6.... Wordt vervuld met de Geest

advertisement
6. Wordt vervuld met de Geest
6.1. De oproep
Efeze 5:18
"En bedrinkt u niet aan wijn waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest."
"Wordt vervuld met de Geest". Dit staat in de gebiedende wijs. Het is een opdracht, waarvan de
Here God verwacht dat wij die nakomen. Je kunt blijkbaar van jezelf weten of je al of niet
vervuld bent met de Heilige Geest. Je kunt het ook bij anderen zien. In Handelingen 6 lezen we
dat er mannen werden gezocht om de verzorging van de weduwen te regelen (diakenen). Eén
van de eisen waaraan deze mannen moesten voldoen is dat ze "vol van Geest" moesten zijn
(Hand. 6:3,5). Van Stefanus wordt gezegd dat hij een man "vol van geloof en de Heilige Geest"
was.
Bij de bekering hebben we allemaal de Heilige Geest ontvangen1, maar niet iedere christen is
van de bekering af aan ook vervuld met de Heilige Geest. Vandaar de aansporing, gericht tot de
Christenen: "wordt vervuld."
6.2. Wat houdt het in?
Vervuld met de Geest betekent beheerst en gesterkt worden door de Heilige Geest. De Heilige
Geest neemt de controle over je, zodat je door de Geest wordt gestuurd en versterkt.
Let op de parallel die in het vers (Efeze 5:18) wordt gemaakt tussen vervuld zijn met wijn en
vervuld zijn met de Geest. Als je vervuld bent met wijn dan neemt de wijn de controle over je
persoon en je gedrag over. Je bent dan "onder invloed" van de wijn. Als de Geest van God je
vervult dan neemt de Geest van God de controle over en ben je "onder invloed" van de Geest.
Er is echter een groot verschil. Alcohol leidt tot verlies van zelfbeheersing en de Geest van God
brengt juist tot zelfbeheersing (Gal 5:222). In het geval van het onder leiding van en in de kracht
van de Heilige Geest functioneren is er geen sprake van passiviteit van de eigen functies van
de ziel, zoals het denken en de wil, maar van actieve medewerking. De Geest schakelt onze
eigen persoonlijkheid, b.v. onze eigen wil, niet uit maar in3.
6.3. De vervulling is niet een eenmalig gebeuren
Letterlijk staat er in Efeze 5:18 in het Grieks: "wees steeds bezig om vervuld te worden." Het is
dus iets wat steeds doorgaat.
6.4. Wat is het gevolg van de vervulling met Gods Geest?
De kracht van God werkt dan in en door je heen.
1Zie
hoofdstuk 4.
2De
vrucht van de Geest is .... zelfbeheersing (matigheid), Galaten 5:22.
3
Paulus zei b.v. "hiervoor span ik mij ook in .... naar zijn werking die in mij werkt met kracht." (Kol. 1:29)
Aan de ene kant is er "zijn werking die in mij werkt" en aan de andere kant is er toch het "ik" dat zich
inspant. Voor nadere uitleg over dit punt, zie in de "Praktijk van het Christenleven I" studie 12, "Hoe krijg
ik het voor elkaar wat God van mij vraagt", punt b, en vooral ook studie 18 "Verbrokenheid."
- "gij zult kracht ontvangen" (Hand. 1:8)
- "bekleed met kracht uit de hoge" (Lucas 24:49)
- "met kracht gesterkt worden in de innerlijke mens" (Efeze 3:16)
De Here Jezus gebruikte het beeld van "stromen van levend water." In Johannes 7:38,39 zegt
Hij: "Wie in mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste
vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen ontvangen zouden."
Door de aanwezigheid en de werking van de Heilige Geest zouden er stromen van levend
water uit het binnenste van de gelovigen vloeien. Stromen d.w.z. rivieren. Die stromen vloeien
uit elke christen die vervuld is met de Heilige Geest. De stromen zijn een beeld van het werk
van de Geest van God in en door ons heen.
De mensen om hem heen worden gezegend door de aanwezigheid en de activiteiten van een
met de Geest vervulde christen. Je gaat ook in toenemende mate beleven wat hierboven, in
hoofdstuk 5, is beschreven van het werk van de Geest in de gelovige.
Je hebt als christen een fontein van levend water in je.
(Johannes 4:14)
6.5. Het teken dat je vervuld bent met de Geest
Het kenmerk van de aanwezigheid en heerschappij van de Geest in iemands leven is kracht.
