Glass Carbomer®: de volgende stap in plastische - GCP

advertisement
K liniek
Glass Carbomer®:
de volgende stap in plastische vulmaterialen
Veel onderzoek heeft zich de afgelopen decennia gericht op het vinden van alternatieven voor het alom bekende amalgaam. Dat bleek geen makkelijke opdracht te
zijn. Vooral als er naar de kosten/kwaliteit verhouding van de directe restauratie
wordt gekeken, zijn er weinig materialen die met amalgaam kunnen concurreren.
Met de komst van het nieuwe vulmateriaal Glass Carbomer lijkt daarin nu toch verandering gekomen.
Amalgaam heeft echter behalve esthetische
bezwaren, ook een aantal minder prettige
eigenschappen, zoals preparatievormen, negatieve milieuaspecten en uitzetting door corrosie, waardoor barsten kunnen ontstaan in het
element.
Veel geld is de laatste 30 jaar besteed aan de
ontwikkeling van posterieure composieten. Dat
heeft echter niet geleid tot oplossing van oude
problemen van dit materiaal. Composiet krimpt
gedurende uitharding, wat kan leiden tot lekkage, barsten en daardoor pijnklachten.
Het grootste probleem is echter de hechting van
het hydrofobe (waterafstotende) materiaal aan
het hydrofiele (natte) dentine. Met ingewikkelde en tijdrovende bondingprocedures is het
mogelijk een sterke hechting te krijgen aan het
dentine. Als deze hechting uiteindelijk tot stand
is gekomen blijkt deze niet stabiel te zijn in de
tijd. (1,3) Uit onderzoek blijken vooral de
meeste vereenvoudigde hechtingssystemen door
hydratie binnen een paar jaar te desintegreren.
(2) Vanwege deze eigenschappen zien we
wereldwijd dat amalgaam na een jarenlange
achteruitgang weer aan een lichte opmars is
begonnen.
In ongeveer de helft van de wereld wordt glasionomeercement gebruikt als posterieur vulmateriaal. Vooral in ontwikkelingslanden is het
materiaal erg succesvol. (4) In tegenstelling tot
composiet is het materiaal eenvoudig verwerkbaar en is de hechting aan dentine en glazuur
onovertroffen met betrekking tot afsluitende
werking en duurzaamheid.
02
Glasionomeercement
Glasionomeer is al 35 jaar op de markt en
wordt nog steeds in de westerse landen onderschat als alternatief voor amalgaam en composiet. Chemisch uithardend glasionomeercement
vertoont geen krimpspanning, het heeft een
gelijke uitzettingscoëfficiënt als het element
en geeft een zeer goede hechting aan tandstructuur en is biocompatibel. De belangrijkste
eigenschap is echter dat het materiaal in staat
is aangetast (gedemineraliseerd) glazuur en
Afb 1. Fissuren zijn gemineraliseerd in
Fluorapatiet.
dentine te repareren (5). Aangebracht in de
fissuur wordt het materiaal langzaam omgezet
in een fluorapatiet-achtig materiaal (6)(Afb.1).
Deze fluorapatiet-achtige laag vinden we ook
op de hechtingslaag; deze laag is ongeveer 500
Micron dik en is onoplosbaar voor zuren. De
hechtsterkte na deze hypermineralisatie is
onmeetbaar groot!
Ondanks al deze goede eigenschappen kleven
aan glasionomeercement ook bezwaren. De
relatief langzame uitharding van het materiaal
maakt het gevoelig voor breuk, initiële slijtage
en erosie door zuur. Een simpele manier om de
verharding te bespoedigen, is toevoeging van
energie tijdens de uitharding, waardoor de initiële kwetsbare periode overgeslagen wordt.
(7) Deze energie in de vorm van warmte wordt
eenvoudig toegevoegd met een hoog rendement LED of halogeen lamp.
Hoewel deze technische ingreep kan leiden tot
een snelle en betrouwbare manier van restau-
Afb. 2. Eenvoudig uitharden met warmte van
hoog rendement LED of
Halogeen lamp
Afb. 3. Glass Carbomer vulling
reren zijn er nog wel een
aantal eigenschappen die
voor verbetering vatbaar zijn.
De oplosbaarheid in een zure
omgeving, zoals bijvoorbeeld
onder een contactpunt kan
een probleem zijn, omdat
langzame oplossing door bacteriële activiteit in de plaque
dan als het ware cariës in het
glasionomeer doet ontstaan.
Verder is de polijstbaarheid
en de esthetiek voor verbetering vatbaar. Ondanks deze
mindere eigenschappen staat
glasionomeercement dichter
bij een ideaal en biocompatibel posterieur restauratie
materiaal dan composiet.
Glass Carbomer®
vullingen en sealants
Glass Carbomer is een chemisch uithardend vul- en sealmateriaal met als basis 100%
glas. Dat is dezelfde glasachtige basis als glasionomeercement met dit verschil, dat
het veel fijner (de meeste
deeltjes kleiner dan een duizendste millimeter) van structuur is waardoor er minder
matrix (tussenstructuur) tussen de glasdeeltjes overblijft
en het materiaal daardoor
sterker wordt.
