http://polar.ncep.noaa.gov/ofs/viewer.shtml?-wnatlzoom-cur-0-small-rundate=20100727 http://www.cpc.noaa.gov/products/analysis_monitoring/enso_advisory/ensodisc.pdf The Gulf Stream, located along the eastern coast of the United States, is a fast, intense current known as a westernboundary current. These currents are located on the western side of every ocean basin. The Gulf Stream is a result of the wind pattern acting on most of the North Atlantic Ocean. The combination of the Trade Winds (10°- 25°N) blowing to the west and the Westerlies (35°- 55°N) blowing to the east cause the North Atlantic to rotate clockwise. This basin wide, clockwise flow is referred to as the Subtropical Gyre. Because of the Earth's rotation, the poleward flow in the western Atlantic is constrained to a narrow current on the western boundary of the ocean basin. This is the Gulf Stream. While western boundary currents exist in all the major ocean basins, the two in the Northern Hemisphere (including the Kuroshio Current in the Pacific) are better developed and more intense than their Southern Hemisphere counterparts. The current that makes up the southern portion of the Subtropical gyre is the North Equatorial Current. Under the trade winds the broad, slow North Equatorial Current flows to the west. As the current approaches the Caribbean Sea, water is funneled through the many channels of the Antilles and Caribbean Islands, and through the Yucatan Channel - where it narrows and gains strength - and then loops into the Gulf of Mexico. This is where we can first observe an organized flow on satellite images. This flow enters the Gulf of Mexico at the Yucatan Channel and exits the Gulf at the Straits of Florida. The current is commonly referred to as the Loop Current while it's in the Gulf of Mexico and the Florida Current when it leaves the Gulf between Florida and Cuba. Along the east coast of Florida the current is fed by the Antilles Current, and the flow, now called the Gulf Stream, runs parallel to the coast until reaching Cape Hatteras where it leaves the coast and enters deeper water. While flowing in deep water the Stream often forms large meanders or flucuations in its path. At approximately 50°W, the Gulf Stream splits into several currents the largest being the North Atlantic Current. The North Atlantic Current then feeds both the Norwegian Current which transports water northward along the west coast of Europe and the Canary Current which flows equatorward on the eastern side of the Atlantic. These currents are labeled in red in the figure below: Gulf Stream (GS), North Atlantic Current (NAC), Norwegian Current (NOR), Canary Current (CC). To the north of the Subtropical Gyre is the Subpolar Gyre. The Subpolar Gyre which flows counterclockwise consists of much colder water than that found in the Subtropical Gyre. As the North Atlantic Current splits into many smaller currents, some of these smaller currents flow toward Greenland and meet the southward flowing East Greenland Current (EG). This flow then meets the West Greenland Current (WG) to form the Labador Current (LAB) which flows back into the North Atlantic Current. Together all these flows comprise the Subpolar Gyre. Transport of the Gulf Stream The transport of the Florida Current is approximately 30 Sverdrups (Sv). One Sverdrup is one million cubic meters of water per second! The transport of the Gulf Stream increases to 85 Sv near Cape Hatteras, peaks at 150 Sv near 65°W, then decreases eastward of 65°W. One of the primary reasons that the Gulf Stream increases in transport between Florida and 65°W and decreases in transport downstream of 65°W is the Recirculation Gyre. As the figure below shows, water leaves the Gulf Stream downstream of 65°W, and enters the Sargasso