aanpassingen vwo 2003 tijdvak 1

advertisement
AANPASSINGEN EXAMENS 2010 TIJDVAK 1
VMBO-GL en TL AARDRIJKSKUNDE
EXAMENOPGAVEN
titelblad: geen aanpassingen
bladzijde 2

bron 1: omschrijving afbeelding
Spotprent naar aanleiding van de klimaatconferentie op Bali in 2007
Omschrijving afbeelding:
Een zeer lange rij vliegtuigen vliegen af en aan naar Bali.

bron 2: omschrijving afbeelding
Bali en Java
Omschrijving afbeelding:
Een kaart van Indonesië, bestaande uit veel eilanden. Eén ervan is het kleine eiland
Bali.
bladzijde 3

bron 3: omschrijving afbeeldingen
Enkele landschappen
Omschrijving 1: een vlak weidelandschap met hier en daar bomen, een rivier en koeien
in een weide.
Omschrijving 2: een landschap met terrassen en hier en daar palmbomen.
Omschrijving 3: een heuvelachtig en dor landschap met weinig begroeiing.
Omschrijving 4: een glooiend landschap met naaldbomen.

vraag 2 aangepast:
Indonesië heeft op veel vakantiegangers een enorme aantrekkingskracht. Eén van de
redenen voor deze aantrekkingskracht is het landschap. De omschrijvingen van bron 3
beschrijven enkele landschappen. Welke omschrijving is het meest kenmerkend voor
het landschap op Java en Bali?
(Kies uit: A B C D)
1/9
A
B
C
D
omschrijving 1
omschrijving 2
omschrijving 3
omschrijving 4
bladzijde 4

bron 4: tabel aangepast
Korte en lange vakanties van Nederlanders in Nederland en het buitenland, 2005
Totaal aantal vakanties
De getallen staan in miljoenen. Tussen haakjes staat: 1e getal is winterperiode en het
2e getal is zomerperiode.
Lange vakanties Nederland: 8,5 (2,6; 5,9)
Lange vakanties buitenland: 13,8 (5,0; 8,8)
Korte vakanties Nederland: 8,9 (4,2; 4,7)
Korte vakanties buitenland: 3,3 (1,9; 1,4)
Gemiddelde verblijfsduur in dagen
Lange vakanties Nederland: 10,0
Lange vakanties buitenland: 12,9
Korte vakanties Nederland: 3,2
Korte vakanties buitenland: 3,3

vraag 5: tekst aan het begin vervalt (De tabel van) + tekst aangepast (Neem de cijfers
1, 2 en 3 ... is of onjuist.):
Geef bij elke uitspraak aan of deze juist is of onjuist.
bladzijde 5

bron 5: afbeelding = tabel
Aandeel lange vakanties naar bestemming en vakantie-uitgaven van Nederlanders in
2005
bt
De tabel bestaat uit 3 kolommen:
Kolom 1: niet benoemd
Kolom 2: aandeel percentage lange vakanties
Kolom 3: aandeel percentage vakantie-uitgaven
Nederland; 40%; 16%
Belgie; 5%; 2%
Frankrijk; 10%; 12%
Spanje; 7%; 8%
Oostenrijk; 5%; 6%
Duitsland; 7%; 5%
verre/verdere bestemming; 26%; 51%
et
2/9

vraag 6 aangepast:
De tabel in bron 5 heeft betrekking op het aandeel lange vakanties van Nederlanders
en de vakantie-uitgaven van Nederlanders in 2005. Vergelijk de kolommen 2 en 3 met
elkaar. In welk land geven Nederlanders naar verhouding het meeste geld uit?
(Kies uit: A B C D)
A België
B Duitsland
C Frankrijk
D Spanje

vraag 7: tekst aangepast (Als je de beide diagrammen met elkaar vergelijkt, ...):
Als je kolom 2 en 3 met elkaar vergelijkt, ...
bladzijde 6

bron 6: opmerking bij afbeelding
Aantal en type dagtochten
Bron 6 is verdeeld in 3 stukken informatie. Deze zijn bij vraag 9 en 10 opgenomen.

vraag 9 aangepast:
Hieronder is van een aantal provincies het aantal dagtochten weergegeven.
Zuid-Holland: 200 miljoen
Noord-Holland: 180 miljoen
Friesland: 30 miljoen
Flevoland: 15 miljoen
Hieronder staat een uitspraak naar aanleiding van deze informatie.
- Binnen de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland worden veel meer dagtochten
gemaakt dan binnen de provincies Friesland en Flevoland.
→ Geef bij deze uitspraak aan of deze juist is of onjuist.
Hieronder is het aantal en het type dagtocht in hoogste percentages weergegeven in
het buitenland.
Sport en sportieve recreatie: 27%
Bezoek attractiepunt: 20%
Recreatief winkelen: 17%
Uitgaan: 15%
Toeren: 10%
Zonnen, zwemmen, picknick, dagkamperen: 5%
Hieronder staat een uitspraak naar aanleiding van deze informatie.
- Nederlanders die een dagtocht naar het buitenland maken, doen dat vooral om te
zonnen, te zwemmen en te picknicken.
→ Geef bij deze uitspraak aan of deze juist is of onjuist.

