STAPPENPLAN OPZETTEN SPREEKUUR COPD (Voor deelname aan DBC COPD) Inhoudsopgave pagina Voorwoord 2 Stap 1 - Inventariseren en selecteren 2 Stap 2 – Controleren en proefextractie door SHO 3 Stap 3 – Registreren op ICPC en in COPD ONL startprotocol 4 Stap 4 – Organiseren 4 Stap 5 – Informeren 5 Stap 6 – Uitvoeren 6 Stap 7 – Registreren in risicoprofielen en meetwaardenscherm 6 Stap 8 - Follow up en bewaking van de follow up 6 Bijlage 1 – Checklist inrichting onderzoeksruimte 7 Bijlage 2 – Voorbeeldbrief oproep informatie COPD spreekuur 8 Bijlage 3 – Oproep en bewakingssysteem voor het COPD-spreekuur 9 Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 1 Selectie van COPD populatie en opzetten van een spreekuur COPD In 8 stappen naar een gestructureerd spreekuur voor COPD patiënten. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Inventariseren en selecteren Controleren en proefextractie Registreren op ICPC en in COPD ONL startprotocol Organiseren Informeren Uitvoeren Registreren in risicoprofielen en meetwaardenscherm Follow up en bewaking van de follow up Stap 1 t/m 4 omschrijft de voorbereiding. Stap 5 t/m 8 de start en uitvoering volgens Protocollaire COPD- Zorg NHG editie 2011 (zie ook www.astmacopdzorg.nl) Waarom is selecteren van de COPD-populatie van belang? Inzage in de omvang en opbouw van de COPD populatie is om de volgende redenen van belang: Voor het actief oproepen van patiënten voor controle. Populatie COPD is bekend voor start keten DBC COPD. Om een goede werkplanning van de zorg te maken: o Hoeveel longfunctietesten zijn er op jaarbasis te verwachten? o Wat is zinvol om te delegeren? o Wat is de verwachte tijdsinvestering voor alle medewerkers? Hieronder wordt aangegeven welke stappen u moet zetten voor het updaten van uw HIS van de populatie COPD patiënten. Stap 1 - Inventariseren en selecteren Doel: overzicht te krijgen van de patiënten die bij u bekend zijn met COPD. Er zijn meerdere methoden om patiënten met COPD te selecteren. De voor u geschikte methode is afhankelijk van hoe het HIS/EMD wordt gebruikt. Aangeraden wordt om alle onderstaande methoden te gebruiken om een zo goed mogelijke selectie te kunnen maken: A. Via ICPC codering in het journaal of in de probleemlijst De volgende coderingen komen in aanmerking: R95 (COPD) en eventueel R91 (chronische bronchitis: veel COPD patiënten werden in het verleden gelabeld met deze diagnose). Dit is de meest nauwkeurige methode, maar uiteraard alleen bruikbaar als er consequent ICPC coderingen werden aangemaakt. B. Ruiter: LO Hierbij krijgt u patiënten met astma en COPD en ook kan het zijn dat de ruiter LO gebruikt is voor andere longaandoeningen. De selectie zal dus handmatig moeten worden verfijnd. (Ruiter LO wordt na deze selectie niet meer toegepast!) C. Medicatie Selecteren op Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 2 - B-Mimetica (R03AC), (R03AC) - inhalatiecorticosteroïden (R03BA), - parasympaticolytica (R03BB) - Theofyllinederivaten (R03DA) - Combinatiepreparaten (R03AK) of op - Astma/COPD- medicatie in het algemeen (R03) Omdat er COPD patiënten zijn die tevens astma kunnen hebben, staat in deze opsomming ook astma medicatie benoemd. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om te zoeken naar patiënten die het afgelopen jaar een Prednisonkuur hebben ondergaan ivm luchtwegklachten (uitdraai maken op ATC code (H02AB07) en daarna handmatig selecteren of dit voorschrift in verband met luchtwegklachten was. Vervolgens kunnen deze patiënten opgeroepen worden voor een spirometrie. Het selecteren op medicatie kunt u zelf uitvoeren maar u kunt het ook als dienst vragen aan de apotheek waar veel van uw receptuur wordt verwerkt. Selecteer de patiënten waarbij de diagnose COPD is bevestigd of wordt vermoed. Patiënten die langdurig geen medicijnen hebben gebruikt kunnen buiten deze selectie vallen, houdt hier rekening mee! D. Meetwaarden Als u gebruik maakt van de meetwaardenmodule van uw HIS, kunt u een selectie maken van alle patiënten bij wie een piekstroom of FEV1 is geregistreerd. Hierbij kunt u patiënten missen waarbij de spirometrie niet in eigen beheer werd uitgevoerd. De patiënten die hieruit naar voren komen moeten langsgelopen worden omdat er patiënten ten onrechte worden geselecteerd, waarbij om diagnostische reden spirometrie werd uitgevoerd zonder dat dat leidde tot de diagnose COPD. E. Resultaten A t/m E samenvoegen Bij het controleren van de lijsten kan men meerdere keren gebruik maken van het samenvoegen van de Queries, de lijst van te controleren patiënten wordt daarmee kleiner. Via het resultatenscherm kan de desbetreffende patiëntenlijst getoond worden. Bijvoorbeeld: Lijst met ICPC: doorsnee R96 en R95 geeft de patiënten met dubbeldiagnose -> nakijken en juiste ICPC toekennen: of R95 of R 96 Lijst ATC code: ATC exclusief de R96 en/of R95, -> nakijken, mogelijk COPD? Zo ook bij de meetwaarde en de ruiters. Via het resultatenscherm kan de desbetreffende patiëntenlijst getoond worden. F. Tijdens het spreekuurbezoek Aan patiënten die zich melden op het spreekuur met langdurige of recidiverende luchtwegklachten,(ex-) roker zijn en ouder dan 40 jaar, kan spirometrie worden aangeboden. Stap 2 – Controleren en proefextractie Als het goed is hebt u na de acties die u bij stap 1 hebt gedaan een lijst met patiënten. Deze lijst moet doorlopen worden door huisarts en/of POH. De zorggroep biedt u voordat u in kan stromen in de COPD zorggroep in samenwerking met de SHO een proefextractie aan van alle COPD-patiënten (mits R95 geregistreerd) om uw registratie te controleren en waarop u zo nodig actie kunt ondernemen. Van deze extractie ontvangt u een proefregistratieverslag met een werkinstructie. Met behulp van dit verslag kunt u controleren of de ICPC R95 terecht is. Is dit niet het geval wijzig of sluit dan episode/probleem. Bij dubbele registratie van R95 voeg de episodes/problemen samen of sluit een episode/probleem af. Tevens kunt u controleren of de overige items van het COPD ONL startprotocol gevuld zijn of nog ontbreken. Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 3 Inclusiecriteria voor deelname aan DBC COPD - Leeftijd boven de 40 jaar - Relevante rookhistorie (> 20 jaar roken of > 15 pakjaren) - Langdurige of recidiverende luchtweginfecties (≥ 2 per jaar) - Klachten van kortademigheid en/of hoesten - Bij spirometrie: obstructie: FEV1/FVC ratio <0,7 minder dan 1 jaar geleden gemeten. - De huisarts besluit de patiënt als een COPD-patiënt te behandelen - COPD-patiënten met een lichte ziektelast - COPD-patiënten met een matige ziektelast, als de huisarts de hoofdbehandelaar is Exclusiecriteria voor deelname aan de DBC COPD - Patiënten van wie duidelijk is dat ze geen COPD hebben - Patiënten van wie duidelijk is dat ze astma hebben (en er geen sprake is van ook COPD) - Patiënten < 40 jaar - Patiënten die nooit gerookt hebben (actief of passief) - COPD is voldoende uitgesloten bij een correct geblazen longfunctie waarbij de FEV1>80% van de voorspelde waarde en een FEV1/FVC ratio