Sea. This water is recirculated clockwise throughout the Sargasso and eventually re-enters the Gulf Stream. This flow is known as the Recirculation gyre. The Gulf Stream has Stopped!? there is recent and very strong evidence that the gulf stream has stopped, the main loop that generates the majority of the heat in the gulf of mexico has detached itself, this is clearly visible on the NOAA's website in the form of the RTOFS (Atlantic) Graphic Nowcasts/Forecasts over the past 3 months. You can also clearly see how it has affected the gulf stream further up in terms of the UK. Now this has either occured naturally as the gulf stream has been waining over recent years, or it has been caused by the BP oil spill in the gulf of mexico. see this pdf from the institute of atmospheric sciences and climate in Italy http://preventdisease.com/news/pdf/OilSpill-CNR.pdf The question is, this is actually going to have severe effects on the UK this coming Winter without even considering the backdrop from the la nina (ocean cooling), how should we be best prepared for what is likely to be the coldest winter in living memory, which will be followed by a future climate similar to newfoundland who are on the same latitude as us but did not have the advantage of the gulf stream? I have studied the gulf stream over the past several years and never seen anything like this, I am still hoping that this is an Eddy (sections of moving water that can swirl off), but if I am to be honest, the high realism is that this is not. source: degree and lots of study ps - please also google "gulf stream stopped 2010" to find an article from dr bill deagle 11-Jarige Cyclus We kunnen de komende jaren een verdere afkoeling van de aarde gaan verwachten en er zijn al wetenschappers die beweren dat vanaf 2013 een kleine ijstijd is te verwachten. Dat zouden we te danken hebben aan de zon. De zon zorgt ervoor dat de aarde dagelijks flink wordt opgewarmd. Ze geeft ongeveer in een half uur net zoveel energie op de aarde als dat de hele wereld pas in een jaar verbruikt. Maar de zon geeft niet altijd evenveel energie af en heeft een op en neergaande cyclus van 11 jaar waarin de hoeveelheid zonnevlekken toe en afneemt. Twee jaar geleden was het einde van de 11-jarige cyclus zodat er amper zonnevlekken te vinden waren. Vorig jaar maart had het aantal zonnevlekken weer moeten gaan toenemen, waar wat schetst de verbazing van ieder wetenschapper, het bleef stil op de zon. Er zijn zelfs maanden geweest waarin geen enkele zonnevlek te bekennen was. Zonnevlekken zorgen ervoor dat de zonnewind krachtiger wordt en ook de hoeveelheid magnetische straling. Die straling zorgt ervoor dat er minder wolken vormen zodat de zon de boel meer kan opwarmen. En dat effect heeft er voor gezorgd dat het de afgelopen 23 jaar warmer is geworden op de aarde. Afsmelten van de polen is gestopt Het afsmelten van de Polen was door de sterke zon in een versnelling gekomen waardoor ons de voorspelling wordt voorgehouden dat het Poolijs al in een afzienbare periode zou afsmelten en in de zomer zelfs ijsvrij zou worden. Maar sinds de zonnevlekken het laten afweten, blijkt nu in de praktijk dat het poolijs niet meer afsmelt en zelfs alweer flink aan het toenemen is. Vorig jaar zomer bleef het 450.000 vierkante kilometer ijs meer over dan twee jaar geleden en dit jaar is er 1,1 miljoen vierkante kilometer blijven liggen. De winter is op de pool weer vroeger begonnen zodat op dit moment de ijsgroei ook groter is dan vorig jaar. Scandinavië ligt momenteel al voor een groot deel onder de sneeuw en dat was vorig jaar bijna twee maanden later. Vorige week viel er in de Alpen net zoveel sneeuw als in de afgelopen 25 jaar oktobermaanden bij elkaar. In september werden op Groenland de laagste temperaturen gemeten