Quarterly PERSPECTIVES ON BANKING Hoe werkt een bank? Duco Sickinghe en Peter De Keyzer over de bank als spil van de economie Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect. scherpgesteld 4 Wat is de rol van de bank anno 2014? Eigenlijk is haar taak weinig veranderd: een systeem organiseren waar mensen geld kunnen parkeren en weer afhalen, en leningen verstrekken aan bedrijven en mensen die geen andere mogelijkheden hebben voor kredieten. Dat zijn de kerntaken van een bank. En dat zijn bijzonder belangrijke functies, want op die manier helpen banken de economie draaien. In de crisis van 2008 zagen we dat banken hun essentiële rol niet meer konden spelen. Ze waren in de problemen geraakt door hun andere activiteiten, denk maar aan de trading van Amerikaanse complexe bankproducten. Daar hebben ze overdreven, en dat kwam de Belgische economie duur te staan. Maar dat wil niet zeggen dat sommige tradingproducten niet noodzakelijk zijn. Een voorbeeld? Belgische bedrijven wordt vaak verweten dat ze te weinig exporteren naar niet-Europese landen. Maar voor export naar landen met andere munten, heb je tradingproducten nodig, bijvoorbeeld om de schommelingen in wisselkoersen op te vangen. Een bank moet dus meer doen dan die twee kerntaken. Maar ze mag er niet in overdrijven. De Nationale Bank van België heeft die visie ook vastgelegd in een aantal maatregelen. Banken moeten niet worden opgesplitst in zakenbanken en retailbanken. Het is beter dat ze hun tradingportefeuille beperken, om zich op hun essentiële rol te concentreren. Bovendien zijn in België – zeker in vergelijking met landen zoals Groot-Brittannië - alle banken nu eigenlijk retailbanken, met een beperkte portefeuille. En dat is maar goed ook. Ook de rol van de Nationale Bank verandert binnenkort ingrijpend. Vanaf november 2014 wordt de Europese Centrale Bank toezichthouder van ongeveer 130 kredietinstellingen. Daarvoor werkt de ECB samen met de nationale toezichthouders. Nu al zijn we met een oefening bezig, waarbij banken onderworpen worden aan een grondige doorlichting van hun balans en een stresstest. We hebben lessen getrokken uit de crisis van 2008. Betekent dat dan dat we nooit meer een crisis van de bankensector zullen meemaken? Dat durf ik uiteraard niet te zeggen – verrassingen zullen er altijd zijn. Maar waar we voor 2008, met de regels van Basel II, niet streng genoeg waren, zitten we vandaag met Basel III toch een pak veiliger. || Mathias Dewatripont, Directeur Nationale Bank België en hoogleraar aan de ULB B NK situering B NK is een crossmediaal contentplatform over maatschappelijk verantwoord en modern bankieren. Door te informeren wil B NK het debat en de dialoog aangaan met opmerkelijke, vernieuwende en concrete verhalen. Deze editie is gepubliceerd op 13 maart 2014. www.tijd.be/bnk De karikatuur van de bank 14 De rol van de banken 8 Een m/v met een koel hoofd en een warm hart 6 De verdeelkast van de economie 16 Van spaargeld naar kredieten 18 Financiële producten en diensten in de etalage 20 Het geld dat u niet kunt aanraken 17 22 Het abc van de bank 24 De bank 2.0 Colofon Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect. Coördinatie: Veronique Soetaert Lay-out: Björn De Greef, Christine Dubois Foto: Frank Toussaint VU: WalterTorfs, Stuiverstraat 2, 1000 Brussel Tijd Connect biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. De betrokken partner is zelf verantwoordelijk voor de inhoud. CONNECT De karikatuur van de bank Roland Gillet: ‘Niet alleen de banken speelden een rol in de financiële crisis. Ook de particulieren en zelfstandigen die te veel geleend hadden, liggen mee aan de basis.’ I Bankieren I Banken liggen aan de oorsprong van de financiële crisis. Dat verwijt krijgen ze toch vaak te horen. Maar is hun verantwoordelijkheid wel zo groot? Volgens Roland Gillet, hoogleraar financiën aan de Sorbonne (Parijs) en de ULB-Solvay, mogen we toch niet vergeten dat ook gezinnen een belangrijke rol in de crisis hebben gespeeld. Zij lieten zich door de talloze fiscale voordelen overhalen om overmatig te investeren in vastgoed. V olgens de publieke opinie liggen banken aan de oorsprong van heel wat problemen. Zij hebben de financiële crisis veroorzaakt en groter gemaakt. Zij hebben onverantwoorde risico’s genomen. Bovendien moesten ze gered worden met overheidsgeld en dat hebben we allemaal gevoeld in onze portemonnee. Willen we vermijden dat de banken opnieuw in hetzelfde scenario hervallen? Dan moeten we hen dus enerzijds verbieden om nog voor eigen rekening te investeren en anderzijds hun omvang aan banden leggen. Want het faillissement van een kleine bank destabiliseert niet het héle systeem. En in dat geval beschikt de overheid wel over voldoende middelen om de kleine spaarder te redden. Maar die wijdverspreide mening is een karikatuur op zich. In de meeste gevallen was de val van de banken niet zozeer te wijten aan hun speculatieve activiteiten, maar wel aan de talloze hypothecaire kredieten die ze aan heel wat gezinnen hadden toegestaan. Neem bijvoorbeeld Nederland. Daar hebben gezinnen, aangezet door hoge fiscale stimuli, overmatig geïnvesteerd in vastgoed. Toen de regering uit budgettaire overwegingen die voordelen terugschroefde, konden veel kredietnemers hun lening niet meer afbetalen. De middenklasse had te veel in vastgoed geïnvesteerd, omdat ze die investering kon aftrekken van de belastingen. Nogal wat mensen zaten dan ook plots met een ernstige financiële strop. Gevolg? Heel wat huizen werden tegelijk te koop aangeboden en de prijzen daalden fors. De vastgoedmarkt reageerde bijzonder heftig. De gedwongen verkoop tegen dumpingprijzen volstond niet om alle openstaande kredieten te compenseren. En sommige bancaire balansen gingen donkerrood kleuren. De banken bleven hier niet in gebreke. Wel de particulieren en zelfstandigen die te veel schulden hadden. veel kredietnemers in gebreke blijven, gaat de bank natuurlijk failliet. De Spaanse banken hadden het risico ook niet op andere banken overgedragen. Amerikaanse banken hadden dat wel gedaan, via de techniek van effectisering. En wie ging het eerst failliet in Spanje? Precies de zeer kleine banken, de lokale kassen (Caixas), die de meeste kleine hypothecaire kredieten uitschreven en leningen toekenden aan kmo’s en lokale overheden. Toen de markt vastliep in Spanje, konden niet alleen de gezinnen, maar ook de kmo’s en de lokale overheden hun leningen niet meer terugbetalen. Zij werden geconfronteerd met economische moeilijkheden die nog werden versterkt door de vastgoedcrisis. De lokale kassen werden overspoeld met niet-terugbetaalde kredieten en gingen failliet. Daarop werden ze grotendeels gegroepeerd onder de nieuwe structuur Bankia. Zij hadden ruim 30 miljard euro steun nodig. Dat is ontzaglijk veel vergeleken met de grootste Spaanse bank Santander, die wellicht geen hulp zal nodig hebben. Want die grote internationaal gediversifieerde bank kan haar verliezen in Spanje compenseren door haar andere activiteiten, die niet lijden onder de zwakke Spaanse economie. Diversificatie blijft dus ook voor de banken een essentieel instrument in het kader van risicomanagement. Maar diversificatie mag nooit verward of gelijkgesteld worden met speculatie. || Roland Gillet, hoogleraar Financiën aan de Sorbonne (Parijs) en de ULB-Solvay, en internationaal gerenommeerde expert. Kopen/huren In Spanje zagen we hetzelfde gebeuren. Sommige banken hadden daar op zeer lange termijn geld geleend, soms zelfs op 35 jaar. De Spaanse regering wilde burgers motiveren om een woning te kopen in plaats van te huren. Maar bij langetermijnleningen betaal je de eerste jaren slechts weinig kapitaal terug. En als de markt dan in elkaar zakt – zoals dat in Spanje gebeurde – moet de bank die een onroerend goed in beslag neemt, een actief verkopen dat minder waard is dan het bedrag van de openstaande lening zelf. En wanneer massaal I5I DIVERSIFICATIE MAG NIET VERWARD WORDEN MET SPECULATIE. Roland Gillet, Sorbonne en ULB-Solvay l Bankieren l De verdeelkast van 400 vC V ergelijk de financiële sector met de zekeringkast in een gezinswoning: een doorgeefluik voor de binnenkomende stroom enerzijds en de elektrische toepassingen zoals ijskast, strijkijzer of wasmachine anderzijds. De financiële sector is de verdeelkast die overschotten aan financiële middelen omleidt naar plaatsen waar er een