Opmaak 1 - BNK

advertisement
Quarterly
PERSPECTIVES ON BANKING
Hoe werkt
een bank?
Duco Sickinghe en Peter De Keyzer
over de bank als spil van de economie
Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect.
scherpgesteld
4
Wat is de rol van de bank anno 2014? Eigenlijk is haar taak
weinig veranderd: een systeem organiseren waar mensen
geld kunnen parkeren en weer afhalen, en leningen verstrekken
aan bedrijven en mensen die geen andere mogelijkheden
hebben voor kredieten. Dat zijn de kerntaken van een bank.
En dat zijn bijzonder belangrijke functies, want op die manier
helpen banken de economie draaien.
In de crisis van 2008 zagen we dat banken hun essentiële rol
niet meer konden spelen. Ze waren in de problemen geraakt
door hun andere activiteiten, denk maar aan de trading van
Amerikaanse complexe bankproducten. Daar hebben ze overdreven, en dat kwam de Belgische economie duur te staan.
Maar dat wil niet zeggen dat sommige tradingproducten niet
noodzakelijk zijn. Een voorbeeld? Belgische bedrijven wordt
vaak verweten dat ze te weinig exporteren naar niet-Europese
landen. Maar voor export naar landen met andere munten,
heb je tradingproducten nodig, bijvoorbeeld om de schommelingen in wisselkoersen op te vangen.
Een bank moet dus meer doen dan die twee kerntaken. Maar
ze mag er niet in overdrijven. De Nationale Bank van België
heeft die visie ook vastgelegd in een aantal maatregelen.
Banken moeten niet worden opgesplitst in zakenbanken en
retailbanken. Het is beter dat ze hun tradingportefeuille beperken, om zich op hun essentiële rol te concentreren. Bovendien zijn in België – zeker in vergelijking met landen zoals
Groot-Brittannië - alle banken nu eigenlijk retailbanken, met
een beperkte portefeuille. En dat is maar goed ook.
Ook de rol van de Nationale Bank verandert binnenkort ingrijpend. Vanaf november 2014 wordt de Europese Centrale
Bank toezichthouder van ongeveer 130 kredietinstellingen.
Daarvoor werkt de ECB samen met de nationale toezichthouders. Nu al zijn we met een oefening bezig, waarbij
banken onderworpen worden aan een grondige doorlichting
van hun balans en een stresstest.
We hebben lessen getrokken uit de crisis van 2008. Betekent
dat dan dat we nooit meer een crisis van de bankensector
zullen meemaken? Dat durf ik uiteraard niet te zeggen – verrassingen zullen er altijd zijn. Maar waar we voor 2008, met
de regels van Basel II, niet streng genoeg waren, zitten we
vandaag met Basel III toch een pak veiliger. ||
Mathias Dewatripont,
Directeur Nationale Bank België en hoogleraar aan de ULB
B NK situering
B NK is een crossmediaal contentplatform over maatschappelijk verantwoord
en modern bankieren. Door te informeren wil B NK het debat en de
dialoog aangaan met opmerkelijke, vernieuwende en concrete verhalen.
Deze editie is gepubliceerd op 13 maart 2014.
www.tijd.be/bnk
De karikatuur
van de bank
14
De rol van
de banken
8
Een m/v met een koel
hoofd en een warm hart
6
De verdeelkast
van de economie
16
Van spaargeld
naar kredieten
18
Financiële
producten en
diensten in
de etalage
20
Het geld dat u niet kunt
aanraken
17
22
Het abc
van de bank
24
De bank 2.0
Colofon
Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect. Coördinatie: Veronique Soetaert
Lay-out: Björn De Greef, Christine Dubois Foto: Frank Toussaint VU: WalterTorfs, Stuiverstraat 2, 1000 Brussel
Tijd Connect biedt bedrijven, organisaties en overheden
toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën
en oplossingen te delen met de De Tijd-community. De
betrokken partner is zelf verantwoordelijk voor de inhoud.
CONNECT
De karikatuur
van de bank
Roland Gillet: ‘Niet alleen de banken
speelden een rol in de financiële crisis.
Ook de particulieren en zelfstandigen die te
veel geleend hadden, liggen mee aan de basis.’
I Bankieren I
Banken liggen aan de oorsprong van de financiële crisis. Dat verwijt
krijgen ze toch vaak te horen. Maar is hun verantwoordelijkheid wel
zo groot? Volgens Roland Gillet, hoogleraar financiën aan de
Sorbonne (Parijs) en de ULB-Solvay, mogen we toch niet vergeten
dat ook gezinnen een belangrijke rol in de crisis hebben gespeeld.
Zij lieten zich door de talloze fiscale voordelen overhalen om overmatig te investeren in vastgoed.
V
olgens de publieke opinie liggen banken aan de oorsprong van heel wat problemen. Zij hebben de financiële
crisis veroorzaakt en groter gemaakt. Zij hebben onverantwoorde risico’s genomen. Bovendien moesten
ze gered worden met overheidsgeld en dat hebben we allemaal
gevoeld in onze portemonnee. Willen we vermijden dat de
banken opnieuw in hetzelfde scenario hervallen? Dan moeten
we hen dus enerzijds verbieden om nog voor eigen rekening
te investeren en anderzijds hun omvang aan banden leggen.
Want het faillissement van een kleine bank destabiliseert niet
het héle systeem. En in dat geval beschikt de overheid wel
over voldoende middelen om de kleine spaarder te redden.
Maar die wijdverspreide mening is een karikatuur op zich. In
de meeste gevallen was de val van de banken niet zozeer te
wijten aan hun speculatieve activiteiten, maar wel aan de
talloze hypothecaire kredieten die ze aan heel wat gezinnen
hadden toegestaan.
Neem bijvoorbeeld Nederland. Daar hebben gezinnen, aangezet
door hoge fiscale stimuli, overmatig geïnvesteerd in vastgoed.
Toen de regering uit budgettaire overwegingen die voordelen
terugschroefde, konden veel kredietnemers hun lening niet
meer afbetalen. De middenklasse had te veel in vastgoed
geïnvesteerd, omdat ze die investering kon aftrekken van de
belastingen. Nogal wat mensen zaten dan ook plots met een
ernstige financiële strop. Gevolg? Heel wat huizen werden
tegelijk te koop aangeboden en de prijzen daalden fors. De
vastgoedmarkt reageerde bijzonder heftig. De gedwongen
verkoop tegen dumpingprijzen volstond niet om alle openstaande
kredieten te compenseren. En sommige bancaire balansen
gingen donkerrood kleuren.
De banken bleven hier niet in gebreke. Wel de particulieren en
zelfstandigen die te veel schulden hadden.
veel kredietnemers in gebreke blijven, gaat de
bank natuurlijk failliet.
De Spaanse banken hadden het risico ook niet
op andere banken overgedragen. Amerikaanse
banken hadden dat wel gedaan, via de techniek
van effectisering. En wie ging het eerst failliet
in Spanje? Precies de zeer kleine banken, de
lokale kassen (Caixas), die de meeste kleine
hypothecaire kredieten uitschreven en leningen
toekenden aan kmo’s en lokale overheden.
Toen de markt vastliep in Spanje, konden niet
alleen de gezinnen, maar ook de kmo’s en de
lokale overheden hun leningen niet meer terugbetalen. Zij werden geconfronteerd met
economische moeilijkheden die nog werden
versterkt door de vastgoedcrisis. De lokale kassen werden overspoeld met niet-terugbetaalde
kredieten en gingen failliet. Daarop werden ze
grotendeels gegroepeerd onder de nieuwe
structuur Bankia. Zij hadden ruim 30 miljard
euro steun nodig. Dat is ontzaglijk veel vergeleken met de grootste Spaanse bank Santander,
die wellicht geen hulp zal nodig hebben. Want
die grote internationaal gediversifieerde bank
kan haar verliezen in Spanje compenseren door
haar andere activiteiten, die niet lijden onder
de zwakke Spaanse economie.
Diversificatie blijft dus ook voor de banken
een essentieel instrument in het kader van
risicomanagement. Maar diversificatie mag
nooit verward of gelijkgesteld worden met
speculatie. ||
Roland Gillet, hoogleraar Financiën aan de Sorbonne (Parijs) en de
ULB-Solvay, en internationaal gerenommeerde expert.
Kopen/huren
In Spanje zagen we hetzelfde gebeuren. Sommige banken
hadden daar op zeer lange termijn geld geleend, soms zelfs
op 35 jaar. De Spaanse regering wilde burgers motiveren om
een woning te kopen in plaats van te huren. Maar bij langetermijnleningen betaal je de eerste jaren slechts weinig kapitaal
terug. En als de markt dan in elkaar zakt – zoals dat in Spanje
gebeurde – moet de bank die een onroerend goed in beslag
neemt, een actief verkopen dat minder waard is dan het
bedrag van de openstaande lening zelf. En wanneer massaal
I5I
DIVERSIFICATIE MAG NIET
VERWARD WORDEN MET
SPECULATIE.
