Forum Mobility Windows Eindverslag Situering Mobility Window in het Curriculum is één van de acties opgenomen in het Actieplan Mobiliteit 2013 Brains on the Move, met als operationele doelstelling mobiliteit structureel in te bouwen in de curricula van bachelor- en masteropleidingen, ten einde bij te dragen tot het realiseren van de strategische doelstelling inzake het verwerven van internationale en interculturele competenties via kwaliteitsvolle mobiliteit in het buitenland. Mobility Windows kunnen verschillen al naargelang van het niveau van hoger onderwijs, en kunnen toegepast worden voor zowel studie als stage, en zowel voor inkomende als voor uitgaande mobiliteit. De aanpak die voor deze actie in het Actieplan Mobiliteit wordt voorgesteld is gezamenlijk overleg tussen het Departement Onderwijs en Vorming en de hogeronderwijsinstellingen, ten einde een advies uit te brengen aan de minister van onderwijs waarin knelpunten voor het inbouwen van een Mobility Window in kaart worden gebracht, en oplossingen voorgesteld. In opdracht van het VLUHR-Bestuurscomité Internationalisering en Ontwikkelingssamenwerking organiseerde Flanders Knowledge Area, in samenwerking met Onderwijsbeleid van de VLHORA en de VLIR en met het Departement Onderwijs en Vorming, op 6 november 2014 een forum Windows for Mobility: Windows of Opportunity? aan de Hogeschool Gent, waaraan 104 beleidsmakers, curriculumverantwoordelijken, opleidingscoördinatoren en personeelsleden van de diensten kwaliteitszorg en internationalisering deelnamen uit 5 universiteiten en 13 hogescholen in Vlaanderen. Tijdens de besprekingen van succesfactoren en uitdagingen bij de voorstelling van 8 praktijkvoorbeelden -4 van universiteiten en 4 van hogescholen- werden aanbevelingen rond Mobility Windows geformuleerd die in deze tekst als advies worden aangeboden aan de hogeronderwijsinstellingen. Advies 1. Bij de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen is er eensgezindheid over het hanteren van de definitie van Mobility Window zoals voorgesteld door het MOWIN-project: A Mobility Window is a period of time reserved for (physical) international student mobility that is embedded into the curriculum of a study programme. (MOWIN 2012, Mapping Mobility Windows in European Higher Education. Examples from Selected Countries). 1 Concreet houdt dit in dat in een bepaald semester geen verplichte vakken worden ingeroosterd zodat studenten mobiel kunnen zijn, en/of dat alle Engelstalige vakken worden ingeroosterd in één semester zowel voor inkomende studenten als voor thuisblijvers. Onder fysieke internationale studentenmobiliteit wordt volgens de definitie verstaan de mobiliteit buiten de landsgrens, doch de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen wensen ook de mobiliteit naar andere gemeenschappen binnen België als een Mobility Window te beschouwen. 2. Binnen het internationaliseringsbeleid van de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen vormt het faciliteren van internationale studentenmobiliteit een essentieel onderdeel. De instellingen zetten echter een reeks van instrumenten in om hun internationaliseringsdoelstellingen te bereiken, en dan met name om hun hele studentenbevolking de kans te bieden om internationale en interculturele competenties te ontwikkelen. Een Mobility Window is slechts één van die instrumenten dat niet noodzakelijk leidt tot het effectief verwerven van internationale en interculturele competenties door alle studenten. Bovendien stellen de instellingen dat het opleggen van kwantitatieve streefcijfers voor studentenaantallen in een Mobility Window, of voor het aantal opleidingen met een Mobility Window, niet noodzakelijk een waarborg is voor de kwaliteit van het aanbod. Inhoudelijke doelen dienen te blijven primeren over kwantitatieve doelen, en de keuze voor al dan