Waar de Geest is en heerst is kracht. Het is vaak Gods kracht in onze zwakheid4, maar er is
kracht. Zie b.v. Handelingen 1:8 "Gij zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u
komt." Dat betekent dat er iets gebeurt in de levens van de mensen om je heen. Het enige
werkelijke bewijs dat je vervuld bent met Gods Geest is dat de kracht van God in je leven werkt
en op je werk voor God rust. Stroomt de zegen van God (de werking van Gods Geest) door je
heen?
Sommigen zeggen dat het spreken in tongen5 het (enige) bewijs is voor de vervulling met Gods
Geest. Zij hebben het bijbelwoord "gij zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u
komt" veranderd in "Gij zult de gave van het spreken in tongen ontvangen wanneer de Heilige
Geest over u komt."
6.6. Wat moet je doen om vervuld te worden met de Heilige Geest?
Hoe word je vervuld?
Als wij goed met de Heilige Geest, die in ons woont omgaan, dan vervult Hij ons automatisch6.
Hoe moeten wij met de Heilige Geest omgaan?
4 Zie b.v. wat Paulus over zichzelf zegt in 1 Kor. 2:1-5. Aan de ene kant zegt hij dat hij in zwakheid met
veel vrezen en beven tot hen is gekomen, maar aan de andere kant was er ook "betoon van Geest en
kracht".
5
Het spreken in tongen wordt uitgebreid besproken in hoofdstuk 10.
6De
Heilige Geest is gekomen om ons te vervullen. Als wij Hem de ruimte geven in ons leven zal Hij ons
ook vervullen.
6.6.1. De Geest niet bedroeven
Efeze 4:307.
Zonde bedroeft de Heilige Geest. Daarom is het noodzakelijk om alle zonde, waar we ons
bewust van zijn, te belijden (1 Johannes 1:9). We moeten ook de wil hebben om er mee te
breken8. Het gaat er om dat we, als God ons bij een zonde bepaalt, die zonde ook erkennen.
Dat we die zonde onder ogen zien en niet goed praten. Het gaat er om dat we elke zonde waar
God ons bij bepaalt aan de Heer belijden en daarna ook door het geloof de vergeving van God
aannemen. Immers de Here God belooft te vergeven en te reinigen als wij belijden (1 Johannes
1:9).
Ook de subtiele zonden moeten we als zonde erkennen. Bijvoorbeeld: gezucht, zelfmedelijden,
ontevredenheid, bezorgdheid, ergernis, trots, jaloezie, kwaadspreken, drift, verbittering,
wraakzucht, hoogmoed, egoïsme, enzovoorts.
We moeten niet zelf naar zonden gaan zoeken. Als we gemeenschap met God zoeken in
gebed en bijbellezen en we blijven in gemeenschap met andere serieuze christenen, dan zal
God ons zelf op allerlei zaken aanspreken9, en ons overtuigen van zonde waar dat nodig is.
6.6.2. De Geest van God niet uitdoven
1 Thess. 5:19.
Als de Geest ons ergens toe dringt dan moeten we daar op in gaan. Het is nodig om
beschikbaar zijn. Als we dat niet doen dan doven we de Geest uit10.
We moeten ons door de Geest laten leiden (Gal. 5:18)11.
7Zie de kontekst. De opdracht om de Geest niet te bedroeven staat tussen vermaningen tot het afleggen
van allerlei zonden.
8 Veel zonden kunnen we zo afleggen. Bij andere zonden, zoals b.v. zonden die het gevolg zijn van
zwakke plekken in ons karakter of bij een verslaving, kan het afleggen een worsteling met zich mee
brengen, dan gaat het gepaard met vallen en opstaan. De bijbel spreekt over een "worsteling met de
zonde" (Hebr. 12:4). Over de basis en de kracht van God voor het afleggen van de zonde, zie "De Praktijk
van het Christenleven I", studie 4 "Je positie in Christus", met name de punten e en f.
9Het is ook goed om van tijd tot tijd het gebed van Psalm 139:23,24 na te bidden. "Heer als zonde of
ongehoorzaamheid of kleingeloof uw werk in mij en door mij heen in de weg staat wilt U mij dat dan
duidelijk maken." Als er iets mis mocht zijn dan zal God het je wel duidelijk maken.
10Als
God ons ergens op aanspreekt dan moeten we daar op in gaan. "Heden indien gij zijn stem hoort,
verhardt uw harten niet" (Hebr. 4:7). Als God je ergens op aanspreekt dan is het mogelijk om je daar voor
af te sluiten, om het weg te duwen, om het te verdringen.