Roland Gillet, Sorbonne en ULB-Solvay
l Bankieren l
De verdeelkast van
400 vC
V
ergelijk de financiële sector met
de zekeringkast in een gezinswoning: een doorgeefluik voor
de binnenkomende stroom enerzijds en de elektrische toepassingen
zoals ijskast, strijkijzer of wasmachine
anderzijds. De financiële sector is de
verdeelkast die overschotten aan financiële middelen omleidt naar plaatsen
waar er een tekort is aan financiële middelen. En net zoals in
een gezinswoning, is die verdeelkast een cruciaal en tegelijk
kwetsbaar onderdeel van het hele systeem. Als er meer stroom
wordt gevraagd dan er beschikbaar is, dan begeven de zekeringen het. En een plotselinge opstoot aan inkomende stroom
kan de stoppen doen doorslaan. Bij het ontstaan van de
financiële crisis speelden ze allemaal een rol: de zekeringkast
(de financiële sector), de inkomende stroom (de sterke toename
aan beschikbare financiële middelen) en de vraag naar extra
stroom (de sterk toegenomen schulden).
Is de financiële sector de enige schuldige voor de crisis? Neen,
maar ondanks alle andere externe factoren ligt toch een heel
belangrijk stuk van de verantwoordelijkheid bij de sector.
Precies daarom zijn de regels de afgelopen jaren sterk aangescherpt. Ze moeten de financiële zekeringkast schokbestendiger
maken. Een zwakke, volatiele of instabiele banksector kan dan
ook nooit de basis vormen voor een duurzame welvaartsgroei.
Tegelijk is het een illusie dat de hele sector vanaf nu immuun
zou zijn voor enige turbulentie of crisis. Bankcrisissen, financiële
crisissen, recessies, grote economische turbulentie of zeepbellen:
ze zijn van alle tijden, ook toen er nog geen sprake was van
herverpakte kredieten, een opstomende Chinese economie of
subprime leningen. Net zoals elk leger is uitgerust om de
vorige oorlog te vechten, zal regulering perfect in staat zijn de
vorige crisis af te wenden. Veronderstellen dat de nieuwe regulering ons volkomen immuun zou maken voor toekomstige
crisissen is dan ook gevaarlijk. Vroeger bestonden er ook
regels, maar ze waren niet in staat om de vorige crisis te vermijden.
Toch is dit geen pleidooi voor laisser-faire en al zeker niet voor
deregulering. Het is vooral een pleidooi voor een brede blik,
waakzaamheid en flexibiliteit. Een pleidooi voor een universele
benadering van banken en de financiële sector. Niet als een
sector die als een satelliet rondom de wereldeconomie zweeft.
Wel als een sector die volkomen verweven is met het alledaagse
leven van bedrijven, burgers en overheden.
Peter De Keyzer
Hoofdeconoom - BNP Paribas Fortis
Griekenland
Griekenland is de bakermat van het bankieren. In
het Oude Griekenland had elke stad haar eigen
munt en een openbare bank, die de overheidsfinanciën beheerde, de inkomsten inde en uitgaven
betaalde.
Eerste bank
1397
Oprichting van de Medici-bank, de eerste min of
meer moderne bank. Lorenzo 'Il Magnifico' de
Medici, achterkleinzoon van de stichter, bouwde
de bank uit tot de machtigste instelling van Europa.
De in 1472 opgerichte Monte dei Paschi di Siena is
de oudste nog actieve bank ter wereld. Maar ze
kwam zeer gehavend uit de recente kredietcrisis.
Eerste centrale bank
In Zweden werd 's werelds eerste centrale bank
opgericht. De Riksbank was de eerste publieke instelling die bankbiljetten uitgaf. Heel wat private
banken die biljetten uitgaven gingen toen over de
kop, omdat ze veel meer biljetten uitgaven dan ze
in goudmunten konden betalen.
1668
Bubbels en paniek
De Britse South Sea Company en de Franse Mississippi Company van de Schotse financier John Law
gingen ten onder na het barsten van een enorme
internationale financiële zeepbel. Duizenden burgers
en banken werden in de val meegesleurd. Dit was
niet het eerste groot financieel debacle (de Nederlandse tulpenbollenmanie piekte in 1637) en zeker
niet het laatste.
1720
De zakenbankier
De opkomst van de spoorwegen zorgde voor de
geboorte van een ander fenomeen, toen niet zo
opvallend maar minstens even belangrijk in de
economische geschiedenis: het métier van zakenbankieren. Tot dan beperkten de banken zich tot
lenen en ontlenen. Maar spoorwegmaatschappijen
hadden dermate veel kapitaal nodig, dat ze specialisten zochten voor de plaatsing van aandelen.
I6I
1830
l Bankieren l
de economie
De crisis (bis)
2007
De grote financiële crisis begon in augustus met een
'bank run' op het Britse Northern Rock. Een jaar nadien
bereikte de crisis het ene schrikwekkende dieptepunt
na het andere, met onder meer de val van Lehman
Brothers en Fortis. De crisis is het gevolg van een gigantische schuldenberg en een algemeen wantrouwen
omdat niemand wist wie welke minderwaardige schulden
torste.
Fusiemanie
In de late jaren 90 waren bankiers en politici ervan
overtuigd dat banken groot en internationaal moesten
zijn om te kunnen overleven. Ook België was in de ban
van een vurige fusiekoorts.
1998
De crisis
In de late jaren 20 was Wall Street een denderende
trein waar iedereen op wilde zitten. In oktober 1929
barstte de beurszeepbel. De crash veroorzaakte een
ongeziene welvaartsvernietiging en leidde tot de Grote
Depressie.
1929
De Fed
1913
Twee dagen voor Kerstmis 1913 werd de Federal Reserve
Act goedgekeurd in het Amerikaans Congres. Die wet
leidde tot de oprichting van het Amerikaanse systeem
der centrale banken. De centraalbankiers - meestal
toplui van de private banken - kregen plots heel wat
macht en onafhankelijkheid om voortaan zelf het rentebeleid te bepalen. Zij werden de facto de monetaire
leiders van hun land. Want wie het rentewapen bedient,
beïnvloedt via zijn impact op sparen en investeren de
snelheid van de economie.
I7I
Wist u dat…
… de benaming ‘bank’ afkomstig is van de
Latijnse term ‘banca’? Dat waren in het Oude
Rome letterlijk banken, houten werktafels
waar geldwisselaars zich op markten installeerden om vreemde valuta te kopen en verkopen.
… de benaming ‘krediet’ dan weer
afkomstig is van het Latijnse ‘credo’: ik
geloof? Geld is dus niets meer of minder dan
een in munten en biljetten uitgedrukt vertrouwen van de ene partij in de andere.
… de eerste bankiers eigenlijk priesters waren? 3.000 jaar voor Christus ontvingen en verzamelden de geestelijken in
Mesopotamië en Babylonië kleine giften,
zoals gewassen en dieren, om die dan uit te
lenen aan handelaren en landbouwers.
… vrouwen schandalig over het hoofd
gezien werden op Belgische bankbiljetten?
Tussen de tientallen prominenten, koningen
en koninginnen uitgezonderd, die ooit een
beeltenis kregen, zit één vrouw: Margaretha
van Oostenrijk. De landvoogdes uit de 16de
eeuw prijkte op het 500 frankbiljet dat vanaf
1962 in omloop kwam.
… meer dan 10.000 banken bankroet
gingen in de periode1929-1932, en dat enkel
en alleen in de VS?
… de Chinese gigant ICBC, gemeten
naar balanstotaal, de grootste bank
ter wereld is? Het Britse HSBC is tweede, op de voet gevolgd door Deutsche Bank
en de Franse banken Crédit Agricole en
BNP Paribas. Er staat slechts één
Amerikaanse bank in de top 10, namelijk
JP Morgan op de achtste plaats.
Een m/v met een
koel hoofd
en een warm hart
Meer dan ooit moeten banken zich aanpassen aan een wereld die
razendsnel verandert. Wat betekent dat voor hun werking? En hoe zien de
bank en de bankier van de toekomst er uit? Vijf specialisten steken de
koppen bij elkaar.
I8I
Vlnr: Pierre Berger (Baker & McKenzie),
Marc De Ceuster (UA), Karel Lannoo
(Centre for European Policy Studies),
Max Jadot (BNP Paribas Fortis),
Michel Vermaerke (Febelfin).
B
anken functioneren in een wereld die razendsnel evolueert. De behoeften van klanten veranderen, de technologie opent nieuwe deuren en intussen ondergaat
de regelgeving een omwenteling. Dat heeft een grote
impact. Klanten willen zelf kiezen op welke manier ze contact
hebben met hun bankier. Soms in een bankkantoor, op andere
momenten via laptop, tablet of smartphone. Het plaatst banken
voor een grote uitdaging. Het opent ook een wereld vol nieuwe
opportuniteiten waarin je een betere service kunt bieden en
tegelijk kosten kunt besparen. Dat is een van de belangrijkste
conclusies nadat vijf experts de koppen bij elkaar gestoken
hadden: Pierre Berger (partner, bankenspecialist van Baker &
McKenzie), Marc De Ceuster (hoogleraar Universiteit Antwerpen),
Karel Lannoo (CEO van het Centre for European Policy Studies),
Michel Vermaerke (gedelegeerd bestuurder van bankenfederatie
Febelfin) en Max Jadot (CEO BNP Paribas Fortis).
Wat is de maatschappelijke rol van de bankensector? En
wat zijn de uitdagingen voor de toekomst om die rol ten
volle te kunnen spelen?