niet een Mobility Window hangt in sterke mate af van de inhoudelijke en structurele karakteristieken van de opleiding. Er wordt vastgesteld dat de opleidingen aan de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen, zonder dat zij noodzakelijkerwijze de term Mobility Windows gebruiken, al geruime tijd vormen van Mobility Windows organiseren volgens de definitie van MOWIN. Die mobiliteitsintegratie kent variaties gaande van verplichte tot optionele Mobility Windows, en in beide gevallen volgens een al dan niet strikt stramien, met een al dan niet vastgelegd vakkenaanbod. In het geval van optionele Mobility Windows is het essentieel dat door de opleiding een dubbeltraject wordt aangeboden. Voor praktijkvoorbeelden van Mobility Windows aan Vlaamse hogeronderwijsinstellingen wordt verwezen naar de website van Flanders Knowledge Area: http://www.flandersknowledgearea.be/nl/fora/14-over-mobility-windows/ 3. De hogeronderwijsinstellingen stellen dat er een sterke meerwaarde is verbonden aan mobiliteit in het algemeen, en dat Mobility Windows deze meerwaarde nog versterken: op het niveau van de onderwijspraktijk in de instelling en opleiding: - bewuster keuze van de opleiding om te investeren in internationalisering - meer mogelijkheden om de kwaliteit te waarborgen vergeleken bij ad hoc initiatieven - sterker internationaal karakter van het onderwijs - intensifiëring van samenwerking met een aantal welgekozen partners - complementariteit van expertise met partnerinstellingen, specialiserend of verbredend - verruiming van het onderwijsaanbod door complementaire specialisaties bij de partnerinstelling(en) in vergelijking met de traditionele equivalente uitwisseling - opportuniteiten voor stafmobiliteit en uitwisseling met internationale collega’s - interactie en samenwerking tussen internationale partners rond curriculumontwikkeling en –vernieuwing - duidelijke afspraken rond inhoud en toetsing om overlapping te vermijden - duidelijk afspraken rond het start- en eindniveau van studenten - joint degrees - meerwaarde zowel voor uitgaande als voor inkomende studenten én voor thuisblijvers - mogelijkheid om een international classroom op te zetten, zowel voor thuisblijvers als voor inkomende studenten. - grotere voorspelbaarheid van aantal studenten in verschillende vakken - voor de organisatorische verantwoordelijken kan de schaalgrootte van een Mobility Window ook voor effectiviteitswinst zorgen, nl. een grotere groep kan immers 2 minder (administratieve) rompslomp betekenen dan de som van individuele mobiliteiten. op het niveau van de opleiding van de student: - zichtbaar model van mobiliteit zodat studenten van bij hun eerste inschrijving bewust zijn van de mogelijkheid om internationaal mobiel te zijn - breder waaier van opleidingsmogelijkheden - meer mogelijkheden voor integratie van onderzoek en stages in studentenmobiliteit - verhoging van de employability - multiculturele en multi-etnische teams sluiten aan bij de realiteit van de geglobaliseerde wereld - de student komt in aanraking met andere leerstijlen, andere wijze van examineren - laagdrempelig alternatief voor een langduriger verblijf in het buitenland en opstap naar andere vormen van mobiliteit - lage administratieve last omdat de student zelf niet op zoek moet naar een geschikt uitwisselingsprogramma - positieve mentaliteitswijziging bij studenten t.a.v. internationalisering en mobiliteit - kans om collectief met reverse culture shock om te gaan op het niveau van het (overkoepelend) beleid: - institutioneel: impliceert sterkere strategische samenwerking en een transparanter beleid omtrent de ontwikkeling van internationale en interculturele competenties bij studenten (en bij staf). - nationaal: mogelijkheden tot groter bereik van studenten uit ondervertegenwoordigde groepen; stijgende mobiliteitscijfers: bij een aantal Mobility Windows heeft tot 100% van de studenten een internationale ervaring; het structureel inbedden van mobiliteit via Mobility Windows levert good practices en inspiratie op voor beleids(her)vorming - Europese beleidslijnen: bijdrage tot het behalen van de Europese doelstellingen. 