van >0,7 is - Patiënten die onder begeleiding van de longarts zijn: Differentiaal diagnostische problemen bij patiënten Bij het niet of onvoldoende bereiken van behandeldoelen Bij snel progressief beloop ondanks maximale behandeling Indien de patiënt > 2 exacerbaties per jaar heeft COPD- patiënten met een ernstige ziektelast - Patiënten die geen geregelde zorg (willen) ontvangen met een specifieke reden Deze selectieronde op patiëntniveau neemt veel tijd in beslag. Dit is echter wel een noodzakelijke stap die gezet moet worden om mee te kunnen doen aan de DBC COPD. Stap 3 – Registreren op ICPC en in COPD ONL startprotocol Om tal van redenen is het van belang, óók voor de werkplanning, dat alle patiënten goed in het HIS zijn opgenomen. De volgende acties moeten ondernomen worden bij de patiënten bij wie de diagnose COPD is vastgesteld: 1. ICPC codering R 95 2. Gegevens invoeren in COPD ONL startprotocol. Er zijn 3 categorieën COPD-patiënten om te registreren: a. Hoofdbehandelaar = specialist, Vink deze hoofdbehandelaar aan. Registratie is gereed en protocol kan worden opgeslagen b. Hoofdbehandelaar = huisarts en de patiënt neemt geen deel aan de DBC: registreer hoofdbehandelaar huisarts en reden geen geregelde zorg. Registratie is gereed en kan worden opgeslagen c. Hoofdbehandelaar = huisarts en patiënt krijgt geregelde zorg volgens de afgesproken DBC. Alle items vullen met meetwaarden minder dan 1 jaar oud. Het item advies stoppen met roken, alleen beantwoorden als vraag ‘roken’ met ja is beantwoord. Stap 4 – Organiseren Het aanwezig zijn van een praktijkondersteuner gespecialiseerd in COPD is voorwaarde voor deelname aan de DBC COPD. Om te komen tot een spreekuur COPD moet een schatting gemaakt worden hoe vaak het spreekuur gehouden moet worden. Gemiddeld komen er in een praktijk per 1000 patiënten 12-20 COPD patiënten voor. Met het controle advies van NHG standaard als uitgangspunt en ervan uitgaande dat de ernstige patiënten door de longarts worden gecontroleerd, zijn er per COPD patiënt gemiddeld 2 consulten per jaar. Daarbij is geen rekening gehouden met niet geplande tussentijdse controles wegens exacerbaties, omdat deze buiten het Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 4 aparte spreekuur zullen moeten worden gedaan. Onderstaande tabel1 geeft een indruk van de tijdsinvestering per onderdeel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen patiëntgerichte en niet-patiëntgerichte tijd in intensieve en minder intensieve fase. Patiëntengericht Contrôle huisarts 10 min Consult praktijkondersteuner zonder spirometrie 30 min Consult praktijkondersteuner inclusief spirometrie: 20 min Spirometrie: instrueren, proefblazen, blazen, uitleg resultaten Reversibiliteittest: Instrueren, inhaleren, blazen, uitleg resultaten 15 min Inhalatie-instructies 15 min 10 min Zelfmanagementprogramma intensieve fase 70 min Zelfmanagementprogramma minder intensieve fase 10 min Huisbezoek 45 min Niet-patiëntgericht Nabespreking spreekuur per patiënt intensieve fase 10 min Nabespreking spreekuur per patiënt minder intensieve fase 5 min Overleg huisarts- longarts over individuele patiënt intensieve fase 10 min Overleg huisarts- longarts over individuele patiënt minder intensieve fase 5 min Werkoverleg op organisatorisch niveau 1x .per jaar 60 min Onderhoud spirometer: kalibreren, proefblazen, registreren hiervan, schoonmaken 30 min Bestellen materialen spreekuur (folders, placebo’s) --x per jaar 45 min In de praktijk zal er een spreekkamer moeten