DOOR: STEPHEN LAWSON [vertaling: Jac. van Dongen] Linus Pauling en de opkomst van Orthomoleculaire Geneeskunde Deel 1: Orthomolecular Psychiatry in Science Het tijdschrift Science publiceerde in de editie van 19 april 1968 een onthullend artikel.1 De auteur was Linus Pauling en hij was voor de lezers van Science geen onbekende. Maar met dit artikel Orthomolecular Psychiatry luidde hij een geheel nieuwe richting in zijn denken in. Bovendien had dit verstrekkende gevolgen voor zijn onderzoek. L inus Pauling had wijdverbreide faam genoten als ’s werelds grootste chemicus en onvermoeibare voorvechter van de wereldvrede gedurende tientallen jaren. Maar zijn inzet op het gebied van voeding, in het bijzonder van micronutriënten en hun rol in het handhaven van mentale en fysieke gezondheid, trok opnieuw de aandacht en ondervond veel oppositie. Niet lang na de publicatie van zijn artikel verscheen een brief in Science (14 juni 1968) van de hand van de psychiater Donald Oken, verbonden aan de National Institutes of Health (NIH): ‘Het artikel Orthomolecular Psychiatry (19 april, pag. 265) is een prima illustratie van de valkuilen die zich voordoen wanneer een expert op een bepaald gebied een ander terrein betreedt. Met zijn kenmerkende brille beschrijft Linus Pauling een biochemisch mechanisme dat verantwoordelijk zou kunnen zijn voor bepaalde vormen van mentale aandoeningen (zoals ook voor veel andere soorten ziekten). Op het oog plausibel en hoe intrigerend en creatief het ook moge zijn, het mag niet verward worden met bewijs. Jammer genoeg voor Paulings stelling, maar er is geen adequate bewijsvoering voor zijn visie.’2 102 ORTHO 3-2008 Ortho0803-A1Pauling-H2.indd 102 Pauling antwoordt In antwoord op Oken merkte Pauling op dat hij gedurende twaalf jaar aan de moleculaire basis van mentale aandoeningen had gewerkt en dat zijn studies door de NIH, de Ford Foundation en donaties van particulieren werden ondersteund. Hiermee onderstrepend dat hij allerminst een nieuwkomer was op het terrein van de chemie van de hersenen. Inderdaad had hij de theorie al eerder in 1959 gepubliceerd aan de hand van de moleculaire mechanismen van narcosemiddelen, speciaal die van inerte gassen. En aan het eind van de jaren dertig was hij begonnen te werken aan biologische moleculen. Deze inspanningen bereikten een hoogtepunt in de ontdekking van de structuren van eiwitten, zoals de alfahelix en de bètasheet, ook als onderliggende oorzaak van sikkelcelanemie. Deze ziekte werd als eerste aangemerkt als een moleculaire ziekte. Dit maakte Pauling tot de belangrijkste grondlegger van de moleculaire biologie. Pauling merkte bovendien op dat in zijn visie psychiaters de plicht hadden om naast de standaardtherapieën ook de inzichten van de orthomoleculaire therapie toe te passen.3 www.ortho.nl 18-06-2008 11:27:59 Linus Pauling werkt zijn research notebooks 1968 Apr 19;160(825):265-71 bij. Rechts een pagina uit deze research notebooks met de MichaelisMenten-vergelijking. Deze vergelijking gebruikt hij in het Science-artikel om zijn orthomoleculaire concept te onderbouwen (oktober 1967; Special Collections, Oregon State University). Orthomolecular Psychiatry Linus Pauling Naast Galileo en da Vinci Oken had volkomen gelijk in zijn lof voor Paulings brille, maar sloeg de plank volledig mis waar het om Paulings genialiteit ging: het vermogen verschillende wetenschappelijke en medische terreinen te overzien en originele, boeiende denkbeelden te ontwikkelen in complexe vraagstukken. Pauling, als de enige persoon die twee ongedeelde Nobelprijzen op twee verschillende terreinen won, was één van de grootste vertegenwoordigers van de interdisciplinaire benadering in de geschiedenis. Hij was zijn tijd hiermee tientallen jaren vooruit. Nu wordt dit als onontkoombaar beschouwd. In het Millennium Essay, gepubliceerd in Nature in 2000, kenschetste Gautam Desiraju Pauling als ‘één van de grote visionaire denkers van het millennium’ en plaatste hem naast Galileo, da Vinci, Faraday, Newton en Einstein. Desiraju merkte op dat ‘Paulings vernuft en ontzagwekkende intuïtie zich uitstrekten tot op het www.ortho.nl Ortho0803-A1Pauling-H2.indd 103 gebied van de kwantummechanica, de kristallografie, de biologie, de geneeskunde en bovenal de structuurchemie.’ En dat de moderne chemie, niet zoals het geval is in de biologie en de natuurkunde, uiteindelijk afhankelijk is geweest van het werk van één enkele wetenschapper: Linus Pauling.4 Intuïtief en voor de handliggend Waar ging Paulings artikel Orthomolecular Psychiatry eigenlijk over en waarom genereerde het zoveel kritiek? Het was geschreven in een tijd dat Pauling hoogleraar was aan de chemische faculteit van de University of California in San Diego. Orthomolecular Psychiatry legde de theoretische basis voor de behandeling van cerebrale avitaminose door ‘de voorziening van de optimale moleculaire omgeving voor de hersenen, speciaal de optimale concentraties van stoffen die normaal in het menselijk lichaam aanwezig zijn.’ Enige tijd later ORTHO 3-2008 103 18-06-2008 11:28:02 Het hemoglobineeiwit, één van de eerste biomoleculen definieerde Pauling orthomoleculaire geneeskunde in brede zin als het behouden van een goede gezondheid en het behandelen van ziekten door ‘het variëren van de concentraties van stoffen in het menselijk lichaam welke normaliter aanwezig zijn in het lichaam en nodig zijn voor gezondheid’.5 Afgeleid van bewijsvoering uit de microbiële genetica en op basis van inzichten betreffende moleculaire reactiesnelheden, veronderstelde Pauling dat de mentale gesteldheid wordt beïnvloed door hoe de hersenen reageren op biochemische processen. Terwijl dit concept net zo intuïtief is en voor de hand lijkt te liggen als andere ontdekkingen van Pauling, zoals de concepten van de biologische specificiteit en van de moleculaire klok, was het zeer omstreden toen het voor het eerst geïntroduceerd werd. Veel voedingswetenschappers en psychiaters zoals Oken waren van mening dat Pauling zich ongeoorloofd op hun vakgebied begaf. Ze reageerden haast als door een wesp gestoken. Maar Paulings encyclopedische kennis en ontzagwekkende geheugen alsmede zijn persoonlijke charme kwamen hem goed van pas in debatten met zijn kritische opponenten tijdens de tientallen jaren die volgden. waaraan Linus Pauling onderzoek deed. In 1945 postuleerde hij dat een abnormaliteit in dit molecuul de oorzaak was van sikkelcelanemie. 104 Moleculaire geneeskunde In 1945 had Pauling de oorzaak gepostuleerd van sikkelcelanemie als een abnormaal hemoglobine-molecuul. Dit molecuul zou dan in zuurstofarm bloed met zichzelf reageren en daarbij lange strengen vormen. Dit zou de deformatie van rode bloedcellen tot gevolg heb- ORTHO 3-2008 Ortho0803-A1Pauling-H2.indd 104 ben met de karakteristieke sikkelvorm, zoals die zich bij de ziekte manifesteren. Vier jaar later publiceerde hij met collega’s een artikel in Science met de bewijsvoering voor deze hypothese. Hiermee werd het nieuwe tijdperk van de moleculaire geneeskunde ingeluid.6 In Orthomolecular Psychiatry greep Pauling terug op dit concept van moleculaire ziekte. Hij merkte op dat fenylketonurie (PKU) een moleculaire ziekte is waarin fenylalanine zich ophoopt in de weefsels van de getroffen kinderen door een genetisch defect in het enzym dat de omzetting van fenylalanine in tyrosine katalyseert. De eruit voortkomende pathologie omvat mentale afwijkingen en lichamelijke aandoeningen zoals ernstig eczeem. Maar door een fenylalanine-beperkte voeding kan de conditie verbeterd worden. Dit omschreef hij als een voorbeeld van orthomoleculaire geneeskunde. Het artikel in Science In Orthomolecular Psychiatry wees Pauling in het bijzonder op de mentale verschijnselen die optreden bij gebreksziekten als gevolg van een vitamine B-tekort. Hiermee ondersteunde hij zijn stelling dat deze vitaminen een cruciale rol spelen in mentale gezondheid. Hij legde uit hoe de evolutie de voorkeur kan geven aan het verliezen van bepaalde functies. Als voorbeeld noemde hij de aanmaak van vitamine C, een functie die bij de mens verloren ging omdat de natuur er voldoende van leverde. Zo is een mutant die een adequate, maar suboptimale hoeveelheid van een vitale stof aanmaakt, in staat het in evolutionair opzicht te winnen van het wildtype, wanneer er sprake is van een besparing van energie als gevolg van een dergelijke verminderde aanmaak. Deze bespaarde energie kan dan worden aangewend voor andere functies. Om deze stelling te onderbouwen, besprak Pauling het werk aan de schimmel Neurospora van zijn vrienden Beadle en Tatum. Zij toonden aan dat de groeisnelheid van een mutant, die door bestraling afhankelijk was gemaakt van pyridoxine (vitamine B6), toenam als het