tekort is aan financiële middelen. En net zoals in een gezinswoning, is die verdeelkast een cruciaal en tegelijk kwetsbaar onderdeel van het hele systeem. Als er meer stroom wordt gevraagd dan er beschikbaar is, dan begeven de zekeringen het. En een plotselinge opstoot aan inkomende stroom kan de stoppen doen doorslaan. Bij het ontstaan van de financiële crisis speelden ze allemaal een rol: de zekeringkast (de financiële sector), de inkomende stroom (de sterke toename aan beschikbare financiële middelen) en de vraag naar extra stroom (de sterk toegenomen schulden). Is de financiële sector de enige schuldige voor de crisis? Neen, maar ondanks alle andere externe factoren ligt toch een heel belangrijk stuk van de verantwoordelijkheid bij de sector. Precies daarom zijn de regels de afgelopen jaren sterk aangescherpt. Ze moeten de financiële zekeringkast schokbestendiger maken. Een zwakke, volatiele of instabiele banksector kan dan ook nooit de basis vormen voor een duurzame welvaartsgroei. Tegelijk is het een illusie dat de hele sector vanaf nu immuun zou zijn voor enige turbulentie of crisis. Bankcrisissen, financiële crisissen, recessies, grote economische turbulentie of zeepbellen: ze zijn van alle tijden, ook toen er nog geen sprake was van herverpakte kredieten, een opstomende Chinese economie of subprime leningen. Net zoals elk leger is uitgerust om de vorige oorlog te vechten, zal regulering perfect in staat zijn de vorige crisis af te wenden. Veronderstellen dat de nieuwe regulering ons volkomen immuun zou maken voor toekomstige crisissen is dan ook gevaarlijk. Vroeger bestonden er ook regels, maar ze waren niet in staat om de vorige crisis te vermijden. Toch is dit geen pleidooi voor laisser-faire en al zeker niet voor deregulering. Het is vooral een pleidooi voor een brede blik, waakzaamheid en flexibiliteit. Een pleidooi voor een universele benadering van banken en de financiële sector. Niet als een sector die als een satelliet rondom de wereldeconomie zweeft. Wel als een sector die volkomen verweven is met het alledaagse leven van bedrijven, burgers en overheden. Peter De Keyzer Hoofdeconoom - BNP Paribas Fortis Griekenland Griekenland is de bakermat van het bankieren. In het Oude Griekenland had elke stad haar eigen munt en een openbare bank, die de overheidsfinanciën beheerde, de inkomsten inde en uitgaven betaalde. Eerste bank 1397 Oprichting van de Medici-bank, de eerste min of meer moderne bank. Lorenzo 'Il Magnifico' de Medici, achterkleinzoon van de stichter, bouwde de bank uit tot de machtigste instelling van Europa. De in 1472 opgerichte Monte dei Paschi di Siena is de oudste nog actieve bank ter wereld. Maar ze kwam zeer gehavend uit de recente kredietcrisis. Eerste centrale bank In Zweden werd 's werelds eerste centrale bank opgericht. De Riksbank was de eerste publieke instelling die bankbiljetten uitgaf. Heel wat private banken die biljetten uitgaven gingen toen over de kop, omdat ze veel meer biljetten uitgaven dan ze in goudmunten konden betalen. 1668 Bubbels en paniek De Britse South Sea Company en de Franse Mississippi Company van de Schotse financier John Law gingen ten onder na het barsten van een enorme internationale financiële zeepbel. Duizenden burgers en banken werden in de val meegesleurd. Dit was niet het eerste groot financieel debacle (de Nederlandse tulpenbollenmanie piekte in 1637) en zeker niet het laatste. 1720 De zakenbankier De opkomst van de spoorwegen zorgde voor de geboorte van een ander fenomeen, toen niet zo opvallend maar minstens even belangrijk in de economische geschiedenis: het métier van zakenbankieren. Tot dan beperkten de banken zich tot lenen en ontlenen. Maar spoorwegmaatschappijen hadden dermate veel kapitaal nodig, dat ze specialisten zochten voor de plaatsing van aandelen. I6I 1830 l Bankieren l de economie De crisis (bis) 2007 De grote financiële crisis begon in augustus met een 'bank run' op het Britse Northern Rock. Een jaar nadien bereikte de crisis het ene schrikwekkende dieptepunt na het andere, met onder meer de val van Lehman Brothers en Fortis. De crisis is het gevolg van een gigantische schuldenberg en een algemeen wantrouwen omdat niemand wist wie welke minderwaardige schulden torste. Fusiemanie In de late jaren 90 waren bankiers en politici ervan overtuigd dat banken groot en internationaal moesten zijn om te kunnen overleven. Ook België was in de ban van een vurige fusiekoorts. 1998 De crisis In de late jaren 20 was Wall Street een denderende trein waar iedereen op wilde zitten. In oktober 1929 barstte de beurszeepbel. De crash veroorzaakte een ongeziene welvaartsvernietiging en leidde tot de Grote Depressie. 1929 De Fed 1913 Twee dagen voor Kerstmis 1913 werd de Federal Reserve Act goedgekeurd in het Amerikaans Congres. Die wet leidde tot de oprichting van het Amerikaanse systeem der centrale banken. De centraalbankiers - meestal toplui van de private banken - kregen plots heel wat macht en onafhankelijkheid om voortaan zelf het rentebeleid te bepalen. Zij werden de facto de monetaire leiders van hun land. Want wie het rentewapen bedient, beïnvloedt via zijn impact op sparen en investeren de snelheid van de economie. I7I Wist u dat… … de benaming ‘bank’ afkomstig is van de Latijnse term ‘banca’? Dat waren in het Oude Rome letterlijk banken, houten werktafels waar geldwisselaars zich op markten installeerden om vreemde valuta te kopen en verkopen. … de benaming ‘krediet’ dan weer afkomstig is van het Latijnse ‘credo’: ik geloof? Geld is dus niets meer of minder dan een in munten en biljetten uitgedrukt vertrouwen van de ene partij in de andere. … de eerste bankiers eigenlijk priesters waren? 3.000 jaar voor Christus ontvingen en verzamelden de geestelijken in Mesopotamië en Babylonië kleine giften, zoals gewassen en dieren, om die dan uit te lenen aan handelaren en landbouwers. … vrouwen schandalig over het hoofd gezien werden op Belgische bankbiljetten? Tussen de tientallen prominenten, koningen en koninginnen uitgezonderd, die ooit een beeltenis kregen, zit één vrouw: Margaretha van Oostenrijk. De landvoogdes uit de 16de eeuw prijkte op het 500 frankbiljet dat vanaf 1962 in omloop kwam. … meer dan 10.000 banken bankroet gingen in de periode1929-1932, en dat enkel en alleen in de VS? … de Chinese gigant ICBC, gemeten naar balanstotaal, de grootste bank ter wereld is? Het Britse HSBC is tweede, op de voet gevolgd door Deutsche Bank en de Franse banken Crédit Agricole en BNP Paribas. Er staat slechts één Amerikaanse bank in de top 10, namelijk JP Morgan op de achtste plaats. Een m/v met een koel hoofd en een warm hart Meer dan ooit moeten banken zich aanpassen aan een wereld die razendsnel verandert. Wat betekent dat voor hun werking? En hoe zien de bank en de bankier van de toekomst er uit? Vijf specialisten steken de koppen bij elkaar. I8I Vlnr: Pierre Berger (Baker & McKenzie), Marc De Ceuster (UA), Karel Lannoo (Centre for European Policy Studies), Max Jadot (BNP Paribas Fortis), Michel Vermaerke (Febelfin). B anken functioneren in een wereld die razendsnel evolueert. De behoeften van klanten veranderen, de technologie opent nieuwe deuren en intussen ondergaat de regelgeving een omwenteling. Dat heeft een grote impact. Klanten willen zelf kiezen op welke manier ze contact hebben met hun bankier. Soms in een bankkantoor, op andere momenten via laptop, tablet of smartphone. Het plaatst banken voor een grote uitdaging. Het opent ook een wereld vol nieuwe opportuniteiten waarin je een betere service kunt bieden en tegelijk kosten kunt besparen. Dat is een van de belangrijkste conclusies nadat vijf experts de koppen bij elkaar gestoken hadden: Pierre Berger (partner, bankenspecialist van Baker & McKenzie), Marc De Ceuster (hoogleraar Universiteit Antwerpen), Karel Lannoo (CEO van het Centre for European Policy Studies), Michel Vermaerke (gedelegeerd bestuurder van bankenfederatie Febelfin) en Max Jadot (CEO BNP Paribas Fortis). Wat is de maatschappelijke rol van de bankensector? En wat zijn de uitdagingen voor de toekomst om die rol ten volle te kunnen spelen? Vermaerke: ‘Banken hebben een ontzettend belangrijke functie in het economische weefsel. Een essentiële kerntaak is het aantrekken van spaardeposito’s om die te transformeren naar kredieten. Banken bieden ook een evenwichtig aanbod van spaaren beleggingsproducten en ze zijn betrokken bij de infrastructuur I9I die het betalingsverkeer mogelijk maakt. Die kerntaak ondergaat een omwenteling: de technologie verandert razendsnel, en klanten hebben andere verwachtingen. Maar we moeten ook vragen stellen bij de maatschappelijke betrokkenheid van de sector. Door de gebeurtenissen van de voorbije jaren is er een kloof ontstaan tussen de banksector en de maatschappij. We moeten die kloof opnieuw overbruggen. Dat kan alleen door beter te luisteren naar de consument en een antwoord te bieden op talrijke communicatiebehoeften. Zo heeft de Belgische bankensector – als enige in Europa – er zich toe geëngageerd om niet langer al te ingewikkelde financiële producten te verspreiden. Ook voor de sensibilisering rond veilig internetbankieren zijn al verschillende stappen ondernomen.’ Jadot: ‘We staan voor drie grote uitdagingen. Om te beginnen moeten we een goed evenwicht vinden tussen het principe dat een bank heel veilig moet zijn en tegelijkertijd voluit in staat moet zijn om spaardeposito’s te transformeren naar kredieten. Door de opeenstapeling van nieuwe wetten en regelgevingen is dat niet > l Bankieren l Max Jadot > vanzelfsprekend. Daarnaast moeten banken een antwoord bieden op de veranderende behoeften van de klanten. En dan is er nog een tijdelijke uitdaging: de lage intrestvoeten, die een impact hebben op de rendabiliteit van een essentiële kerntaak, namelijk de transformatie van spaargeld naar kredieten. De bankt voelt dat. Daarom moeten we streven naar een evenwichtige regelgeving en een klimaat van veiligheid, waarin de klant weer centraal staat.’ Op technologisch vlak is er een ingrijpende omwenteling aan de gang. Welke invloed heeft dat op banken en bankieren? Berger: ‘België heeft de trein van de internetbanken wat later genomen dan de ons omringende landen. In Nederland bijvoorbeeld wordt een groter stuk van de markt bediend door internetbanken. Die trend zal ook in België voortgaan. Maar daarnaast zullen mobiele platformen aan belang winnen. België kan daar zelfs een voortrekkersrol spelen: in de betaalindustrie worden nu al zaken ontwikkeld die in een Europese context echt wel innovatief zijn. Ook de interactie via sociale media zal toenemen. In België zien we dat nog niet echt, maar in andere landen is dat aan een opmars bezig. Die evoluties kunnen de financiële instellingen ook gebruiken om de bankwereld dichter bij de leefwereld van jongeren te brengen.’ Jadot: ‘Banken evolueren naar een model waarbij de klant via verschillende kanalen met zijn bank kan communiceren. Daarmee staat de klant meer dan ooit centraal: hij kan zelf kiezen via welk kanaal hij zijn bankier benadert. De voorbije vijf jaar zijn de loketactiviteiten teruggevallen met 50 à 80 procent. Daartegenover staat het toegenomen belang van selfbanks, contact via callcenters en uiteraard PC banking. Dat laatste bestaat intussen al 12 jaar, maar het gebruik ervan blijft stijgen. Nu komt daar bankieren via smartphone of tablet bij. Daarnaast worden we geconfronteerd met technologiebedrijven die bankactiviteiten ontplooien – zoals Google en Apple – of de ontwikkeling van elektronische betaalmiddelen zoals bitcoins. Banken zijn minder vertrouwd met die wereld, maar ze moeten er wel hun plaats vinden. En omgekeerd moeten die bedrijven er nog in slagen om zich aan te passen aan de verschillende regelgevingen, want ook dat zal niet vanzelfsprekend zijn.’ Wat wordt dan nog de rol van de bankkantoren? Vermaerke: ‘De courante activiteiten zullen veel meer via digitale platformen gebeuren die op elk moment toegankelijk zijn. Het fysieke kantoor zal nog altijd zijn plaats hebben, maar het wordt meer dan ooit een plaats van toegevoegde waarde en dienstverlening.’ Jadot: ‘Het fysieke kantoor zal zeker nog een belangrijke rol spelen, maar dan wel naast alle andere kanalen die de klant nodig heeft. Dat schept veel mogelijkheden. Op korte termijn zal een kantoormedewerker met zijn tablet een specialist kunnen oproepen, zodat hij via een conference call samen met de klant een hypothecaire lening of belegging kan bespreken. En ’s avonds kan diezelfde klant via zijn computer of tablet daarover nog voort praten met zijn raadgever. Dat zal niet alleen de service verbeteren, maar ook de kosten reduceren.’ Vermaerke: ‘Die evolutie zal een sterke inspanning vragen op het gebied van de vorming van personeelsleden. Zij moeten voorbereid zijn op die digitale evolutie en in staat zijn om het contact met de klant op een andere manier te verzekeren. De sector investeert nu al meer dan 3 procent van de loonmassa I 10 I I Bankieren I JE MOET BESEFFEN DAT HET WEGNEMEN VAN RISICO’S EEN KOSTPRIJS HEEFT. Marc De Ceuster in vorming. Daarmee behoren we tot de koplopers in Europa. In de toekomst zal dat meer dan ooit moeten gebeuren.’ Banken kijken ook aan tegen een opeenstapeling van nieuwe wetten en regels. Wat zijn daarvan de gevolgen? De Ceuster: ‘Op het vlak van de regelgeving zijn er heel tegenstrijdige tendensen. Europa heeft ons aangemoedigd om gebruik te maken van het vrij verkeer van goederen en diensten, maar sinds het uitbreken van de crisis steken vooral nationalistische tendensen de kop op. Banken moeten hun buitenlandse activiteiten afstoten en zich terugplooien op de thuismarkt. Tegelijkertijd moeten ze hun kapitaalbuffers versterken. Dat is een terechte vraag, maar niet iedereen is er zich van bewust dat zoiets gepaard gaat met restricties: het zet bijvoorbeeld een rem op de kredietverlening en de rendabiliteit. Dat is nu eenmaal een economische wetmatigheid. Net daarom is het belangrijk om daar een goed evenwicht in te vinden. Je moet beseffen dat het wegnemen van risico’s een kostprijs heeft.’ Lannoo: ‘De regelgevers hinken op twee benen: ze leggen steeds meer regels op, maar verwachten tegelijk wel dat banken meer kapitaal kunnen verschaffen. Dat gaat natuurlijk niet. Op Europees niveau hebben de strengere regels ervoor gezorgd dat banken minder kredieten verleenden. Maar in Europa loopt het grootste deel van de bedrijfsfinanciering net via de banken. In de Verenigde Staten gebeurt dat voornamelijk via de kapitaalmarkten en dat is ook een van de redenen waarom de Verenigde Staten zo snel uit de crisis zijn geraakt. Bovendien leggen we in Europa ook nog eens strengere regels op aan de financieringsvormen die niet via de bank lopen, omdat we beleggers nog veel meer willen beschermen. En dan wordt het nog moeilijker dan het al was om bedrijven te financieren. Voor mij blijft dat een van de grote uitdagingen.’ In Europa blijft de traditionele bankfinanciering ontzettend belangrijk. Maar evolueren we toch niet naar een model waarbij alternatieve financieringsvormen aan belang winnen? Of blijft de rol van de banken onaantastbaar? I 11 I Marc De Ceuster, Universiteit Antwerpen De Ceuster: ‘Ik kan me niet inbeelden dat er geen banken meer zullen zijn. Er zal altijd een tussenpersoon nodig zijn tussen mensen die geld nodig hebben en mensen die geld ter beschikking hebben. Dat kan natuurlijk rechtstreeks via de financiële markten, maar alleen als de geldschieter de risico’s juist kan inschatten. En net die capaciteit maakt banken zo uniek, waardoor er voor hen altijd een fundamentele rol weggelegd zal zijn.’ Berger: ‘Banken zullen blijven instaan voor een groot deel van de financieringsbehoefte, maar ik geloof niet dat ze zoals vroeger nog alles voor hun rekening kunnen nemen. De regelgeving zal banken dwingen om hun schulden af te bouwen en hun kapitaal te versterken. Dat zal ongetwijfeld een impact hebben op de financiering die ze nog kunnen verlenen. Daardoor zal er een grote nood ontstaan aan alternatieven. Daar is er dus ook een rol weggelegd voor andere spelers zoals durfkapitalisten, verzekeraars, pensioenfondsen of hefboomfondsen.’ Wat is de rol van de overheid in de banksector? En hoe ziet u die evolueren? Jadot: ‘De overheid moet een sfeer van vertrouwen creëren, rechtszekerheid scheppen en zorgen dat voor alle banken dezelfde regels gelden. Als de overheid die verschillende rollen goed speelt, heeft ze een ontzettend grote waarde voor de financiële sector. Dat is in het verleden ook gebleken: in volle crisis heeft de > > overheid er alles aan gedaan om het vertrouwen in de banksector overeind te houden. Daarvoor mogen we haar dankbaar zijn. Maar door heel wat nieuwe regelgevingen gaan we momenteel wel door een intense fase, die gepaard gaat met onzekerheid.’ Pierre Berger Berger: ‘‘Een klein land als België moet vooral het Europese beleid volgen en de opgelegde maatregelen tijdig implementeren. Dat gebeurt het best zonder nog eens al te veel extra regels. België is vaak heel laat met de implementatie van Europese regelgeving, maar als het gaat over de banken lopen we nu plots voorop. Nochtans hebben we er alle belang bij om in ons land dezelfde regels te hanteren als in de rest van Europa. De overheid zou bepaalde activiteiten beter stimuleren in plaats van de banksector vooral beperkingen op te leggen. Ik geloof veel meer in een Luxemburgs model. Daar creëert de overheid een klimaat waarin banken goed kunnen functioneren. Dat levert werkgelegenheid en welvaart op. Nu vrees ik dat we vooral in de andere richting evolueren.’ Lannoo: ‘Het is toch een markante verschuiving: in de Europese context speelt ons land steeds vaker cavalier seul. De Europese overheden zijn massaal geïntervenieerd en de kostprijs bedraagt maar liefst 14,5 procent van het Europese bnp. We moeten dat terugdraaien. Daardoor zal de Europese Centrale Bank een veel afstandelijker toezicht houden dan de nationale toezichthouders. De komende jaren verwacht ik dat daardoor de spanning zal toenemen tussen de ECB en de nationale toezichthouders. Want het zijn uiteindelijk wel de nationale overheden die de regels moeten implementeren.’ Karel Lannoo Hoe ziet de bank van de toekomst er uit? De Ceuster: ‘De klant moet opnieuw centraal staan. Ik denk dat bankiers dat op een bepaald moment een beetje uit het oog zijn verloren. Er zal altijd nood zijn aan goed advies. Die behoefte is er misschien niet voor de dagelijkse betalingen, maar duikt wel op tijdens de cruciale momenten in een mensenleven: samenwonen, de aankoop van een huis of een pensioenplan opstarten. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor de banken. Dat menselijke contact zal sowieso blijven, maar banken zullen hun kennis in de toekomst wel steeds beter communiceren.’ Berger: ‘Er zullen veel minder zelfstandige agenten zijn, maar ze zullen wel meer kwaliteit bieden. Ik vermoed dat een bank in de toekomst ook zal opereren in een maatschappij zonder cash en dat ze zich nog veel meer zal concentreren op onlineen mobiele kanalen. In die omgeving zullen banken ook moeten evolueren naar een eenvoudigere, snellere en meer transparante dienstverlening.’ Michel Vermaerke Vermaerke: ‘Ik denk niet dat er één soort bank van de toekomst zal bestaan. Verschillende modellen zullen naast elkaar blijven functioneren. Maar daarnaast moeten we ook de vraag stellen hoe de bankier van de toekomst er uitziet. Uiteindelijk draait het allemaal rond geld en mensen. Geld is een ernstige zaak die ratio vereist, maar tegelijk is het ook een heel gevoelig thema. Ik hoop vooral dat de bankier van de toekomst een man of vrouw is met een koel hoofd en een warm hart.’ || I 12 I I Bankieren I Bijdragen aan het vertrouwen in het financiële systeem Ook de overheid heeft een belangrijke stem in het debat over de rol van de banken. Minister van Financiën Koen Geens geeft tekst en uitleg. Koen Geens Welke rol moeten banken spelen volgens u? Geens: ‘Banken moeten krediet verlenen aan de reële economie. Dat betekent dat ze de kans moeten krijgen om krediet te verlenen. Hoe? Door een wetgevend en prudentieel kader te creëren dat spaarders en investeerders vertrouwen inboezemt én dat tegelijk het voor banken niet onmogelijk maakt om nog krediet te verlenen. De aanpassing aan de golf van nieuwe Europese regelgeving vraagt een grote organisatorische aanpassing van onze banken. Ik ben me daarvan bewust.’ Hoe ziet u de rol van de overheid voor de banken? Geens: ‘De overheid moet bijdragen aan vertrouwen in het financiële systeem. Dat doet ze door regelgeving. Maar ik spreek over ‘bijdragen’. Vertrouwen kan niet gereguleerd worden. De integriteit van de bankier valt niet in regeltjes te passen. Het vertrouwen begint weer te keren. De weg die we hebben afgelegd, is dan ook niet min. Denk maar aan de bankenunie: vanaf november gaat de ECB rechtstreeks het toezicht waarnemen op Europa’s grootste banken. Denk ook aan de Basel III-kapitaalstandaarden, die we in België introduceren met onze nieuwe bankwet. Dit zijn stappen in een lang proces van regulering, maar het begint te lonen.’ ‘Nu, fingers crossed. Het gevaar bestaat dat we niet doortastend genoeg zouden zijn. We mogen gerust richting VS kijken: daar hebben ze hun bankencrisis zeer snel aangepakt. Ik stel mijn hoop op de doorlichting van de bankbalansen waar de ECB mee begonnen is en de stresstests die uitgevoerd worden. Ook de nieuwe Europese toezichthouder zal met Danièle Nouy, als nieuw hoofd van de ECB, streng maar rechtvaardig uit de hoek komen. Ik heb er wel goede hoop in.’ I 13 I Hoe ziet de bank van de toekomst er volgens u uit? Hebben banken over 10 tot 15 jaar een andere rol of andere taken? Geens: ‘Moeilijke vraag. Ik hoed me voor te gemakkelijke voorspellingen. Nog niet zo lang geleden droomden we hardop van de BBB, de Big Belgian Bank. Vandaag zijn we wat meer bescheiden. Heel wat banken hebben zich teruggetrokken binnen nationale grenzen. Maar ik denk niet dat zoiets fataal is. Met het nieuwe Europese toezichts- en resolutiearsenaal, met de creatie van de bankenunie komt er een veel sterker regelgevend level playing field dan tevoren. De interne markt in financiële diensten komt daar goed uit. Alleen ziet men het nu nog niet. Maar dat zal wel komen. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat er naast de traditionelere spaarbank ook ruimte zal blijven voor transnationale universele banken. Zolang we het belang van goede risicobeheersing niet uit het oog verliezen.’ || VERTROUWEN KAN NIET GEREGULEERD WORDEN. Koen Geens, minister van Financiën I Bankieren I I 14 I I Bankieren I I 15 I l Bankieren l Van spaargeld naar kredieten Banken leveren de smeerolie van de economie, zo wordt wel eens gezegd. Want met het spaargeld van hun klanten kennen ze leningen toe aan zowel gezinnen als bedrijven. Maar hoe doen ze dat? V aak hebben mensen kapitaal nodig voor broodnodige investeringen: van gezinnen die een woning willen kopen tot bedrijven die willen investeren in een nieuw machinepark. Niet iedereen heeft voldoende kapitaal voor die investeringen en daarom kloppen ze aan bij de bank voor een lening. In zekere zin fungeert die als een tussenpersoon tussen de groep mensen die kapitaal nodig heeft en zij die financiële middelen ter beschikking hebben. Want wie een deel van zijn vermogen niet meteen nodig heeft, kan dat bij een bank deponeren op zicht-, spaar- of termijnrekeningen en kasbons. Eigenlijk lenen spaarders een deel van hun vermogen uit aan hun bank en in ruil ontvangen ze een intrestvergoeding. Een bank kan natuurlijk weinig aanvangen met het spaargeld van één enkele spaarder. Daarom groepeert ze alle afzonderlijke deposito’s om daarmee grote kredieten toe te kennen, waarmee ze op haar beurt rente-inkomsten genereert. In wezen lijkt het een heel eenvoudige activiteit. Toch stelt het financiële instellingen voor een grote uitdaging. De spaardeposito’s bij een bank zijn relatief vlot opvraagbaar: spaarders kunnen op elk moment spaargeld van hun rekening halen en het gebeurt niet zo vaak dat spaarders termijndeposito’s aanhouden met een looptijd van meer dan tien jaar. Nochtans hebben leningen vaak een veel langere looptijd. Dat betekent dat de bank krediet op lange of middellange termijn financiert met deposito’s op korte termijn. Om dat liquiditeitsrisico op te vangen, moeten banken voldoende grote buffers aanleggen, zodat de kredietverlening niet in het gedrang komt zodra spaarders hun geld opvragen. Ze worden daartoe ook verplicht door internationale I 16 I bankregels die bovendien steeds strenger worden (zie hiernaast ‘4 regels voor een stabiel kredietsysteem’). Veiligheidsbuffer Het liquiditeitsrisico is niet het enige risico voor een bank die leningen toekent. Zo bestaat het gevaar dat een kredietnemer failliet gaat, zijn lening niet meer kan afbetalen en de bank niet het volledig geleende bedrag kan recupereren. Net daarom schenken banken veel aandacht aan de studie van een kredietdossier, zodat ze geen leningen toekennen aan gezinnen of bedrijven met een te hoog risico op wanbetaling. Daarnaast moet een bank proberen om haar rentemarge positief te houden. Die marge is het verschil tussen de inkomsten uit de rente van kredieten en de kosten voor de rente op de deposito’s. Wie een krediet afsluit, kan kiezen voor een vaste rente en betaalt dus de hele looptijd van het krediet dezelfde som af. Als de rente op deposito’s stijgt, kunnen de banken die kosten niet doorrekenen aan hun kredietnemers met een vaste rente. Zo wordt de rentemarge van de bank negatief, wat hen opzadelt met een verlies. Banken beperken die risico’s in de mate van het mogelijke, bijvoorbeeld door voldoende eigen vermogen en een voldoende hoge liquiditeitsmarge. Daarnaast kan de bank zich indekken tegen die risico’s met behulp van complexe financiële producten. Bijvoorbeeld via een renteswap, waarbij de bank tegen een bepaalde kostprijs vaste rente kan omzetten in variabele rente om zo het renterisico te elimineren. || l Bankieren l ALTERNATIEVEN VOOR BANKFINANCIERING © Hollandse Hoogte © Thomas De Boever Gezinnen en bedrijven financieren hun activiteiten met het spaargeld dat op de bank geparkeerd staat. 