vraag 10 aangepast:
Hieronder is van een aantal provincies het aantal en het type dagtocht in hoogste
percentages weergegeven in Nederland.
3/9
Zuid-Holland
Sport en sportieve recreatie: 33%
Uitgaan: 20%
Recreatief winkelen: 12%
Overig (verenigingen, hobby's): 12%
Bezoek attractiepunt: 15%
Noord-Holland
Sport en sportieve recreatie: 33%
Uitgaan: 18%
Bezoek attractiepunt: 15%
Friesland
Sport en sportieve recreatie: 35%
Overig (verenigingen, hobby's): 18%
Flevoland
Sport en sportieve recreatie: 35%
Recreatief winkelen: 20%
→ Als je naar de verschillende provincies kijkt, welk type dagtocht is dan het
populairste?
bladzijde 7

bron 8: omschrijving afbeelding
Het opknappen van een school in Sri Lanka
Omschrijving afbeelding:
Enkele mensen staan een deel van een gebouw te schilderen.
bladzijde 8

vraag 13 aangepast:
Dominique en Xavier hebben een te gekke reis gemaakt door Spanje. Ze hebben
daarbij heel wat steden bezocht (zie bron 9). Op de kaart van bron 10 (zie figuur 1 in de
tekeningenband) zie je een aantal steden in Spanje. Geef aan welke volgorde van
steden overeenkomt met de reis die Dominique en Xavier hebben gemaakt?
(Kies uit: A B C D)
A 2-4-3-5-7
B 1-5-4-6-7
C 2-3-4-5-8
D 1-4-5-7-8
bladzijde 9

bron 10 = figuur 1 in de tekeningenband + tekst aangepast (Vier kaarten van Spanje) +
verplaatst naar bladzijde 8 (boven vraag 13):
Een kaart van Spanje. Zie figuur 1 in de tekeningenband.
4/9
bladzijde 10

bron 11: omschrijving afbeelding
Een besneeuwde top
Omschrijving afbeelding:
Een foto van een besneeuwde top van een berg.
bladzijde 11

bron 12 = figuur 2 in de tekeningenband + tekst aangepast (Een deel van het Caribisch
gebied):
Een deel van het Caribisch gebied. Zie figuur 2 in de tekeningenband.

vraag 16: tekst aangepast (Noem een reden met behulp van de kaart van bron 12
waarom de eigenaar ...):
Noem een reden met behulp van de kaart van figuur 2 in de tekeningenband waarom
de eigenaar ...
bladzijde 12

bron 14: omschrijving afbeelding
Klimaatgrafiek Thailand
Omschrijving grafiek:
In de grafiek is de temperatuur per maand aangegeven. De temperatuur schommelt
rond de 30°C.

bron 15: omschrijving afbeelding
Thailand
Omschrijving afbeelding:
Een kaart van Thailand en enkele buurlanden. In Thailand zijn enkele lijnen
aangegeven. De plaatsen Bangkok en Ciang Mai zijn bij een stip aangegeven. Er staan
meerder stippen op de kaart. Verder is de kaart leeg.
bladzijde 13

bron 16 aangepast:
Folder 1: Vliegtarieven Bangkok
Vliegtarieven Bangkok
EVA AIR - Toeristen klasse
1 januari 2007 tot 28 februari 2007: € 589
1 maart 2007 tot 31 maart 2007: € 569
1 april 2007 tot 19 juni 2007: € 489
5/9
Inclusief 1 overnachting in het Eastin Hotel in Bangkok. Geldigheid 1 maand. Minimum
verblijf 1 week. Eva Air vliegt iedere dinsdag, woensdag, vrijdag en zondag. Vertrek
vanaf Schiphol. In de zomer niet op dinsdag.
KLM
1 januari 2007 tot 31 maart 2007: € 669
1 april 2007 tot 28 juni 2007: € 549
29 juni 2007 tot 19 augustus 2007: € 799
Inclusief 2 overnachtingen in het Eastin Hotel Bangkok en transfer vliegveld / hotel
enkele reis. Dagelijks vertrek.
LTU
27 december 2006 tot 8 april 2007: € 599
9 april 2007 tot 30 april 2007: € 519
1 mei 2007 tot 21 juni 2007: € 529
4 × per week vertrek vanuit Düsseldorf.
Al deze airlines vliegen non-stop op Bangkok.
Alle tarieven zijn exclusief airport tax en reserveringskosten en onder voorbehoud van
wijziging.
bladzijde 14

bron 17 en 18 samengevoegd (afbeelding bron 18 vervalt):
bron 17 en 18
Folder 2: Royaal in de lucht
ROYAL BRUNEI
Royaal in de lucht
het hele jaar en vanaf Frankfurt, exclusief toeslagen en treinkosten.
Denpasar (Bali) vanaf € 540 (11.400 km)
Brunei vanaf € 520 (10.200 km)
Bangkok (Thailand) vanaf € 455 (7800 km)
Australië vanaf € 680 (15.600 km)
Nieuw Zeeland vanaf € 800 (17.400 km)

