Criminaliteit - Edurep Delen

advertisement
Criminaliteit
Criminaliteit als sociaal en politiek
probleem
 Sociaal: onwenselijk, in strijd met normen
en waarden, verschillende visies
 Politiek: actie door overheid, probleem op
politieke agenda; zorgen voor
veiligheid/handhaven openbare orde
criminaliteit
Gevolgen van criminaliteit:
 Materieel
 Immaterieel
criminaliteit
wanneer is iets criminaliteit?
 Wordt bepaald door de wet
 Onderscheid tussen misdrijven en
overtredingen
criminaliteit
 Ongeschreven en geschreven regels 
Wetboek van Strafrecht vs.
fatsoensregels
 Normen en waarden : waarde = wat
vinden we belangrijk of goed  daaruit
volgt een norm
Criminaliteit
Criminaliteit is plaats- en tijdgebonden
begrip
Criminaliteit




Kenmerken rechtsstaat:
Bescherming van burgers tegen te grote
overheidsmacht door:
Overheid moet zich aan de wet houden
Rechters zijn onafhankelijk
Burgers hebben grondrechten
Parlementaire democratie
De overheid handhaaft de openbare orde,
maar moet zich aan de wet houden
Criminaliteit




Uitgangspunten strafrecht:
Strafbaar gedrag is vastgelegd in de wet
Onschuldig tot schuld is bewezen
Recht op eerlijk proces/onpartijdige
rechter
Rekening houden met persoonlijke
omstandigheden dader/jeugdstrafrecht
Criminaliteit
Vervolg uitgangspunten strafrecht:
 Rekening houden met situatie/
omstandigheden (bv. mishandeling)
 Taken en bevoegdheden van politie, officier
van justitie en recht vastgelegd in wet
 Rechten en plichten van verdachte, advocaat,
slachtoffers, reclassering ook in wet vastgelegd
 Verschil in straffen tussen overtredingen en
misdrijven
Criminaliteit
Rechten van verdachte:
 Recht om te weten waar je van verdacht
wordt
 Recht op advocaat
 Recht om te zwijgen (wel meewerken
aan vaststellen identiteit)
 Vasthouden mag beperkte tijd
 Recht om in hoger beroep te gaan
Criminaliteit
Vervolg rechten van verdachte:
 Recht op eerlijk proces, onpartijdige rechter
 Onschuldig tot schuld is bewezen/niet
onbeperkt in voorlopige hechtenis
 Mogelijkheden om te straffen zijn beperkt: je
mag niet 2x voor hetzelfde voor de rechter
komen, verjaren van misdaad, maximumstraf
 Rekening houden met bijzonderheden
Criminaliteit
Jeugdstrafrecht:
 Onder de 12 niet vervolgd worden
 Bijzondere regels voor jongeren tussen 12 en 18 jaar
 Voor kinderrechter
 Rechtszittingen niet openbaar
 Andere straffen en maatregelen (tuchtschool, tot 16 jr
max 1 jr, daarna 2 jr, ondertoezichtstelling)
 In bijzondere gevallen geldt het volwassenenstrafrecht
Criminaliteit
Taken officier van justitie:
 Leiden van opsporingsverzoek
 Vervolgen van strafbare feiten  voor rechter
brengen van verdachten
 = openbare aanklager
 OvJ kan seponeren = niet vervolgen
 Uitvoeren van de opgelegde straffen/vonnissen
 Vertegenwoordigd het Openbaar Ministerie
Criminaliteit
Taken van de politie:
 Handhaving van de openbare orde
 Hulpverlening
 Opsporen van strafbare feiten, onder
verantwoordelijkheid van officier van justitie
 Preventie
 Dienstverlening, geven van service en advies
Criminaliteit




Politie draagt bij aan veilige en leefbare
samenleving met uitvoering van taken:
Verdachte staande houden, fouilleren,
bekeuring geven,vragen naar persoonlijke
gegeven, id, meenemen naar bureau
Verdachte maximaal 6 uur vasthouden
Opstellen proces verbaal  belangrijk voor
Openbaar Ministerie en rechter
Identiteitsbewijs verplicht, maar er mag niet
willekeurig naar gevraagd worden
Criminaliteit
Organisatie strafrechtspraak:
Drie rechterlijke instanties:
 Rechtbanken (19), bestaat uit: sector
kanton, civiele sector, sector
bestuursrecht
 Gerechtshoven (5)
 De Hoge Raad (1)
Criminaliteit
Wie doet wat?
 Overtredingen  kantonrechter
 Misdrijven  strafrechter
 Hoger beroep tegen vonnissen strafrechter 
gerechtshof
 Toetsen van vonnissen lagere rechters 
Hoge Raad (niet meer of verdachte schuldig is)
 Jeugdstrafrecht  kinderrechter
 Hoger beroep  mogelijk door officier van
justitie en verdachten
Criminaliteit
Volgorde van rechtszitting:
 Opening (rechter)
 Aanklacht/tenlastelegging (officier van justitie)
 Verhoor van getuigen en deskundigen
 Verhoor van verdachte
 Requisitoir (officier van justitie)
 Pleidooi (advocaat)
 Laatste woord (verdachte)
 Uitspraak (rechter)
Criminaliteit
Slachtoffers:
 Recht om op zitting van ernstig misdrijf te
spreken
 Vragen om schadevergoeding aan
officier van justitie
 Rechter kan schadevergoeding
verplichten
 Slachtofferhulp standaard aangeboden
Criminaliteit
Reclassering:
 Voorkomen van herhaling van strafbaar gedrag
 Speelt rol vóór, tijdens en na het strafproces
 Begeleiding
 Toezicht houden
 Voorlichting over omstandigheden van
verdachte aan officier van justitie
 Ontwikkeling van en uitvoering van taakstraffen
Criminaliteit