Vermaerke: ‘Banken hebben een ontzettend belangrijke functie
in het economische weefsel. Een essentiële kerntaak is het aantrekken van spaardeposito’s om die te transformeren naar kredieten. Banken bieden ook een evenwichtig aanbod van spaaren beleggingsproducten en ze zijn betrokken bij de infrastructuur
I9I
die het betalingsverkeer mogelijk maakt. Die
kerntaak ondergaat een omwenteling: de technologie verandert razendsnel, en klanten hebben
andere verwachtingen. Maar we moeten ook
vragen stellen bij de maatschappelijke betrokkenheid van de sector. Door de gebeurtenissen
van de voorbije jaren is er een kloof ontstaan
tussen de banksector en de maatschappij. We
moeten die kloof opnieuw overbruggen. Dat
kan alleen door beter te luisteren naar de consument en een antwoord te bieden op talrijke
communicatiebehoeften. Zo heeft de Belgische
bankensector – als enige in Europa – er zich toe
geëngageerd om niet langer al te ingewikkelde
financiële producten te verspreiden. Ook voor
de sensibilisering rond veilig internetbankieren
zijn al verschillende stappen ondernomen.’
Jadot: ‘We staan voor drie grote uitdagingen.
Om te beginnen moeten we een goed evenwicht
vinden tussen het principe dat een bank heel
veilig moet zijn en tegelijkertijd voluit in staat
moet zijn om spaardeposito’s te transformeren
naar kredieten. Door de opeenstapeling van
nieuwe wetten en regelgevingen is dat niet
>
l Bankieren l
Max Jadot
> vanzelfsprekend. Daarnaast moeten banken
een antwoord bieden op de veranderende behoeften van de klanten. En dan is er nog een
tijdelijke uitdaging: de lage intrestvoeten, die
een impact hebben op de rendabiliteit van een
essentiële kerntaak, namelijk de transformatie
van spaargeld naar kredieten. De bankt voelt
dat. Daarom moeten we streven naar een evenwichtige regelgeving en een klimaat van veiligheid, waarin de klant weer centraal staat.’
Op technologisch vlak is er een ingrijpende
omwenteling aan de gang. Welke invloed heeft
dat op banken en bankieren?
Berger: ‘België heeft de trein van de internetbanken wat later genomen dan de ons omringende landen. In Nederland bijvoorbeeld wordt
een groter stuk van de markt bediend door internetbanken. Die trend zal ook in België voortgaan. Maar daarnaast zullen mobiele platformen
aan belang winnen. België kan daar zelfs een
voortrekkersrol spelen: in de betaalindustrie
worden nu al zaken ontwikkeld die in een Europese context echt wel innovatief zijn. Ook de
interactie via sociale media zal toenemen. In
België zien we dat nog niet echt, maar in
andere landen is dat aan een opmars bezig.
Die evoluties kunnen de financiële instellingen
ook gebruiken om de bankwereld dichter bij
de leefwereld van jongeren te brengen.’
Jadot: ‘Banken evolueren naar een model
waarbij de klant via verschillende kanalen met
zijn bank kan communiceren. Daarmee staat de klant meer
dan ooit centraal: hij kan zelf kiezen via welk kanaal hij zijn
bankier benadert. De voorbije vijf jaar zijn de loketactiviteiten
teruggevallen met 50 à 80 procent. Daartegenover staat het
toegenomen belang van selfbanks, contact via callcenters en
uiteraard PC banking. Dat laatste bestaat intussen al 12 jaar,
maar het gebruik ervan blijft stijgen. Nu komt daar bankieren
via smartphone of tablet bij. Daarnaast worden we geconfronteerd met technologiebedrijven die bankactiviteiten ontplooien
– zoals Google en Apple – of de ontwikkeling van elektronische
betaalmiddelen zoals bitcoins. Banken zijn minder vertrouwd
met die wereld, maar ze moeten er wel hun plaats vinden. En
omgekeerd moeten die bedrijven er nog in slagen om zich aan
te passen aan de verschillende regelgevingen, want ook dat
zal niet vanzelfsprekend zijn.’
Wat wordt dan nog de rol van de bankkantoren?
Vermaerke: ‘De courante activiteiten zullen veel meer via
digitale platformen gebeuren die op elk moment toegankelijk
zijn. Het fysieke kantoor zal nog altijd zijn plaats hebben, maar
het wordt meer dan ooit een plaats van toegevoegde waarde
en dienstverlening.’
Jadot: ‘Het fysieke kantoor zal zeker nog een belangrijke rol
spelen, maar dan wel naast alle andere kanalen die de klant
nodig heeft. Dat schept veel mogelijkheden. Op korte termijn
zal een kantoormedewerker met zijn tablet een specialist
kunnen oproepen, zodat hij via een conference call samen met
de klant een hypothecaire lening of belegging kan bespreken.
En ’s avonds kan diezelfde klant via zijn computer of tablet
daarover nog voort praten met zijn raadgever. Dat zal niet
alleen de service verbeteren, maar ook de kosten reduceren.’
Vermaerke: ‘Die evolutie zal een sterke inspanning vragen op
het gebied van de vorming van personeelsleden. Zij moeten
voorbereid zijn op die digitale evolutie en in staat zijn om het
contact met de klant op een andere manier te verzekeren. De
sector investeert nu al meer dan 3 procent van de loonmassa
I 10 I
I Bankieren I
JE MOET BESEFFEN DAT HET
WEGNEMEN VAN RISICO’S
EEN KOSTPRIJS HEEFT.
Marc De Ceuster
in vorming. Daarmee behoren we tot de koplopers in Europa.
In de toekomst zal dat meer dan ooit moeten gebeuren.’
Banken kijken ook aan tegen een opeenstapeling van
nieuwe wetten en regels. Wat zijn daarvan de gevolgen?
De Ceuster: ‘Op het vlak van de regelgeving zijn er heel tegenstrijdige tendensen. Europa heeft ons aangemoedigd om
gebruik te maken van het vrij verkeer van goederen en diensten,
maar sinds het uitbreken van de crisis steken vooral nationalistische tendensen de kop op. Banken moeten hun buitenlandse
activiteiten afstoten en zich terugplooien op de thuismarkt.
Tegelijkertijd moeten ze hun kapitaalbuffers versterken. Dat is
een terechte vraag, maar niet iedereen is er zich van bewust
dat zoiets gepaard gaat met restricties: het zet bijvoorbeeld
een rem op de kredietverlening en de rendabiliteit. Dat is nu
eenmaal een economische wetmatigheid. Net daarom is het
belangrijk om daar een goed evenwicht in te vinden. Je moet
beseffen dat het wegnemen van risico’s een kostprijs heeft.’
Lannoo: ‘De regelgevers hinken op twee benen: ze leggen
steeds meer regels op, maar verwachten tegelijk wel dat
banken meer kapitaal kunnen verschaffen. Dat gaat natuurlijk
niet. Op Europees niveau hebben de strengere regels ervoor
gezorgd dat banken minder kredieten verleenden. Maar in
Europa loopt het grootste deel van de bedrijfsfinanciering net
via de banken. In de Verenigde Staten gebeurt dat voornamelijk
via de kapitaalmarkten en dat is ook een van de redenen
waarom de Verenigde Staten zo snel uit de crisis zijn geraakt.
Bovendien leggen we in Europa ook nog eens strengere regels
op aan de financieringsvormen die niet via de bank lopen,
omdat we beleggers nog veel meer willen beschermen. En
dan wordt het nog moeilijker dan het al was om bedrijven te
financieren. Voor mij blijft dat een van de grote uitdagingen.’
In Europa blijft de traditionele bankfinanciering ontzettend
belangrijk. Maar evolueren we toch niet naar een model
waarbij alternatieve financieringsvormen aan belang winnen?
Of blijft de rol van de banken onaantastbaar?
I 11 I
Marc De Ceuster, Universiteit Antwerpen
De Ceuster: ‘Ik kan me niet inbeelden dat er
geen banken meer zullen zijn. Er zal altijd een
tussenpersoon nodig zijn tussen mensen die
geld nodig hebben en mensen die geld ter beschikking hebben. Dat kan natuurlijk rechtstreeks
via de financiële markten, maar alleen als de
geldschieter de risico’s juist kan inschatten. En
net die capaciteit maakt banken zo uniek, waardoor er voor hen altijd een fundamentele rol
weggelegd zal zijn.’
Berger: ‘Banken zullen blijven instaan voor een
groot deel van de financieringsbehoefte, maar
ik geloof niet dat ze zoals vroeger nog alles
voor hun rekening kunnen nemen. De regelgeving zal banken dwingen om hun schulden af
te bouwen en hun kapitaal te versterken. Dat
zal ongetwijfeld een impact hebben op de financiering die ze nog kunnen verlenen. Daardoor
zal er een grote nood ontstaan aan alternatieven.
Daar is er dus ook een rol weggelegd voor andere spelers zoals durfkapitalisten, verzekeraars,
pensioenfondsen of hefboomfondsen.’
Wat is de rol van de overheid in de banksector? En hoe ziet u die evolueren?
Jadot: ‘De overheid moet een sfeer van vertrouwen creëren, rechtszekerheid scheppen en
zorgen dat voor alle banken dezelfde regels
gelden. Als de overheid die verschillende rollen
goed speelt, heeft ze een ontzettend grote
waarde voor de financiële sector. Dat is in het
verleden ook gebleken: in volle crisis heeft de
>
> overheid er alles aan gedaan om het vertrouwen in de banksector
overeind te houden. Daarvoor mogen we haar dankbaar zijn.
