten bevatten. Lege containers niet snijden, lassen, boren, branden of verbranden, tenzij ze grondig zijn gereinigd. Verpakkingsmateriaal : Voor containers, of de binnenbekleding, materialen gebruiken die specifiek zijn goedgekeurd voor gebruik met dit product. Aanbevolen materialen voor containers, of de binnenbekleding van containers: zacht staal, roestvrij staal. Sommige synthetische materialen zijn niet geschikt voor containers of de binnenbekleding van containers, afhankelijk van de materiaalspecificatie en het bedoelde gebruik. Comptabiliteit moet worden gecontroleerd met de fabrikant. 7.3. Specifiek eindgebruik Geen gegevens beschikbaar. RUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming 8.1. Controleparameters Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) België 29/05/2014 Grenswaarde (mg/m³) 100 mg/m³ NL (Nederlands) 9/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) Italië - Portugal - USA ACGIH ACGIH TLV®-TWA (mg/m³) 100 mg/m³ Dieselbrandstof (Total KW) Brandstoffen diesel- Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) DNEL / DMEL (werknemers) Acuut - systemische effecten, inhalatie 4300 mg/m³ (15 min) (DNEL) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Langdurig - systemische effecten, dermaal 2,9 mg/kg lichaamsgewicht/dag (8h / d) (DNEL) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Langdurig - systemische effecten, inhalatie 68 mg/m³ (8h / d) (DNEL) (Inhaleerbare aerosol) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) DNEL / DMEL (algemene bevolking) Acuut - systemische effecten, inhalatie 2600 mg/m³ (15 min) (DNEL) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Langdurig - systemische effecten, dermaal 1,3 mg/kg lichaamsgewicht/dag (DNEL) (Referentie: Brandstoffen, diesel Gasolie, niet gespecifieerd) Langdurig - lokale effecten, inhalatie 30 mg/m³ (DNEL) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) PNEC (Aanvullende informatie) : Niet van toepassing (UVCB) Meetmethoden : De controleprocedures moeten worden gekozen in overeenstemming met de aanwijzingen bepaald door de nationale overheden of de arbeidscontracten.,Verwijs naar de relevante wetgeving, en in elk geval naar de goede praktijk van arbeidshygiëne. Verdere gegevens : Opmerking: De afgeleide dosis zonder effect (Derived No Effect Level, DNEL) is een geschat veilig blootstellingniveau dat is afgeleid van gegevens over de toxiciteit in overeenstemming met specifieke richtlijnen binnen de Europese REACH-verordening De DNEL kan afwijken van de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling (Occupational Exposure Limit, OEL) die voor dezelfde chemische stof geldt. OEL's kunnen door een bepaald bedrijf worden aangeraden, door een regelgevende overheidsinstantie of deskundige organisatie zoals het Scientific Committee for Occupational Exposure Limits (SCOEL) of de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ACGIH). OEL's worden beschouwd als veilige grenswaarden voor een typische werknemer in een beroepsomgeving voor een werkdag van 8 uur en een werkweek van 40 uur als een in de tijd gewogen gemiddelde grenswaarde (Time Weighted Average, TWA) of een grens voor kortdurende blootstelling (ShortTerm Exposure Limit, STEL) van 15 minuten. Hoewel ook beschouwd als een middel om de gezondheid te beschermen, worden OEL's afgeleid van een proces dat afwijkt van dat van REACH. 8.2. Maatregelen ter beheersing van blootstelling Passende technische maatregelen : Minimaliseer de blootstelling aan nevel / dampen / aërosol. Voor het betreden van opslagtanks en voor u een activiteit uitvoert in een besloten ruimte, voer een adequate schoonmaak uit, controleer het zuurstofgehalte en de brandbaarheid van de lucht. Persoonlijke beschermingsmiddelen (voor industrieel/professioneel gebruik) : Gelaatsscherm. Handschoenen. Beschermende kleding. Veiligheidsbril. Veiligheidschoenen of -laarzen. Gasmasker met filtertype AX. 29/05/2014 NL (Nederlands) 10/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Bescherming handen : Wanneer er een risico van contact met de huid is, moeten de arbeiders koolwaterstof-bestendige, vilt-gevoerde handschoenen gebruiken. Materialen die vermoedelijk adequaat zijn: nitril (NBR) of PVC met een beschermingsindex > 5 (permeatietijd > 240 mins). Als contact met een heet product mogelijk is of verwacht wordt, moeten de handschoenen hittebestendig en thermisch geïsoleerd zijn. De gebruikte handschoenen moetenvoldoen aan de eisen en alle voorwaarden van de fabrikant. Vervang onmiddellijk handschoenen in het geval van insnijdingen, gaten of andere tekens van schade of degradatie. Indien nodig, verwijs naar EN Norm 374. Oogbescherming : Wanneer er een risico van contact met de ogen is, moeten veiligheidsbrillen (of andere middelen van bescherming) worden gebruikt. Indien nodig, verwijs naar nationale normen of naar EN Norm 166. Bescherming van de huid en het lichaam : Antistatische overall met lange mouwen, indien nodig hittebestendig. Indien nodig, verwijs naar de EN 340 normen, voor definitie van kenmerken en prestaties volgens de risicoclassificatie van het gebied. Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Antistatische antislipveiligheidsschoenen of -laarzen, bestand tegen chemische producten, indien nodig hittebestendig en geïsoleerd. Bescherming luchtwegen : Onafhankelijk van andere mogelijke maatregelen (technische wijzigingen, procedures, en andere middelen om de blootstelling van arbeiders te beperken), kan persoonlijk beschermingsmateriaal volgens noodzaak worden gebruikt. Open of goed geventileerde ruimtes: Indien het product wordt gehanteerd zonder adequate insluiting voor dampen: Gebruik vol of half-face maskers met filter voor koolwaterstof dampen (AX). (EN 136/140/145). Gesloten of beperkte gebieden (b.v. tank interieurs): het gebruik van beschermende maatregelen voor de luchtwegen (maskers of onafhankelijke ademhalingsapparatuur), moet worden beoordeeld op basis van de specifieke activiteit, evenals het niveau en de duur van de voorspelde blootstelling. (EN 136/140/145). Als de blootstellingsniveaus niet voldoende kunnen worden bepaald of geschat, of als een zuurstoftekort mogelijk is, mogen uitsluitend autonome ademhalingstoestellen worden gebruikt. Bescherming tegen thermische gevaren : Als contact met een heet product mogelijk is of verwacht wordt, moeten de handschoenen hittebestendig en thermisch geïsoleerd zijn. Beperking en controle van de blootstelling : Het product niet in het milieu lozen. Opslagplaatsen / installaties dienen te worden van het milieu ontworpen met voldoende inkuipingen om bodem-en waterverontreiniging in het geval van lekkage of morsen te voorkomen. Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Breng geen industriëel slib aan op natuurlijke grond. Slib moet worden verbrand, ingeperkt of teruggevorderd. Beperking van de blootstelling van de consument 8.3. : Moet altijd behandeld worden in een gesloten systeem. Geen bijzondere maatregelen vereist wanneer de verwerking bij kamertemperatuur gebeurt. Hygiënische maatregelen Algemene beschermings- en gezondheidsmaatregelen : Vermijd contact met de huid en ogen.,Geen dampen of nevel inademen.,Handen niet met vuile of met olie doordrenkte doeken schoonmaken.,Geen vuile doeken in zakken van een overall bewaren.,Niet drinken, eten of roken met vuile handen.,Handen met water en milde zeep wassen; geen oplosmiddelen of andere irritatie veroorzakende produkten gebruiken, die een ontvettende werking op de huid hebben.,Gebruik geen kleren opnieuw, als zij nog vervuild zijn. RUBRIEK 9: Fysische en chemische eigenschappen 9.1. Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen Fysische toestand 29/05/2014 : Vloeibaar NL (Nederlands) 11/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Voorkomen : Vloeistof, helder en zonder sedimenten. Molecuulmassa : Niet van toepassing (UVCB). Kleur : Lichtgeel / amber (natuurlijke kleur) Volgens de wet, in bepaalde gevallen kan het product kunstmatig gekleurd: GASOLIE (Visserboten - Italie): groen GASOLIE (Landbouw - Italie): groen. Geur : Petroleum-achtige. Geurgrens : Geen gegevens beschikbaar pH : Niet van toepassing Relatieve verdampingssnelheid (butylacetaat=1) : Geen gegevens beschikbaar Smeltpunt : (CFPP, EN 116) (according to the specific product) Stol-/vriespunt : -20 - -2 °C (CFPP, EN 116) (according to the specific product) Kookpunt : 200 °C (ASTM D 86) Vlampunt : ≥ 56 °C (ASTM D 93) Zelfontbrandingstemperatuur : ≥ 220 °C Ontbindingstemperatuur : Geen gegevens beschikbaar Ontvlambaarheid (vast,gas) : Niet van toepassing Dampdruk : ca 0,4 kPa (40 °C) (CONCAWE, 1996) Relatieve dampdichtheid bij 20 °C : Geen gegevens beschikbaar Relatieve dichtheid : Geen gegevens beschikbaar Dichtheid : 820 - 845 kg/m³ (EN ISO 3675 / EN ISO 12185) Oplosbaarheid : Dit product is niet oplosbaar in water. Water: Niet mengbaar en onoplosbaar Organisch solvent:volledig oplosbaar. Log Pow : Niet van toepassing Log Kow : Geen gegevens beschikbaar Viscositeit, kinematisch : 2 - 7,4 mm²/s (40 °C) (ASTM D 445) (according to the specific product) Viscositeit, dynamisch : Niet bepaald Ontploffingseigenschappen : Geen. Oxiderende eigenschappen : Geen. Explosiegrenzen : 0,6 - 7,5 vol % 29/05/2014 NL (Nederlands) 12/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 9.2. Overige informatie VOC-gehalte : = 100 % EU, CH De bovenstaande gegevens zijn standaardwaarden en zijn niet bedoeld als een specificatie. RUBRIEK 10: Stabiliteit en reactiviteit 10.1. Reactiviteit Deze stof biedt geen verder gevaar voor reactiviteit, behalve wat in de volgende paragrafen wordt gemeld. 