4. Er blijven nochtans uitdagingen bij het opzetten van Mobility Windows. Deze situeren zich voornamelijk op het vlak van het beleid, het curriculum, de valorisatie, de partnerinstellingen, de staf, de studenten, de taalregeling, de kwaliteitszorg, de financiering. Beleid De hogeronderwijsinstellingen dringen aan op het behoud van autonomie bij het opzetten van Mobility Windows en het bepalen van de modaliteiten ervan. Diversiteit in aanpak moet gewaardeerd worden. Mobility Windows zijn een middel om bij te dragen tot het realiseren van de strategische doelstelling inzake het verwerven van internationale en interculturele competenties door studenten, maar ze zijn in een bepaalde context misschien niet hét middel bij uitstek, en mogen bijgevolg geen doel op zichzelf worden. Instellingen worden aangemoedigd om vanuit het centrale niveau zowel een omkadering als ondersteuning te bieden aan de faculteiten en opleidingen die kiezen voor de integratie van Mobility Windows. Het kader dient rekening te houden met verschillende opleidingsvormen. Ook op het niveau van de faculteiten en opleidingen zelf ligt idealiter een beleid aan de basis van de ontwikkeling van Mobility Windows en het doorvoeren van programmawijzigingen. Een kader voor Mobility Windows wordt ook opgenomen in het internationaliseringsbeleid, en in het beleid van andere ondersteunende diensten. Het opzetten van een Mobility Window is immers gebaat bij een instelling-breed-model daar dit proces een intense samenwerking vereist tussen verschillende diensten die niet noodzakelijk dezelfde cultuur hebben, o.a. de diensten van Internationalisering, Onderwijsbeleid, Studieprogramma’s, Kwaliteitszorg, Studentenadministratie. Elke dienst heeft een 3 eigen bijdrage tot het Mobility Window en de verschillende diensten vullen elkaar aan in het bereiken van eenzelfde doelstelling die gericht is op het aanbod voor de student. Aanbeveling: hogeronderwijsinstellingen behouden hun autonomie bij het opzetten van Mobility Windows. Zowel op centraal niveau als op het niveau van de faculteiten en opleidingen en andere diensten wordt een kader ontwikkeld rond Mobility Windows. Curriculum De definitie van MOWIN verwijst naar mobility embedded into the curriculum of a study programme. Hogeronderwijsinstellingen zijn ervan overtuigd dat Mobility Windows inderdaad voldoende structureel ingebed moeten zijn in het curriculum, al dan niet verplicht voor de studenten. Toch wijzen ze er op dat het integreren van een Mobility Windows curriculumhervormingen impliceren die inspanningen en motivatie vereisen van curriculumverantwoordelijken, coördinatoren en docenten. Curriculumhervormingen in het kader van Mobility Windows vereisen een intensieve samenwerking met de buitenlandse partnerinstellingen. In het curriculum dient er naast de aanpassingen van leerdoelen, leerlijnen, inhoudelijke aanpassingen, ook aandacht gegeven te worden aan vernieuwende didactische werkvormen (afstandsleren, blended learning) en aan toereikende vormen van assessment en voorzieningen van herexamens om studievertraging te vermijden. Een strengere volgtijdelijkheid van de vakken is noodzakelijk voor de niveaubewaking, en er dient bepaald welke vakken aan buitenlandse partnerinstellingen mogen worden opgenomen, welke vakken verplicht zijn of als keuzevak kunnen worden gevolgd, waar vakken kunnen gerationaliseerd worden. In het geval waar studenten een verplicht opleidingsonderdeel niet kunnen meevolgen met reguliere studenten, dient een pakket van zelfstudie met bijgaande