In Handelingen 7:51 is sprake van mensen die zich altijd tegen de Heilige Geest verzetten, omdat ze
hardnekkig en onbesneden van hart en oren zijn. Maar ook wij, als christenen, kunnen ons in bepaalde
gevallen, als God ons concreet ergens op aanspreekt, tegen de Heilige Geest verzetten. (Het kan zowel
om een zonde als om een bepaalde opdracht gaan.)
11 In Psalm 27:8 staat "van Uwentwege zegt mijn hart: zoekt mijn aangezicht." Gods Geest drong tot
gebed, tot het zoeken van Gods aangezicht. Als God ons een last geeft om ergens voor te bidden, dan
moeten we daar iets mee doen en er op ingaan. Dit is een illustratie van de innerlijke leiding van Gods
Geest, waar we op in moeten gaan. Voor een uitgebreide beschrijving van de wijze waarop God ons
persoonlijk leidt verwijs ik naar studie 8 "De wil van God ontdekken - de leiding van God ervaren" van "De
praktijk van het christenleven I." Daar wordt onder meer de innerlijke leiding door Gods Geest besproken
6.6.3. Wandelen door de Geest
Galaten 5:16.
Na onze bekering hebben we, als het goed is, een verlangen om voor God te leven, een
verlangen om God te dienen en om in alles Gods weg te gaan. In die situatie kunnen we snel
de vergissing begaan om in eigen kracht en naar eigen inzicht, los van Gods Geest, aan de
slag te gaan. Die fout dreigt zeker als we niet goed onderwezen worden in deze dingen. We
hebben op dat moment nog niet voldoende begrepen wat de Here Jezus bedoelt met de
woorden "zonder Mij kunt gij niets doen" (Johannes 15:5).
Het christelijk leven is een bovennatuurlijk leven. Het kan niet in eigen kracht geleefd worden.
We kunnen het alleen leven onder leiding van en steunend op de bijstand van Gods Geest. Het
is nodig dat we leren "door de Geest" te wandelen (Gal. 5:16). Dat houdt in dat we leren om niet
op eigen inzicht te steunen, maar in alles de leiding van de Geest te zoeken en te volgen12. Wat
we doen moeten we ook niet in eigen kracht doen, maar in vertrouwen op de hulp van de
Heilige Geest13. In Romeinen 8:26 staat een concreet voorbeeld van de toepassing van dit
laatste. "En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij zullen
bidden naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons ..." Dus aan de ene kant is er de
erkenning van de eigen onmacht (we weten niet wat we bidden zullen naar behoren) en aan de
andere kant is er de bijstand van Gods Geest die in en voor ons zal doen wat we zelf niet
kunnen (evenzo komt de Geest .. te hulp, de Geest zelf..). Telkens komt het op het volgende
neer. Allereerst erkennen dat je het zelf niet kunt en vervolgens, in geloof, rekenen op de
bijstand van Gods Geest: "Heer ik weet dat ik het zelf niet kan, maar toch ga ik het doen, in het
vertrouwen dat uw Geest het in en door mij heen zal doen."
Als we in eigen kracht bezig zijn dan lopen we de Geest voor de voeten. Dan krijgt de Geest
niet de ruimte om door ons heen te werken en ons te vervullen.
6.7. De Geest zal ons automatisch vervullen
De Geest zal ons automatisch vervullen als we aan de hierboven genoemde voorwaarden
voldoen.
Ik ben geregeld christenen tegengekomen waar je duidelijk Gods Geest in en doorheen zag
werken. Je zag bij hen dat ze beleefden wat hierboven, in hoofdstuk 5, is beschreven over het
werk van de Geest in de gelovige. Terwijl deze gelovigen soms niet eens de leer over de
vervulling met de Heilige Geest op een rijtje hadden. Met andere woorden ze leefden in de
realiteit van de volheid van Gods Geest zonder de theorie te kennen. Dat komt omdat ze aan de
voorwaarden voor de vervulling voldeden. Ze beleden de zonden waar de Geest hen van
overtuigde. Ze waren gewoon om de innerlijke leiding van Gods Geest te volgen. (Ze lieten zich
leiden, Gal. 5:18.) En ze hadden ook geleerd dat ze het niet van zichzelf maar van God
moesten verwachten.
Het beeld van de waterleidingbuis.
(punt g2).
God leidt ons gewoonlijk door een combinatie van de instrukties uit de bijbel, zijn besturing van de
omstandigheden en de innerlijke leiding van zijn Geest.