zijn voor het uitvoeren van het spreekuur. De benodigde materialen zullen moeten worden aangeschaft. (zie checklist benodigdheden in bijlage 1) Ook moet worden nagegaan of iedereen voldoende geschoold is op het gebied van COPD, op het uitvoeren van een spirometrisch onderzoek, het interpreteren van de curve en het geven van inhalatie-instructie. Stap 5 – Informeren (voorbeeldbrief informatie COPD spreekuur bijlage 2) Het is van belang de patiënten goed te informeren over de nieuwe gang van zaken. U kunt dit schriftelijk doen, maar ook mondeling tijdens controleconsulten of door middel van nieuwsbrieven in de praktijk of op uw website. Het moet voor de patiënten duidelijk zijn dat de medewerkers in de praktijk bevoegd en kundig zijn om de controles uit te voeren en dat regelmatig met de huisarts wordt overlegd. De patiënt mag niet het gevoel krijgen dat de weg naar de huisarts afgesneden is. 1 Bron: Protocollaire COPD-zorg editie 2011. Of deze tijd kan worden ingezet hangt af van de afspraken met de zorgverzekeraar. Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 5 Stap 6 – Uitvoeren Nu alles georganiseerd is, kunt u aan de slag gaan. Met het versturen van de informatiebrief kunt u patiënten tegelijkertijd uitnodigen voor een afspraak op het COPD spreekuur. Voor een efficiënte praktijkvoering is het van belang dat u de controles goed over het jaar verdeelt. U kunt dit bereiken door de informatiebrieven niet in één keer, maar gespreid over het jaar te versturen. Non responders zullen moeten worden nagebeld. U kunt non responders ook benaderen bij het aanvragen van hun herhaalreceptuur. Stap 7 – Registreren in risicoprofielen en meetwaardenscherm Om gestructureerd te werken en een goed overzicht te hebben van de actuele situatie, moeten de verzamelde gegevens geordend geregistreerd worden in het daarvoor bestemde risicoprofiel. Alle gemeten waarden moeten in de meetwaardenmodule in het HIS ingevuld worden (zie indicatoren/risicoprofielen van de Zorggroep). Bedenk dat er meerdere hulpverleners betrokken zijn bij het begeleidingsproces. Uit de registratie moet duidelijk zijn wie de betrokken hulpverlener is geweest. De vastgelegde gegevens worden ook gebruikt voor de evaluatie van de zorg door de zorggroep. Stap 8 - Follow up en bewaking van de follow up met bijlage voorbeelden oproepen bewakingssysteem De controles moeten regelmatig worden herhaald conform NHG standaard. Om de patiënt goed onder controle te houden is een afsprakensysteem aan te bevelen (zie bijlage 3). Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 6 Bijlage 1 Checklist inrichting onderzoeksruimte COPD-spreekuur Meubilair Bureau/werktafel Stoelen voor POH, patiënt en begeleider Opbergkastje Sanitair Wastafel Zeepdispenser Wegwerphanddoeken Instrumentarium/apparatuur Spirometer Hulpmateriaal: IJkspuit (afhankelijk van soort spirometer) Mondstukken Voorzetkamers Weegschaal Meetlat Computer met Huisartseninformatiesysteem Telefoon Documentatie/formulieren Protocol spirometrie Berekening reversibiliteit spirometrie Interpretatie spirometrie Uitslagformulier spirometrie Logboek spirometer Protocollaire COPD-zorg Voldoende aantallen checklists en formulieren uit de bijlagen Gebruiksmaterialen Afsprakenkaartje BMI calculator Luchtwegmodellen Bèta-2-sympaticomimeticum (aerosol met voorzetkamer) Ipratropiumbromide (aerosol met voorzetkamer) Desinfectans Tissues Oproep- en bewakingssysteem (zie bijlage 8) Voorlichtingsmateriaal NHG-patiëntenbrieven Astma Fonds Stivoro