opdrachten ontwikkeld te worden opdat studenten het leerresultaat in kwestie op eindniveau beheersen. Een Mobility Window biedt ook de mogelijkheid om stages op een gestructureerde wijze te integreren in het aanbod, waarbij dan andere ondersteunende diensten betrokken zijn, en de kwaliteitsbewaking een andere invalshoek krijgt. Bachelor en tweejarige masteropleidingen hebben meer mogelijkheden om de nodige ruimte te creëren voor Mobility Windows in het curriculum, maar binnen de beperkingen van éénjarige masteropleidingen is daarvoor de nodige ruimte vinden moeilijker. In de Vlaamse praktijk kan de omvang van een Mobility Window sterk variëren. Korte mobiliteit omvat soms maar een onderdeel van een opleidingsonderdeel (een deel van een stage of masterproef). Lange Mobility Windows komen in buurt van (bi-)diplomering (cfr de decretale bepaling ten minste 20 studiepunten elders gevolgd voor opleidingen met een studieomvang van 60 studiepunten en ten minste 27 studiepunten in alle andere gevallen, Codex Hoger Onderwijs Art. II.172. §2.2.). Aanbeveling: het integreren van Mobility Windows in het curriculum houdt aanpassingen van inhouden, didactiek en assessment in, waarvoor aanzienlijke tijdsinvestering vereist is. Valorisatie Bij valorisatie van Mobility Windows gaat de aandacht naar wat en hoe de hogeronderwijsinstelling kan valoriseren, en daarover willen de instellingen, faculteiten en opleidingen in grote mate zelf kunnen beslissen. Voor de hogeronderwijsinstelling is valorisatie belangrijk qua benchmaking, en voor de student is de valorisatie van belang voor het behalen van persoonlijke doelstellingen. 4 Hogeronderwijsinstellingen dringen er op aan dat ook korte Mobility Windows gevaloriseerd zouden worden. Korte mobiliteit is laagdrempelig, heeft minder gevolgen voor het thuistraject, en vormt vaak een opstap naar langere mobiliteit in volgende studiejaren. Het probleem is dat er bij korte mobiliteit geen internationale markering van studiepunten is, dat deze niet wordt gevaloriseerd op instellings- of opleidingsniveau. Hogeronderwijsinstellingen vinden het een noodzaak om niet-gemarkeerde korte mobiliteiten van minder dan 10 ECTS te kunnen registeren om de Europese en Vlaamse doelstellingen te behalen. Naast de valorisatie van kleinere programmaonderdelen bij fysieke verplaatsing dienen trouwens ook vormen van internationalisering@home gehonoreerd te worden met ECTS. Er zijn immers talloze waardevolle initiatieven die studenten de mogelijkheid bieden om internationale competenties te ontwikkelen, waarbij de quotering en begeleiding door de thuisinstelling zelf gebeurt. In het kader daarvan zijn instellingen van mening dat voor deelname aan zorgvuldig op kwaliteit geselecteerde zomer- en wintercampussen aansluitend bij een curriculum, ook ECTS moeten worden toegekend. Deze cursussen kunnen als keuzevak worden ingebracht. De academische kalender in andere landen komt niet noodzakelijk overeen met die van de Vlaamse instellingen, en bijgevolg dient men in de toekomst binnen internationalisering rekening te houden met initiatieven die buiten de Vlaamse academische kalender vallen. Naar aanleiding van de discussie over de validatie van kwalificaties wordt aangegeven dat de Adviesnota Mobiliteit 20-20 van Flanders Knowledge Area voor de hogeronderwijsinstellingen een referentie blijft bij vragen over valorisatie van ECTS. Aanbeveling: korte Mobility Windows worden gevaloriseerd om de Europese en Vlaamse doelstellingen te behalen. Partnerinstellingen Strategische samenwerking met betrouwbare en kwalitatieve partnerinstellingen die dezelfde doelstellingen nastreven en gelijkwaardige programma’s aanbieden zijn essentieel voor het realiseren van Mobility Windows. Partnerschappen lijken eerder krachtig wanneer ze op het niveau van de opleiding ontwikkeld worden, dan wanneer