12Zie
in "De praktijk van het Christenleven I", studie 8 over de leiding van God. Zie ook studie 18 over
"Verbrokenheid."
13
Zie in "De praktijk van het christenleven I" studie 12 "Hoe krijg ik voor elkaar wat God van me vraagt?"
en speciaal studie 18 "Verbrokenheid."
Je kunt een christen vergelijken met een stuk buis van de waterleiding. Het is Gods bedoeling
dat er stromen van levend water door een christen heen stromen (Johannes 7:38,39). Wil er
water uit een waterleidingbuis kunnen stromen dan moet deze eerst op het waterleidingnet
worden aangesloten. Op het moment dat iemand zich bekeert ontvangt hij of zij de Heilige
Geest. Elke christen heeft reeds de Heilige Geest en is dus al "op het waterleidingnet aangesloten".
Als je een stuk buis aansluit op het waterleidingnet dan begint normaal gesproken onmiddellijk
en automatisch het water er door heen te stromen. Alleen als de buis verstopt is, omdat er allerlei rommel in de buis zit, zal het water worden tegengehouden. Misschien wordt het water
geheel tegengehouden of sijpelen er wat druppels of een klein stroompje doorheen. Zo is het
ook met de christen. Als er rommel in zijn leven is dan wordt de stroom van de Geest
geblokkeerd of gehinderd. Rommel van onbeleden zonden, weigeren om in te gaan op de
aandrang van Gods Geest, steunen op eigen kracht en inzicht. Deze rommel hindert het
stromen van de Geest in ons en door ons heen. Als de rommel wordt verwijderd zal
automatisch het levende water gaan vloeien.
Het vervuld zijn met de Geest is de sleutel voor een krachtig christenleven. Daarom lijkt het op
het eerste gezicht merkwaardig dat de christenen in al de brieven van het Nieuw Testament
maar één keer (in Efeze 5:18) worden opgeroepen om zich uit te strekken naar de vervulling.
Als het inderdaad de sleutel voor een krachtig christenleven is, dan zou je verwachten dat er
keer op keer zou worden opgeroepen om vervuld te worden, maar dat is niet het geval. Het
ontbreken van herhaalde oproepen is echter begrijpelijk als je beseft dat de vervulling het
automatische gevolg is van de juiste omgang met de Heilige Geest.
Er word niet speciaal om gebeden en toch komt het14.
6.8. Ik merk zo weinig van God in mijn leven
Deze verzuchting heb ik nog al eens uit de mond van christenen gehoord. Als je niet vervuld
bent met Gods Geest dan merk je weinig van God. Als je niet vervuld bent, dan zit er "rommel"
in de buis. Dan is er een blokkade in je leven. Dit heeft altijd te maken met één of meerdere van
de drie voorwaarden waaraan we moeten voldoen wil de Geest kunnen stromen. Zonde die niet
onder ogen wordt gezien, die niet wordt beleden, die wordt genegeerd of goedgepraat. Gebrek
aan overgave. God de leiding niet geven in het leven. Niet gehoorzamen als God je ergens op
aanspreekt. In eigen kracht en naar eigen inzicht bezig zijn.
Misschien heb je wel door dat er weinig kracht van God in je leven is. Maar als je er over
nadenkt of er rommel (d.w.z. één of meerdere van de drie bovengenoemde blokkades) in je
leven is, dan kom je er wellicht niet uit. Als dat het geval is dan is het tijd om je voor de Heer te
verootmoedigen. Om tegenover de Heer te erkennen dat je vastgelopen bent. Dan is het tijd om
je door de Heer te laten doorlichten. "Heer ik erken dat ik vastgelopen ben. Ik kom er zelf niet
uit. Wilt U me laten zien wat er mis gelopen is. Wilt U me weer op het goede spoor brengen.
Wilt U weer vaart in mijn leven brengen" (Psalm 139:23,24). Dan zal de Heer je laten zien wat
er moet veranderen en wat er aan de hand is.
6.9. Nog enkele opmerkingen
6.9.1. De noodzaak van het houden van stille tijd
14Zie
b.v. Hand. 4:31. Er wordt wel gebeden, maar niet om de volheid van Gods Geest. En toch komt op
dat moment een nieuwe vervulling. De Geest van God grijpt hen aan. Zie ook punt 6.9.7.
Met stille tijd wordt bedoeld dat we regelmatig tijd apart zetten voor de omgang met God.