Maar door heel wat nieuwe regelgevingen gaan we momenteel
wel door een intense fase, die gepaard gaat met onzekerheid.’
Pierre Berger
Berger: ‘‘Een klein land als België moet vooral het Europese
beleid volgen en de opgelegde maatregelen tijdig implementeren.
Dat gebeurt het best zonder nog eens al te veel extra regels.
België is vaak heel laat met de implementatie van Europese
regelgeving, maar als het gaat over de banken lopen we nu
plots voorop. Nochtans hebben we er alle belang bij om in ons
land dezelfde regels te hanteren als in de rest van Europa. De
overheid zou bepaalde activiteiten beter stimuleren in plaats
van de banksector vooral beperkingen op te leggen. Ik geloof
veel meer in een Luxemburgs model. Daar creëert de overheid
een klimaat waarin banken goed kunnen functioneren. Dat
levert werkgelegenheid en welvaart op. Nu vrees ik dat we
vooral in de andere richting evolueren.’
Lannoo: ‘Het is toch een markante verschuiving: in de Europese
context speelt ons land steeds vaker cavalier seul. De Europese
overheden zijn massaal geïntervenieerd en de kostprijs bedraagt
maar liefst 14,5 procent van het Europese bnp. We moeten dat
terugdraaien. Daardoor zal de Europese Centrale Bank een
veel afstandelijker toezicht houden dan de nationale toezichthouders. De komende jaren verwacht ik dat daardoor de spanning zal toenemen tussen de ECB en de nationale toezichthouders. Want het zijn uiteindelijk wel de nationale overheden
die de regels moeten implementeren.’
Karel Lannoo
Hoe ziet de bank van de toekomst er uit?
De Ceuster: ‘De klant moet opnieuw centraal staan. Ik denk
dat bankiers dat op een bepaald moment een beetje uit het
oog zijn verloren. Er zal altijd nood zijn aan goed advies. Die
behoefte is er misschien niet voor de dagelijkse betalingen,
maar duikt wel op tijdens de cruciale momenten in een mensenleven: samenwonen, de aankoop van een huis of een pensioenplan opstarten. Daar is een belangrijke rol weggelegd
voor de banken. Dat menselijke contact zal sowieso blijven,
maar banken zullen hun kennis in de toekomst wel steeds
beter communiceren.’
Berger: ‘Er zullen veel minder zelfstandige agenten zijn, maar
ze zullen wel meer kwaliteit bieden. Ik vermoed dat een bank
in de toekomst ook zal opereren in een maatschappij zonder
cash en dat ze zich nog veel meer zal concentreren op onlineen mobiele kanalen. In die omgeving zullen banken ook moeten
evolueren naar een eenvoudigere, snellere en meer transparante
dienstverlening.’
Michel Vermaerke
Vermaerke: ‘Ik denk niet dat er één soort bank van de toekomst
zal bestaan. Verschillende modellen zullen naast elkaar blijven
functioneren. Maar daarnaast moeten we ook de vraag stellen
hoe de bankier van de toekomst er uitziet. Uiteindelijk draait
het allemaal rond geld en mensen. Geld is een ernstige zaak
die ratio vereist, maar tegelijk is het ook een heel gevoelig
thema. Ik hoop vooral dat de bankier van de toekomst een
man of vrouw is met een koel hoofd en een warm hart.’ ||
I 12 I
I Bankieren I
Bijdragen aan het vertrouwen
in het financiële systeem
Ook de overheid heeft een belangrijke stem in het debat over de rol
van de banken. Minister van Financiën Koen Geens geeft tekst en uitleg.
Koen Geens
Welke rol moeten banken spelen volgens u?
Geens: ‘Banken moeten krediet verlenen aan de reële economie.
Dat betekent dat ze de kans moeten krijgen om krediet te
verlenen. Hoe? Door een wetgevend en prudentieel kader te
creëren dat spaarders en investeerders vertrouwen inboezemt
én dat tegelijk het voor banken niet onmogelijk maakt om
nog krediet te verlenen. De aanpassing aan de golf van nieuwe
Europese regelgeving vraagt een grote organisatorische aanpassing van onze banken. Ik ben me daarvan bewust.’
Hoe ziet u de rol van de overheid voor de banken?
Geens: ‘De overheid moet bijdragen aan vertrouwen in het financiële systeem. Dat doet ze door regelgeving. Maar ik
spreek over ‘bijdragen’. Vertrouwen kan niet gereguleerd
worden. De integriteit van de bankier valt niet in regeltjes te
passen. Het vertrouwen begint weer te keren. De weg die we
hebben afgelegd, is dan ook niet min. Denk maar aan de bankenunie: vanaf november gaat de ECB rechtstreeks het toezicht
waarnemen op Europa’s grootste banken. Denk ook aan de
Basel III-kapitaalstandaarden, die we in België introduceren
met onze nieuwe bankwet. Dit zijn stappen in een lang proces
van regulering, maar het begint te lonen.’
‘Nu, fingers crossed. Het gevaar bestaat dat we niet doortastend
genoeg zouden zijn. We mogen gerust richting VS kijken:
daar hebben ze hun bankencrisis zeer snel aangepakt. Ik stel
mijn hoop op de doorlichting van de bankbalansen waar de
ECB mee begonnen is en de stresstests die uitgevoerd worden.
Ook de nieuwe Europese toezichthouder zal met Danièle
Nouy, als nieuw hoofd van de ECB, streng maar rechtvaardig
uit de hoek komen. Ik heb er wel goede hoop in.’
I 13 I
Hoe ziet de bank van de toekomst er
volgens u uit? Hebben banken over 10 tot 15
jaar een andere rol of andere taken?
Geens: ‘Moeilijke vraag. Ik hoed me voor te
gemakkelijke voorspellingen. Nog niet zo lang
geleden droomden we hardop van de BBB, de
Big Belgian Bank. Vandaag zijn we wat meer
bescheiden. Heel wat banken hebben zich teruggetrokken binnen nationale grenzen. Maar
ik denk niet dat zoiets fataal is. Met het nieuwe
Europese toezichts- en resolutiearsenaal, met
de creatie van de bankenunie komt er een veel
sterker regelgevend level playing field dan tevoren. De interne markt in financiële diensten
komt daar goed uit. Alleen ziet men het nu
nog niet. Maar dat zal wel komen. Ik ben er
rotsvast van overtuigd dat er naast de traditionelere spaarbank ook ruimte zal blijven voor
transnationale universele banken. Zolang we
het belang van goede risicobeheersing niet uit
het oog verliezen.’ ||
VERTROUWEN KAN NIET
GEREGULEERD WORDEN.
Koen Geens, minister van Financiën
I Bankieren I
I 14 I
I Bankieren I
I 15 I
l Bankieren l
Van spaargeld
naar kredieten
Banken leveren de smeerolie van de economie, zo wordt wel eens
gezegd. Want met het spaargeld van hun klanten kennen ze leningen toe aan zowel gezinnen als bedrijven. Maar hoe doen ze dat?
V
aak hebben mensen kapitaal nodig voor broodnodige
investeringen: van gezinnen die een woning willen
kopen tot bedrijven die willen investeren in een nieuw
machinepark. Niet iedereen heeft voldoende kapitaal
voor die investeringen en daarom kloppen ze aan bij de bank
voor een lening. In zekere zin fungeert die als een tussenpersoon
tussen de groep mensen die kapitaal nodig heeft en zij die financiële middelen ter beschikking hebben. Want wie een deel
van zijn vermogen niet meteen nodig heeft, kan dat bij een
bank deponeren op zicht-, spaar- of termijnrekeningen en
kasbons. Eigenlijk lenen spaarders een deel van hun vermogen
uit aan hun bank en in ruil ontvangen ze een intrestvergoeding.
Een bank kan natuurlijk weinig aanvangen met het spaargeld
van één enkele spaarder. Daarom groepeert ze alle afzonderlijke
deposito’s om daarmee grote kredieten toe te kennen, waarmee
ze op haar beurt rente-inkomsten genereert.
In wezen lijkt het een heel eenvoudige activiteit. Toch stelt het
financiële instellingen voor een grote uitdaging. De spaardeposito’s
bij een bank zijn relatief vlot opvraagbaar: spaarders kunnen op
elk moment spaargeld van hun rekening halen en het gebeurt
niet zo vaak dat spaarders termijndeposito’s aanhouden met
een looptijd van meer dan tien jaar. Nochtans hebben leningen
vaak een veel langere looptijd. Dat betekent dat de bank krediet
op lange of middellange termijn financiert met deposito’s op
korte termijn. Om dat liquiditeitsrisico op te vangen, moeten
banken voldoende grote buffers aanleggen, zodat de kredietverlening niet in het gedrang komt zodra spaarders hun geld
opvragen. Ze worden daartoe ook verplicht door internationale
I 16 I
bankregels die bovendien steeds strenger worden
(zie hiernaast ‘4 regels voor een stabiel kredietsysteem’).
Veiligheidsbuffer
Het liquiditeitsrisico is niet het enige risico voor
een bank die leningen toekent. Zo bestaat het
gevaar dat een kredietnemer failliet gaat, zijn lening
niet meer kan afbetalen en de bank niet het volledig
geleende bedrag kan recupereren. Net daarom
schenken banken veel aandacht aan de studie van
een kredietdossier, zodat ze geen leningen toekennen aan gezinnen of bedrijven met een te hoog
risico op wanbetaling.