Oorzaken van veelvoorkomende
criminaliteit:
Weinig sociale controle
Gelegenheidsmotief
Spanning/avontuur (vooral bij jongens)
Normvervaging
Gebrekkige opvoeding
Kleine pakkans
Criminaliteit






Vervolg oorzaken van veelvoorkomende
criminaliteit
Drugsgebruik
Groepsgedrag / prestige in groep
Verveling
Misdaad als spelletje
Actie/spanning
frustratie
criminaliteit
 jongeren  vooral lichte vergrijpen,
groeien niet uit tot volwassen criminelen
 Als ze volwassen worden en baan en
gezin krijgen, stoppen ze
 Kleine minderheid gaat door
 5% (ongeveer) is recidivist
Criminaliteit
Welke maatschappelijke groepen zijn
crimineel?
 Vooral jongens en mannen, vrouwen en
meisjes veel minder
Door opvoeding/socialisatie
Aangeboren verschillen
Ongelijke macht
 Oververtegenwoordiging door jongeren tussen
16 en 23 jaar  verantwoordelijk voor toename
kleine criminaliteit, maar steeds meer geweld
Criminaliteit
Wat doet de overheid? En wie doet wat?
 Regering en parlement stellen vast wat
strafbaar is (wetten)
 Criminaliteit als beleidsprobleem, het
staat op politieke agenda (ook gemeente)
 Gemeente: burgemeester
verantwoordelijk handhaving openbare
orde
Criminaliteit
Wat doet de overheid? En wie doet wat?
 Openbaar Ministerie/officier van justitie
 opsporing van strafbaar gedrag
 Officier van justitie  opsporing
 OM  vervolging (voor rechter brengen)
 Rechterlijke macht  rechtspraak
(onafhankelijk)
Criminaliteit
Beleidsmaatregelen:
 Opsporingsbeleid / stellen van
prioriteiten: (onder invloed van)
Maatschappelijke ontwikkelingen
(nieuwe vormen van criminaliteit)
Bestrijding georganiseerde misdaad
Veiligheid in de samenleving
Bestrijden van terreur/terrorisme
Criminaliteit
Beleidsmaatregelen:
 Vervolgingsbeleid
 Gevangenisbeleid
 Jeugdbeleid (aanpak jeugdcriminaliteit)
 Preventief beleid / beleid gericht op
repressie
Criminaliteit
Voorbeelden preventie:
 HALT (lichte werk- / leerstraf)
 Aanpassing van bebouwde omgeving (bv. verlichting,
geen donkere hoekjes)
 Vergroten van sociale controle (controleurs,
stadswachten, plaatsen camera’s)
 Verbeteren omstandigheden van mensen (bv. meer
werkgelegenheid, betere huizen, recreatie)
 Voorlichting inbraakpreventie, antispijbelbeleid
 Verandering wetgeving (snelrecht, lik-op-stukbeleid)
Criminaliteit
Verantwoordelijkheid voor
criminaliteitsprobleem bij overheid en burgers
samen
Preventie meer door burgers en minder vanuit
overheid vooral voor veelvoorkomende
criminaliteit
Zwaarder straffen (=repressie) heeft weinig
afschrikwekkend (en dus preventief) effect
Criminaliteit
Hoe weet je of beleid werkt?
 Kijken naar cijfers en statistieken om te
zien of er sprake is van daling van
criminaliteit
 Maar denk aan criminaliteit die nooit
wordt aangegeven of wordt
geseponeerd!
Criminaliteit
Doelen van straffen en maatregelen:
 Wraak / vergelding
 Afschrikking / preventie (herhaling voorkomen)
 Beveiliging van samenleving en burgers
 Handhaving van de rechtsorde, voorkomen
eigenrichting
 heropvoeding / resocialisatie
 Genoegdoening voor slachtoffer
Criminaliteit
Soorten straffen / maatregelen:
 Hoofdstraffen  gevangenisstraf,
taakstraf, hechtenis, geldboete
 Taakstraf is werkstraf en leerstraf 
vooral bedoeld als heropvoeding
 Bijkomende straffen alleen in combinatie
met hoofdstraf  relatie met gepleegde
delict
Criminaliteit
 Maatregelen  terbeschikkingstelling
(TBS), ondertoezichtstelling / bedoeld om
samenleving tegen dader, of dader tegen
zichzelf te beschermen
 Vooral bij ontoerekeningsvatbaarheid, in
combinatie met een straf
 Voorwaardelijke straf : proeftijd = periode
waarin je geen strafbaar feit mag plegen
Download