Regelmatig bidden en de bijbel lezen. Als we dit verwaarlozen kan de Geest van God ons
moeilijker leiden, bemoedigen, leren en overtuigen van zonden waar dat nodig is. Dat zal een
voortdurende vervulling bemoeilijken.
6.9.2. "Gij hebt de volheid ontvangen"
Kol. 2:10.
Je hebt de volheid ontvangen "in Hem", dat wil zeggen "in Christus." Er staat "hebt ontvangen",
hier wordt de voltooid verleden tijd gebruikt. Het is gebeurd, het is een feit.
We hebben "alles ontvangen" wat tot leven en godsvrucht strekt (2 Petrus 1:3). Er ontbreekt
niets meer. We moeten wel leren leven uit alles wat we bij onze bekering hebben ontvangen. In
het geval van de volheid van de Geest moeten we door de goede houding aan te nemen (zie
punt 6.6. hierboven) de Geest de ruimte geven in ons leven. Dan zullen we beleven wat we
krachtens onze positie "in Christus" reeds ontvangen hebben.
6.9.3. Door geloof in de volheid gaan staan
Drink door het geloof (Johannes 7:3715).
Als je je innerlijke afgekeerd hebt van de zonde. Als je elke bewuste zonde, waar God je bij
bepaalt, hebt beleden. En als je jezelf weer bewust onder de leiding van God hebt gesteld. Dan
mag je er op vertrouwen dat Gods Geest je op dat moment weer heeft vervuld. Of je dit nu op
dat moment ervaart of niet. Als uiting van je geloof, en als welbewuste daad van geloof, kun je
de Heer danken dat Hij je weer vervuld heeft.
6.9.4. Het verliezen van de volheid
Door zonde en ongehoorzaamheid verliezen we de volheid, maar door belijdenis, onderwerping
en geloof moeten we er telkens weer in terug gaan staan.
- Here ik belijd dat ik die en die zonde heb gedaan. Wilt U mij die zonde vergeven en me
hiervan ook reinigen, naar uw belofte.
- Dank u wel dat de Here Jezus ook voor deze zonde met zijn bloed heeft betaald en dat U mij
deze zonde vergeeft. Dank U dat U me weer witter maakt als sneeuw.
- Ik keer me af van de zonde en ik stel me weer onder uw leiding en heerschappij. U bent de
Koning van mijn hart. Ik leef voor u. Ik wil u gehoorzamen, ik onderwerp me aan u.
- Dank U wel dat uw Geest mij weer vervult. Ik reken op uw woord.
6.9.5. Gebed om vervulling?
Hierboven, in hoofdstuk 4, punt 4.4., is het bidden om de Geest besproken.
Het onderwijs van de apostelen vinden we in de brieven van het Nieuwe Testament. In het
onderwijs van de apostelen worden de christenen nergens aangespoord om te bidden om de
Heilige Geest. Als het gaat om het ontvangen van de Heilige Geest is dat ook overbodig, want
15
Zie Johannes 7:37-39. Dit slaat op de bekering, maar ook op het beleven van de volheid van Gods
Geest. Er kan en mag een voortdurend en bewust steunen op de Heilige Geest zijn. Een bewust voldoen
aan de voorwaarden voor de vervulling.
de Geest van God woont vanaf de bekering in elke christen (Zie hoofdstuk 4). In Lucas 11:13 is
er wel sprake van het bidden om de Heilige Geest. De Here Jezus leerde zijn discipelen dit
bidden in de tijd dat de Heilige Geest er nog niet was16. Daarom was het toen nodig om te
bidden om de Geest. Nu zal de Heilige Geest ons automatisch vervullen als we op de goede
manier met Hem omgaan. Als we aan de voorwaarden voldoen (Zie de punten 6.6. en 6.7.
hierboven).
Dus gebed om het ontvangen van de Geest is onjuist. Gebed om de vervulling met Gods Geest
is strikt gezien niet nodig, maar kan wel. Wellicht kan het gebed je helpen om, nadat je je
zonden hebt beleden en je jezelf weer onder Gods heerschappij hebt gesteld, weer door geloof
in de volheid te gaan staan. Als hulp bij de bewuste toe-eigening van de volheid. "Here God ik
wend me af van de zonde, ik onderwerp me aan U, ik stel me weer onder uw leiding, reinig mij
en beheers mij in alles wat ik ben, vervul mij weer met uw Geest, ik dank U dat U dat ook doet."
"Heer reinig mij en vervul mij weer met uw Geest, wilt U mij weer aandoen met kracht van
omhoog." Het komt er op neer dat we dan in geloof in de volheid gaan staan.