ze centraal worden opgelegd. De meest succesvolle praktijken blijken nagenoeg zonder uitzondering voort te vloeien uit bottom-up initiatieven. Het zoeken en screenen van mogelijke partners, en het opzetten van degelijke partnerschappen met het oog op Mobility Windows vergt de instellingen tijd en inspanning. Naast de bespreking en aanpassing van inhoudelijke, programmatorische en assessment doelstellingen, moeten procedures worden uitgewerkt rekening houdend met bestaande lokale regelgeving, vb. rond assessment. Er dient afgestemd over taalvoorwaarden, selectiecriteria, marketing, financiering, taakverdelingen, eindverantwoordelijkheden, docentenmobiliteit, studentenvoorzieningen, samenwerking tussen de verschillende beleidsdiensten binnen de partnerinstellingen, etc. Wederkerigheid van buitenlandse partners is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van Mobility Windows, en deze wederkerigheid berust in grote mate op vertrouwen. Partnerinstellingen dienen Mobility Windows even hoog op de agenda te plaatsen als de Vlaamse hogeronderwijsinstelling. Er wordt niet noodzakelijk gepleit voor absolute (financiële) wederkerigheid, maar er is bij voorkeur een balans tussen de uitgaande en de inkomende studenten. Wederkerigheid kan verder ook liggen in het gevoel dat de mobiliteit voor alle partijen een meerwaarde inhoudt. Op inhoudelijk vlak wordt equivalentie of complementariteit nagestreefd op het niveau van het hele pakket en niet zozeer per afzonderlijk vak. In de praktijk is het voor bepaalde partnerinstellingen vaak eenvoudiger om de inkomende studenten te laten aansluiten bij hun regulier programma dan hen een 5 speciaal opgezet programma aan te bieden, vooral in landen waar onderwijs wordt aangeboden in het Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans. Door economische, politieke of andere problemen blijkt de wederkerigheid en continuïteit met een aantal preferentiële partners helaas onder druk te staan. Nochtans zijn stabiliteit en zekerheid van vaste partners van uiterst belang bij Mobility Windows. Vaak wordt een beperkt aantal vaste partners verkozen, doch om voldoende potentiële plaatsen voor studenten te garanderen zien instellingen zich verplicht om voortdurend te zoeken naar nieuwe partners die een kwalitatief aanbod van opleidingsonderdelen hebben dat equivalent of complementair is aan het eigen aanbod. Aanbeveling: het zoeken, screenen en het opzetten van samenwerking met nieuwe partners, en het onderhouden van de samenwerking met bestaande partners is een noodzakelijk en continu proces om kwalitatieve Mobility Windows aan te bieden. Dit veronderstelt zowel een tijdsinvestering als voldoende middelen voor stafmobiliteit. Staf Het opzetten van een Mobility Window is een arbeidsintensief proces. Een opleiding moet daarvoor kunnen rekenen op een aantal zeer gemotiveerde stafleden. Financiële ondersteuning van stafleden die verkenningsrondes uitvoeren zijn via EPOS beschikbaar via de werkingsmiddelen, of via het budget stafmobiliteit wanneer een verkenning wordt gecombineerd met een korte lesopdracht. Stafmobiliteit moet meer aangemoedigd worden, zowel vanuit de instelling zelf als via EPOS en Vlaanderen. De procedures voor stafmobiliteit onder Erasmus+ zijn versoepeld, maar het aantal plaatsen is beperkt. Heel wat instellingen zijn echter bereid om een deel van hun budget daarvoor over te dragen. Stagementoren en administratieve medewerkers dienen ook extra inspanningen te leveren bij het monitoren van Mobility Windows, het zoeken en toewijzen van stageplaatsen, het begeleiden en evalueren van studenten, het organiseren van de verdeling van plaatsen, de verwerking van data van een grote groep studenten. Naast financiële ondersteuning is het voor een hogeronderwijsinstelling van cruciaal belang werk te maken van de sensibilisering van de