10.2. Chemische stabiliteit Stabiel product, volgens zijn intrinsieke eigenschappen. 10.3. Mogelijke gevaarlijke reacties Geen (in normale omstandigheden van opslag en behandeling). Contact met sterke oxidatiemiddelen (peroxides, chromaten, enz.) kan leiden tot brandgevaar. Een mengsel met nitraten en andere sterke oxidatiemiddelen (bv. chloraten, perchloraten, vloeibare zuurstof) kan een explosieve massa creëren. Gevoeligheid voor warmte, wrijving of schokken kan niet op voorhand worden bepaald. 10.4. Te vermijden omstandigheden Verwijderd houden van open vuur, hete oppervlakten en ontstekingsbronnen. Vermijd de vorming van elektrostatische ladingen. Niet roken. 10.5. Chemisch op elkaar inwerkende materialen Sterk oxiderende stoffen. 10.6. Gevaarlijke ontledingsproducten Geen. RUBRIEK 11: Toxicologische informatie 11.1. Informatie over toxicologische effecten Acute toxiciteit : Schadelijk bij inademing. Brandstoffen, diesel - Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) LD50 oraal rat > 5000 mg/kg lichaamsgewicht (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. LD50 dermaal konijn > 2000 mg/kg (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. LC50 inhalatie rat (mg/l) 1 - 5 mg/l/4u (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) LD50 oraal rat ca 7600 mg/kg lichaamsgewicht (OECD 402; API, 1980) LD50 dermaal konijn ≥ 4300 mg/kg (OECD 434; API, 1980) 29/05/2014 NL (Nederlands) 13/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) LC50 inhalatie rat (mg/l) Huidcorrosie/-irritatie ≥ 4,1 mg/l/4u (OECD 403; Atlantic Richfield Company, 1988) (Dampen + aërosols) : Veroorzaakt huidirritatie. (OECD 404) (Rabbit - API, 1980) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) pH: Niet van toepassing Ernstig oogletsel/oogirritatie : Niet ingedeeld (Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet aan de indelingscriteria voldaan) (OECD 405) (Rabbit - API, 1980) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) pH: Niet van toepassing Sensibilisatie van de luchtwegen/de huid : Niet ingedeeld (Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet aan de indelingscriteria voldaan) (OECD 406) (Guinea pig - Atlantic Richfield Company, 1990) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Mutageniteit in geslachtscellen : Niet ingedeeld (Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet aan de indelingscriteria voldaan) (OECD 471 - Ames test) (Deininger, Jungen, Wenzel-Hartung - 1991) (OECD 475) (API, 1985) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Kankerverwekkendheid : Verdacht van het veroorzaken van kanker (Huid). Contact met de huid. De studies gaven zowel positieve als negatieve resultaten. De carcinogene eigenschappen konden in verband gebracht met de huid irritatie. Classificatie als Carc. 2 / H373 is prudentieel bepaald. Dosis, Langdurig, Huid, muis, plaatselijk : = 0,025 ml (Biles, McKee, Lewis, Scala, DePass, 1988) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) Verdere gegevens Giftigheid voor de voortplanting Dosis, lange termijn, Huid, muis, plaatselijk : = 0,025 mL (Biles, McKee, Lewis, Scala, DePass; 1988) : Niet ingedeeld (Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet aan de indelingscriteria voldaan) Ontwikkelingsstoornissen; teratogeniciteit: testresultaten hebben effecten aangetoond alleen bij doses die maternale toxiciteit veroorzaakt. Geen classificatie nodig. (OECD 414) (NOAEC= 401,5 ppm) (API, 1979) (Referentie: Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd) Specifieke doelorgaan-toxiciteit (eenmalige blootstelling) : Niet ingedeeld (Op basis van de beschikbare gegevens wordt niet aan de indelingscriteria voldaan) Specifieke doelorgaan-toxiciteit (herhaalde blootstelling) : Kan schade aan organen (thymus, lever, beenmerg) veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling (Huid). (afhankelijk van de samenstelling) 29/05/2014 NL (Nederlands) 14/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) NOAEC (inhalatie, rat, stofdeeltjes/nevel/rook, 90 dagen) ≥ 1,71 mg/l air (OECD 413, systemische effecten) (Lock, Dalbey, Schmoyer, Griesemer; 1984) NOAEL (subchronisch,oraal,dier/mannelijk,90 dagen) = 0,5 mg/kg lichaamsgewicht (OECD 410, systemische effecten) (Atlantic Richfield Company, 1992) Gevaar bij inademing : Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. Voor alle aardolieproducten met een lage viscositeit (minder dan 20,5 mm2 / s bij 40 ° C), bestaat het gevaar van aspiratie in de longen. Dit kan optreden direct na inname, of daarna bij braken (spontaan of geïnduceerd). In dit geval bestaat de mogelijkheid van verbranding van de longweefsels (chemische longontsteking). Dit is een ernstige aandoening die medische behandeling vereist. RUBRIEK 12: Ecologische informatie 12.1. Toxiciteit Ecologie – algemeen : Verwacht wordt dat dit product een toxiciteit voor waterorganismen / l heeft van 110 mg/l en moet daarom worden beschouwd als gevaarlijk voor het milieu. Een ongecontroleerde lozing in het milieu kan een verontreiniging van verschillende milieucompartimenten (grond, ondergrond, oppervlaktewater, watervoerende lagen) veroorzaken. Hantering dient te geschieden met inachtneming van de gebruikelijke hygiënische voorzorgsmaatregelen om vervuiling en het ongewild vrijkomen in het milieu te voorkomen. Ecologie – lucht : Dit product heeft een lage dampspanning. Een significante blootstelling kan alleen gebeuren als het product wordt gebruikt bij hoge temperatuur, of in geval van sprays en nevels. Brandstoffen diesel - Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) LC50 vissen 1 1 - 10 mg/l (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. EC50 Daphnia 1 1 - 10 mg/l (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. ErC50 (algen) 1 - 10 mg/l (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. NOEC (acuut) ≥ 1 mg/l (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. NOEC (chronisch) 0,05 - 0,1 mg/l (Berekende data). Deze evaluatie is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) LC50 vissen 1 29/05/2014 ≥ 21 mg/l LL50, 96 h (NOEL = 10 mg/l) (Oncorhynchus mykiss, OECD 203) (Girling, Cann; 1996) NL (Nederlands) 15/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) EC50 Daphnia 1 ≥ 68 mg/l EL50, 48 h (NOEL = 46 mg/l) (OECD 202) (Girling, Cann; 1996) ErC50 (algen) = 22 mg/l EL50, 72 h (Pseudokirchneriella subcapitata, OECD 201) (SRC, 1994) NOEC (acuut) = 1 mg/l NOEL, 72 h (Raphidocelis subcapitata, OECD 201) (Girling et Cann, 1996) NOEC (chronisch) = 0,083 mg/l NOEL, 14 d (Oncorhynchus mykiss) (QSAR, Redman et al, CONCAWE, 2010) 12.2. Persistentie en afbreekbaarheid Brandstoffen diesel - Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) Persistentie en afbreekbaarheid De belangrijkste bestanddelen van het product moeten worden beschouwd als "potentieel biologisch afbreekbaar", maar niet "gemakkelijk biologisch afbreekbaar", en ze kunnen matig persistent zijn, met name in anaërobe omstandigheden. Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) Persistentie en afbreekbaarheid 12.3. De belangrijkste bestanddelen van het product moeten worden beschouwd als "potentieel biologisch afbreekbaar", maar niet "gemakkelijk biologisch afbreekbaar", en ze kunnen matig persistent zijn, met name in anaërobe omstandigheden. Bioaccumulatie Brandstoffen, diesel - Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) Log Pow Niet van toepassing Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) Log Pow 3,6 - 6 Bereik van de waarden voor de belangrijkste bestanddelen van gasolie (koolwaterstof categorieën). Bioaccumulatie Testmethoden voor dit eindpunt zijn niet van toepassing op UVCB stoffen. 12.4. Mobiliteit in de bodem Brandstoffen, diesel - Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) Ecologie – bodem Testmethoden voor dit eindpunt zijn niet van toepassing op UVCB stoffen. Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) Ecologie – bodem 12.5. Testmethoden voor dit eindpunt zijn niet van toepassing op UVCB stoffen. Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling Brandstoffen diesel - Gasolie (Gekleurd/Ongekleurd) (alle types) (N/A) Deze stof/mengsel voldoet niet aan de PBT-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. Deze stof/mengsel voldoet niet aan de vPvB-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. 29/05/2014 NL (Nederlands) 16/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd (68334-30-5) Deze stof/mengsel voldoet niet aan de PBT-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. Deze stof/mengsel voldoet niet aan de vPvB-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. 12.6. Andere schadelijke effecten Andere schadelijke effecten : Geen. Overige informatie : Dit product heeft geen specifieke eigenschappen voor remming van bacteriële activiteit. In elk geval, moet het afvalwater in installaties dat dit product bevat worden behandeld die voor het specifieke doel geschikt zijn. RUBRIEK 13: Instructies voor verwijdering 13.1. Afvalverwerkingsmethoden Afvalverwerkingsmethoden : Het product (nieuw of gebruikt) niet in het riool, tunnels, meren of waterlopen lozen. Afvoeren naar een erkende afvalverwerker. Aanbevelingen voor afvalwaterverwijdering : Breng geen industriële slib aan op natuurlijke grond. Slib moet worden verbrand, ingeperkt of teruggevorderd. Aanbevelingen voor verwijdering van afval : Europese Afvalcatalogus-code(s) (Beslissing 2001/119/CE): 13 07 01* ("stookolie en dieselolie"). 