6.9.6. Geestelijk ademhalen
Dat is het beeld dat wel eens wordt gebruikt voor een voortdurende wandel in de volheid van
Gods Geest. Ademhalen bestaat uit twee onderdelen, het uitademen en het inademen.
Het uitademen: dat is je zonde belijden. Tegenover God je zonde erkennen en danken voor de
vergeving.
Het inademen: na belijdenis jezelf weer bewust onder leiding van God plaatsen en in geloof
danken dat de Geest van God je weer vervult.
6.9.7. De normale vervulling en een speciale vervulling tijdens en voor een speciale taak
De normale toestand voor een christen is vervuld te zijn. "Mannen vol van Geest" (Hand. 6:3,5).
We moeten ook steeds bezig zijn vervuld te worden volgens Efeze 5:18 (Zie hierboven, punt
6.3.)
Bij speciale gelegenheden kwam de Geest met nieuwe volheid op de gelovigen. Dat kan je als
gelovige herhaaldelijk overkomen. Bijvoorbeeld als je in grote benauwdheid komt te verkeren,
als je een zware geestelijke taak hebt te verrichten. Dan grijpt de Geest je opnieuw aan.
- De eerste keer (Handelingen 2:4).
- De tweede keer (Handelingen 4:31). (Crisissituatie)
De apostelen waren bij de eerste vervulling op de Pinksterdag en opnieuw bij deze tweede
vervulling. Er wordt wel gebeden, maar niet speciaal om de vervulling met Gods Geest, en toch
komt de hernieuwde vervulling.
6.9.8. Spreken met betoon van Geest en kracht
1 Kor. 2:4,5
"met betoon van Geest en kracht"
Dat is Gods bedoeling als je onderwijs geeft, als je preekt, als je getuigt, overal waar het woord
wordt gebracht. In feite kun je stellen dat al ons dienen van God met betoon van Geest en
kracht moet geschieden.
Wil je kunnen spreken met betoon van Geest en kracht dan moet je vervuld zijn met de Heilige
Geest, zoals hierboven beschreven is17. Je moet onder leiding van God bezig zijn (Je hebt
16Zie
hoofdstuk 2, punt 2.3. en 2.4.
17Voor
een uitgebreidere uitleg, zie "De praktijk van het christenleven deel II", de studie over "werken
leiding van God ontvangen om te doen wat je gaat doen). Je hebt om een boodschap van God
gebeden en die ook ontvangen. Je gaat in geloof de paar broodjes die je hebt (dat is de
boodschap die je hebt ontvangen) uitdelen, in de verwachting dat God het zal vermenigvuldigen
en zegenen. Belangrijk is ook de voorbereiding in gebed18. Het aanhoudend gebed met bidden
en smeken waarover Paulus spreekt in Efeze 6:18.
6.9.9. Nogmaals de voorwaarden voor de vervulling
De evangelische leraren leggen dit op het eerste gezicht soms wat verschillend van elkaar uit,
maar dat is slechts schijn. De woorden mogen wat verschillen, maar het komt altijd weer op de
volgende drie dingen neer: reiniging, overgave en geloof.
Of zoals George Verwer het zei: "Yield and believe".
voor God" en daarvan het punt over de het spreken en optreden met betoon van Geest en kracht
(zalving).
18Ik
heb zelf bij het begin van mijn leven als christen meegemaakt hoe de kracht van God op een
samenkomst viel. Het was een evangelisatiebijeenkomst in een tent. Vier broeders zaten in een auto
naast de tent en een half uur voor en tijdens de gehele bijeenkomst hebben ze voortdurend met een last,
in eenparig gebed, met aanhouden bidden en smeken tot Here gebeden voor de aanwezigen, voor
degene die sprak, enz. Toen de mensen uit de tent kwamen leek het wel alsof er een geestelijke bom
was ontploft. Mensen kwamen tot geloof. De ongelovigen die zich niet bekeerden waren toch totaal
geschokt, dat zag je als je met hen sprak en hen in de ogen keek. De evangelist wist niet dat er zo voor
hem en de samenkomst gebeden was. Enkele maanden later hoorde hij toevallig een van de broeders
die gebeden had vertellen wat ze tijdens de samenkomst hadden gedaan. De evangelist zei: "Oh, nu
snap ik het. Tijdens die bijeenkomst heb ik zo de bijstand van de Geest ervaren. Dat had ik nog nooit in
die mate meegemaakt. Ik had nog wel een uur door kunnen gaan."
Download