4 regels voor een stabiel banksysteem Als reactie op de financiële crisis in 2008 werkte het Baselcomité nieuwe richtlijnen uit voor de bankensector. Sinds haar ontstaan is het de derde keer dat de organisatie van toezichthouders een nieuw pakket regels op tafel legt. Ze staan daardoor bekend als Basel III. Hoewel de richtlijn nog moet worden omgezet in Europese wetgeving, liggen de principes wel al vast. De regelgeving zou stapsgewijs worden ingevoerd tegen 2019. 1 Onder Basel III moet de kapitaalratio minstens 9 procent bedragen, en zelfs meer voor zogenoemde systeembanken die bij een mogelijk faillissement het hele financiële systeem en de reële economie ernstige schade kunnen berokkenen. De kapitaalratio is de verhouding tussen het eigen vermogen van een bank en haar risicogewogen activa. Een hogere kapitaalratio betekent dat banken een grotere kapitaalbuffer moeten aanleggen om de risico’s te beperken. 2 Ook de verhouding tussen het kapitaal van een bank en de omvang van haar balans (de zogenoemde leverage) wordt aan banden gelegd. In het verleden was er geen beperking op de omvang die een bank kon hebben. Met de nieuwe regels is dat niet langer het geval. Dat verklaart waarom tal van banken niet-kernactiviteiten afstoten. Banken zijn niet de enige financieringsbron voor bedrijven. Als hij in eerste instantie geen al te groot kapitaal nodig heeft, zal een ondernemer wel eens een beroep doen op zijn naaste omgeving. Daarnaast kunnen ook businessangels kapitaal verschaffen. Dat zijn meestal (ex-)ondernemers die investeren in beloftevolle startende of snelgroeiende ondernemingen. Ook private investeerders kunnen bijspringen om de financieringshonger te stillen. Het gaat dan bijvoorbeeld om durfkapitaal- of hefboomfondsen, die als aandeelhouder mee in de cockpit van de onderneming kruipen. Voor grote ondernemingen is ook de beurs een mogelijke financieringsbron. Ten slotte is crowdfunding een mogelijkheid. Daarbij wordt het project via sociale media of andere internetplatforms rechtstreeks aangeboden aan particuliere investeerders. Deze nieuwe financieringsbron komt in ons land nog niet zo vaak voor. Meer info over bedrijfskredieten vindt u op bnk.tijd.be. 3 Basel III verplicht de banken om ook hogere liquiditeitsbuffers aan te leggen. Ze moeten bijvoorbeeld genoeg liquide activa (zoals cash of op de markt verhandelbare activa) aanhouden om dertig dagen lang bestand te zijn tegen een crisis die hun geldstromen onder druk zet. Dat moet vermijden dat ze snel in de problemen komen, wanneer ze tijdelijk geen toegang hebben tot liquide middelen op de interbankenmarkt. 4 Het Baselcomité legt banken ook een ‘net stable funding ratio’ op, die gepland is voor 2018. Die legt vast in welke mate bankactiviteiten gedekt moeten zijn door beschikbare en stabiele financieringen. Dat moet het risico beperken dat gepaard gaat met het gebruik van kortetermijndeposito’s om kredieten op (middel)lange termijn te verstrekken. > I 17 I l Bankieren l Het geld dat u niet kunt aanraken 23 december 2013, 16 uur. Het topshopmoment van het jaar. Half Vlaanderen haast zich voor de laatste kerstkoopjes. En net dan: pech bij de betaalterminals van Bancontact. De storing duurt uren, meer dan 1 miljoen transacties gaan niet door, handelaars zien ruim 50 miljoen euro aan omzet door de neus geboord. Z iedaar de schaduwkant van het elektronisch betaalverkeer. In tegenstelling tot een traditionele cashtransactie - een dienst of goed in ruil voor baar geld – reken je bij giraal ontastbaar geld op een betrouwbare technologische ondersteuning. Dat vertrouwen is in 99,9 procent van de gevallen verdiend. Maar 99,9 procent is geen 100 procent. Geen week gaat voorbij zonder nieuws over falende betaalsystemen of gestolen bankinformatie ergens in financieel cyberspace. Begin januari bijvoorbeeld, bleken gegevens van 104 miljoen Koreaanse kredietkaarten gekaapt. De week voordien werden tientallen miljoenen kredietgegevens gejat van klanten van de Amerikaanse supermarktketen Target. Enzovoort. Toegegeven, elektronisch falen is uitzonderlijk. En het is maar één schaduwkant, terwijl de zonnekant veel belangrijker is. Met elektronisch betalen worden diefstal en fraude een pak moeilijker, want de elektronische wereld is een open en gecontroleerde wereld. Het is vooral ook een comfortabele wereld. We beheren vanuit onze luie stoel onze rekeningen, we maken ons geen zorgen meer over verlies van bankbiljetten, we doen waar en wanneer we willen internationale aan- en verkopen. En we staan gemakshalve niet eens stil bij het complexe mechanisme achter ons spectaculair toegenomen geldelijk comfort. HET BETAALVERKEER WORDT EEN GIGANTISCH NETWERK VAN BITS EN BYTES. I 18 I Dat comfort wordt ons aangeleverd door de bank. De kerntaak van elke bank is immers duidelijk: diensten verlenen. Als tussenpersoon zorgt ze ervoor dat ze op een optimale manier het overtollige geld van de ene doorsluist naar de andere die er iets mee wil aanvangen. Dat is een simpel streven, maar een aartsmoeilijke opdracht in de praktijk. Het ontvangen van deposito's en verlenen van kredieten is één zaak. De gigantische geldstromen die daaruit voortvloeien, van en naar particulieren, ondernemingen, overheden en andere banken, dat is een ander paar mouwen. Het beheer van die geldstromen is dan ook een cruciale banktaak. De omvang van die opdracht is de voorbije jaren flink gegroeid. Het gaat al veel verder dan biljetten stapelen in de geldautomaat om de hoek, of het aanvaarden van kredietkaarten in restaurants. Proton? Gsm-chip? Websites? U betaalt waar, wanneer en op welke manier u maar wilt. En dat met uw inkomsten die geruisloos op uw rekening werden gestort. België telt vandaag zo'n 14 miljoen debetkaarten en 4 miljoen kredietkaarten. Dat is ongeveer dubbel zoveel als in 1995. De Belgen haalden vorig jaar circa 40 miljard euro af bij Belgische betaalautomaten, twee keer meer dan in 2000. Ze haalden ruim 10 miljard euro af in het buitenland, het dubbele van 2010. Pc-banking stijgt exponentieel, net als elektronische aankopen bij webwinkels. Cheques deemsteren weg. En cash ook. Het betaalverkeer wordt hoe langer hoe meer een gigantisch netwerk van bits en bytes.