en aan de andere kans van de plas was de zomer in het noorden van Canada bijzonder kort en viel in augustus al de eerste sneeuw. Toevallig? Nee beslist niet. Door de minder sterk geworden magnetische straling komt er nu meer kosmische straling door de dampkring en dat schijnt voor meer wolken te zorgen waardoor er meer zonne-energie teruggekaatst wordt. Ook de toename van de ijsvlakte draagt daar aan bij en zo kan er een versnelling komen in het verder afkoelen van de aarde. Dit wordt echter nu nog wat afgeremd doordat het zeewater in de afgelopen decennia ook veel warmer is geworden. Er is dus nu nog sprake van een na-ijltijd zodat de afkoeling daardoor nog wordt afgeremd. Kans op een Kleine ijstijd Ons voorbeeld ligt in de tijd rond de 17e eeuw toen de zon 40 jaar lang praktisch geen zonnevlekken vertoonden. Er trad toen een klein ijstijd in waarin de gemiddelde temperatuur drie graden achteruit ging. De gevolgen waren in Europa enorm. De zomers werden slechter waardoor oogsten mislukten en door de slechte omstandigheden werd de bevolking in Europa met 30% gereduceerd. Er werd in die periode weer meer ijs opgeslagen waardoor zelfs de ruïne van de Brittenburg voor de Katwijkse kust weer zichtbaar werd door de daling van de zeespiegel. Nu is er dus weer sprake van een zonnevlekloze periode en in het jaar 2013 zou er normaal gesproken een maximum aan zonnevlekken moeten komen, maar daar zal niet veel van terecht gaan komen. Na 2013 gaan we weer naar een minimum toe groeien en zal het dus langdurig stil blijven op de zon. Er is echter geen wetenschapper die kan uitleggen waarom de zonnevlekken nu plotsklaps uitblijven omdat we nog te weinig weten van de zon. Maar de cyclus van 11 jaar gaat gewoon door en dat geeft aan dat een maximum van de zonnevlekken in 2013 zal uitblijven. De kans is dus aanwezig dat er een nieuwe kleine ijstijd aan zit te komen. Voor de schaatsliefhebbers goede geluiden want de kans op een Elfstedentocht wordt weer veel groter. De besturen van de ijsclubs kunnen zich de komende winter klaarmaken voor een druk seizoen want we kunnen een koude tot zeer koude winter verwachten. Bron ijstijd.com Een nieuwe ijstijd op komst De kleine Ijstijd Of wij het nog meemaken is maar de vraag maar het is goed mogelijk. Nieuw onderzoek heeft uitgewezen dat een ijstijd binnen één jaar zich volledig kan ontplooien. De laatste ijstijd die plaatsvond was de kleine ijstijd welke van de 15e tot tot en met de 19e eeuw heeft geduurd waarbij de temperaturen in West-Europe zo'n 1 a 3 graden onder de huidige waarden lagen. Mocht er zich een nieuwe ijstijd voordoen dan is de kans groot dat deze op de laatste kleine ijstijd zal lijken. De Noordzee zal wellicht dichtvriezen, het verkeer zal stil komen te liggen en het zal vriezen en sneeuwen zoals wij nooit eerder hebben meegemaakt, al met al met rampzalige gevolgen. Het Huidige Klimaat Dat het huidige klimaat verandert is niemand ontgaan, er wordt door de media ook steeds meer aandacht aan besteed, dit terwijl er 20 jaar geleden nauwelijks aandacht aan werd besteed. Het zou goed kunnen dat de periode van opwarming ofwel Global Warming eigenlijk een voorbode is van wat er gaat komen. Persoonlijk geloof ik niet in het Global Warming gebeuren, de natuur bepaalt mijn inziens zelf wat het doet en daar kunnen wij als mens weinig aan veranderen. Mocht de warme Golfstroom ermee ophouden dan kan het heel hard gaan. Deze warme Golfstroom voorziet ons van een mild klimaat en deze golfstroom lijkt langzaam maar zeker af te zwakken. Meer informatie over de Golfstroom kun je hier vinden. Zonnevlekken Het oppervlak van de zon vertoont geregeld donkere vlekken. De zonnevlekken hangen samen met koelere plekken op de zon. Hun aantal is een maat voor de activiteit van de zon: hoe meer er te