stafleden, zowel op de diensten internationalisering, onderwijsbeleid en kwaliteitszorg, als in de opleidingen zelf. Fora rond Stafmobiliteit kunnen een bijdrage leveren tot de sensibilisering van stafleden. Aanbeveling: stafmobiliteit moet als multiplicator van studentenmobiliteit aangemoedigd worden, enerzijds door sensibilisering en anderzijds door financiële incentives. Student Opleidingen streven naar een zo inclusief mogelijke participatie van studenten -de uiteindelijke belanghebbenden- aan Mobility Windows. Begeleiding van studenten gebeurt in alle fases van de mobiliteitscyclus. Studenten krijgen in hun zoektocht naar geschikte mobiliteit ondersteuning van trajectbegeleiders. Met een inclusieve informatieronde die voldoende vroeg plaatsvindt in het traject van de studenten, tracht men drempels in een vroeg stadium aan te pakken. Hoewel het structureel verankeren van de mobiliteit in het curriculum de drempels inzake mobiliteit voor studenten aanzienlijk verlaagt, zijn er zowel bij verplichte als optionele Mobility Windows steeds niet-vertrekkers omwille van sociale, financiële of andere redenen. De betaalbaarheid van mobiliteit voor studenten, is een blijvende bekommernis van de hogeronderwijsinstellingen. Instellingen proberen fysieke mobiliteit bewust democratisch te houden, vandaar ook de mogelijkheid om op mobiliteit te gaan in andere gemeenschappen in België. 6 Spreken over financiële drempels blijft voor studenten vaak nog een taboe, en daardoor worden deze toch nog vrij laat opgemerkt door de opleidingen. Voor de kansengroepen moet er over worden gewaakt dat de structurele invoer van Mobility Windows niet gepercipieerd wordt als een verhoging van de drempel naar het hoger onderwijs in het algemeen. Beursgerechtigde studenten kunnen worden doorverwezen naar de sociale dienst voor een lening of voorafname op de Erasmusbeurs. In het geval van studenten met een functiebeperking kunnen beurzen worden uitgereikt om vooraf een bezoek te doen of ter plekke een intensievere begeleiding te krijgen. Werkstudenten kunnen een loopbaanonderbreking nemen om op mobiliteit te gaan. Studenten en instellingen appreciëren de reeds bestaande beurzenprogramma’s van de Vlaamse Overheid, waarvan 25% bestemd is voor studenten uit deze kansengroepen. Toch blijven hogere budgetten voor beurzenprogramma’s welkom, voornamelijk voor programma’s die tegemoet komen aan korte mobiliteit. Op sociale drempels, voornamelijk van familiale of van werk-gerelateerde aard kan een instelling minder invloed uitoefenen, maar door zich flexibel op te stellen misschien wel de context creëren waarbinnen de student toch mobiel kan zijn. Rond studie-gerelateerde kenmerken van individuele studenten, zetten opleidingen best een beleid op. Er zijn bijvoorbeeld overwegingen te maken of het Mobility Window geschikt is voor studenten die nog veel competenties uit lagere studiefasen te verwerven hebben, of kennis van de instructietaal vooraf bewezen moet worden, of de sterkste studenten naar de meest uitdagende partners verwezen worden, of de studenten met de zwakste resultaten naar de partner met de meeste omkadering, etc. Er bestaan ook drempels van psychologische aard, nl. de mate waarin een student gesocialiseerd of zelfredzaam is, of eerder honkvast dan wel avontuurlijk. Peer enthusiasm kan door de opleiding in de hand gewerkt worden door de manier waarop ze het Mobility Window aan haar studenten voorstelt, integreert en omkadert. Bij Mobility Windows vermindert de administratieve last voor de individuele studenten, omdat er meer administratieve voorbereidingen worden getroffen door de instellingen zelf. Minder zelfredzame studenten winnen bij een strakke begeleiding voor de administratieve zaken, met duidelijk te respecteren deadlines. Voor uitgaande studenten hebben sommige instellingen de praktijk om