|| l Bankieren l Over Swift en SEPA Vrij verkeer van kapitaal staat als gebeiteld in de Europese grondwet. Terecht ook: een vlot betalingsverkeer vormt de basis van een succesvolle internationale handel. Maar hoe wordt dat vrije betalingsverkeer praktisch geregeld? Hoe voorkom je vergissingen of fraude? Want het gaat hier om echt geld, en als er geld in het spel is, wordt het vanzelf delicaat. Het gaat bovenal om veel geld. Elke transactie en elke betrokkene moeten ondubbelzinnig worden herkend. Dat gebeurt via de IBAN-code voor de persoonlijke rekeningen (voluit: International Bank Account Number) en de BIC-code voor de financiële instelling (Bank Identifier Code). Die codes zijn unieke adressen voor elke rekening uit elk land. Dit systeem maakt opvolging en controle van het internationaal betaalverkeer aanzienlijk gemakkelijker. Het betalingsverkeer loopt via een rist gespecialiseerde instellingen. De Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT), die vanuit Terhulpen werkt, is veruit de belangrijkste. Meer dan 10.000 financiële instellingen uit 214 landen zijn de medeeigenaars van SWIFT. Alle belangrijke banken zijn er bij. In België alleen zijn ze met 104. Via SWIFT's netwerk sturen die instellingen elkaar elektronische betaalinformatie door. In België passeren zo ongeveer 1,5 miljoen berichten per dag. SWIFT speelt niet de enige rol. Target2, Trans-European Automated Real-Time Gross Settlement Express Transfer, is een pan-Europees platform voor grote in euro uitgedrukte interbancaire transfers en vereffeningen van operaties van de Europese Centrale Bank. Het verkeer wordt geregeld door de Europese autoriteiten, via SEPA (Single Euro Payments Area). Sinds 1 februari 2014 moeten alle overschrijvingen en domiciliëringen in alle Europese landen op eenzelfde manier verlopen, via één grote infrastructuur, met één type overschrijvingsformulier en één Europese wetgeving. Zo is Europa één grote betaalruimte geworden, waarin betalingen in euro overal op vergelijkbare wijze worden uitgevoerd. Bedrijven kunnen daar alleen maar gelukkig mee zijn. BANKEN KRIJGEN CONCURRENTIE © Shutterstock Vandaag zien we de muntjes en biljetten nog passeren, kan onze smartphone al heel wat kleine betalingen doen en is de bitcoin aan een wilde opmars bezig. En tegen 2020? Wordt een virtuele munt even belangrijk als de euro of de dollar? Zal cash, drie generaties na de in 1958 gelanceerde kredietkaart, nog überhaupt bestaan? Houdt de traditionele bank stand tegenover technologiegiganten, zoals Google? Veilingreus eBay bezit al de betaalexpert PayPal, en vele andere IT-bedrijven, zowel veelbelovende start-ups als gevestigde giganten, hengelen naar een banklicentie of hebben er al één. En aan de andere kant van het betalingsverkeer zitten de telefoonoperatoren en supermarktketens precies daar waar binnenkort het gros van de consumptiebetalingen zal plaatsvinden. En de banken? Die lijken uit het midden van de betalingsketen geduwd te worden. Ze kunnen zich maar beter schrap zetten. I 19 I l Bankieren l Financiële producten en diensten in de etalage Bij een bank vindt u al lang meer dan spaarproducten en een lening. Er liggen steeds meer financiële producten en diensten in de etalage waarin een zo ruim mogelijk klantenbestand zijn gading moet vinden. E r zijn in Europa nog maar weinig banken die louter een spaar- of zakenbank zijn. Veel financiële instellingen zijn uitgegroeid tot universele banken. Die worden wel eens omschreven als financiële supermarkten, omdat ze een zo ruim mogelijke clientèle bedienen met uiteenlopende financiële producten en diensten. Zo’n vijftig jaar geleden was dat nochtans heel anders. Spaarbanken concentreerden zich op de gezinnen. Ze trokken spaardeposito’s aan en gebruikten die vervolgens om hypothecaire leningen te verstrekken. Aan het andere eind van het spectrum waren de zakenbanken actief. Zij richtten zich uitsluitend op ondernemingen, omdat die nu eenmaal nood hadden aan meer gespecialiseerde producten en diensten. Sindsdien is door de toegenomen welvaart dat onderscheid tussen beide soorten banken sterk vervaagd. Gezinnen hebben veel meer financiële middelen dan vijftig jaar geleden, waardoor ze bij een bank meer verwachten dan een aanbod van spaarrekeningen en hypothecaire leningen. Daardoor legden de zakenbanken zich ook toe op de investeringsnoden van de gezinnen, terwijl de klassieke spaarbanken de markt van het bedrijfskapitaal aanboorden. Uiteindelijk ontstonden zo financiële instellingen die op verschillende markten actief werden, waarvan sommigen nog eens uitgroeiden tot geïntegreerde bank-verzekeraars. Daar liggen ook verzekeringsproducten in de etalage: van brand- en autoverzekeringen tot levensverzekeringen. Van niche tot een heel universum Bij Febelfin, de federatie van de bankensector, staan momenteel 104 banken geregistreerd. Het gaat om kleine en grootbanken, nichebanken, spaarbanken en universele banken. Elk hebben ze specifieke producten en diensten. Ze bieden spaar- en beleggingsproducten aan, verschaffen krediet, verlenen advies bij beursgangen of private plaatsingen, organiseren indekkingsmechanismes tegen wisselkoers- of renterisico’s of ze financieren exportactiviteiten. Die laatste activiteiten zijn typisch het domein van zakenbanken of afdelingen ‘corporate en commercial banking’. Het aanbieden van beleggingsproducten gebeurt via afdelingen zoals ‘investment of asset management’. Bij individueel vermogensbeheer wordt het beheer van een beleggingsportefeuille aan een beheerder toevertrouwd. Meestal is dat het domein van private banking, een dienstverlening die is voorbehouden I 20 I l Bankieren l MiFID beschermt beleggers aan vermogende klanten. Bij collectief vermogensbeheer kunnen beleggers intekenen op tal van beleggingsfondsen. Daarbij bestaat een onderscheid tussen gesloten en open architectuur. Bij de eerste gaat het om banken met eigen fondsbeheerders, die zelf aan het stuur zitten van een beleggingsfonds en waar beleggers alleen kunnen intekenen op fondsen van eigen makelij. Bij open architectuur zijn beleggingsfondsen van andere fondsbeheerders beschikbaar. Veel banken bieden intussen een combinatie van beide modellen aan. || HET DISTRIBUTIEMODEL VAN NOORD NAAR ZUID Europa kent twee bancaire distributiemodellen. Bij het eerste ligt de nadruk vooral op elektronisch bankieren. Er zijn minder fysieke kantoren, waardoor klanten vooral zelf instaan voor bancaire taken en vaker via internet toegang vinden tot financiële producten. Dat is de overheersende situatie in het noorden van Europa, van Scandinavië tot Nederland. In het zuiden van Europa is er dan weer een veel uitgebreider kantorennetwerk. België houdt het midden tussen beide modellen. Er is een aanzienlijk aanbod van internetkanalen, maar daarnaast is er ook een uitgebreid kantorennetwerk. Dat netwerk komt vanwege het kostenplaatje wel steeds sterker onder druk te staan. I 21 I Banken zijn gebonden aan tal van regels als ze financiële producten aan de man brengen. Op Europees niveau is er MiFID, wat staat voor Markets in Financial Instruments Directive. Het is een Europese richtlijn die in 2007 van kracht werd en die beleggers beter moet beschermen. Sindsdien mogen banken sommige financiële producten niet verkopen als ze niet over een gedetailleerd risicoprofiel van de klant beschikken. Dat risicoprofiel wordt bepaald aan de hand van een vragenlijst, waarin een klant aangeeft hoeveel risico’s hij wil nemen en wat zijn ervaring is met financiële producten. Daarnaast bevat MiFID voor de banken ook heel wat informatieverplichtingen. Die moeten garanderen dat een belegger beslissingen neemt met de juiste informatie in de hand. Bovendien stelt MiFID dat banken openlijk moeten communiceren over mogelijke belangenconflicten met hun cliënten en verplicht het banken om de aan- of verkooporders met betrekking tot beleggingsproducten optimaal af te handelen. Voor retailklanten betekent dat in de eerste plaats tegen een zo laag mogelijke prijs en met zo weinig mogelijk uitvoeringskosten. Niet alleen beleggingsproducten zijn aan strenge regels onderworpen, dat geldt ook voor een eenvoudig product zoals de spaarrekening. Het koninklijk besluit van 18 juni 2013 legt kredietinstellingen informatieverplichtingen op bij de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen. Zo moet de spaarder een gestandaardiseerde informatiefiche kunnen inkijken die essentiële informatie bevat voor de spaarder. De FSMA, die toeziet op de financiële sector, moet dat document goedkeuren. Daarnaast is er nog het koninklijk besluit van 27 september 2012 dat de werking van de gereglementeerde spaarrekeningen vastlegt. De wet bepaalt de betaling van de basisrente en de getrouwheidspremie. Ze beperkt ook de voorwaarden die banken aan hun klanten mogen opleggen voor het verwerven van een bepaald rentetarief. l Bankieren l Het abc van de bank Wie zich verdiept in de bankwereld komt al gauw terecht in een wirwar van complexe termen. Een overzicht van de belangrijkste begrippen die u moet kennen. Centrale bank Euro systeem Het Eurosysteem bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de landen uit de eurozone. Voor ons land is dat bijvoorbeeld de Nationale Bank van België. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het bepalen en uitvoeren van het monetaire beleid voor de eurozone. Daarnaast staat het Eurosysteem in voor de goede werking van het betalingsverkeer, het aanhouden en beheren van de reserves in vreemde valuta en het verzamelen van economische en financiële statistieken. Centrale banken waken over de stabiliteit van het financieel systeem en in sommige landen houden ze ook toezicht op de gezondheid van individuele banken. Ze bepalen het rentebeleid van een land of regio en kunnen ook geld in omloop brengen. Voor de landen van de eurozone gebeurt dat door de Europese Centrale Bank. Het belangrijkste doel van de ECB is niet de economische groei sturen, maar wel de inflatie op ‘minder dan, maar dicht bij 2 procent’ houden. De Federal Reserve en Bank of Japan zijn de centrale banken van respectievelijk de Verenigde Staten en Japan. FSMA De Financial Services and Markets Authority (FSMA) is een onafhankelijke overheidsinstelling die toeziet op de Belgische financiële sector. Ze gaat na of de financiële instellingen en de producten en diensten die ze aanbieden aan de opgelegde regels voldoen. Ze houdt ook toezicht op de financiële markten. De FSMA is niet verantwoordelijk voor het toezicht op de stabiliteit van de financiële instellingen in ons land. Dat is de verantwoordelijkheid van de Nationale Bank van België. Coöperatieve bank Een coöperatieve bank biedt haar klanten de mogelijkheid om vennoot of mede-eigenaar te worden door coöperatieve aandelen te kopen. Voor een bank is het vaak een manier om (een deel van) de klanten nauwer te betrekken bij het beleid en de langetermijnrelatie te verankeren. Coöperatieve aandelen kunnen niet op elk moment worden verkocht. Ze bieden vaak wel specifieke ledenvoordelen, zoals kortingen op producten en diensten. Erkende coöperaties mogen jaarlijks ook tot maximaal 6 procent dividend uitkeren. I 22 I l Bankieren l Interbankenmarkt De interbankenmarkt wordt wel eens omschreven als de smeerolie van het bankensysteem. Financiële instellingen kunnen er op hele korte termijn (soms zelfs minder dan 24 uur) van elkaar geld lenen. Het is een noodzakelijk deel van het financieel systeem, omdat er binnen een hele korte tijdspanne nooit een perfect evenwicht is tussen de deposito’s die bij de bank geparkeerd staan en de uitstaande kredieten op lange termijn. Er worden op een dag immers nooit exact evenveel spaardeposito’s opgehaald als er kredieten worden verleend. Om dat tijdelijke onevenwicht te herstellen, kunnen banken terecht op de interbankenmarkt om er geld te lenen of te deponeren. SEPA Islamitisch bankieren Islamitisch bankieren gebeurt volgens de principes van de sharia, de islamitische wetgeving. Die stelt dat rijkdom moet worden verdeeld om meer rechtvaardigheid te bekomen. Daarom geldt er bij islamitisch bankieren een verbod op intresten. Alleen renteloze leningen en spaarrekeningen zijn toegestaan. Ook speculatie is verboden, net zoals investeringen in alcohol, tabak, porno of casino’s. In Europa is Londen het belangrijkste centrum voor islamitisch bankieren. De Single Euro Payments Area (SEPA) werd in 2008 opgericht om alle betalingen in de Europese Unie op een uniforme manier te laten verlopen. De bedoeling? In elk land hetzelfde type bankkaarten, overschrijvingen en domiciliëringen gebruiken zodat er een eengemaakte betaalzone ontstaat. Daardoor gebeuren overschrijvingen in ons land intussen met het Europese overschrijvingsformulier: dat heeft een langere IBAN-code en een BIC-code. De SEPA-zone bestaat uit de landen van de Europese Unie en IJsland, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen en Zwitserland. Spaarbank Een spaarbank richt zich uitdrukkelijk op particulieren en gezinnen. Spaarbanken nemen zo weinig mogelijk risico’s met het spaargeld dat ze beheren en gebruiken dat vooral om hypothecaire leningen te verstrekken. Intussen zijn er nog maar weinig echte spaarbanken, omdat de meeste banken hun aanbod van financiële producten en diensten fors hebben uitgebreid. Zakenbank Universele bank In het moderne Europese bankenlandschap zijn er maar weinig banken die nog louter een spaar- of zakenbank zijn. De meeste instellingen zijn uitgegroeid tot universele banken die een zo ruim mogelijke clientèle bedienen door uiteenlopende financiële producten en diensten aan te bieden. Daarmee richten ze zich zowel op spaarders, beleggers, vermogende klanten, ondernemingen en zelfs overheden. Intussen zijn veel banken uitgegroeid tot geïntegreerde bank-verzekeraars die ook verzekeringsproducten aanbieden. I 23 I De activiteiten van zakenbanken zijn heel divers en worden als risicovoller beschouwd dan die van een traditionele spaarbank. Om te beginnen beleggen zakenbanken hun financiële middelen in meer risicovolle activa, zoals aandelen of obligaties. Daarnaast verhandelen ze complexe financiële producten. Ze kunnen bedrijven en overheden ook begeleiden bij het aantrekken van nieuw kapitaal of ondernemingen adviseren bij een fusie of overname. l Gedeelde visie l De bank 2.0 ‘Door de technologische ontwikkelingen komt er ruimte voor een nieuw soort financiële instellingen’, zegt Duco Sickinghe. Tot vorig jaar was de Nederlander CEO van Telenet. Intussen financiert en ondersteunt hij jonge bedrijven. Een gesprek met Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis. Peter De Keyzer: Op welke manier zijn banken belangrijk voor de financiering van startende ondernemingen? Duco Sickinghe: ‘Banken in België zijn grotere kredietverschaffers dan in andere landen, waar startende ondernemingen zich meer financieren via fondsen of de financiële markten. De banken beschikken in België over meer spaardeposito’s en daardoor over meer middelen om krediet te verschaffen. Dat impliceert wel dat banken heel voorzichtig moeten omspringen met het kapitaal dat afkomstig is van spaardeposito’s. Daardoor krijgen ze wel eens onterecht de kritiek dat ze sommige bedrijven geen geld willen lenen. Maar dat is geen juiste voorstelling: de bank vertegenwoordigt de depositohouders en zij vragen dat de bank met dat kapitaal weinig risico’s neemt. Dat betekent ook dat jonge en startende ondernemingen die nog geen trackrecord kunnen voorleggen minder gemakkelijk een lening krijgen van de bank. Maar er zijn andere partijen in onze maatschappij die wel bereid zijn om meer risico’s te nemen, al zullen ze daar natuurlijk een hogere beloning tegenover zetten.’ Peter De Keyzer: De nieuwe regelgeving voor banken zal mee vorm geven aan het bankenlandschap. Hoe ziet u dat precies? Duco Sickinghe: ‘Er is iets heel merkwaardigs aan de hand: we willen het risico van systeembanken indijken, maar tegelijkertijd dreigen we zo’n strenge en complexe regulering op te leggen waardoor we uiteindelijk alleen maar grote banken overhouden. Nochtans zou je verwachten dat we in het bankenlandschap meer diversiteit moeten creëren om minder afhankelijk te zijn van systeembanken. Toch ben ik ervan overtuigd dat er ruimte komt voor een nieuw soort financiële instellingen. We zijn in een fase beland waarin sommige partijen het idee aanvechten dat de uitgifte van geld een staatsmonopolie is. De virtuele munt bitcoin is daarvan een mooi voorbeeld. Die is zeker niet zaligmakend, maar het geeft wel aan dat we evolueren naar nieuwe internationale betaalmiddelen die niet meer verbonden zijn aan een overheid.’ PERSOONLIJK BEN IK ERVAN OVERTUIGD DAT ER HELEMAAL GEEN PRIVACY MEER IS. Duco Sickinghe, ondernemer I 24 I Peter De Keyzer: Het is duidelijk dat technologische ontwikkelingen voor traditionele banken een grote uitdaging vormen. Hoe moeten zij daarmee omgaan? Duco Sickinghe: ‘In het verleden maakten banken vooral gebruik van technologie om efficiënter te werken en kosten te besparen. Sinds enkele jaren staat de technologie ook ten dienste van de klant, denk maar aan pc-banking of de mobiele applicaties die banken nu ontwikkelen. Die evolutie valt niet terug te draaien en in de toekomst zal technologie een ontzettend belangrijke rol spelen in de bankensector. Dat biedt tal van mogelijkheden. Via het internet kan een bank alle experts op één plaats centraliseren en tegelijkertijd toch een goed contact onderhouden met de klanten. Of neem nu de internetapplicaties: een bank kan het klantengedrag perfect volgen, waardoor technologie ook een enorme rol zal spelen in het behouden en stimuleren van klanten.’ Peter De Keyzer: Is privacy dan geen potentieel probleem? Mensen zijn misschien wel bereid om een deel van hun privacy op te geven als ze daar zelf voordeel uit halen. Maar zal dat niet veranderen als dat voordeel vooral verschuift naar de bedrijven? Duco Sickinghe: ‘Dat valt wel mee. De consument kan nog altijd via internet verschillende zaken vergelijken. Het is niet omdat een bank op de proppen komt met Duco Sickinghe (op de voorgrond): ‘We evolueren naar internationale betaalmiddelen die niet meer verbonden zijn aan een overheid.’ Peter De Keyzer (op de achtergrond) een mooi voorstel, dat je als klant niet meer kunt achterhalen wat de concurrentie in petto heeft. Daarvoor zou je internet al moeten afsluiten van andere banken. Maar naast dat economische aspect is er ook een ethische dimensie. En persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat er helemaal geen privacy meer is. Alleen al met de gegevens van mijn kredietkaart kunnen sommige mensen zien waar ik me op een bepaald moment bevind. Je kunt er maar beter van uitgaan dat veel mensen alles van jou weten en dat ze die informatie positief gebruiken. Daar kun je als consument voordeel uithalen. Waarom laten we mobiele applicaties toe om onze locatie te bepalen? Omdat die applicatie ons dan betere suggesties kan bieden en dus ook een betere service. En intussen hebben we al zoveel prijsgegeven, dat het onmogelijk is om de klok nog terug te draaien.’ Peter De Keyzer: De Europese economie kampt nog met grote problemen, terwijl de Verenigde Staten zich stilaan lijken te herstellen. Waarin liggen de grootste uitdagingen voor Europa? Duco Sickinghe: ‘In Noord-West Europa is er een groot potentieel aanwezig: we hebben dynamische overheden, goede universiteiten en de meeste mensen willen graag hard werken. Maar het wordt de grootste uitdaging om de arbeidsmarkt flexibeler te maken. De nadruk ligt te veel op vermijden dat grote bedrijven mensen kunnen ontslaan. We vergeten dat kleine bedrijven veel sneller mensen zullen aannemen als ze weten dat ze hen ook sneller kunnen ontslaan, als zou blijken dat een nieuw project toch niet succesvol is. Nochtans zou dat een veel efficiëntere economie creëren. Daarmee stimuleer je nieuwe activiteiten, I 25 I stijgt de winst van bedrijven en gaan de belastinginkomsten omhoog. We moeten dringend eens benadrukken dat er niets mis is met bedrijven die winst maken in de mate dat zij daarmee ook bijdragen aan de overheidinkomsten.’ Peter De Keyzer: De arbeidsmarkt in de Verenigde Staten is veel flexibeler dan bij ons. Maar dat alleen kan toch niet verklaren waarom er geen Europese tegenhangers zijn voor succesverhalen zoals Facebook, Apple of Twitter? Duco Sickinghe: ‘De vraag is vooral: waarom vind je in een bepaald geografisch centrum zoveel kennis en kunde? In Silicon Valley hangt een dynamiek die je zelfs voelt als je er op café gaat. Dat wijst erop dat niet alleen bedrijfscultuur belangrijk is, maar ook de cultuur in een regio. In Silicon Valley heerst een sfeer waarin alles mogelijk is, zelfs het onmogelijke. In Europa zijn we daar nog veel terughoudender in. Daarom moeten we rond verschillende steden gemeenschappen creëren die actief zijn in dezelfde sector. Er ontstaat een geweldige dynamiek als je concurrenten dicht bij elkaar zet. En je ziet dat stilaan ook gebeuren. Nederland is daar volop mee bezig en ook rond Gent en Antwerpen ontstaan mooie projecten. Alleen zo kunnen we een klimaat creëren, waarin alles mogelijk is en stimuleren we echte innovatie die uiteindelijk ook bijdraagt aan onze welvaart.’ || Financiering van de economie WE MOETEN RISICOKAPITAAL MEER PROMOTEN. Daniel Gros, Centre for European Policy Studies Hoe leerden we het op school? Een bank moet spaargeld van particulieren verzamelen en dat vervolgens lenen aan ondernemingen. Maar dat gebeurt steeds minder vaak. De financiering van de economie verandert van model. En dat is een van de redenen waarom Europa zo moeilijk uit de crisis geraakt. Twee hardnekkige tendensen stellen het traditionele bancair model opnieuw ter discussie. Ten eerste is de ‘transactieketen’ veel langer dan vroeger. Schematisch ziet dat er zo uit: een bank verzamelt spaargeld. Daarvan leent ze vervolgens een deel aan een tweede bank. Die leent op haar beurt aan een derde bank. En pas die derde bank leent aan een onderneming. De lengte van die keten, die we vooral in Europa opmerken, maakt het systeem kwetsbaar. Het fenomeen wordt nog versterkt door de interne verschillen in de EU: gezinnen in het noorden van West-Europa, zoals Belgen en Duitsers, hebben een spaaroverschot dat ze op de bank parkeren. Terwijl het zuiden veel meer nood aan investeringen kent. De banken uit het noorden lenen dus aan banken uit het zuiden, die het geld op hun beurt in de economie zetten. Maar als de banken uit het noorden in crisistijd hun fondsen willen recupereren, stuikt de economie in het zuiden in elkaar. Ook de manier van sparen verandert, vooral dan in de Verenigde Staten. Ondernemingen sparen er net zoveel als ze investeren. Zij lenen elkaar fondsen en hebben steeds minder nood aan banken. Daarom ook trekt de economie in de Verenigde Staten sneller en krachtiger aan dan bij ons. Ondernemingen kunnen er opnieuw investeren, zonder de hulp van de nog altijd kwetsbare banken. Bovendien stijgen de winsten van de Amerikaanse ondernemingen. En heel wat grote bedrijven, vooral actief in nieuwe technologie, doen geen zware investeringen en leggen bergen cash aan. Zo heeft Apple ruim 100 miljard dollar aan liquiditeiten. Dat is net zoveel als een grote bank. Experts slagen er maar niet in om de oorzaken van die stijgende winsten te achterhalen. De tendens is begonnen in de Verenigde Staten, maar verspreidt zich nu ook naar Europa. Hoewel er grote verschillen bestaan tussen de regio’s, autofinancieren ondernemingen in de eurozone zich tegenwoordig gemiddeld tegen 100 procent. Maar snel gaat het niet. Het uitstaand bedrag van de kredieten die ondernemingen bij banken onderschrijven is in Europa nog altijd twee keer groter dan in de VS. De tweede tendens is een gevolg van de strijd tegen het budgettair tekort. De verschillende tekorten leggen in grote mate beslag op ons spaargeld. In de Verenigde Staten kopen de gezinnen staatsbons. In Europa plaatsen ze hun geld op spaarboekjes, terwijl de banken dat geld gebruiken om staatsbons te kopen. Onze banken spelen de rol van tussenpersoon tussen overheden en gezinnen. Maar het beheersen van het tekort zal die rol sterk aan banden leggen. In België zijn al die tendensen veel minder duidelijk. Hier sparen gezinnen meer en gaan ze minder schulden aan. Bovendien zijn onze ondernemingen minder winstgevend. Maar toch mogen we de reikwijdte ervan niet onderschatten. Want op termijn zullen we er niet aan ontsnappen en zullen we de financiering van onze economie moeten herzien. We moeten risicokapitaal meer promoten. En dat terwijl de crisis bij de gezinnen net een aversie tegen aandelen en de beurs heeft veroorzaakt. || Daniel Gros, doctor in de economie, directeur van het Centre for European Policy Studies Hoe uw spaargeld aan het werk zetten? Bedrijfskredieten: motor van de economie? Hoe betaalt u morgen? Debateer mee over de rol van de banken in de economie en de maatschappij via www.tijd.be/BNK of volg ons via twitter @BNK_Bank Totaal T otaal deposito’s: deposito’s: 105,3 mil miljard jard* wat w at gebeur gebeurt t er met mijn geld bij BNP Paribas Paribas Fortis? Fortis? Voor V oor 100 0€a aan an deposito’s deposito’s Geven we 81,90 81,90 €* a aan an kredieten, zijnde 908 bankkantoren bankkantoren* 22 Business centres* 37 priv private va ate banking banking centres Woonkredieten: W oonkredieten: 37,80 37 7,80 €* Consumentenkredieten: 0,20 0 ,20 €* 4.093 4. 093 geldautomaten geldautomaten excl. excl. consumentenkr consumentenkredieten edieten van Alpha Credit Credit aan Kredieten aan ondernemers en zelfs zelfstandigen: tandigen andige : 16,25 16,25 €* PC b banking anking Easy b banking anking ((mobiel) mobiel) Kredieten aan aan ondernemingen: 27,65 27 7,65 €* De overblijvende 18 18,,10 €* word wordt t grotendeels grotendeels geherinves geherinvesteerd teerd in Bel Belgische gische overheidsobliga erheidsobliga aties overheidsobligaties Meer dan 500 bankiers b ankiers s staan taan ter beschikking op 02 762 60 00 Onz ers dank en onz Onzee 16.300 medewerk medewerkers danken onzee 3.600.000 klanten. thuisingeldzaken.bnpparibasfortis.be thuisingeldzak en.bnpparibasfortis.be V.U. : W. Torfs, BNP Paribas Fortis NV V,, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702