DE STANDAARD MAANDAG 3 JUNI 2013 D9 WETENSCHAPSWINKEL Hoe blijft het vuur binnen in de aarde branden zonder zuurstof? Dirk Scheldeman, Essen TOMAS VAN DIJK Zijn vulkaanuitbarstingen oprispingen van het hellevuur, zoals de dertiendeeeuwse theoloog Thomas van Aquino mogelijk dacht? Of is de planeet een koude klomp aarde, zoals Aristoteles in zijn boek Meteorologica schreef ? Eeuwenlang al breken onderzoekers zich het hoofd over wat zich in het binnenste van de aarde afspeelt. Tijdens de renaissance waren het vooral medici die zich over de vraag bogen. Wetenschapshistoricus Rienk Vermij van de Universiteit Utrecht schreef daar in 1998 uitvoerig over in het wetenschappelijke tijdschrift Early Science and Medicine. Medici waren bekend met de therapeutische werking van warmwaterbronnen. Dat warme water prikkelde volgens Vermij hun nieuwsgierigheid. Het idee dat water wordt opgewarmd door ondergronds vuur won aan terrein. Tegelijk riep die notie allerlei vragen op. Over het gemis aan zuurstof in de grond hebben de geleerden het grappig genoeg niet, wel over de vraag wat de brandstof zou zijn en hoe het kan dat het vuur niet uitdooft door het water dat erlangs stroomt. Het feit dat het vuur afgesloten is, vonden de geleerden ook problematisch. De rook kan dan geen kant op. Al met al leek het de veertiende-eeuwse filosoof en wiskundige Giovanni de Dondi uit Padua aannemelijker dat er geen vuur is, maar wel een hittebron. Die hittebron zou gevoed worden door de zon en de sterren. Wellicht lijken alle bovengenoemde theorieën u absurd. Toch kwam De Dondi De aarde mag dan wel gloeiend heet zijn vanbinnen, er is geen brand dicht in de buurt van de waarheid. De aarde mag dan wel gloeiend heet zijn vanbinnen, er is geen brand. Zuurstof doet er dan ook niet toe. De oorsprong van de aardse hitte is terug te voeren naar de energie van op elkaar botsende hemellichamen tijdens het ontstaan van de aarde, 4,56 miljard jaar geleden. ‘Al die tegen elkaar botsende meteorieten en kleine planeetjes waaruit de aarde is ontstaan, hebben de nodige wrijving veroorzaakt’, vertelt geoloog Noël Vandenberghe van de KU Leuven. ‘Dat, en de hittevorming door de dichte opeenstapeling van moleculen – het adiabatisch effect, wat je ook ervaart als je je fietsband oppompt – verklaren voor een groot deel de hitte in de aarde. Tot slot is er het radioactief verval van uranium en andere radioactieve elementen in de grond dat warmte veroorzaakt, meer bepaald in de aardkorst.’ De schattingen over de temperatuur in het centrum van de aarde, op ruim zesduizend kilometer diepte, variëren tussen de 4.700 en zowat 6.000 graden Celsius. Die laatste schatting is heel recent. Franse onderzoekers noemden dat getal eerder dit jaar in het blad Science. De temperaturen zijn indirect bepaald op basis van de smelttemperatuur van het kernmateriaal, ijzer. Uit seismische metingen hebben onderzoekers afgeleid dat de binnenkern vast is. Dat komt door de immens hoge druk die daar heerst: ruim 3,5 miljoen atmosfeer. De buitenkern daaromheen (de schil tussen de 2.900 en 5.100 kilometer diepte) is vloeibaar. De druk op het overgangspunt valt aardig in te schatten en kan op zijn beurt gebruikt worden om de daar heersende temperatuur te berekenen. Dat is behoorlijk lastig, omdat niet helemaal duidelijk is hoe het ijzer zich gedraagt bij zulke hoge drukken. Veel dichter bij huis is het ook al aardig heet. ‘Vanaf ongeveer 150 kilometer diepte is de aarde gesmolten’, zegt Vandenberghe. ‘Het is daar 1.100 graden Celsius.’ Dat is ook de temperatuur van lava in vulkanen, bergen die volgens Vermij in de middeleeuwen vaak werden afgebeeld als vuurspuwende monden van de hel. Vragen voor de Wetenschapswinkel zijn welkom op [email protected]. Vermeld voornaam, naam en woonplaats.