13 07 03* ("overige brandstoffen (inclusief mengsels)"). Deze EAC code is slechts een algemene aanwijzing. Het houdt rekening met de originele samenstelling van het product, en met zijn voorgenomen gebruik. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid om de aangewezen EAC code te kiezen, overwegend het gebruik van het product, wijzigingen en verontreiniging. Aanvullende informatie : Lege containers kunnen brandbare productresten bevatten. Lege containers of drums niet snijden, boren, branden of verbranden, tenzij zij zijn schoongemaakt, en veilig verklaard. Ecologie – afvalstoffen : Het product bevat geen gehalogeneerde substanties. RUBRIEK 14: Informatie met betrekking tot het vervoer Overeenkomstig de eisen van ADR / RID / ADNR / IMDG / ICAO / IATA 14.1. VN-nummer VN-nr 14.2. : 1202 Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN Juiste ladingnaam : STOOKOLIE, LICHT Omschrijving vervoerdocument : UN 1202 STOOKOLIE, LICHT, 3, III, (D/E) 14.3. Transportgevarenklasse(n) Klasse (VN) : 3 Gevaarsetiketten (VN) : 3 14.4. Verpakkingsgroep Verpakkingsgroep (VN) 29/05/2014 : III NL (Nederlands) 17/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 14.5. Milieugevaren Milieugevaarlijk : Overige informatie : Geen aanvullende informatie beschikbaar. 14.6. Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker Specifieke voorzorgsmaatregelen bij transport : Vermijd direct huidcontact met het product. Identificeer mogelijke zones waar indirect huidcontact mogelijk is. Draag handschoenen (conform EN374) als handcontact met de substantie waarschijnlijk is. Ruim besmetting/wat gemorst is onmiddellijk op. Spoel elke huidbesmetting onmiddellijk af. Zorg voor een basisopleiding voor de werknemers om de blootstellingen te voorkomen/minimaliseren en om eventuele huidproblemen te rapporteren. 14.6.1. Landtransport Gevaarnummer (Kemler-nr.) : 30 Classificeringscode : F1 Oranje identificatiebord : Code tunnelbeperking : D/E Beperkte hoeveelheden (ADR) : 5L Uitgezonderde hoeveelheden (ADR) : E1 EAC code : 3Y 14.6.2. Transport op open zee Beperkte hoeveelheden (IMDG) : 5L EmS nummer (1) : F-E, S-E 14.6.3. Luchttransport Instructie "cargo" (ICAO) : Pkg 310 - 220 L max Instructie "passenger" (ICAO) : Pkg 309 - 60 L max Instructie "passenger" - Beperkte hoeveelheden (ICAO) : Pkg Y309 - 10 L max 14.7. Vervoer in bulk overeenkomstig bijlage II bij MARPOL 73/78 en de IBC-code Niet van toepassing RUBRIEK 15: Regelgeving 15.1. Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel 15.1.1. EU-voorschriften Geen beperkingen overeenkomstig bijlage XVII van REACH Geen ingrediënten zijn opgenomen in de REACH-kandidaat-lijst (> 0,1 % m/m). 29/05/2014 NL (Nederlands) 18/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 Relevante EU-wetgeving : Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH). (et sequens). Verordening (EG) Nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (et sequens). Richtlijnen 89/931/CEE, 89/654/CEE, 89/655/CEE, 89/656/CEE, 90/269/CEE, 90/270/CEE, 90/394/CEE, 90/679/CEE, 93/88/CEE, 95/63/CE, 97/42/CE, 98/24/CE, 99/38/CE, 99/92/CE, 2001/45/CE, 2003/10/CE, 2003/18/CE (Gezondheid en veiligheid op de werkplek). Richtlijn 98/24/EG (bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk). Richtlijn 92/85/CE (tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie) Richtlijnen 96/82/CE en 2003/105/CE (Beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken). Dit product, voor zijn compositie of zijn kenmerken, voldoet aan de criteria, die zijn opgenomen in bijlage I. Wordt verwezen naar de richtlijn (of overeenkomstige nationale regelgeving) voor de aangesloten verplichtingen, afhankelijk van de hoeveelheid van het product dat aanwezig is in een specifieke site. Richtlijn 2004/42/CE (beperking van emissies van vluchtige organische stoffen) Etikettering volgens richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG VOC-gehalte : = 100 % EU, CH EURAL code (EAC) : 13 07 01*, 13 07 03* 15.1.2. Nationale voorschriften Waterbedreigingsklasse (WGK) (D) : 2 - waterbedreigend WGK opmerking : Classificatie volgens Verwaltungsvorschriftwassergefährdender Stoffe (VwVwS) van 27 juli 2005 Opslagklasse (LGK) (D) : LGK 3B - Brandbare vloeistoffen VbF klasse (D) : A - Vloeistoffen met een vlampunt van max 100°C die de eigenschappen betreffende de wateroplosbaarhedi van klasse B niet vertonen. Regionale wetgeving : Nationale invoering van EU-richtlijnen met betrekking tot de veiligheid en gezondheid op de werkplek. Nationale wetten voor classificatie en etikettering van gevaarlijke stoffen/preparaten (invoering van Richtlijnen 2001/59/CE, 2001/60/CE, 1999/45/CE en daaropvolgend technische voortgang). Nationale invoering van EUrichtlijnen inzake beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (96/82/CE - 2003/105/CE). Van toepassing zijnde nationale voorschriften tegen watervervuiling. Relevante nationale wetten inzake de bescherming van de gezondheid van werkneemsters tijdens de zwangerschap (Dir. 92/85/EEG). Nationale invoering van Richtlijnen 75/439/CEE - 87/101/CEE betreffende verwijdering van gebruikte olie. 15.2. Chemischeveiligheidsbeoordeling Een chemische veiligheidsbeoordeling is uitgevoerd. Een stofveiligheidsbeoordeling heeft voor de volgende stoffen in dit mengsel plaatsgevonden Brandstoffen, diesel - Gasolie, niet gespecifieerd 29/05/2014 NL (Nederlands) 19/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 RUBRIEK 16: Overige informatie Vermelding van wijzigingen : Aanpassing aan Verordening (CE) nr. 1907/2006 en nr. 453/2010. Gegevensbronnen : Dit Veiligheidsblad is gebaseerd op de echte kenmerken van de componenten en hun combinatie, rekening houdend met de informatie die door de leveranciers wordt verstrekt. Chemischeveiligheidsbeoordeling. Afkortingen en acroniemen : Volledige tekst van de H en R zinnen geciteerd in dit veiligheidsinformatieblad. Deze zinnen worden hier slechts ter informatie gerapporteerd, en komen mogelijk niet overeen met de indeling van het product. N/A = Niet van toepassing. N/D = Niet beschikbaar ACGIH = American Conference of Governmental Industrial Hygienists API = American Petroleum Institute CSR = Chemical Safety Report DNEL = Derived No Effect Level DMEL = Derived Minimum Effect Level EC50 = Effective Concentration, 50% EL50 = Effective Loading, 50 % EPA = Environmental Protection Agency IC50 = Inhibition Concentration, 50% LC50 = Lethal Concentration, 50% LD50 = Lethal Dose, 50% LL50 = Lethal Loading, 50% LOAEL = Low Observed Adverse Effects Level NOEL = No Observed Effects Level NOAEL = No Observed Adverse Effects Level OECD = Organization for Economic Cooperation and Development PNEC = Predicted No-Effect Concentration PBT = Persistent, Bioaccumulative, Toxic STOT = Single Target Organ Toxicity (STOT) RE = (Single Target Organ Toxicity) Repeated exposure (STOT) SE = (Single Target Organ Toxicity) Single exposure TLV®TWA = Threshold Limit Value® – Time-Weighted Average TLV®STEL = Threshold Limit Value® – Short Term Exposure Limit UVCB = Substance of Unknown or Variable composition, Complex reaction products or Biological materials vPvB = very Persistent, very Bioaccumulative WAF = Water Accommodated Fraction. Overige informatie : Gebruik het product niet voor die doeleinden die niet zijn geadviseerd door de fabrikant. In dat geval kan de gebruiker worden blootgesteld aan onvoorspelbare risico's. Volledige inhoud van de R-, H- en EUH-zinnen:: ------ Acute Tox. 4 (Inhalation: Acute toxiciteit (inhalatie:stofdeeltjes,nevel) Categorie 4 dust,mist) ------ Aquatic Chronic 2 Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, Categorie 2 ------ Asp. Tox. 1 Aspiratiegevaar, Categorie 1 ------ Carc. 2 Kankerverwekkendheid, Categorie 2 ------ Flam. Liq. 3 Ontvlambare vloeistoffen, Categorie 3 ------ Skin Irrit. 