zien zijn, hoe actiever de zon. Een actieve zon produceert korte explosies van energie waarbij geladen deeltjes vrijkomen. Als die deeltjes de aardse atmosfeer binnendringen kunnen ze poollicht veroorzaken. De kans op poollicht is het grootst in jaren met veel zonne-activiteit. Gemiddeld om de elf jaar maakt de zon zo'n "actieve" periode door, maar momenteel is de zonneactiviteit gering. Lees Meer ZONNEVLEKKEN: Zonneactiviteit grote impact op klimaat 11-04-2009 | 09:53: Dr. Willie Soon, een astrofysicus bij het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics, zegt dat de activiteit van de zon in rechtstreeks verband staat met de globale klimaatsverandering op aarde. "De zon is de allesomvattende energieleverancier voor het leven op aarde. Dezer dagen krijgt de zon enorm veel aandacht van een heleboel wetenschappers omdat de zonneactiviteit al 18 maanden op een laag pitje staat. Dat komt omdat er weinig zonnevlekken zijn." Maar er is nog meer aan de hand. Minder zonnevlekken zouden zorgen voor de afkoeling van onze planeet. Zonnevlekken zijn reuzegrote eilanden van magnetisme op de oppervlakte van de zon. De zonnecyclus (van Schwabe) is de elfjarige cyclus van zonneactiviteit, en samenhangend daarmee de periode waarin het aantal zonnevlekken op de zon varieert. Perioden met de laagste zonneactiviteit staan bekend als de zonneminima. Het laatste zonnemaximum was in 2001. Op dit ogenblik beleven wij het grootste zonneminimum met de minste zonnevlekken in bijna 100 jaar. En dat verschijnsel heeft volgens Dr. Soon een invloed op ons klimaat: "Wanneer er veel zonnevlekken zijn, dan komt er veel meer lichtenergie van de zon naar de aarde. Dat zorgt ervoor dat de aarde opwarmt. Wanneer de zon minder zonnevlekken genereert is er minder energie voor het klimaatsysteem op aarde. En dat betekent een koelere planeet." (Zonnevlekken 1900-2000) Dr. Willie Soon: In 2008 waren er al weinig zonnevlekken. En door de band was 2008 een koud jaar. Het verband van zonneactiviteit met de temperatuur op aarde in het verleden, kan verschillende keren worden aangetoond. Van 1645 tot 1715 bijvoorbeeld waren er geen zonnevlekken, en dat was een heel koude periode voor onze planeet. Daarom wordt die periode ook omschreven als een kleine ijstijd. Op basis van mijn onderzoek kan ik zeggen dat de zonne-energie een grote impact heeft op ons klimaat. Als u me zou vragen welke rol koolstofdioxide speelt dan zou ik stellen dat die héél klein is." Dr. Soon ziet de kans schoon om dit historisch laagtepunt van zonnevlekken aan te wenden om het klimaatsysteem op aarde beter te kunnen begrijpen. Als het grote zonneminimum blijft aanhouden en als - ondanks de stijging van de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht - onze planeet afkoelt, dan moet het denkpatroon over de opwarming van de aarde gewijzigd worden. En dat zal soon niet alleen nuttig zijn voor de wetenschap, maar ook voor de maatschappij. Meer lezen over wat Dr. Soon te zeggen heeft? *klik* HEY KNMI: Klimaat wereld 2010: Een winter vol extremen Archief Weer en klimaat Nederland Klimaat wereld Klimaat algemeen Koud in Europa, Siberië en VS, maar wereldwijd toch warm Weer algemeen 18 maart 2010 Klimaat brochures G. J. van Oldenborgh Zeespiegel Van Ierland tot Siberië was de winter van 2010 kouder dan normaal. Ook het IJs oosten van de Verenigde Staten was wat kouder. In Groenland en noordoostelijk Orkanen Canada was het echter veel minder koud dan normaal en in het Midden-Oosten ook Broeikasgassen, aërosolen en wat zachter. Deze temperatuurverdeling werd veroorzaakt door een bekend luchtkwaliteit patroon van afwijkende luchtstromingen: de Arctische Oscillatie, ook wel Northern Seismologie Annular Mode genoemd. Deze klimaatschommeling had deze winter een grotere Vulkanen negatieve