Daarnaast moet een bank proberen om haar rentemarge positief te houden. Die marge is het
verschil tussen de inkomsten uit de rente van kredieten en de kosten voor de rente op de deposito’s.
Wie een krediet afsluit, kan kiezen voor een vaste
rente en betaalt dus de hele looptijd van het
krediet dezelfde som af. Als de rente op deposito’s
stijgt, kunnen de banken die kosten niet doorrekenen
aan hun kredietnemers met een vaste rente. Zo
wordt de rentemarge van de bank negatief, wat
hen opzadelt met een verlies. Banken beperken
die risico’s in de mate van het mogelijke, bijvoorbeeld
door voldoende eigen vermogen en een voldoende
hoge liquiditeitsmarge. Daarnaast kan de bank
zich indekken tegen die risico’s met behulp van
complexe financiële producten. Bijvoorbeeld via
een renteswap, waarbij de bank tegen een bepaalde
kostprijs vaste rente kan omzetten in variabele
rente om zo het renterisico te elimineren. ||
l Bankieren l
ALTERNATIEVEN
VOOR BANKFINANCIERING
© Hollandse Hoogte
© Thomas De Boever
Gezinnen en bedrijven
financieren hun activiteiten
met het spaargeld dat op
de bank geparkeerd staat.
4 regels voor een
stabiel banksysteem
Als reactie op de financiële crisis in 2008 werkte
het Baselcomité nieuwe richtlijnen uit voor de
bankensector. Sinds haar ontstaan is het de
derde keer dat de organisatie van toezichthouders een nieuw pakket regels op tafel legt.
Ze staan daardoor bekend als Basel III. Hoewel
de richtlijn nog moet worden omgezet in Europese wetgeving, liggen de principes wel al
vast. De regelgeving zou stapsgewijs worden
ingevoerd tegen 2019.
1
Onder Basel III moet de kapitaalratio minstens 9 procent bedragen, en zelfs meer
voor zogenoemde systeembanken die bij een
mogelijk faillissement het hele financiële systeem
en de reële economie ernstige schade kunnen
berokkenen. De kapitaalratio is de verhouding
tussen het eigen vermogen van een bank en
haar risicogewogen activa. Een hogere kapitaalratio betekent dat banken een grotere kapitaalbuffer moeten aanleggen om de risico’s te
beperken.
2
Ook de verhouding tussen het kapitaal
van een bank en de omvang van haar
balans (de zogenoemde leverage) wordt aan
banden gelegd. In het verleden was er geen
beperking op de omvang die een bank kon
hebben. Met de nieuwe regels is dat niet langer
het geval. Dat verklaart waarom tal van banken
niet-kernactiviteiten afstoten.
Banken zijn niet de enige financieringsbron voor bedrijven. Als
hij in eerste instantie geen al te
groot kapitaal nodig heeft, zal
een ondernemer wel eens een
beroep doen op zijn naaste
omgeving. Daarnaast kunnen
ook businessangels kapitaal verschaffen. Dat zijn meestal
(ex-)ondernemers die investeren
in beloftevolle startende of snelgroeiende ondernemingen. Ook
private investeerders kunnen bijspringen om de financieringshonger te stillen. Het gaat dan
bijvoorbeeld om durfkapitaal- of
hefboomfondsen, die als aandeelhouder mee in de cockpit
van de onderneming kruipen.
Voor grote ondernemingen is
ook de beurs een mogelijke
financieringsbron. Ten slotte is
crowdfunding een mogelijkheid.
Daarbij wordt het project via
sociale media of andere internetplatforms rechtstreeks aangeboden aan particuliere investeerders. Deze nieuwe financieringsbron komt in ons land nog
niet zo vaak voor. Meer info over
bedrijfskredieten vindt u op
bnk.tijd.be.
3
Basel III verplicht de banken om ook hogere liquiditeitsbuffers aan te leggen. Ze
moeten bijvoorbeeld genoeg liquide activa (zoals
cash of op de markt verhandelbare activa) aanhouden om dertig dagen lang bestand te zijn
tegen een crisis die hun geldstromen onder
druk zet. Dat moet vermijden dat ze snel in de
problemen komen, wanneer ze tijdelijk geen
toegang hebben tot liquide middelen op de interbankenmarkt.
4
Het Baselcomité legt banken ook een
‘net stable funding ratio’ op, die gepland
is voor 2018. Die legt vast in welke mate bankactiviteiten gedekt moeten zijn door beschikbare
en stabiele financieringen. Dat moet het risico
beperken dat gepaard gaat met het gebruik
van kortetermijndeposito’s om kredieten op
(middel)lange termijn te verstrekken.
>
I 17 I
l Bankieren l
Het geld dat u
niet kunt aanraken
23 december 2013, 16 uur. Het topshopmoment van het jaar. Half
Vlaanderen haast zich voor de laatste kerstkoopjes. En net dan: pech
bij de betaalterminals van Bancontact. De storing duurt uren, meer
dan 1 miljoen transacties gaan niet door, handelaars zien ruim 50 miljoen euro aan omzet door de neus geboord.
Z
iedaar de schaduwkant van het elektronisch betaalverkeer.
In tegenstelling tot een traditionele cashtransactie - een
dienst of goed in ruil voor baar geld – reken je bij giraal
ontastbaar geld op een betrouwbare technologische ondersteuning. Dat vertrouwen is in 99,9 procent van de gevallen
verdiend. Maar 99,9 procent is geen 100 procent.
Geen week gaat voorbij zonder nieuws over falende betaalsystemen
of gestolen bankinformatie ergens in financieel cyberspace. Begin
januari bijvoorbeeld, bleken gegevens van 104 miljoen Koreaanse
kredietkaarten gekaapt. De week voordien werden tientallen miljoenen kredietgegevens gejat van klanten van de Amerikaanse
supermarktketen Target. Enzovoort.
Toegegeven, elektronisch falen is uitzonderlijk. En het is maar één
schaduwkant, terwijl de zonnekant veel belangrijker is. Met elektronisch betalen worden diefstal en fraude een pak moeilijker,
want de elektronische wereld is een open en gecontroleerde
wereld. Het is vooral ook een comfortabele wereld. We beheren
vanuit onze luie stoel onze rekeningen, we maken ons geen
zorgen meer over verlies van bankbiljetten, we doen waar en
wanneer we willen internationale aan- en verkopen. En we staan
gemakshalve niet eens stil bij het complexe mechanisme achter
ons spectaculair toegenomen geldelijk comfort.
HET BETAALVERKEER WORDT
EEN GIGANTISCH NETWERK
VAN BITS EN BYTES.
I 18 I
Dat comfort wordt ons aangeleverd door de bank.
De kerntaak van elke bank is immers duidelijk:
diensten verlenen. Als tussenpersoon zorgt ze
ervoor dat ze op een optimale manier het overtollige geld van de ene doorsluist naar de andere
die er iets mee wil aanvangen. Dat is een simpel
streven, maar een aartsmoeilijke opdracht in de
praktijk. Het ontvangen van deposito's en verlenen
van kredieten is één zaak. De gigantische geldstromen die daaruit voortvloeien, van en naar
particulieren, ondernemingen, overheden en andere
banken, dat is een ander paar mouwen.
Het beheer van die geldstromen is dan ook een
cruciale banktaak. De omvang van die opdracht
is de voorbije jaren flink gegroeid. Het gaat al
veel verder dan biljetten stapelen in de geldautomaat om de hoek, of het aanvaarden van kredietkaarten in restaurants. Proton? Gsm-chip? Websites? U betaalt waar, wanneer en op welke manier
u maar wilt. En dat met uw inkomsten die geruisloos
op uw rekening werden gestort.
België telt vandaag zo'n 14 miljoen debetkaarten
en 4 miljoen kredietkaarten. Dat is ongeveer
dubbel zoveel als in 1995. De Belgen haalden
vorig jaar circa 40 miljard euro af bij Belgische
betaalautomaten, twee keer meer dan in 2000.
Ze haalden ruim 10 miljard euro af in het buitenland,
het dubbele van 2010. Pc-banking stijgt exponentieel, net als elektronische aankopen bij webwinkels. Cheques deemsteren weg. En cash ook.
Het betaalverkeer wordt hoe langer hoe meer
een gigantisch netwerk van bits en bytes.||
l Bankieren l
Over Swift en SEPA
Vrij verkeer van kapitaal staat als gebeiteld in de Europese grondwet.
Terecht ook: een vlot betalingsverkeer vormt de basis van een
succesvolle internationale handel. Maar hoe wordt dat vrije betalingsverkeer praktisch geregeld? Hoe voorkom je vergissingen of fraude?
Want het gaat hier om echt geld, en als er geld in het spel is, wordt
het vanzelf delicaat. Het gaat bovenal om veel geld.
Elke transactie en elke betrokkene moeten ondubbelzinnig worden
herkend. Dat gebeurt via de IBAN-code voor de persoonlijke rekeningen
(voluit: International Bank Account Number) en de BIC-code voor de
financiële instelling (Bank Identifier Code). Die codes zijn unieke
adressen voor elke rekening uit elk land. Dit systeem maakt opvolging
en controle van het internationaal betaalverkeer aanzienlijk gemakkelijker.
Het betalingsverkeer loopt via een rist gespecialiseerde instellingen.
De Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication
(SWIFT), die vanuit Terhulpen werkt, is veruit de belangrijkste. Meer
dan 10.000 financiële instellingen uit 214 landen zijn de medeeigenaars van SWIFT. Alle belangrijke banken zijn er bij. In België
alleen zijn ze met 104. Via SWIFT's netwerk sturen die instellingen
elkaar elektronische betaalinformatie door. In België passeren zo ongeveer 1,5 miljoen berichten per dag.
SWIFT speelt niet de enige rol. Target2, Trans-European Automated
Real-Time Gross Settlement Express Transfer, is een pan-Europees
platform voor grote in euro uitgedrukte interbancaire transfers en
vereffeningen van operaties van de Europese Centrale Bank.
Het verkeer wordt geregeld door de Europese autoriteiten, via SEPA
(Single Euro Payments Area). Sinds 1 februari 2014 moeten alle overschrijvingen en domiciliëringen in alle Europese landen op eenzelfde
manier verlopen, via één grote infrastructuur, met één type overschrijvingsformulier en één Europese wetgeving. Zo is Europa één
grote betaalruimte geworden, waarin betalingen in euro overal op
vergelijkbare wijze worden uitgevoerd. Bedrijven kunnen daar alleen
maar gelukkig mee zijn.
BANKEN KRIJGEN CONCURRENTIE
© Shutterstock
Vandaag zien we de muntjes en biljetten nog passeren, kan
onze smartphone al heel wat kleine betalingen doen en is de
bitcoin aan een wilde opmars bezig. En tegen 2020? Wordt een
virtuele munt even belangrijk als de euro of de dollar? Zal cash,
drie generaties na de in 1958 gelanceerde kredietkaart, nog
überhaupt bestaan? Houdt de traditionele bank stand tegenover
technologiegiganten, zoals Google? Veilingreus eBay bezit al de
betaalexpert PayPal, en vele andere IT-bedrijven, zowel veelbelovende start-ups als gevestigde giganten, hengelen naar een
banklicentie of hebben er al één. En aan de andere kant van het
betalingsverkeer zitten de telefoonoperatoren en supermarktketens precies daar waar binnenkort het gros van de consumptiebetalingen zal plaatsvinden. En de banken? Die lijken uit het
midden van de betalingsketen geduwd te worden. Ze kunnen
zich maar beter schrap zetten.
I 19 I
l Bankieren l
Financiële
producten
en diensten
in de etalage
Bij een bank vindt u al lang meer
dan spaarproducten en een lening.
Er liggen steeds meer financiële
producten en diensten in de etalage
waarin een zo ruim mogelijk klantenbestand zijn gading moet vinden.
E
r zijn in Europa nog maar weinig
banken die louter een spaar- of zakenbank zijn. Veel financiële instellingen zijn uitgegroeid tot universele
banken. Die worden wel eens omschreven
als financiële supermarkten, omdat ze een
zo ruim mogelijke clientèle bedienen met uiteenlopende financiële producten en diensten.
Zo’n vijftig jaar geleden was dat nochtans
heel anders. Spaarbanken concentreerden
zich op de gezinnen. Ze trokken spaardeposito’s aan en gebruikten die vervolgens om
hypothecaire leningen te verstrekken. Aan
het andere eind van het spectrum waren de
zakenbanken actief. Zij richtten zich uitsluitend
op ondernemingen, omdat die nu eenmaal
nood hadden aan meer gespecialiseerde producten en diensten.
Sindsdien is door de toegenomen welvaart dat onderscheid
tussen beide soorten banken sterk vervaagd. Gezinnen hebben
veel meer financiële middelen dan vijftig jaar geleden, waardoor
ze bij een bank meer verwachten dan een aanbod van spaarrekeningen en hypothecaire leningen. Daardoor legden de zakenbanken zich ook toe op de investeringsnoden van de gezinnen, terwijl de klassieke spaarbanken de markt van het bedrijfskapitaal aanboorden. Uiteindelijk ontstonden zo financiële
instellingen die op verschillende markten actief werden, waarvan
sommigen nog eens uitgroeiden tot geïntegreerde bank-verzekeraars. Daar liggen ook verzekeringsproducten in de etalage:
van brand- en autoverzekeringen tot levensverzekeringen.
Van niche tot
een heel universum
Bij Febelfin, de federatie van de bankensector, staan momenteel
104 banken geregistreerd. Het gaat om kleine en grootbanken,
nichebanken, spaarbanken en universele banken. Elk hebben
ze specifieke producten en diensten. Ze bieden spaar- en beleggingsproducten aan, verschaffen krediet, verlenen advies
bij beursgangen of private plaatsingen, organiseren indekkingsmechanismes tegen wisselkoers- of renterisico’s of ze financieren exportactiviteiten. Die laatste activiteiten zijn typisch
het domein van zakenbanken of afdelingen ‘corporate en commercial banking’.
Het aanbieden van beleggingsproducten gebeurt via afdelingen
zoals ‘investment of asset management’. Bij individueel vermogensbeheer wordt het beheer van een beleggingsportefeuille
aan een beheerder toevertrouwd. Meestal is dat het domein
van private banking, een dienstverlening die is voorbehouden
I 20 I
l Bankieren l
MiFID
beschermt
beleggers
aan vermogende klanten. Bij collectief vermogensbeheer
kunnen beleggers intekenen op tal van beleggingsfondsen.
Daarbij bestaat een onderscheid tussen gesloten en open architectuur. Bij de eerste gaat het om banken met eigen fondsbeheerders, die zelf aan het stuur zitten van een beleggingsfonds
en waar beleggers alleen kunnen intekenen op fondsen van
eigen makelij. Bij open architectuur zijn beleggingsfondsen
van andere fondsbeheerders beschikbaar. Veel banken bieden
intussen een combinatie van beide modellen aan. ||
HET DISTRIBUTIEMODEL VAN
NOORD NAAR ZUID
Europa kent twee bancaire distributiemodellen. Bij het eerste
ligt de nadruk vooral op elektronisch bankieren. Er zijn minder fysieke kantoren, waardoor klanten vooral zelf instaan
voor bancaire taken en vaker via internet toegang vinden tot
financiële producten. Dat is de overheersende situatie in het
noorden van Europa, van Scandinavië tot Nederland. In het
zuiden van Europa is er dan weer een veel uitgebreider kantorennetwerk. België houdt het midden tussen beide modellen. Er is een aanzienlijk aanbod van internetkanalen, maar
daarnaast is er ook een uitgebreid kantorennetwerk. Dat netwerk komt vanwege het kostenplaatje wel steeds sterker
onder druk te staan.
I 21 I
Banken zijn gebonden aan tal van regels
als ze financiële producten aan de man
brengen. Op Europees niveau is er MiFID,
wat staat voor Markets in Financial Instruments Directive. Het is een Europese richtlijn
die in 2007 van kracht werd en die beleggers
beter moet beschermen. Sindsdien mogen
banken sommige financiële producten niet
verkopen als ze niet over een gedetailleerd
risicoprofiel van de klant beschikken. Dat
risicoprofiel wordt bepaald aan de hand
van een vragenlijst, waarin een klant aangeeft hoeveel risico’s hij wil nemen en wat
zijn ervaring is met financiële producten.
Daarnaast bevat MiFID voor de banken
ook heel wat informatieverplichtingen. Die
moeten garanderen dat een belegger beslissingen neemt met de juiste informatie
in de hand. Bovendien stelt MiFID dat
banken openlijk moeten communiceren
over mogelijke belangenconflicten met hun
cliënten en verplicht het banken om de
aan- of verkooporders met betrekking tot
beleggingsproducten optimaal af te handelen. Voor retailklanten betekent dat in
de eerste plaats tegen een zo laag mogelijke
prijs en met zo weinig mogelijk uitvoeringskosten. Niet alleen beleggingsproducten zijn aan strenge regels onderworpen,
dat geldt ook voor een eenvoudig product
zoals de spaarrekening. Het koninklijk besluit
van 18 juni 2013 legt kredietinstellingen informatieverplichtingen op bij de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen. Zo moet de spaarder een gestandaardiseerde informatiefiche kunnen
inkijken die essentiële informatie bevat
voor de spaarder. De FSMA, die toeziet op
de financiële sector, moet dat document
goedkeuren. Daarnaast is er nog het koninklijk besluit van 27 september 2012 dat
de werking van de gereglementeerde spaarrekeningen vastlegt. De wet bepaalt de
betaling van de basisrente en de getrouwheidspremie. Ze beperkt ook de voorwaarden die banken aan hun klanten mogen
opleggen voor het verwerven van een bepaald rentetarief.
l Bankieren l
Het abc
van de bank
Wie zich verdiept in de bankwereld komt al gauw terecht in
een wirwar van complexe termen. Een overzicht van de
belangrijkste begrippen die u moet kennen.
Centrale bank
Euro
systeem
Het Eurosysteem bestaat
uit de Europese Centrale
Bank en de nationale centrale banken van de landen
uit de eurozone. Voor ons
land is dat bijvoorbeeld de
Nationale Bank van België.
Samen zijn ze verantwoordelijk voor het bepalen en
uitvoeren van het monetaire
beleid voor de eurozone.
Daarnaast staat het Eurosysteem in voor de goede
werking van het betalingsverkeer, het aanhouden en
beheren van de reserves in
vreemde valuta en het verzamelen van economische
en financiële statistieken.