Instructiemateriaal Placebo-inhalatoren Voorzetkamers Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο 7 Bijlage 2 Voorbeeldbrief oproep informatie COPD spreekuur NAW gegevens Plaats: Datum: Geachte mevrouw/meneer ……. Tot nu toe bent u gewend voor de controle van uw astma/COPD op het gewone spreekuur te komen. Er is nu echter een speciaal astma/COPD spreekuur ingesteld. Op dit spreekuur wordt u volgens een vast schema gecontroleerd. De praktijkverpleegkundige, de praktijkassistente en de huisarts werken hierbij nauw samen. De praktijkverpleegkundige heeft voor deze taak een speciale opleiding genoten de praktijkassistente is speciaal getraind voor het uitvoeren van bepaalde taken tijdens dit spreekuur. Deze gerichte aanpak zal uw gezondheid zeker ten goede komen. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat u tot het volgende speciale spreekuur wacht wanneer u tussentijds een toename van uw klachten heeft. U kunt dan altijd een afspraak maken voor het gewone spreekuur. Hiermee nodigen wij u uit om op ..... dag ............... op het COPD- spreekuur te komen. Mocht u op die dag niet kunnen, dan kunt u dit telefonisch doorgeven aan de assistente. Houdt u er rekening mee dat het hele onderzoek ongeveer driekwartier duurt. Voor de longfunctie is het nodig dat u tijdelijk stopt met uw longmedicijnen: 8 uur van te voren stoppen met: atrovent, berotec, bricanyl, combivent, salbutamol, ventolin, ipratropium, fenoterol en terbutaline. 24 uur van te voren stoppen met: foradil, oxis, serevent, seretide, symbicort, formoterol, foster. 24 uur van te voren stoppen met: spiriva, tiotropium. Met vriendelijke groet, Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 8 Bijlage 3 Oproep en bewakingssysteem voor het COPD-spreekuur Een belangrijk aspect van de zorg voor mensen met COPD is, dat deze groep regelmatig gezien wordt. Het blijkt dat veel patiënten, zeker als ze niet medicamenteus behandeld worden, na verloop van tijd uit het zicht verdwijnen. Het langdurig onder controle houden van patiënten is niet eenvoudig. Consulten worden vaak op langere termijn afgesproken en deze afspraken kunnen gemakkelijk vergeten worden. Het nakomen van vervolgafspraken vraagt daarom aandacht. Dit hoofdstuk geeft aanwijzing hoe dit mogelijk aangepakt kan worden. Leg in de werkafspraken vast wat er gedaan wordt en door wie met het niet-verschijnen op een consult of het niet maken van een vervolgafspraak. De taken met betrekking tot het oproep- en bewakingssysteem kunnen als volgt verdeeld worden: De huisarts/praktijkondersteuner: 1. vraagt de patiënt om direct na het consult een afspraak voor het volgende consult te maken. (In de intensieve behandelfase worden de afspraken voor de eerste 2 consulten bij de praktijkondersteuner gemaakt) De praktijkassistent: 2. maakt direct een afspraak voor de volgende consulten in de intensieve behandelfase; 3. noteert de afspra(a)ken op een afsprakenkaartje met daarop datum en tijd én bijvoorbeeld bij wie en/of waarvoor; 4. vermeld in de agenda achter de afspraak waarvoor de patiënt komt; 5. kruist aan wie geweest is; 6. kan hierdoor signaleren als de patiënt de afspraak niet nagekomen is. De huisarts of praktijkondersteuner/assistente: 7. kan dan aan de hand van de patiëntgegevens besluiten of er contact met iemand wordt opgenomen Het bevorderen van de terugkomtrouw Hierna staan enkele vormen beschreven om het follow up consult systeem te bewaken. Spreek met elkaar af welk systeem gehanteerd wordt en wie hiervoor verantwoordelijk is. Veelal wordt een patiënt die niet verschijnt op een afspraak één maal telefonisch benaderd om naar de reden te vragen of een nieuwe afspraak te maken. Registreer duidelijk de afspraak met de patiënt over het niet nakomen van de afspraak in het huisartseninformatie systeem zodat iedere betrokken hulpverlener hiervan op de hoogte is en de patiënt hierop kan aanspreken. 