2 Huidcorrosie/-irritatie, Categorie 2 ------ STOT RE 2 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling, Categorie 2 ------ H226 Ontvlambare vloeistof en damp 29/05/2014 NL (Nederlands) 20/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 ------ H304 Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt ------ H315 Veroorzaakt huidirritatie ------ H332 Schadelijk bij inademing ------ H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker ------ H373 Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling ------ H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen ------ R20 Schadelijk bij inademing ------ R38 Irriterend voor de huid ------ R40 Beperkte aanwijzingen voor een carcinogeen effect ------ R51/53 Giftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. ------ R65 Schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken ------ N Milieugevaarlijk ------ Xi Irriterend ------ Xn Schadelijk. ------ ERC1 Vervaardiging van stoffen ------ ERC2 Formulering van preparaten ------ ERC3 Formulering in materialen ------ ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen ------ ERC5 Industrieel gebruik dat leidt tot opname in of op een matrix ------ ERC6a Industrieel gebruik dat resulteert in de vervaardiging van een andere stof (gebruik van tussenproducten) ------ ERC6b Industrieel gebruik van reactieve verwerkingshulpmiddelen ------ ERC6c Industrieel gebruik van monomeren voor de vervaardiging van thermoplasten ------ ERC6d Industrieel gebruik van procesregulatoren voor polymerisatieprocessen bij de productie van harsen, rubbers, polymeren ------ ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen ------ ERC9a Wijdverbreid gebruik (binnen) van stoffen in gesloten systemen ------ ERC9b Wijdverbreid gebruik (buiten) van stoffen in gesloten systemen ------ ESVOC SPERC 1.1b.v1 Distributie: Industrial (OP3) ------ ESVOC SPERC 2.2.v1 Formulering & (her)verpakking van de substanties en de mengsels: Industrial (SU10) ------ ESVOC SPERC 7.12a.v1 Gebruik als een brandstof: Industrial (SU3) ------ ESVOC SPERC 9.12b.v1 Gebruik als een brandstof: Professional (SU 22) ------ PC13 Brandstoffen ------ PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk ------ PROC14 Productie van preparaten* of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren ------ PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens ------ PROC16 Gebruik van materiaal als brandstof, er is geringe blootstelling aan niet-verbrande producten te ------ PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling ------ PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering) ------ PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling ------ PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of verwachten aanzienlijkcontact) ------ PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet- ------ PROC8b ------ PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen) ------ SU10 Formuleren [mengen] van preparaten en/of ompakken (geen legeringen) gespecialiseerde voorzieningen Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen 29/05/2014 NL (Nederlands) 21/22 GASOIL / DIESEL FUEL (Dyed/Undyed) (all types) Productcode: Veiligheidsinformatieblad Datum herziening: 27/09/2012 GASOLIO motore (Tutti i tipi) Volgens Verordening (EG) 1907/2006 (REACH) en Verordening (EG) 453/2010 Versie: 1.1 ------ SU21 Consumentengebruik: Particuliere huishoudens (= algemeen publiek = consumenten) ------ SU22 Professioneel gebruik: Publiek domein (administratie, onderwijs, amusement, dienstverlening, ambachtslieden) ------ SU3 Industrieel gebruik: Gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten* in een industriële omgeving SDS EU ( Annex II) GENERAL Deze informatie is gebaseerd op onze huidige kennis en is bedoeld om het product te beschrijven voor de toepassing van gezondheids-, veiligheids-en milieu-aspecten. Het mag dus niet worden opgevat als garantie voor gelijk welke specifieke eigenschap van het product. 29/05/2014 NL (Nederlands) 22/22 ENI SpA - Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Flam. Liquid 3: H226; Asp. Tox. 1: H304; Skin Irrit. 2: H315; Acute Tox 4: H332; Carc.2: H351; STOT Rep.Exp.2: H373; Aquatic Chronic 2: H411 Gasolie Xn; R20, Xi; R38, T; R40, Xn; R65, N; R51/53 INDEX ( # ) Titel ( 01 ) Distributie van de substantie Industrieel ( 02 ) Formulering & (her)verpakking van de substanties en de mengsels Industrieel ( 03 ) Brandstof Industrieel ( 04 ) Brandstof Professioneel ( 05 ) Brandstof Consument INDEX 1 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Flam. Liquid 3: H226; Asp. Tox. 1: H304; Skin Irrit. 2: H315; Acute Tox 4: H332; Carc.2: H351; STOT Rep.Exp.2: H373; Aquatic Chronic 2: H411 Gasolie Xn; R20, Xi; R38, T; R40, Xn; R65, N; R51/53 Blootstellingsscenario ( 1 ) Industrieel Distributie van de substantie Sectie 1: Blootstellingsscenario Titel Distributie van de substantie Gebruiksaanwijzing Gebruikssector(en) (SU) Procescategorie(ën) (PROC) Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) (ESVOC SpERC) 3 1, 2, 3, 4, 8a, 8b, 9, 15 1, 2, 3, 4, 5, 6a, 6b, 6c, 6d, 7 ESVOC SpERC 1.1b.v1 Omvat processen, taken, activiteiten Belading in bulk (inclusief zeeschip/binnenschip, treinwagon/vrachtwagen en IBC‐belading) van een substantie binnen gesloten of beheerste systemen, inclusief incidentele blootstellingen tijdens steekproefneming, opslag, lossen, onderhoud en verwante laboratoriumactiviteiten. Beoordelingsmethode Zie sectie 3 Sectie 2: Bedrijfsomstandigheden en risicobeheersingsmaatregelen Sectie 2.1: Beheersing van de werknemersblootstelling Fysische vorm van het product Vloeistof Dampdruk Vloeistof, dampspanning < 0,5 kPa bij STP Concentratie van de substantie in het product Omvat het percentage van de substantie in het product tot 100 % (tenzij anders vermeld) Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstellingen tot 8 uur (tenzij anders vermeld) Andere bedrijfsomstandigheden Veronderstelt het gebruik bij niet meer dan 20 °C boven de omgevingstemperatuur, tenzij anders die de blootstelling van de vermeld. Veronderstelt een goede beroepshygiëne werknemers beïnvloeden Hulpscenario's Algemene maatregelen van toepassing op alle activiteiten ES 01 Specifieke maatregelen voor Risk Management en bedrijfsomstandigheden Beheers alle mogelijke blootstellingen met behulp van maatregelen zoals beheerste of gesloten systemen, goed ontworpen en onderhouden faciliteiten en een goede algemene ventilatie. Maak de systemen leeg en de transferlijnen vrij vooraleer de insluiting wordt opgeheven. Maak de uitrusting leeg en spoel ze af, waar mogelijk, voor het onderhoud. Waar blootstelling mogelijk is: zorg ervoor dat de betreffende personeelsleden op de hoogte zijn van het soort blootstelling en zich bewust zijn van de basishandelingen die ze moeten uitvoeren om de blootstellingen te beperken; zorg ervoor dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn; ruim wat gemorst is op en verwijder het afval in overeenstemming met de voorschriften; controleer de doeltreffendheid van de beheersingsmaatregelen; overweeg de behoefte aan gezondheidstoezicht; identificeer en implementeer corrigerende acties. 2 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Algemene maatregelen (huidirriterende middelen) Vermijd direct huidcontact met het product. Identificeer mogelijke zones waar indirect huidcontact mogelijk is. Draag handschoenen (conform EN374) als handcontact met de substantie waarschijnlijk is. Ruim besmetting/wat gemorst is onmiddellijk op. Spoel elke huidbesmetting onmiddellijk af. Zorg voor een basisopleiding voor de werknemers om de blootstellingen te voorkomen/minimaliseren en om eventuele huidproblemen te rapporteren. Gewone blootstellingen (gesloten systemen) Behandel de substantie in een gesloten systeem Gewone blootstellingen (open systemen) Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Processteekproefneming Geen andere specifieke maatregelen geïdentificeerd Laboratoriumactiviteiten Geen andere specifieke maatregelen geïdentificeerd Bulk gesloten lading en lossing Behandel de substantie in een gesloten systeem. Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Bulk open lading en lossing Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Vullen van vaten en kleine recipiënten Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Reiniging en onderhoud van de uitrusting Laat het systeem leeglopen voor het openen of het onderhouden van de uitrusting . Draag handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën (conform EN374) in combinatie met een 'basis'personeelsopleiding. Opslag Sla de substantie op in een gesloten systeem Sectie 2.2: Beheersing van de milieublootstelling Producteigenschappen De substantie is een complex UVCB. Hoofdzakelijk waterafstotend. Gebruikte hoeveelheden Fractie van EU‐tonnage gebruikt in de regio: Tonnage regionaal gebruik (ton/jaar): Fractie van de lokaal gebruikte regionale tonnage: Jaarlijkse tonnage van de site (ton/jaar): Maximale dagelijkse tonnage van de plaats (kg/dag): Frequentie en duur van het gebruik Continue vrijlating. 0.1 2.8e5 0.002 5.6e4 1,90E+05 Emissiedagen (dagen/jaar): Omgevingsfactoren niet beïnvloed door Risk Management Lokale verdunningsfactor in zoet water: Lokale verdunningsfactor in zeewater: Andere bedrijfsgebruiksomstandigheden, die de blootstelling van het milieu beïnvloeden ES 01 3 / 18 300 10 100 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Vrijgekomen fractie in de lucht door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 1.0e‐3 Vrijgekomen fractie in het afvalwater door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 1.0e‐6 0.00001 Vrijgekomen fractie in de grond door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau (bron) om vrijkomen daarvan wordt voorkomen De praktijken verschillen van site tot site dus worden er voorzichtige ramingen gemaakt van de uitstoot. Onsite Technische condities en maatregelen om de lozing en luchtemissies te reduceren of te limiteren. Risico van milieublootstelling wordt veroorzaakt door de mens via indirecte blootstelling (hoofdzakelijk opname van voedsel). Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Geen afvalwaterzuivering vereist. Behandel de luchtuitstoot om een typisch bewerkingsrendement van (%) te voorzien: 90 Zuiver het interne afvalwater (voor de opname van het afvalwater) om het vereiste bewerkingsrendement van ≥ (%) te voorzien: 0 Indien er wordt afgevoerd naar een huishoudelijk afvalwaterzuiveringsstation, voorzie het vereiste interne afvalwaterbewerkingsrendement van ≥ (%): 0 Bedrijfsmaatregelen om uitstoot van de site te voorkomen/beperken Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Breng geen industriële slib aan op natuurlijke grond. Het slib moet worden verbrand, beheerst of gerecupereerd. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot het gemeentelijk afvalwaterzuiveringsstation Geschatte verwijdering van de substantie uit het afvalwater via de behandeling van huishoudelijk afvalwater (%): 94,1 Totale efficiëntie van de verwijdering uit het afvalwater na de interne en externe (zuiveringsstation 94,1 voor huishoudelijk afvalwater) risicobeheersingsmaatregelen (%): Maximaal toegelaten tonnage op de site (MSafe) op basis van de lozing na de verwijdering van de totale afvalwaterbehandeling (kg/d): 2,9e6 Veronderstelde stroom van het zuiveringsstation voor huishoudelijk afvalwater (m3/d): 2000 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe behandeling van het te verwijderen afval Externe behandeling en verwijdering van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe recuperatie van afval De externe recuperatie en recyclage van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Aanvullende informatie over de toewijzing van risicobeheersmaatregelen en operationele Voorwaarden: zie IUCLID dossier, sectie 13 Sectie 3: Schatting van de blootstelling 3.1 Gezondheid De ECETOC TRA‐methode werd gebruikt om de blootstellingen op de werkplek te analyseren, tenzij anders vermeld ES 01 4 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 3.2 Milieu De 'Hydrocarbon Block'‐methode werd gebruikt om de milieublootstelling te berekenen met het Petrorisk‐model. Sectie 4: Leidraad om de conformiteit met het blootstellingsscenario te controleren 4.1 Gezondheid Er wordt verwacht dat de voorspelde blootstellingen de DN(M)EL niet overschrijden wanneer de risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden beschreven in Sectie 2 worden geïmplementeerd Indien andere risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden worden toegepast, moeten de gebruikers garanderen dat de risico's in ten minste dezelfde mate worden beheerst. De beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk om een DNEL voor huidirritatie af te leiden. De beschikbare risicogegevens ondersteunen de nood aan een DNEL voor andere gezondheidsgevolgen niet. De risicobeheersingsmaatregelen zijn gebaseerd op een kwalitatieve kenschetsing van de risico's. 4.2 Milieu De begeleidende informatie is gebaseerd op veronderstelde operationele omstandigheden, die eventueel niet op alle sites van toepassing zijn; bijgevolg kan verschaling nodig zijn om de juiste sitespecifieke risicobeheersingsmaatregelen te bepalen. Het vereiste bewerkingsrendement voor afvalwater kan worden bereikt met interne/externe technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Het vereiste bewerkingsrendement voor lucht kan worden bereikt met interne technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Meer details over de verschaling en de controletechnologieën staan in de SpERC‐informatiefolder (http://cefic.org/en/reach‐for‐ industries‐libraries.html). ES 01 5 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Flam. Liquid 3: H226; Asp. Tox. 1: H304; Skin Irrit. 2: H315; Acute Tox 4: H332; Carc.2: H351; STOT Rep.Exp.2: H373; Aquatic Chronic 2: H411 Gasolie Xn; R20, Xi; R38, T; R40, Xn; R65, N; R51/53 Blootstellingsscenario ( 2 ) Formulering & (her)verpakking van de substanties en de mengsels Industrieel Sectie 1: Blootstellingsscenario Titel Formulering & (her)verpakking van de substanties en de mengsels #RIF! Gebruikssector(en) (SU) 3, 10 Procescategorie(ën) (PROC) 1, 2, 3, 4. 5, 8a, 8b, 9, 14, 15 Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) 2 Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) (ESVOC SpERC) ESVOC SpERC 2.2.v1 Omvat processen, taken, activiteiten Formulering, verpakken en opnieuw verpakken van de substantie en haar mengsels in batch‐ of voortdurende activiteiten, inclusief de opslag, de materiaaltransfers, het mengen, het samenpersen tot tabletten, het samendrukken, het pelletiseren, de extrusie, grote en kleine verpakkingen, de steekproefneming, het onderhoud en verwante laboratoriumactiviteiten Beoordelingsmethode Zie sectie 3 Sectie 2: Bedrijfsomstandigheden en risicobeheersingsmaatregelen Sectie 2.1: Beheersing van de werknemersblootstelling Fysische vorm van het product Vloeistof Dampdruk Vloeistof, dampspanning < 0,5 kPa bij STP Concentratie van de substantie in het product Omvat het percentage van de substantie in het product tot 100 % (tenzij anders vermeld) Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstellingen tot 8 uur (tenzij anders vermeld) Andere bedrijfsomstandigheden Veronderstelt het gebruik bij niet meer dan 20 °C boven de omgevingstemperatuur, tenzij anders vermeld. Veronderstelt een goede beroepshygiëne die de blootstelling van de werknemers beïnvloeden Hulpscenario's Algemene maatregelen van toepassing op alle activiteiten ES 02 Specifieke maatregelen voor Risk Management en bedrijfsomstandigheden Beheers alle mogelijke blootstellingen met behulp van maatregelen zoals beheerste of gesloten systemen, goed ontworpen en onderhouden faciliteiten en een goede algemene ventilatie. Maak de systemen leeg en de transferlijnen vrij vooraleer de insluiting wordt opgeheven. Maak de uitrusting leeg en spoel ze af, waar mogelijk, voor het onderhoud. Waar blootstelling mogelijk is: zorg ervoor dat de betreffende personeelsleden op de hoogte zijn van het soort blootstelling en zich bewust zijn van de basishandelingen die ze moeten uitvoeren om de blootstellingen te beperken; zorg ervoor dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn; ruim wat gemorst is op en verwijder het afval in overeenstemming met de voorschriften; controleer de doeltreffendheid van de beheersingsmaatregelen; overweeg de behoefte aan gezondheidstoezicht; identificeer en implementeer corrigerende acties. 6 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Algemene maatregelen (huidirriterende middelen) Vermijd direct huidcontact met het product. Identificeer mogelijke zones waar indirect huidcontact mogelijk is. Draag handschoenen (conform EN374) als handcontact met de substantie waarschijnlijk is. Ruim besmetting/wat gemorst is onmiddellijk op. Spoel elke huidbesmetting onmiddellijk af. Zorg voor een basisopleiding voor de werknemers om de blootstellingen te voorkomen/minimaliseren en om eventuele huidproblemen te rapporteren. Gewone blootstellingen (gesloten systemen) Behandel de substantie in een gesloten systeem Gewone blootstellingen (open systemen) Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Processteekproefneming Geen andere specifieke maatregelen geïdentificeerd Vat‐/batchtransfers Gebruik trommelpompen of giet voorzichtig uit de houder. Draag handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën (conform EN374) in combinatie met een 'basis'personeelsopleiding. Bulktransporten Behandel de substantie in een gesloten systeem. Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Mengactiviteiten (open systemen) Voorzie afzuigventilatie op punten waar er emissies zijn. Draag handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën (conform EN374) in combinatie met een 'basis'personeelsopleiding. Productie of voorbereiding van Draag geschikte handschoenen (conform EN374). artikelen door het samenpersen tot tabletten, het samendrukken, het spuiten of het pelletiseren Vullen van vaten en kleine recipiënten Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Laboratoriumactiviteiten Geen andere specifieke maatregelen geïdentificeerd Reiniging en onderhoud van de uitrusting Laat het systeem leeglopen voor het openen of het onderhouden van de uitrusting . Draag handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën (conform EN374) in combinatie met een 'basis'personeelsopleiding. Opslag Sla de substantie op in een gesloten systeem Sectie 2.2: Beheersing van de milieublootstelling Producteigenschappen De substantie is een complex UVCB. Hoofdzakelijk waterafstotend. Gebruikte hoeveelheden Fractie van EU‐tonnage gebruikt in de regio: Tonnage regionaal gebruik (ton/jaar): Fractie van de lokaal gebruikte regionale tonnage: Jaarlijkse tonnage van de site (ton/jaar): Maximale dagelijkse tonnage van de plaats (kg/dag): Frequentie en duur van het gebruik Continue vrijlating. 0.1 2.8e7 0.0011 3.0e4 1.0e5 Emissiedagen (dagen/jaar): Omgevingsfactoren niet beïnvloed door Risk Management Lokale verdunningsfactor in zoet water: Lokale verdunningsfactor in zeewater: Andere bedrijfsgebruiksomstandigheden, die de blootstelling van het milieu beïnvloeden ES 02 7 / 18 300 10 100 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Vrijgekomen fractie in de lucht door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 0.01 Vrijgekomen fractie in het afvalwater door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 2.0e‐5 Vrijgekomen fractie in de grond door het proces (initiële afgifte voor de 0.0001 risicobeheersingsmaatregelen): Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau (bron) om vrijkomen daarvan wordt voorkomen De praktijken verschillen van site tot site dus worden er voorzichtige ramingen gemaakt van de uitstoot. Onsite Technische condities en maatregelen om de lozing en luchtemissies te reduceren of te limiteren. Risico van milieublootstelling wordt veroorzaakt door het compartiment afzetting van zoet water. Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Indien het water afgevoerd wordt naar een huishoudelijk afvalwaterzuiveringsstation, moet het afvalwater niet intern worden gezuiverd. Behandel de luchtuitstoot om een typisch bewerkingsrendement van (%) te voorzien: 0.0 Zuiver het interne afvalwater (voor de opname van het afvalwater) om het vereiste bewerkingsrendement van ≥ (%) te voorzien: Indien er wordt afgevoerd naar een huishoudelijk afvalwaterzuiveringsstation, voorzie het vereiste interne afvalwaterbewerkingsrendement van ≥ (%): 59,9 0 Bedrijfsmaatregelen om uitstoot van de site te voorkomen/beperken Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Breng geen industriële slib aan op natuurlijke grond. Het slib moet worden verbrand, beheerst of gerecupereerd. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot het gemeentelijk afvalwaterzuiveringsstation Geschatte verwijdering van de substantie uit het afvalwater via de behandeling van huishoudelijk afvalwater (%): 94,1 Totale efficiëntie van de verwijdering uit het afvalwater na de interne en externe (zuiveringsstation 94,1 voor huishoudelijk afvalwater) risicobeheersingsmaatregelen (%): Maximaal toegelaten tonnage op de site (MSafe) op basis van de lozing na de verwijdering van de totale afvalwaterbehandeling (kg/d): 6,8e5 Veronderstelde stroom van het zuiveringsstation voor huishoudelijk afvalwater (m3/d): 2000 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe behandeling van het te verwijderen afval Externe behandeling en verwijdering van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe recuperatie van afval De externe recuperatie en recyclage van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Aanvullende informatie over de toewijzing van risicobeheersmaatregelen en operationele Voorwaarden: zie IUCLID dossier, sectie 13 Sectie 3: Schatting van de blootstelling 3.1 Gezondheid De ECETOC TRA‐methode werd gebruikt om de blootstellingen op de werkplek te analyseren, tenzij anders vermeld 3.2 Milieu De 'Hydrocarbon Block'‐methode werd gebruikt om de milieublootstelling te berekenen met het Petrorisk‐model. ES 02 8 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Sectie 4: Leidraad om de conformiteit met het blootstellingsscenario te controleren 4.1 Gezondheid Er wordt verwacht dat de voorspelde blootstellingen de DN(M)EL niet overschrijden wanneer de risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden beschreven in Sectie 2 worden geïmplementeerd Indien andere risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden worden toegepast, moeten de gebruikers garanderen dat de risico's in ten minste dezelfde mate worden beheerst. De beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk om een DNEL voor huidirritatie af te leiden. De beschikbare risicogegevens ondersteunen de nood aan een DNEL voor andere gezondheidsgevolgen niet. De risicobeheersingsmaatregelen zijn gebaseerd op een kwalitatieve kenschetsing van de risico's. 4.2 Milieu De begeleidende informatie is gebaseerd op veronderstelde operationele omstandigheden, die eventueel niet op alle sites van toepassing zijn; bijgevolg kan verschaling nodig zijn om de juiste sitespecifieke risicobeheersingsmaatregelen te bepalen. Het vereiste bewerkingsrendement voor afvalwater kan worden bereikt met interne/externe technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Het vereiste bewerkingsrendement voor lucht kan worden bereikt met interne technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Meer details over de verschaling en de controletechnologieën staan in de SpERC‐informatiefolder (http://cefic.org/en/reach‐for‐ industries‐libraries.html). ES 02 9 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Flam. Liquid 3: H226; Asp. Tox. 1: H304; Skin Irrit. 2: H315; Acute Tox 4: H332; Carc.2: H351; STOT Rep.Exp.2: H373; Aquatic Chronic 2: H411 Gasolie Xn; R20, Xi; R38, T; R40, Xn; R65, N; R51/53 Blootstellingsscenario ( 3 ) Industrieel Gebruik als een brandstof Sectie 1: Blootstellingsscenario Titel Gebruik als een brandstof Gebruiksaanwijzing Gebruikssector(en) (SU) Procescategorie(ën) (PROC) Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) (ESVOC SpERC) 3 1, 2, 3, 8a, 8b, 16 7 ESVOC SpERC7,12a.v1 Omvat processen, taken, activiteiten Omvat het gebruik als een brandstof (of een brandstofadditief) en bevat activiteiten in verband met het transport, het gebruik, het onderhoud van de uitrusting en de afvalbehandeling. Beoordelingsmethode Zie sectie 3 Sectie 2: Bedrijfsomstandigheden en risicobeheersingsmaatregelen Sectie 2.1: Beheersing van de werknemersblootstelling Fysische vorm van het product Vloeistof Dampdruk Vloeistof, dampspanning < 0,5 kPa bij STP Concentratie van de substantie Omvat het percentage van de substantie in het product tot 100 % (tenzij anders vermeld) in het product Frequentie en duur van het gebruik Omvat de blootstelling van (uren/geval): 8. Andere bedrijfsomstandigheden Veronderstelt het gebruik bij niet meer dan 20 °C boven de omgevingstemperatuur, tenzij anders vermeld Veronderstelt een goede beroepshygiëne die de blootstelling van de werknemers beïnvloeden Hulpscenario's Algemene maatregelen van toepassing op alle activiteiten ES 03 Specifieke maatregelen voor Risk Management en bedrijfsomstandigheden Beheers alle mogelijke blootstellingen met behulp van maatregelen zoals beheerste of gesloten systemen, goed ontworpen en onderhouden faciliteiten en een goede algemene ventilatie. Maak de systemen leeg en de transferlijnen vrij vooraleer de insluiting wordt opgeheven. Maak de uitrusting leeg en spoel ze af, waar mogelijk, voor het onderhoud. Waar blootstelling mogelijk is: zorg ervoor dat de betreffende personeelsleden op de hoogte zijn van het soort blootstelling en zich bewust zijn van de basishandelingen die ze moeten uitvoeren om de blootstellingen te beperken; zorg ervoor dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn; ruim wat gemorst is op en verwijder het afval in overeenstemming met de voorschriften; controleer de doeltreffendheid van de beheersingsmaatregelen; overweeg de behoefte aan gezondheidstoezicht; identificeer en implementeer corrigerende acties. 10 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Algemene maatregelen (huidirriterende middelen) Vermijd direct huidcontact met het product. Identificeer mogelijke zones waar indirect huidcontact mogelijk is. Draag handschoenen (conform EN374) als handcontact met de substantie waarschijnlijk is. Ruim besmetting/wat gemorst is onmiddellijk op. Spoel elke huidbesmetting onmiddellijk af. Zorg voor een basisopleiding voor de werknemers om de blootstellingen te voorkomen/minimaliseren en om eventuele huidproblemen te rapporteren. Bulktransporten Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Vat‐/batchtransfers Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Gebruik als een brandstof (gesloten systemen) Geen andere specifieke maatregelen geïdentificeerd Reiniging en onderhoud van de Laat het systeem leeglopen voor het openen of het onderhouden van de uitrusting . Draag handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën (conform EN374) in combinatie met een uitrusting 'basis'personeelsopleiding. Opslag Sla de substantie op in een gesloten systeem Sectie 2.2: Beheersing van de milieublootstelling Producteigenschappen De substantie is een complex UVCB. Hoofdzakelijk waterafstotend. Gebruikte hoeveelheden Fractie van EU‐tonnage gebruikt in de regio: Tonnage regionaal gebruik (ton/jaar): Fractie van de lokaal gebruikte regionale tonnage: Jaarlijkse tonnage van de site (ton/jaar): Maximale dagelijkse tonnage van de plaats (kg/dag): Frequentie en duur van het gebruik Continue vrijlating. 0.1 4.5e5 0,34 1.5e6 5,0e6 Emissiedagen (dagen/jaar): Omgevingsfactoren niet beïnvloed door Risk Management Lokale verdunningsfactor in zoet water: Lokale verdunningsfactor in zeewater: Andere bedrijfsgebruiksomstandigheden, die de blootstelling van het milieu beïnvloeden 300 Vrijgekomen fractie in de lucht door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 5.0e3 Vrijgekomen fractie in het afvalwater door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 0.00001 Vrijgekomen fractie in de grond door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 0 10 100 Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau (bron) om vrijkomen daarvan wordt voorkomen De praktijken verschillen van site tot site dus worden er voorzichtige ramingen gemaakt van de uitstoot. Onsite Technische condities en maatregelen om de lozing en luchtemissies te reduceren of te limiteren. Risico van milieublootstelling wordt veroorzaakt door het compartiment afzetting van zoet water. Indien het water afgevoerd wordt naar een huishoudelijk afvalwaterzuiveringsstation, moet het afvalwater niet intern worden gezuiverd. ES 03 Behandel de luchtuitstoot om een typisch bewerkingsrendement van (%) te voorzien: 95 Zuiver het interne afvalwater (voor de opname van het afvalwater) om het vereiste bewerkingsrendement van ≥ (%) te voorzien: 97,7 11 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Indien er wordt afgevoerd naar een huishoudelijk afvalwaterzuiveringsstation, voorzie het vereiste interne afvalwaterbewerkingsrendement van ≥ (%): 60,4 Bedrijfsmaatregelen om uitstoot van de site te voorkomen/beperken Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Breng geen industriële slib aan op natuurlijke grond. Het slib moet worden verbrand, beheerst of gerecupereerd. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot het gemeentelijk afvalwaterzuiveringsstation Geschatte verwijdering van de substantie uit het afvalwater via de behandeling van huishoudelijk afvalwater (%): 94.7 Totale efficiëntie van de verwijdering uit het afvalwater na de interne en externe (zuiveringsstation 97.7 voor huishoudelijk afvalwater) risicobeheersingsmaatregelen (%): Maximaal toegelaten tonnage op de site (MSafe) op basis van de lozing na de verwijdering van de totale afvalwaterbehandeling (kg/d): 5.0e6 Veronderstelde stroom van het zuiveringsstation voor huishoudelijk afvalwater (m3/d): 2000 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe behandeling van het te verwijderen afval Verbrandingsemissies beperkt door de vereiste uitlaatgasbeheersingsmaatregelen.. Verbrandingsemissies opgenomen in de regionale impactanalyse. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe recuperatie van afval De externe recuperatie en recyclage van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Aanvullende informatie over de toewijzing van risicobeheersmaatregelen en operationele Voorwaarden: zie IUCLID dossier, sectie 13 Sectie 3: Schatting van de blootstelling 3.1 Gezondheid De ECETOC TRA‐methode werd gebruikt om de blootstellingen op de werkplek te analyseren, tenzij anders vermeld 3.2 Milieu De 'Hydrocarbon Block'‐methode werd gebruikt om de milieublootstelling te berekenen met het Petrorisk‐model. Sectie 4: 4.1 Gezondheid Er wordt verwacht dat de voorspelde blootstellingen de DN(M)EL niet overschrijden wanneer de risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden beschreven in Sectie 2 worden geïmplementeerd Indien andere risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden worden toegepast, moeten de gebruikers garanderen dat de risico's in ten minste dezelfde mate worden beheerst. De beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk om een DNEL voor huidirritatie af te leiden. De beschikbare risicogegevens ondersteunen de nood aan een DNEL voor andere gezondheidsgevolgen niet. De risicobeheersingsmaatregelen zijn gebaseerd op een kwalitatieve kenschetsing van de risico's. 4.2 Milieu De begeleidende informatie is gebaseerd op veronderstelde operationele omstandigheden, die eventueel niet op alle sites van toepassing zijn; bijgevolg kan verschaling nodig zijn om de juiste sitespecifieke risicobeheersingsmaatregelen te bepalen. Het vereiste bewerkingsrendement voor afvalwater kan worden bereikt met interne/externe technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Het vereiste bewerkingsrendement voor lucht kan worden bereikt met interne technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Meer details over de verschaling en de controletechnologieën staan in de SpERC‐informatiefolder (http://cefic.org/en/reach‐for‐ industries‐libraries.html). ES 03 12 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Flam. Liquid 3: H226; Asp. Tox. 1: H304; Skin Irrit. 2: H315; Acute Tox 4: H332; Carc.2: H351; STOT Rep.Exp.2: H373; Aquatic Chronic 2: H411 Gasolie Xn; R20, Xi; R38, T; R40, Xn; R65, N; R51/53 Blootstellingsscenario ( 4 ) Professioneel Gebruik als een brandstof Sectie 1: Blootstellingsscenario Titel Gebruik als een brandstof Gebruiksaanwijzing Gebruikssector(en) (SU) 22 Procescategorie(ën) (PROC) 1, 2, 3, 8a, 8b, 16 Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) 9a, 9b Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) (ESVOC SpERC) ESVOC SpERC 9.12b.v1 Omvat processen, taken, activiteiten Omvat het gebruik als een brandstof (of een brandstofadditief) en bevat activiteiten in verband met het transport, het gebruik, het onderhoud van de uitrusting en de afvalbehandeling. Beoordelingsmethode Zie sectie 3 Sectie 2: Bedrijfsomstandigheden en risicobeheersingsmaatregelen Sectie 2.1: Beheersing van de werknemersblootstelling Fysische vorm van het product Vloeistof Dampdruk Vloeistof, dampspanning 0,5 ‐ 10 kPa bij STP Concentratie van de substantie Omvat het percentage van de substantie in het product tot 100 % (tenzij anders vermeld) in het product Frequentie en duur van het gebruik Omvat de blootstelling van (uren/geval): 8. Andere Veronderstelt het gebruik bij niet meer dan 20 °C boven de omgevingstemperatuur, tenzij anders bedrijfsomstandigheden die de vermeld Veronderstelt een goede beroepshygiëne blootstelling van de werknemers beïnvloeden Hulpscenario's Algemene maatregelen van toepassing op alle activiteiten Specifieke maatregelen voor Risk Management en bedrijfsomstandigheden Beheers alle mogelijke blootstellingen met behulp van maatregelen zoals beheerste of gesloten systemen, goed ontworpen en onderhouden faciliteiten en een goede algemene ventilatie. Maak de systemen leeg en de transferlijnen vrij vooraleer de insluiting wordt opgeheven. Maak de uitrusting leeg en spoel ze af, waar mogelijk, voor het onderhoud. Waar blootstelling mogelijk is: zorg ervoor dat de betreffende personeelsleden op de hoogte zijn van het soort blootstelling en zich bewust zijn van de basishandelingen die ze moeten uitvoeren om de blootstellingen te beperken; zorg ervoor dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn; ruim wat gemorst is op en verwijder het afval in overeenstemming met de voorschriften; controleer de doeltreffendheid van de beheersingsmaatregelen; overweeg de behoefte aan gezondheidstoezicht; identificeer en implementeer corrigerende acties. ES 04 13 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Algemene maatregelen (huidirriterende middelen) Vermijd direct huidcontact met het product. Identificeer mogelijke zones waar indirect huidcontact mogelijk is. Draag handschoenen (conform EN374) als handcontact met de substantie waarschijnlijk is. Ruim besmetting/wat gemorst is onmiddellijk op. Spoel elke huidbesmetting onmiddellijk af. Zorg voor een basisopleiding voor de werknemers om de blootstellingen te voorkomen/minimaliseren en om eventuele huidproblemen te rapporteren. Bulktransporten Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Vat‐/batchtransfers Gebruik trommelpompen of giet voorzichtig uit de houder. Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Bijtanken Draag geschikte handschoenen (conform EN374). Gebruik als een brandstof (gesloten systemen) Zorg voor een goede algemene ventilatie (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur) , of: Zorg ervoor dat de activiteit buiten wordt uitgevoerd Reiniging en onderhoud van de Laat het systeem leeglopen voor het openen of het onderhouden van de uitrusting . Draag handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën (conform EN374) in combinatie met een uitrusting 'basis'personeelsopleiding. Opslag Sla de substantie op in een gesloten systeem Sectie 2.2: Beheersing van de milieublootstelling Producteigenschappen De substantie is een complex UVCB. Hoofdzakelijk waterafstotend. Gebruikte hoeveelheden Fractie van EU‐tonnage gebruikt in de regio: Tonnage regionaal gebruik (ton/jaar): Fractie van de lokaal gebruikte regionale tonnage: Jaarlijkse tonnage van de site (ton/jaar): Maximale dagelijkse tonnage van de plaats (kg/dag): Frequentie en duur van het gebruik Continue vrijlating. 0.1 6.7e6 5.0e‐4 3.3e3 9.2e3 Emissiedagen (dagen/jaar): Omgevingsfactoren niet beïnvloed door Risk Management Lokale verdunningsfactor in zoet water: Lokale verdunningsfactor in zeewater: Andere bedrijfsgebruiksomstandigheden, die de blootstelling van het milieu beïnvloeden 365 Vrijgekomen fractie in de lucht door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): Vrijgekomen fractie in het afvalwater door het proces (initiële afgifte voor de risicobeheersingsmaatregelen): 1.0e‐4 10 100 0.00001 Vrijgekomen fractie in de grond door het proces (initiële afgifte voor de 0.00001 risicobeheersingsmaatregelen): Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau (bron) om vrijkomen daarvan wordt voorkomen De praktijken verschillen van site tot site dus worden er voorzichtige ramingen gemaakt van de uitstoot. Onsite Technische condities en maatregelen om de lozing en luchtemissies te reduceren of te limiteren. Risico van milieublootstelling wordt veroorzaakt door de mens via indirecte blootstelling (hoofdzakelijk opname van voedsel). Geen afvalwaterzuivering vereist. Behandel de luchtuitstoot om een typisch bewerkingsrendement van (%) te voorzien: N/A Zuiver het interne afvalwater (voor de opname van het afvalwater) om het vereiste bewerkingsrendement van ≥ (%) te voorzien: 0 ES 04 14 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Indien er wordt afgevoerd naar een huishoudelijk afvalwaterzuiveringsstation, voorzie het vereiste interne afvalwaterbewerkingsrendement van ≥ (%): 0 Bedrijfsmaatregelen om uitstoot van de site te voorkomen/beperken Voorkom de lozing van een onopgeloste substantie naar of recupereer uit intern afvalwater. Breng geen industriële slib aan op natuurlijke grond. Het slib moet worden verbrand, beheerst of gerecupereerd. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot het gemeentelijk afvalwaterzuiveringsstation Geschatte verwijdering van de substantie uit het afvalwater via de behandeling van huishoudelijk 94.1 afvalwater (%): Totale efficiëntie van de verwijdering uit het afvalwater na de interne en externe 94.1 (zuiveringsstation voor huishoudelijk afvalwater) risicobeheersingsmaatregelen (%): Maximaal toegelaten tonnage op de site (MSafe) op basis van de lozing na de verwijdering van de 1.4e5 totale afvalwaterbehandeling (kg/d): Veronderstelde stroom van het zuiveringsstation voor huishoudelijk afvalwater (m3/d): 2000 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe behandeling van het te verwijderen afval Verbrandingsemissies beperkt door de vereiste uitlaatgasbeheersingsmaatregelen. Verbrandingsemissies opgenomen in de regionale impactanalyse. Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe recuperatie van afval De externe recuperatie en recyclage van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Aanvullende informatie over de toewijzing van risicobeheersmaatregelen en operationele Voorwaarden: zie IUCLID dossier, sectie 13 Sectie 3: Schatting van de blootstelling 3.1 Gezondheid De ECETOC TRA‐methode werd gebruikt om de blootstellingen op de werkplek te analyseren, tenzij anders vermeld 3.2 Milieu De 'Hydrocarbon Block'‐methode werd gebruikt om de milieublootstelling te berekenen met het Petrorisk‐model. Sectie 4: 4.1 Gezondheid Er wordt verwacht dat de voorspelde blootstellingen de DN(M)EL niet overschrijden wanneer de risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden beschreven in Sectie 2 worden geïmplementeerd Indien andere risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden worden toegepast, moeten de gebruikers garanderen dat de risico's in ten minste dezelfde mate worden beheerst. De beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk om een DNEL voor huidirritatie af te leiden. De beschikbare risicogegevens ondersteunen de nood aan een DNEL voor andere gezondheidsgevolgen niet. De risicobeheersingsmaatregelen zijn gebaseerd op een kwalitatieve kenschetsing van de risico's. 4.2 Milieu De begeleidende informatie is gebaseerd op veronderstelde operationele omstandigheden, die eventueel niet op alle sites van toepassing zijn; bijgevolg kan verschaling nodig zijn om de juiste sitespecifieke risicobeheersingsmaatregelen te bepalen. Het vereiste bewerkingsrendement voor afvalwater kan worden bereikt met interne/externe technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Het vereiste bewerkingsrendement voor lucht kan worden bereikt met interne technologieën, hetzij alleen of gecombineerd. Meer details over de verschaling en de controletechnologieën staan in de SpERC‐informatiefolder (http://cefic.org/en/reach‐for‐ industries‐libraries.html). ES 04 15 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Flam. Liquid 3: H226; Asp. Tox. 1: H304; Skin Irrit. 2: H315; Acute Tox 4: H332; Carc.2: H351; STOT Rep.Exp.2: H373; Aquatic Chronic 2: H411 Gasolie Xn; R20, Xi; R38, T; R40, Xn; R65, N; R51/53 Blootstellingsscenario ( 5 ) Consument Gebruik als een brandstof Sectie 1: Blootstellingsscenario Titel Gebruik als een brandstof Gebruiksaanwijzing Gebruikssector(en) (SU) Procescategorie(ën) (PROC) Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) Categorie(ën) voor de uitstoot in het milieu (ERC) (ESVOC SpERC) 21 13 9a, 9b ESVOC SpERC 9.12c.v1 Omvat processen, taken, activiteiten Omvat het consumentengebruik in vloeibare brandstoffen Beoordelingsmethode Zie sectie 3 Sectie 2: Bedrijfsomstandigheden en risicobeheersingsmaatregelen Sectie 2.1: Beheersing van de werknemersblootstelling Fysische vorm van het product Vloeistof Dampdruk Vloeistof, dampspanning 0,5 ‐ 10 kPa bij STP Concentratie van de substantie in het product Omvat het percentage van de substantie in het product tot 100 % (tenzij anders vermeld) Gebruikte hoeveelheden Tenzij anders vermeld: Voor elk gebruik, omvat het gebruik van hoeveelheden tot (g): 50000; Omvat de huidcontactzone tot (cm2): 420,0. Frequentie en duur van het gebruik Tenzij anders vermeld: Omvat het gebruik tot (aantal keren/dag van gebruik): 0,143; Omvat de blootstelling van (uren/geval): 2. Andere bedrijfsomstandigheden Tenzij anders vermeld: Omvat het gebruik bij omgevingstemperaturen.; Omvat het gebruik in een kamer van (m3): 20; Omvat het gebruik bij een typische huisventilatie. die de blootstelling van de werknemers beïnvloeden Productcategorie(ën) (PC) Product(sub)categorie(ën): Vloeistof: bijtanken van motorvoertuigen Specifieke maatregelen voor Risk Management en bedrijfsomstandigheden OC: Tenzij anders vermeld: Omvat concentraties tot (%): 100; Omvat het gebruik tot (dagen/jaar): 52; Omvat het gebruik tot (aantal keren/dag van gebruik): 1; Omvat de huidcontactzone tot (cm2): 210; Voor elk gebruik, omvat het gebruik van hoeveelheden tot (g): 37500; Omvat het gebruik buiten.; Omvat het gebruik in een kamer van (m3): 100; Omvat de blootstelling van (uren/geval): 0,05 RMM: Geen specifieke risicobeheersingsmaatregelen geïdentificeerd buiten de genoemde operationele omstandigheden. ES 05 16 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing Product(sub)categorie(ën): Vloeistof: tuingereedschap ‐ gebruik 01 / 12 / 2010 OC: Tenzij anders vermeld: Omvat concentraties tot (%): 100; Omvat het gebruik tot (dagen/jaar): 26; Omvat het gebruik tot (aantal keren/dag van gebruik): 1; Voor elk gebruik, omvat het gebruik van hoeveelheden tot (g): 750; Omvat het gebruik buiten.; Omvat het gebruik in een kamer van (m3): 100; Omvat de blootstelling van (uren/geval): 2,00 RMM: Geen specifieke risicobeheersingsmaatregelen geïdentificeerd buiten de genoemde operationele omstandigheden. Product(sub)categorie(ën): Vloeistof: tuingereedschap ‐ bijtanken OC: Tenzij anders vermeld: Omvat concentraties tot (%): 100; Omvat het gebruik tot (dagen/jaar): 26; Omvat het gebruik tot (aantal keren/dag van gebruik): 1; Omvat de huidcontactzone tot (cm2): 420; Voor elk gebruik, omvat het gebruik van hoeveelheden tot (g): 750; Omvat het gebruik in een garage voor één wagen (34 m3) met een typische ventilatie.; Omvat het gebruik in een kamer van (m3): 34; Omvat de blootstelling van (uren/geval): 0,03 RMM: Geen specifieke risicobeheersingsmaatregelen geïdentificeerd buiten de genoemde operationele omstandigheden. Sectie 2.2: Beheersing van de milieublootstelling Producteigenschappen De substantie is een complex UVCB. Hoofdzakelijk waterafstotend. Gebruikte hoeveelheden Fractie van EU‐tonnage gebruikt in de regio: Tonnage regionaal gebruik (ton/jaar): Fractie van de lokaal gebruikte regionale tonnage: Jaarlijkse tonnage van de site (ton/jaar): Maximale dagelijkse tonnage van de plaats (kg/dag): Frequentie en duur van het gebruik Continue vrijlating. 0.1 1,6e7 5.0e‐4 8,2e3 2.3e4 Emissiedagen (dagen/jaar): Omgevingsfactoren niet beïnvloed door Risk Management Lokale verdunningsfactor in zoet water: Lokale verdunningsfactor in zeewater: Andere bedrijfsgebruiksomstandigheden, die de blootstelling van het milieu beïnvloeden 365 10 100 Risico van milieublootstelling wordt veroorzaakt door de mens via indirecte blootstelling (hoofdzakelijk opname van voedsel). Vrijgekomen fractie in de lucht door een wijdverspreid gebruik (enkel regionaal): 1,0e‐4 Vrijgekomen fractie in het afvalwater door een wijdverspreid gebruik: 0.00001 Vrijgekomen fractie in de grond door een wijdverspreid gebruik (enkel regionaal): 0.00001 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot het gemeentelijk afvalwaterzuiveringsstation Geschatte verwijdering van de substantie uit het afvalwater via de behandeling van huishoudelijk afvalwater (%): 94,1 Maximaal toegelaten tonnage op de site (MSafe) op basis van de lozing na de verwijdering van de totale afvalwaterbehandeling (kg/d): 3,5e5 Veronderstelde stroom van het zuiveringsstation voor huishoudelijk afvalwater (m3/d): 2000 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe behandeling van het te verwijderen afval Verbrandingsemissies beperkt door de vereiste uitlaatgasbeheersingsmaatregelen. Verbrandingsemissies opgenomen in de regionale impactanalyse. ES 05 17 / 18 V 1.00 ENI SpA ‐ Div Refining Marketing 01 / 12 / 2010 Omstandigheden en maatregelen met betrekking tot de externe recuperatie van afval De externe recuperatie en recyclage van afval moet voldoen aan de toepasselijke lokale en/of nationale voorschriften. Aanvullende informatie over de toewijzing van risicobeheersmaatregelen en operationele Voorwaarden: zie IUCLID dossier, sectie 13 Sectie 3: Schatting van de blootstelling 3.1 Gezondheid De ECETOC TRA‐methode werd gebruikt om de blootstellingen van consumenten te analyseren, in overeenstemming met de inhoud van het ECETOC‐rapport #107 en hoofdstuk R15 van de IR&CSA TGD. Indien de beslissende blootstellingsfactoren verschillen van deze bronnen, wordt dit aangeduid. 3.2 Milieu De 'Hydrocarbon Block'‐methode werd gebruikt om de milieublootstelling te berekenen met het Petrorisk‐model. Sectie 4: 4.1 Gezondheid Er wordt verondersteld dat de voorspelde blootstellingen de toepasselijke referentiewaarden voor consumenten niet overschrijden wanneer de operationele omstandigheden/risicobeheersingsmaatregelen, vermeld in sectie 2, worden geïmplementeerd. Indien andere risicobeheersingsmaatregelen/operationele omstandigheden worden toegepast, moeten de gebruikers garanderen dat de risico's in ten minste dezelfde mate worden beheerst. 4.2 Milieu Meer details over de verschaling en de controletechnologieën staan in de SpERC‐informatiefolder (http://cefic.org/en/reach‐for‐ industries‐libraries.html). ES 05 18 / 18 V 1.00