een modeltraject te voorzien. Dit traject impliceert minder vrijheid in keuze, en er kan tijdens het traject moeilijk van worden afgeweken, dus het veronderstelt vooraf een duidelijke communicatie naar de studenten toe. Voor studenten die om een bepaalde reden niet kunnen vertrekken worden alternatieve trajecten voorzien die streven naar mogelijkheden om internationale competenties te ontwikkelen. Een Mobility Window wordt niet alleen ingebouwd voor uitgaande studenten, maar biedt evenzeer opportuniteiten in het curriculumaanbod voor inkomende studenten en thuisstudenten. Het structureel betrekken van thuisstudenten bij inkomende studenten behoort een vanzelfsprekendheid te zijn. Thuisblijvers die het Nederlands niet als moedertaal hebben, nemen nagenoeg geen Engelstalige keuzevakken op, dus zij dienen bijkomend te worden gemotiveerd via specifieke taalprojecten. Over alle opleidingen heen blijkt ook dat deze groep eerder streeft naar korte mobiliteit. Aanbeveling: hogeronderwijsinstellingen investeren in het informeren, sensibiliseren en begeleiden van studenten, zowel voor als tijdens en na het Mobility Window. De studentenvoorzieningen ondersteunen minvermogende studenten voor mobiliteit waar mogelijk. De overheid wordt gevraagd om de bestaande beurzenprogramma’s te continueren, en vooral voor korte mobiliteit meer financiering te voorzien. Taalregeling 7 De kwaliteit en het engagement die de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen van internationale partners verwachten, moeten zij aan hun instromende studenten ook kunnen aanbieden. Hierbij botsen de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen echter op de complexe en beperkende taalregeling in het hoger onderwijs waardoor de aantrekkelijkheid voor instromende studenten én voor internationale gastdocenten, en de participatie aan de internationale context in het gedrang komt. Enerzijds maakt de taalregeling het voor de niet-talenopleidingen niet evident om een ruim aanbod voor inkomende studenten te organiseren, en anderzijds is het voor hogeronderwijsinstellingen moeilijk om internationale gastprofessoren aan te trekken omwille van de C1-proef. De instellingen dringen er op aan de taalwetgeving te vereenvoudigen en te versoepelen. Aanbeveling: aanpassing van de decretale taalregeling en flexibiliteit van de taalregels in verband met de C1-proef. Kwaliteitszorg Het structureel verankeren van de mobiliteit in het curriculum komt tegemoet aan de nood om de academische kwaliteit te waarborgen. Reeds in de opmaak van een vakkenpakket gebeurt een kwaliteitsanalyse. De pakketten worden vervolgens goedgekeurd en enkel wat intern is goedgekeurd, wordt aangeboden. Docenten willen kunnen toezien op de kwaliteit van het aanbod opdat studenten bij het behalen van een Bachelor of Master degree min of meer op hetzelfde niveau zitten bij het begin van een volgende cyclus. Het samenstellen, bewaken, bijschaven en evalueren van het aanbod is een tijdsintensief proces. Dit is alleen mogelijk wanneer de coördinator achter dit proces staat en gelooft in de meerwaarde van de academische bewaking. Een initieel goedgekeurd pakket kan bij aankomst van de studenten aan de partnerinstelling nog gewijzigd worden, wanneer plots blijkt dat een aantal vakken in het opgestelde tijdschema overlappingen geeft. Als good practice wordt meegegeven dat bij thuiskomst van de studenten exit-interviews kunnen peilen naar hun ervaring en verworven competenties. De resultaten kunnen worden teruggekoppeld naar de partnerinstelling. Aanbeveling: hogeronderwijsinstellingen bewaken de kwaliteit van Mobility Windows op het niveau van de opleiding, in een collaboratief proces tussen coördinator en docenten. De instellingen verwerken de bijdragen van terugkerende studenten om de kwaliteit van het aanbod te verbeteren. Financiering De