1. Het afsprakenboek of de agenda De meeste afsprakenboeken hebben aan het einde van de maand één of meer lege pagina’s voor notities. Deze pagina is goed te gebruiken om te noteren dat iemand in een bepaalde maand voor een bepaalde controle verwacht wordt. Als dit doorgestreept wordt op het moment dat iemand de controleafspraak gemaakt heeft, is eenvoudig te zien wie geen afspraak voor controle heeft gemaakt. Ook is het niet veel extra werk om pas aan het einde van de maand te kijken, met de patiëntengegevens erbij, wie wel en wie niet voor controle verschenen is. Aan de hand van de afspraken die al voor de volgende dagen genoteerd staan, is te zien of de controle wel of niet binnenkort te verwachten is. Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 9 2. De computer Bovenstaande methode kan ook toegepast worden in de digitale agenda van het huisarts informatie systeem (HIS). Daarnaast hebben de meeste HIS-systemen een mogelijkheid om aan te geven binnen welke termijn iemand voor controle terug verwacht wordt. Als de patiënt weer op het spreekuur verschijnt, wordt zichtbaar dat de controle moet plaatsvinden. Hiernaast bestaat vaak de mogelijkheid de computer te vragen een lijst te produceren met overschrijdingen van de controletermijn. Sommige HIS-systemen bieden de mogelijkheid per risicogroep een dergelijke lijst te leveren. Een voorbeeld van een digitaal follow-up systeem los van het HIS-systeem is het gebruik van een excelsheet. Hierop kunnen alle patiënten die binnen het astma/COPD-spreekuur vallen worden ingevuld met daarbij de vervolgafspraken. Op een eenvoudige manier krijgt men overzicht over de astma/COPD-populatie en de frequentie van consultbezoek. Voor iedere patiënt wordt een nieuwe afspraak gepland en als het consult heeft plaatsgevonden krijgt de afspraak een kleur. Zo is duidelijk te zien welke patiënt wanneer is geweest of zou moeten komen. Door drop-down-menu’s is het ook mogelijk selecties te maken van patiëntgroepen, bijvoorbeeld op maand van oproepen of op diagnose. De praktijk kan dit hulpmiddel geheel aanpassen aan de eigen wensen. 3. Een ringband Neem een ringband met 12 tabbladen (voor elke maand één). Per maand kan genoteerd worden welke patiënten voor controle verwacht worden. Als ze geweest zijn of de afspraak gemaakt is, kan dit aangegeven worden. Na de controle wordt de volgende controleafspraak bij de nieuwe maand genoteerd. De verdere procedure kan ook in de vorm van een kaartenbak worden uitgevoerd. Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 10 4. Externe dienst Huisartsenlaboratoria, in sommige regio’s, leveren de dienst dat zij de patiënten oproepen voor een controle spirometrie en/of consult in de huisartsenpraktijk. Neem voor informatie over deze diensverlening contact op met het SHO in uw regio. No-show Tevens is het belangrijk om vast te leggen welke afspraken er gelden voor patiënten die niet verschijnen op hun afspraak of geen vervolgafspraak maken. Hoe en hoe vaak wordt er contact opgenomen? Door wie? En waar en hóe wordt vastgelegd welke patiënten niet wíllen komen. Stappenplan opzetten spreekuur COPD – januari 2012 11