uitslag dan ooit in de waarnemingen vanaf 1900. Het effect op de Watersnood wereldgemiddelde temperatuur was nihil: de kou door noordenwind werd elders Historie gecompenseerd door de warmte door zuidenwind. El Niño en de opwarming van de Dossiers aarde zorgden er samen voor dat de wereldgemiddelde temperatuur in januari IPCC weer hoog uitkwam. Toestand van het klimaat IJs aan de waddenkust Verder lezen 1. Koud en warm In Figuur 1 zijn de temperatuurafwijkingen van de winter december-februari 2010 ten opzichte van het langjarig gemiddelde (1971-2000) op een kaart getekend. De regionale afwijkingen waren groot. Was het in Nederland gemiddeld over de winter twee tot drie Hoe zeldzaam is een koude winter als die van 2010 in Nederland? De Noord-Atlantische Oscillatie Hoe zeldzaam was de winter van 2010 in de wereld? Wereld in 2010 zeer warm El Nino en La Nina graden kouder dan normaal, in Siberië was de winter tot acht graden kouder dan gebruikelijk. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was het in Canada en op Groenland juist veel zachter dan normaal; de wintergemiddelde temperatuur lag daar op enkele plekken meer dan 10 graden te hoog. In de oostelijke VS was het net als bij ons een graad of drie kouder dan normaal, terwijl het in Noord-Afrika en het Midden-Oosten weer zachter was. Figuur 1. Temperatuurafwijking ten opzichte van normaal in de winter van 2010 [Celsius]. Bron: NCEP (land: GHCN/CAMS, zee(ijs), Groenland: NCEP/NCAR heranalyse). 2010: a winter of extremes Stijging wereldgemiddelde temperatuur Seizoensverwachtingen van het KNMI Temperatuurafwijkingen winter 2010 (Google Earth) (30,4 KB) Luchtdrukafwijking winter 2010 (Google Earth) (28,8 KB) Externe links Arctic Oscillation (NOAA) De zachtste Canadese winter uit de meetreeks ERA Reanalysis HadCRUT3 global temperature Lower Troposphere Temperature (satellite) NASA/GISS global temperature NCEP/NCAR Reanalysis Kenniscentrum Index Index A-Z 2. De Arctische Oscillatie in een extreem negatieve fase Deze temperatuurverdeling komt wel vaker voor en is een gevolg van een bekend patroon van luchtstromingen dat de Arctische Oscillatie of Northern Annular Mode wordt genoemd. Dit is een uitbreiding naar de Stille Oceaan van de bekendere Noord-Atlantische Oscillatie (zie bv De Toestand van het Klimaat 1999, Hoofdstuk 2). De luchtdrukafwijking van de winter van 2010 is weergegeven in Figuur 2. In de poolstreken was de luchtdruk hoger dan normaal terwijl deze boven de subtropische Atlantische en Stille Oceaan juist lager dan normaal was. De luchtdrukverdeling van de winter van 2010 kwam goed overeen met het standaardpatroon van de negatieve fase van de Arctische Oscillatie. Figuur 2. De luchtdrukafwijking ten opzichte van normaal in de winter van 2010 [Pa]. Bron: NCEP/NCAR heranalyse. De afwijkingen van normaal deze winter waren zo groot dat dit veruit de sterkste uitslag van de Arctische Oscillatie was sinds het begin van de reeks waarnemingen in 1900, zie figuur 3. Zo'n uitwijking komt statistisch gezien niet vaker dan eens in paar honderd jaar voor. Figuur 3. De waarde van de AO index gemiddeld over de winter (december - februari). Bron: Colorada Sate University, CPC/NCEP. Volgens de wet van Buys Ballot zorgt het luchtdrukpatroon van Figuur 2 er voor dat in Siberië de wind overwegend uit het noorden woei, bij ons in Noord-Europa uit het oosten en ten westen van Groenland uit het zuiden. Deze overheersende windrichtingen verklaren de temperatuurafwijkingen. Omdat de warmere en koudere gebieden in eerste instantie een gevolg waren van een herverdeling van warmte was het netto effect op de wereldgemiddelde temperatuur heel klein. Voor elk kouder gebied was er een gebied waar het warmer was. Het is tot nog toe niet mogelijk gebleken de Arctische Oscillatie of