implementatie van Mobility Windows draagt bij tot het behalen van de strategische doelstelling van Brains on the Move. Er bestaan echter weinig of geen financieringskanalen voor deze vorm van mobiliteit, noch voor de instelling, noch voor de studenten. Uit de voorgaande paragrafen blijkt dat het opzetten van Mobility Windows aanzienlijke financiële gevolgen heeft voor de instellingen. Financiële ondersteuning is onontbeerlijk voor het beheer van fysieke uitwisselingen in eender welke vorm ook, en aangezien Mobility Windows een veel hogere graad van voorbereiding vergen waarbij verschillende diensten betrokken zijn, vragen de hogeronderwijsinstellingen hiervoor een toereikende basisfinanciering die het opzetten van Mobility Windows mogelijk maakt. Er wordt vastgesteld dat, afhankelijk van de invulling van het Mobility Window, financiële middelen van EPOS kunnen worden aangesproken, maar in de praktijk dienen hogeronderwijsinstellingen zelf mobiliteit van studenten mee te financieren in het kader van Mobility Windows. 8 Niet alleen mobiliteit van langere duur vraagt om bijkomende financiering, de korte programma’s, kleinschalige initiatieven en pendelmobiliteit zijn door de besparingen moeilijk financierbaar geworden voor de instellingen en opleidingen, wat niet strekt tot promotie van dergelijke korte mobiliteitsvormen ondanks hun waarde voor de ontwikkeling van internationale competenties bij studenten. Generieke financiële financiering zou daaraan tegemoet kunnen komen. Momenteel bestaan er echter weinig of geen beurzen voor korte mobiliteit. Opleidingen financieren deze vaak vanuit andere budgetten dan die bestemd voor mobiliteit. De studentenvoorzieningen kunnen een tussenkomst op maat bieden, doch geen structurele ondersteuning, en dan enkel nog aan minvermogende studenten. Aanbeveling: hogeronderwijsinstellingen vragen toereikende basisfinanciering voor het opzetten van Mobility Windows, en vragen continuering van bestaande beurzenprogramma’s en bijkomende financiering voor korte mobiliteit. Instellingen suggereren om bij het Directorate General Education and Culture van de Europese Commissie te peilen of via de Nationale Agentschappen ook korte mobiliteiten kunnen gesteund worden, los van projecten. Conclusie Vanuit de bespreking van praktijkvoorbeelden voorgesteld tijdens het forum Windows for Mobility: Windows of Opportunity? op 6 november 2014, stelt deze nota een aantal aanbevelingen voor bij het opzetten en implementeren van Mobility Windows. Deze worden als advies aangeboden aan de minister van onderwijs en aan de hogeronderwijsinstellingen. Mobility Windows bieden een sterke meerwaarde op het niveau van de onderwijspraktijk, op het niveau van de opleiding van de student, en op het beleidsniveau. Er blijven evenwel een aantal uitdagingen bestaan voor de hogeronderwijsinstellingen. Mobility Windows opzetten en implementeren is een arbeidsintensief proces waarbij naast de stafleden van de diensten Onderwijsbeleid, Internationalisering en Kwaliteitszorg tevens medewerkers van een aantal ondersteunende diensten betrokken zijn. Dit impliceert een toereikende financiering om de gewenste kwaliteit van de Windows te blijven garanderen. De instellingen pleiten sterk voor het valoriseren van korte Mobility Windows waarvoor ook bijkomende financieringsprogramma’s worden gevraagd naast de reeds bestaande beurzenprogramma’s, die overigens zeer worden gewaardeerd. Ook een versoepeling van de decretale taalregeling en van de taalregels in verband met de C1-proef staat hoog op de agenda. Verder dient de stafmobiliteit naast de studentenmobiliteit meer aangemoedigd te worden om uitwisseling met internationale collega’s te faciliteren. Instellingen, faculteiten en opleidingen appreciëren ten slotte hun autonomie om een gediversifieerd aanbod op te zetten voor de studenten. --- 9