Centrale banken waken over de stabiliteit
van het financieel systeem en in sommige
landen houden ze ook toezicht op de gezondheid van individuele banken. Ze bepalen
het rentebeleid van een land of regio en
kunnen ook geld in omloop brengen. Voor
de landen van de eurozone gebeurt dat
door de Europese Centrale Bank. Het belangrijkste doel van de ECB is niet de economische groei sturen, maar wel de inflatie
op ‘minder dan, maar dicht bij 2 procent’
houden. De Federal Reserve en Bank of
Japan zijn de centrale banken van respectievelijk de Verenigde Staten en Japan.
FSMA
De Financial Services and Markets Authority (FSMA) is een onafhankelijke
overheidsinstelling die toeziet op de Belgische financiële sector. Ze gaat na of
de financiële instellingen en de producten
en diensten die ze aanbieden aan de
opgelegde regels voldoen. Ze houdt ook
toezicht op de financiële markten. De
FSMA is niet verantwoordelijk voor het
toezicht op de stabiliteit van de financiële
instellingen in ons land. Dat is de verantwoordelijkheid van de Nationale Bank
van België.
Coöperatieve bank
Een coöperatieve bank biedt haar klanten de mogelijkheid om vennoot of mede-eigenaar te
worden door coöperatieve aandelen te kopen. Voor een bank is het vaak een manier om (een deel
van) de klanten nauwer te betrekken bij het beleid en de langetermijnrelatie te verankeren.
Coöperatieve aandelen kunnen niet op elk moment worden verkocht. Ze bieden vaak wel
specifieke ledenvoordelen, zoals kortingen op producten en diensten. Erkende coöperaties mogen
jaarlijks ook tot maximaal 6 procent dividend uitkeren.
I 22 I
l Bankieren l
Interbankenmarkt
De interbankenmarkt wordt wel eens omschreven als de smeerolie van het bankensysteem. Financiële instellingen kunnen er op hele korte termijn (soms zelfs minder
dan 24 uur) van elkaar geld lenen. Het is een noodzakelijk deel van het financieel
systeem, omdat er binnen een hele korte tijdspanne nooit een perfect evenwicht is
tussen de deposito’s die bij de bank geparkeerd staan en de uitstaande kredieten
op lange termijn. Er worden op een dag immers nooit exact evenveel spaardeposito’s
opgehaald als er kredieten worden verleend. Om dat tijdelijke onevenwicht te
herstellen, kunnen banken terecht op de interbankenmarkt om er geld te lenen of te
deponeren.
SEPA
Islamitisch
bankieren
Islamitisch bankieren gebeurt volgens
de principes van de sharia, de islamitische
wetgeving. Die stelt dat rijkdom moet
worden verdeeld om meer rechtvaardigheid te bekomen. Daarom geldt er
bij islamitisch bankieren een verbod op
intresten. Alleen renteloze leningen en
spaarrekeningen zijn toegestaan. Ook
speculatie is verboden, net zoals investeringen in alcohol, tabak, porno of casino’s. In Europa is Londen het belangrijkste centrum voor islamitisch bankieren.
De Single Euro Payments
Area (SEPA) werd in 2008
opgericht om alle betalingen
in de Europese Unie op een
uniforme manier te laten
verlopen. De bedoeling? In
elk land hetzelfde type bankkaarten, overschrijvingen en
domiciliëringen gebruiken
zodat er een eengemaakte
betaalzone ontstaat. Daardoor gebeuren overschrijvingen in ons land intussen
met het Europese overschrijvingsformulier: dat heeft een
langere IBAN-code en een
BIC-code. De SEPA-zone bestaat uit de landen van de
Europese Unie en IJsland,
Liechtenstein, Monaco, Noorwegen en Zwitserland.
Spaarbank
Een spaarbank richt zich uitdrukkelijk
op particulieren en gezinnen. Spaarbanken nemen zo weinig mogelijk risico’s
met het spaargeld dat ze beheren en
gebruiken dat vooral om hypothecaire
leningen te verstrekken. Intussen zijn er
nog maar weinig echte spaarbanken,
omdat de meeste banken hun aanbod
van financiële producten en diensten
fors hebben uitgebreid.
Zakenbank
Universele bank
In het moderne Europese bankenlandschap zijn er maar weinig banken die nog
louter een spaar- of zakenbank zijn. De meeste instellingen zijn uitgegroeid tot
universele banken die een zo ruim mogelijke clientèle bedienen door uiteenlopende
financiële producten en diensten aan te bieden. Daarmee richten ze zich zowel op
spaarders, beleggers, vermogende klanten, ondernemingen en zelfs overheden.
Intussen zijn veel banken uitgegroeid tot geïntegreerde bank-verzekeraars die
ook verzekeringsproducten aanbieden.
I 23 I
De activiteiten van zakenbanken zijn heel
divers en worden als risicovoller beschouwd
dan die van een traditionele spaarbank.
Om te beginnen beleggen zakenbanken
hun financiële middelen in meer risicovolle
activa, zoals aandelen of obligaties. Daarnaast verhandelen ze complexe financiële
producten. Ze kunnen bedrijven en overheden ook begeleiden bij het aantrekken
van nieuw kapitaal of ondernemingen adviseren bij een fusie of overname.
l Gedeelde visie l
De bank 2.0
‘Door de technologische ontwikkelingen komt er ruimte voor een
nieuw soort financiële instellingen’, zegt Duco Sickinghe. Tot vorig jaar
was de Nederlander CEO van Telenet. Intussen financiert en ondersteunt hij jonge bedrijven. Een gesprek met Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis.
Peter De Keyzer: Op welke manier
zijn banken belangrijk voor de financiering van startende ondernemingen?
Duco Sickinghe: ‘Banken in België zijn
grotere kredietverschaffers dan in andere
landen, waar startende ondernemingen
zich meer financieren via fondsen of
de financiële markten. De banken beschikken in België over meer spaardeposito’s en daardoor over meer middelen
om krediet te verschaffen. Dat impliceert
wel dat banken heel voorzichtig moeten
omspringen met het kapitaal dat afkomstig is van spaardeposito’s. Daardoor
krijgen ze wel eens onterecht de kritiek
dat ze sommige bedrijven geen geld
willen lenen. Maar dat is geen juiste
voorstelling: de bank vertegenwoordigt
de depositohouders en zij vragen dat
de bank met dat kapitaal weinig risico’s
neemt. Dat betekent ook dat jonge en
startende ondernemingen die nog geen
trackrecord kunnen voorleggen minder
gemakkelijk een lening krijgen van de
bank. Maar er zijn andere partijen in
onze maatschappij die wel bereid zijn
om meer risico’s te nemen, al zullen ze
daar natuurlijk een hogere beloning tegenover zetten.’
Peter De Keyzer: De nieuwe regelgeving
voor banken zal mee vorm geven aan het
bankenlandschap. Hoe ziet u dat precies?
Duco Sickinghe: ‘Er is iets heel merkwaardigs aan de hand: we willen het
risico van systeembanken indijken, maar
tegelijkertijd dreigen we zo’n strenge en
complexe regulering op te leggen waardoor we uiteindelijk alleen maar grote
banken overhouden. Nochtans zou je verwachten dat we in het bankenlandschap
meer diversiteit moeten creëren om minder afhankelijk te zijn van systeembanken.
Toch ben ik ervan overtuigd dat er ruimte
komt voor een nieuw soort financiële instellingen. We zijn in een fase beland
waarin sommige partijen het idee aanvechten dat de uitgifte van geld een
staatsmonopolie is. De virtuele munt bitcoin is daarvan een mooi voorbeeld. Die
is zeker niet zaligmakend, maar het geeft
wel aan dat we evolueren naar nieuwe
internationale betaalmiddelen die niet
meer verbonden zijn aan een overheid.’
PERSOONLIJK BEN IK ERVAN
OVERTUIGD DAT ER HELEMAAL
GEEN PRIVACY MEER IS.
Duco Sickinghe, ondernemer
I 24 I
Peter De Keyzer: Het is duidelijk dat
technologische ontwikkelingen voor traditionele banken een grote uitdaging vormen. Hoe moeten zij daarmee omgaan?
Duco Sickinghe: ‘In het verleden maakten
banken vooral gebruik van technologie
om efficiënter te werken en kosten te
besparen. Sinds enkele jaren staat de
technologie ook ten dienste van de
klant, denk maar aan pc-banking of de
mobiele applicaties die banken nu ontwikkelen. Die evolutie valt niet terug te
draaien en in de toekomst zal technologie
een ontzettend belangrijke rol spelen
in de bankensector. Dat biedt tal van
mogelijkheden. Via het internet kan een
bank alle experts op één plaats centraliseren en tegelijkertijd toch een goed
contact onderhouden met de klanten.
Of neem nu de internetapplicaties: een
bank kan het klantengedrag perfect volgen, waardoor technologie ook een
enorme rol zal spelen in het behouden
en stimuleren van klanten.’
Peter De Keyzer: Is privacy dan geen
potentieel probleem? Mensen zijn misschien wel bereid om een deel van hun
privacy op te geven als ze daar zelf
voordeel uit halen. Maar zal dat niet veranderen als dat voordeel vooral verschuift
naar de bedrijven?
Duco Sickinghe: ‘Dat valt wel mee. De
consument kan nog altijd via internet verschillende zaken vergelijken. Het is niet
omdat een bank op de proppen komt met
Duco Sickinghe (op de voorgrond):
‘We evolueren naar internationale
betaalmiddelen die niet meer
verbonden zijn aan een overheid.’