grote hoeveelheden pyridoxine via het kweekmedium kreeg toegediend. Deze toename in groeisnelheid was ten opzichte van de oorspronkelijke stam circa 7%. Overeenkomstige resultaten werden gevonden voor een p-aminobenzoëzuur-afhankelijke stam. Onder verwijzing naar het werk van Zamenhof en Eichhorn met de bacterie Bacillus subtilis werkte Pauling www.ortho.nl 18-06-2008 11:28:03 de waarnemingen uit, waarbij voedingsstofafhankelijke mutanten samen gekweekt werden met de oorspronkelijke stam in een medium dat de bewuste voedingsstof bevatte. De mutanten groeiden beter en overvleugelden de oorspronkelijke stam in aantallen. Dit eerder als gevolg van gendeletie dan van puntmutaties, aangezien de tussenliggende stappen, de synthese van mitochondriaal RNA inbegrepen, verloren waren gegaan. Enzymfuncties Pauling ging vervolgens dieper in op de afhankelijkheid van reactiesnelheden op de moleculaire concentraties. Hierin weerklinkt zijn interesse uit de jaren vijftig voor de potentiële rol van een afwijkende enzymfunctie bij mentale aandoeningen. Pauling had opgemerkt dat door enzymen gekatalyseerde reactiesnelheden verbonden zijn met de concentratie van de reactant, uitgaande van de veronderstelling dat er geen enzymremmers aanwezig zijn. De reactiesnelheid neemt af wanneer het enzym verzadigd raakt. Indien het enzym gebrekkig is, zoals het geval zou zijn bij personen met een afwijkende hersenfunctie, is de verzadigingsconcentratie hoger omdat het enzym minder affiniteit heeft voor het substraat. Echter: de reactiesnelheid kan genormaliseerd worden door de verhoging van de concentratie van het substraat. Dit verschaft de basis voor de suppletie van hooggedoseerde vitaminen om mentale aandoeningen met een biologische component te behandelen. Voortbouwend op dit concept besprak Bruce Ames in een artikel in de American Journal of Clinical Nutrition in 2002 het herstel van ongeveer 50 humane genetische ziekten veroorzaakt door gebrekkig functionerende enzymen met behulp van hoge doses B-vitaminen en andere micronutriënten.7 Schizofrenie Ter illustratie van zijn hypothese richtte Pauling zich op vitamine B12, vitamine B3 (niacine), vitamine C en glutaminezuur. Hij refereerde aan een Noorse studie waarin gevonden was dat vergeleken met de normale bevolking, in het bloed van ongeveer 15% van de in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen patiënten abnormaal lage concentraties vitamine B12 voorkwamen. Vervolgens gaf hij een overzicht van de succesvolle toepassing van niacine in het zuidwesten van de Verenigde Staten waardoor de psychose van duizenden pellagrapa- www.ortho.nl Ortho0803-A1Pauling-H2.indd 105 tiënten werd verbeterd. Onder verwijzing naar het werk van Sydenstricker en Clekley en het werk van Hoffer en Osmond bediscussieerde hij het gebruik van hoge doses niacine en in het geval van Hoffer en Osmond de combinatie van hoge doses niacine en vitamine C in de behandeling van schizofrenie zonder de bijwerkingen die gewoonlijk gezien worden bij de gangbare geneesmiddelen. Vitamine C-gebrek bij schizofreniepatiënten werd vaak gerapporteerd en is tevens verbonden met depressie bij patiënten met scheurbuik. Pauling vermeldde in het kort dat naar de schatting van Stone de optimale inname van vitamine C 3 tot 15 gram per dag bedraagt. Deze inname was gebaseerd op de vergelijking tussen soorten onderling alsmede op basis van andere argumenten. Een paar jaar later, in 1973, verscheen het eerste artikel van het pas opgerichte team van het Linus Pauling Institute of Science and Medicine, met als titel: Results of a loading test of ascorbic acid, niacinamide, and pyridoxine in schizophrenic subjects and controls. Hierin lieten ze zien dat vrijwel alle schizofreniepatiënten vergeleken, met controlepersonen, abnormaal lage hoeveelheden van de vitaminen, waarvan alle meer dan 1 gram was ingenomen, in de urine hadden.8 Pauling verklaarde dat verschillende onderzoekers in de jaren veertig gerapporteerd hadden dat hoge doses L-glutaminezuur gunstige effecten hadden bij personen met stuipen of mentale achterstand. De effectieve dosis bleek te liggen tussen de 10 tot 20 gram per dag, hoger dan de geschatte inname via de voeding van 5 tot 10 gram per dag. Tekorten in specifieke compartimenten In de vóórlaatste sectie van Orthomolecular Psychiatry, onder het kopje Localized Cerebral Deficiency