Tevens is door deze “nanotechnologie” het reactieoppervlak van de vulstof sterk
toegenomen wat weer leidt
tot een betere reactie. Door
deze zeer fijne structuur
heeft Glass Carbomer een bijzonder glad oppervlak en is
goed polijstbaar. Het materiaal moet hierdoor wel langer
met een krachtige mixer
gemixt worden om alle deeltjes goed te bevochtigen.
Verder is aan Glass Carbomer
een organische koolstofstreng
(volledig biocompatibel) toegevoegd waardoor het materiaal sterker is en een betere
transparantie wordt verkregen. Door deze transparantie
is het materiaal geoptimaliseerd voor warmte-uitharding
(want de warmte c.q. het
licht kan daardoor dieper
doordringen) en wordt een
betere esthetiek verkregen
ook dankzij de glans van het
oppervlak (afb. 2). Bovendien
is het materiaal door deze
toevoeging vrijwel onoplosbaar
en dus veel minder gevoelig voor zuurinwerking.
Om de remineralisatie te bevorderen is extra fluorapatiet toegevoegd.
Fluorapatiet is een stabielere vorm van het normaal in gemineraliseerde
weefsels voorkomende hydroxylapatiet. Deze deeltjes zullen meer dan in het
conventionele glasionomeercement bijdragen tot een snellere omvorming tot
fluorapatiet van het overige cement. Deze nieuw afgezette laag van omgevormd glasionomeercement is de hardste biologische structuur, die in de
mond gevormd kan worden en is praktisch ondoordringbaar voor het cariës
proces. De hechtsterkte zal in tegenstelling tot composiet sterk toenemen
door de vorming van een dikke laag fluorapatiet op het grensvlak van de vulling. De structuur van het element zal dan naadloos aansluiten op het Glass
Carbomer, waarbij de overgang niet zichtbaar is. Door de toevoeging van
fluorapatiet zal deze grenslaag zich niet beperken tot 500 micron, maar door
blijven “groeien”, totdat uiteindelijk een groot gedeelte van het Glass
Carbomer is omgevormd tot fluorapatiet. Dit fluorapatiet is onoplosbaar in
het mondmilieu en hiermee zal secundaire cariës praktisch tot het verleden
behoren. Doordat deze structuur chemisch verwant is aan het eigen (gefluorideerd) glazuur zal de esthetiek gedurende deze mineralisatie alleen maar
toenemen.
Vervolg op p. 4
☞
03
☞
Vervolg van p. 3
Conclusies
Zowel amalgaam als composiet zijn geen natuurlijke restauratie materialen
en hebben veel nadelen. Het alternatief zal eenvoudig moeten zijn in het
gebruik en zonder al te veel kunst en vliegwerk moeten kunnen aangebracht worden en in alle gevallen een betrouwbare afdichting geven aan de
laesie, die door het cariës proces en door de operateur is aangebracht. Het
materiaal zal zo dicht mogelijk tegen de natuur aan moeten staan om een
krachtig, natuurlijk remineralisatie- proces de kans te geven het element
verder te herstellen, zodat de preparatie van de caviteit zo bescheiden
mogelijk kan blijven. De specifieke mogelijkheid van Glass Carbomer om
zelf ook te mineraliseren in fluorapatiet zal behalve de esthetiek ook de
natuurlijke eigenschappen verder doen toenemen. Glass Carbomer komt aan
deze voorwaarden zo dicht mogelijk tegemoet. Glass Carbomer is een
belangrijke en nieuwe stap voorwaarts in plastische restauratiematerialen.
Dr. Raimond N.B.van Duinen
December 2006
◆
Note: Glass Carbomer® wordt geproduceerd door First Scientific Dental
(S&C Polymer GmbH) in Duitsland. De producten worden geleverd door
Glass Carbomer Products B.V., Leiden en gedistribueerd door diverse dental
depots. Meer informatie: www.glasscarbomer.com
Literatuur
1) A critical review of the
durability of adhesion to
tooth tissue: methods and
results. J Dent Res. 2005
Feb;84(2):118-32. Review.
PMID: 15668328 [PubMed indexed for MEDLINE]
2) Self-etching adhesives:
review of adhesion to tooth
structure part II.
SADJ. 2005 Feb;60(1):8, 10,
12-3. Review. PMID:
15861955 [PubMed - indexed
for MEDLINE]
3) Water sorption/solubility
of dental adhesive resins.
Dent Mater. 2006 Jan 4;
[Epub ahead of print]
PMID: 16405987 [PubMed - as
supplied by publisher]
4) Atraumatic Restorative
Treatment (ART). A special
tissue preservative and
patient-friendly approach.
Ned Tijdschr Tandheelkd.
2003 Jun;110(6):218-22.
Review. Dutch. PMID:
12852056 [PubMed - indexed
for MEDLINE])
5) Hypermineralization of
dentinal lesions adjacent to
glass-ionomer cement restorations. J Dent Res. 1995
Jun;74(6):1266-71.
PMID: 7629335 [PubMed indexed for MEDLINE]
6) In situ transformation of
glass-ionomer into an
enamel-like material.
Am J Dent. 2004
Aug;17(4):223-7.
PMID: 15478479 [PubMed indexed for MEDLINE]
7) Clinical effects at the
glassionomer/tooth/saliva
surfaces. J of Dentistry 2006
article in press
04
Download