Peter De Keyzer (op de achtergrond)
een mooi voorstel, dat je als klant niet
meer kunt achterhalen wat de concurrentie
in petto heeft. Daarvoor zou je internet al
moeten afsluiten van andere banken. Maar
naast dat economische aspect is er ook
een ethische dimensie. En persoonlijk ben
ik ervan overtuigd dat er helemaal geen
privacy meer is. Alleen al met de gegevens
van mijn kredietkaart kunnen sommige
mensen zien waar ik me op een bepaald
moment bevind. Je kunt er maar beter
van uitgaan dat veel mensen alles van jou
weten en dat ze die informatie positief
gebruiken. Daar kun je als consument voordeel uithalen. Waarom laten we mobiele
applicaties toe om onze locatie te bepalen?
Omdat die applicatie ons dan betere suggesties kan bieden en dus ook een betere
service. En intussen hebben we al zoveel
prijsgegeven, dat het onmogelijk is om de
klok nog terug te draaien.’
Peter De Keyzer: De Europese economie kampt nog met grote problemen,
terwijl de Verenigde Staten zich stilaan
lijken te herstellen. Waarin liggen de
grootste uitdagingen voor Europa?
Duco Sickinghe: ‘In Noord-West Europa
is er een groot potentieel aanwezig: we
hebben dynamische overheden, goede
universiteiten en de meeste mensen willen graag hard werken. Maar het wordt
de grootste uitdaging om de arbeidsmarkt flexibeler te maken. De nadruk
ligt te veel op vermijden dat grote bedrijven mensen kunnen ontslaan. We
vergeten dat kleine bedrijven veel sneller
mensen zullen aannemen als ze weten
dat ze hen ook sneller kunnen ontslaan,
als zou blijken dat een nieuw project
toch niet succesvol is. Nochtans zou dat
een veel efficiëntere economie creëren.
Daarmee stimuleer je nieuwe activiteiten,
I 25 I
stijgt de winst van bedrijven en gaan de
belastinginkomsten omhoog. We moeten
dringend eens benadrukken dat er niets
mis is met bedrijven die winst maken in
de mate dat zij daarmee ook bijdragen
aan de overheidinkomsten.’
Peter De Keyzer: De arbeidsmarkt in
de Verenigde Staten is veel flexibeler
dan bij ons. Maar dat alleen kan toch
niet verklaren waarom er geen Europese
tegenhangers zijn voor succesverhalen
zoals Facebook, Apple of Twitter?
Duco Sickinghe: ‘De vraag is vooral:
waarom vind je in een bepaald geografisch centrum zoveel kennis en kunde?
In Silicon Valley hangt een dynamiek
die je zelfs voelt als je er op café gaat.
Dat wijst erop dat niet alleen bedrijfscultuur belangrijk is, maar ook de cultuur
in een regio. In Silicon Valley heerst een
sfeer waarin alles mogelijk is, zelfs het
onmogelijke. In Europa zijn we daar nog
veel terughoudender in. Daarom moeten
we rond verschillende steden gemeenschappen creëren die actief zijn in dezelfde sector. Er ontstaat een geweldige
dynamiek als je concurrenten dicht bij
elkaar zet. En je ziet dat stilaan ook gebeuren. Nederland is daar volop mee
bezig en ook rond Gent en Antwerpen
ontstaan mooie projecten. Alleen zo kunnen we een klimaat creëren, waarin alles
mogelijk is en stimuleren we echte innovatie die uiteindelijk ook bijdraagt aan
onze welvaart.’ ||
Financiering van de
economie
WE MOETEN
RISICOKAPITAAL
MEER PROMOTEN.
Daniel Gros, Centre for European Policy Studies
Hoe leerden we het op school? Een bank moet spaargeld van particulieren
verzamelen en dat vervolgens lenen aan ondernemingen. Maar dat
gebeurt steeds minder vaak. De financiering van de economie verandert
van model. En dat is een van de redenen waarom Europa zo moeilijk uit
de crisis geraakt.
Twee hardnekkige tendensen stellen het traditionele bancair model
opnieuw ter discussie. Ten eerste is de ‘transactieketen’ veel langer dan
vroeger. Schematisch ziet dat er zo uit: een bank verzamelt spaargeld.
Daarvan leent ze vervolgens een deel aan een tweede bank. Die leent op
haar beurt aan een derde bank. En pas die derde bank leent aan een onderneming. De lengte van die keten, die we vooral in Europa opmerken,
maakt het systeem kwetsbaar. Het fenomeen wordt nog versterkt door
de interne verschillen in de EU: gezinnen in het noorden van West-Europa,
zoals Belgen en Duitsers, hebben een spaaroverschot dat ze op de bank
parkeren. Terwijl het zuiden veel meer nood aan investeringen kent. De
banken uit het noorden lenen dus aan banken uit het zuiden, die het geld
op hun beurt in de economie zetten. Maar als de banken uit het noorden
in crisistijd hun fondsen willen recupereren, stuikt de economie in het
zuiden in elkaar.
Ook de manier van sparen verandert, vooral dan in de Verenigde Staten.
Ondernemingen sparen er net zoveel als ze investeren. Zij lenen elkaar
fondsen en hebben steeds minder nood aan banken. Daarom ook trekt
de economie in de Verenigde Staten sneller en krachtiger aan dan bij ons.
Ondernemingen kunnen er opnieuw investeren, zonder de hulp van de
nog altijd kwetsbare banken.
Bovendien stijgen de winsten van de Amerikaanse ondernemingen. En
heel wat grote bedrijven, vooral actief in nieuwe technologie, doen geen
zware investeringen en leggen bergen cash aan. Zo heeft Apple ruim 100
miljard dollar aan liquiditeiten. Dat is net zoveel als een grote bank.
Experts slagen er maar niet in om de oorzaken van die stijgende winsten
te achterhalen. De tendens is begonnen in de Verenigde Staten, maar
verspreidt zich nu ook naar Europa. Hoewel er grote verschillen bestaan
tussen de regio’s, autofinancieren ondernemingen in de eurozone zich
tegenwoordig gemiddeld tegen 100 procent. Maar snel gaat het niet. Het
uitstaand bedrag van de kredieten die ondernemingen bij banken onderschrijven is in Europa nog altijd twee keer groter dan in de VS.
De tweede tendens is een gevolg van de strijd tegen het budgettair
tekort. De verschillende tekorten leggen in grote mate beslag op ons
spaargeld. In de Verenigde Staten kopen de gezinnen staatsbons. In
Europa plaatsen ze hun geld op spaarboekjes, terwijl de banken dat geld
gebruiken om staatsbons te kopen. Onze banken spelen de rol van tussenpersoon tussen overheden en gezinnen. Maar het beheersen van het
tekort zal die rol sterk aan banden leggen.
In België zijn al die tendensen veel minder duidelijk. Hier sparen gezinnen
meer en gaan ze minder schulden aan. Bovendien zijn onze ondernemingen
minder winstgevend. Maar toch mogen we de reikwijdte ervan niet onderschatten. Want op termijn zullen we er niet aan ontsnappen en zullen
we de financiering van onze economie moeten herzien. We moeten risicokapitaal meer promoten. En dat terwijl de crisis bij de gezinnen net een
aversie tegen aandelen en de beurs heeft veroorzaakt. ||
Daniel Gros, doctor in de economie,
directeur van het Centre for European Policy Studies
Hoe uw
spaargeld
aan het werk
zetten?
Bedrijfskredieten:
motor van
de economie?
Hoe betaalt
u morgen?
Debateer mee over de rol van de banken in de economie en
de maatschappij via www.tijd.be/BNK
of volg ons via twitter @BNK_Bank
Totaal
T
otaal deposito’s:
deposito’s:
105,3 mil
miljard
jard*
wat
w
at gebeur
gebeurt
t er
met mijn geld bij
BNP Paribas
Paribas Fortis?
Fortis?
Voor
V
oor 100
0€a
aan
an deposito’s
deposito’s
Geven we 81,90
81,90 €*
a
aan
an kredieten, zijnde
908 bankkantoren
bankkantoren*
22 Business centres*
37 priv
private
va
ate banking
banking
centres
Woonkredieten:
W
oonkredieten:
37,80
37
7,80 €*
Consumentenkredieten:
0,20
0
,20 €*
4.093
4.
093
geldautomaten
geldautomaten
excl.
excl. consumentenkr
consumentenkredieten
edieten van Alpha Credit
Credit
aan
Kredieten aan
ondernemers
en zelfs
zelfstandigen:
tandigen
andige :
16,25
16,25 €*
PC b
banking
anking
Easy b
banking
anking ((mobiel)
mobiel)
Kredieten aan
aan
ondernemingen:
27,65
27
7,65 €*
De overblijvende 18
18,,10 €*
word
wordt
t grotendeels
grotendeels
geherinves
geherinvesteerd
teerd
in Bel
Belgische
gische
overheidsobliga
erheidsobliga
aties
overheidsobligaties
Meer dan 500
bankiers
b
ankiers s
staan
taan ter
beschikking op
02 762 60 00
Onz
ers dank
en onz
Onzee 16.300 medewerk
medewerkers
danken
onzee 3.600.000 klanten.
thuisingeldzaken.bnpparibasfortis.be
thuisingeldzak
en.bnpparibasfortis.be
V.U. : W. Torfs, BNP Paribas Fortis NV
V,, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702
Download