vraag 22: tekst aangepast (De zusjes zien de vliegtarieven in twee folders (bron 16 en
17).):
De zusjes zien de vliegtarieven in twee folders (bron 16 en bron 17 en 18).
bladzijde 15

bron 19: omschrijving afbeelding
De kringloop van het water
Omschrijving afbeelding:
Weergegeven is de kringloop van het water.
6/9
Links zien we bergen. Rechts de oceaan met de letter R. Van links naar rechts zien we
geleidelijk lager wordende bergen en in de richting van de oceaan een vlak stuk aarde.
Er zijn pijlen getekend.
In de bergen zijn pijlen naar beneden getekend. Hierbij staat het woord infiltratie. Er zijn
ondergrond pijlen getekend richting de oceaan. Bij het grond water staat de letter S.
Bij de oceaan zijn 3 pijlen omhoog richting de wolken getekend. Hierbij staat
verdamping.
Boven land is ook verdamping. Een pijl wijst richting de wolken. Hier staat het woord
atmosfeer met de letter Q.
Boven de bergen zien we wolken met neerslag. Een pijl wijst naar beneden. Op de
bergen is sneeuw en ijs. Hierbij staat de letter P.
bladzijde 16

bron 20: omschrijving afbeelding
Beschikbare hoeveelheid zoet water in m3 per persoon per jaar
Omschrijving afbeelding:
Een wereldkaart. De beschikbare hoeveelheid zoet water is aangegeven. Noord-Afrika
en ook Saudi-Arabië vallen in de categorie 0-1000 m3 water beschikbaar per persoon
per jaar.
bladzijde 17

vraag 27: tekst aangepast (Neem de cijfers 1, 2 en 3 ... is of onjuist.):
Geef bij elke uitspraak aan of deze juist is of onjuist.
bladzijde 18: geen aanpassingen
bladzijde 19

bron 22: omschrijving afbeelding
Mali en de stuwdam in de Bafingrivier
Omschrijving afbeelding:
Een kaart van een deel van Afrika. Mali is weergegeven. In Mali stroomt de Bafingrivier.
In de rivier is een stuwdam. Bij de stuwdam ligt een stuwmeer. Richting Mauritanië en
Senegal mondt de Bafingrivier uit in de Senegalrivier. De Senegalrivier stroomt op de
grens van Senegal en Mauritanië tot die in de oceaan uitmondt.
bladzijde 20

bron 24: omschrijving afbeeldingen
Vier kaarten van het noordpoolgebied, 1990 - 2007
7/9
Omschrijving afbeeldingen:
Op de kaartjes is het noordpoolgebied afgebeeld. We zien Groenland, de Noordpool en
delen van Canada en Rusland. De grenzen van het pakijs in de zomer verschuiven
door de jaren.
bladzijde 21


bron 25: afbeeldingen vervallen
tekst aangepast (Foto 2 is genomen ... om eten te koken.):
Foto 2 is genomen in Nepal (Azië). Een Nederlandse organisatie heeft hier een aantal
zonnekokers (grote blinkende schalen om zonnestralen op te vangen) uitgedeeld onder
vluchtelingen. Met deze zonnekokers wordt door middel van zonlicht warmte opgewekt
om eten te koken.
bladzijde 22: geen aanpassingen
bladzijde 23

bron 26: omschrijving afbeelding
Energieverbruik per hoofd van de bevolking (1960-2004)
Omschrijving afbeelding:
Er worden 4 energievormen onderscheiden: steenkool en bruinkool; aardolie; aardgas;
waterkracht en kernenergie.
Het totale energieverbruik is uitgedrukt in miljard ton steenkoolequivalenten
(gelijkwaardig qua energieopbrengst als steenkool).
1960: 4
1970: 7
1980: 9
1990: 10
2000: 12
2004: 14

vraag 41: tekst aangepast (Neem de cijfers 1, 2 en 3 ... is of onjuist.):
Geef bij elke uitspraak aan of deze uitspraak juist is of onjuist.
bladzijde 24

vraag 43: tekst aangepast (Noteer de nummers ... de producenten gaat.):
Geef bij elke tabel aan of het hier om de exporteurs, de importeurs of de producenten
gaat.
8/9
bladzijde 25

bron 28: omschrijving afbeelding
Gebruik van biobrandstof
Omschrijving afbeelding:
Biodiesel wordt gemaakt uit: koolzaad of palmolie, zonnebloem of sojabonen.
Bio-ethanol uit: suikerriet, suikerbieten, mais, tarwe of gerst.
Doelstelling 2010:
5,75% biobrandstof
94,25% fossiele brandstof
Benodigd percentage aan landbouwgrond voor:
bio-ethanol: 10%
biodiesel: 35%

tekst bij "Bronvermelding" vervalt
9/9
Download