Noord-Atlantische Oscillatie verder dan een week of twee van tevoren te voorspellen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de voorspelbaarheid en trends in deze patronen, onder andere in relatie tot de stratosfeer en ozon, vulkaanuitbarstingen, de zeeijs- en sneeuwbedekking, de sterkte van de warme Golfstroom en het versterkte broeikaseffect. Veel, maar niet alle, klimaatmodellen laten evenals de waarnemingen een licht positieve trend zien. 3. Wereldgemiddelde temperatuur De wereldgemiddelde temperatuur is het afgelopen jaar weer sterk gestegen (zie figuren 4 en 5). Dit was een jaar geleden al voorspeld (zie onder “Verder lezen” het Kenniscentrumartikel “Stijging wereldgemiddelde temperatuur” van een jaar geleden). De opwarming van het afgelopen jaar is voornamelijk een gevolg van een ander klimaatfenomeen: El Niño. Dit is een periodieke opwarming van de oostelijke tropische Stille Oceaan, die om de 3 tot 7 jaar voorkomt (zie bv De Toestand van het Klimaat 1999, Hoofdstuk 3). Tijdens El Niño komt minder koud water naar het zeeoppervlak en koelt een zwakkere passaatwind de oceaan minder af, waardoor de wereldgemiddelde temperatuur toeneemt. De effecten zijn het sterkst 3 tot 6 maanden na El Niño, die meestal rond Kerstmis piekt. Het omgekeerde fenomeen wordt La Niña genoemd en zorgt voor een relatieve daling van de wereldgemiddelde temperatuur. De omslag van La Niña in de winters van 2008 en 2009 naar El Niño in de afgelopen winter heeft er voor gezorgd dat de wereldgemiddelde oppervlaktetemperatuur het laatste jaar sterk gestegen is. Samen met de langjarige trend die in verschillende meetreeksen duidelijk zichtbaar is heeft El Niño er voor gezorgd dat januari 2010 een van de hoogste wereldgemiddelde temperatuurmetingen ooit heeft opgeleverd. 2010 kan het warmste jaar in de metingen gaan worden door de combinatie van de trend in de wereldgemiddelde temperatuur en de middelsterke El Niño van 2009/2010. De uiteindelijke jaartemperatuur hangt echter van nog meer factoren af: andere klimaat- en weervariaties die de wereldgemiddelde temperatuur beïnvloeden of grote vulkaanuitbarstingen in de tropen. Projecties van toekomstig klimaat laten zien dat op de langere termijn de temperatuur echter nog steeds verder omhoog gaat door de toenemende concentratie van broeikasgassen. Figuur 4. De wereldgemiddelde temperatuurafwijking ten opzichte van 1961-1990 op verschillende manieren gemeten. NASA/GISS LOTI en HadCRUT3 geven een combinatie van zeewatertemperatuur boven water en luchttemperatuur op 2m hoogte boven land. De ERA heranalyse geeft overal de 2m temperatuur. Het MSU instrument op verschillende satellieten meet een gemiddelde temperatuur over de onderste 8km van de atmosfeer. Figuur 5. Als Figuur 4, maar maandgemiddeld t/m februari 2010. 4. Conclusies De koude in Nederland in de winter van 2010 was onderdeel van een groot patroon van kouder weer dan normaal in Europa, Siberië en de oostelijke helft van de Verenigde Staten enerzijds, en zachter weer Noordoost Canada, Groenland en het Midden-Oosten anderzijds. Dit patroon is het gevolg van een sterke uitwijking van de Arctische Oscillatie; een luchtdrukpatroon dat de overheersende windrichtingen op het Noordelijk Halfrond verstoort. De Arctische Oscillatie had de sterkste uitslag sinds het begin van de reeks in 1900. De Arctische Oscillatie brengt warme lucht naar normaal koude gebieden en koude lucht naar andere gebieden. Dit verandert echter weinig aan de wereldgemiddelde temperatuur. Deze wordt de laatste maanden vooral omhoog gedreven door een andere klimaatschommeling, El Niño. Samen met de langzame opwaartse trend gaf dit in januari 2010 hoge waarden van de wereldgemiddelde temperatuur. Met dank aan Rob Sluijter en Wilco Hazeleger. Eerste uitgave: 25-02-10