Diseases, betoogde Pauling dat op basis van een simpel model van vloeistofdynamica in het lichaam berekeningen kunnen worden gemaakt die aantonen dat gelokaliseerde tekorten van onmisbare stoffen kunnen optreden in specifieke compartimenten. In zijn model worden dergelijke stoffen verbruikt met een snelheid die bij deze compartimenten horen, zoals in het bloed en de cerebrospinale vloeistof. Gegeven deze parameters zou de evenwichtsconcentratie van een onmisbare stof in de hersenen veel lager kunnen zijn dan in het bloed. In geval van schizofrenie kan de situatie verergerd worden door genen die van invloed zijn op de regulatie van de vitaminenstofwisseling of andere Dr. Bruce Ames van de University of California, Berkeley, bouwt voort op het orthomoleculaire concept. In 2002 stelt hij dat met behulp van hoge doses vitamines humane genetische ziekten als gevolg van gebrekkig functionerende enzymen kunnen worden hersteld. ORTHO 3-2008 105 18-06-2008 11:28:04 kritische functies zodat zeer hoge doses van bepaalde vitaminen nodig kunnen zijn om de cerebrale concentraties te normaliseren en zodoende de mentale functie te herstellen. De cover van de eerste druk van How to live longer and feel better. Aanvullingen op ‘Orthomolecular Psychiatry’ Pauling werkte het concept van de orthomoleculaire psychiatrie en de geneeskunde verder uit in een groot aantal publicaties van de tientallen jaren die volgden. In Some aspects of orthomolecular medicine, gepubliceerd in 1974, introduceerde hij nieuwe voorbeelden van orthomoleculaire geneeskunde, zoals de behandeling van suikerziekte met insuline-injecties, het gebruik van jodium om struma te voorkomen en methylmalonzuururie dat behandeld wordt met hoge doses vitamine B12 (1000 maal de normale hoeveelheden) om de omzetting van methylmalonzuur in barnsteenzuur te normaliseren.9 In How to Live Longer and Feel Better, dat twaalf jaar later verscheen, voegde hij nog een ander voorbeeld toe. De behandeling van galactosemie – een genetische ziekte door een tekort van een enzym dat galactose helpt omzetten in lactose – geschiedt door de patiënt een lactosevrij dieet voor te schrijven.10 Pauling benadrukte dat hij het bijvoeglijk naamwoord ‘orthomoleculair’ gebruikte om het idee van de juiste moleculen in de juiste concentraties tot uitdrukking te brengen. Dit in tegenstelling tot het gebruik van riskante medicijnen die in de conventionele allopathische geneeskunde worden toegepast. Pauling was de mening toegedaan dat de biologisch plausibele argumenten voor zich spraken en dat de beschikbare bewijsvoering deze ondersteunde. Uiteraard zoals zo vaak het geval is met revolutionaire ideeën werd Orthomolecular Psychiatry niet begroet met algemene bijval. Speciaal de American Psychiatric Association (APA) reageerde sceptisch en afwijzend. hij beschouwde als schijnargumentatie en drogredenen in het rapport. Hij bediscussieerde de hypothese dat een abnormale enzymfunctie mentale ziekten kan veroorzaken. Hij gaf een opsomming van succesvolle voorbeelden van orthomoleculaire behandeling met vitamines, waarvan sommige effectief de evenwichtsreactiesnelheid voor de vorming van een actief enzym uit het apoënzym en het coënzym verschuiven. Pauling verweet de auteurs van het APA-rapport de bewijsvoering voor vitamine C en pyridoxine te negeren. Hierbij kennelijk de eenvoudige biochemie ervan niet te begrijpen, het wezenskenmerk van vitamines inbegrepen en hoe een verzameling moleculen gemakkelijk dienst kan doen in verschillende functies. Ze behoeven niet noodzakelijkerwijs slechts bij één enkele reactie betrokken te zijn, zoals impliciet door de Task Force werd gesuggereerd. Hoe dan ook, opzettelijk vooroordeel of onbedoeld, het resulteerde volgens Pauling in ‘een soort van professionele inertie die vooruitgang in de weg staat’. Deel 2: De basis wordt gelegd – pag. 112 Deel 3: Het werk gaat door – pag. 126 1. Pauling L. Orthomolecular Psychiatry. Science 1968; 160:265-271 2. Oken D. Vitamin therapy: treatment for the mentally ill. Science 1968; 160:1181 3. Pauling L. Letter. Science 1968; 160:1181 4. Desiraju G. The all-chemist. Nature 2000; 408:407 5. Pauling L. Vitamin C and the Common Cold. San Francisco: W.H. Freeman 1970 6. Pauling L, Itano H, Singer S, et al. Sickle cell anemia, a molecular disease. Science 1949; 110:543-548 7. Ames B, Elson-Schwab I, and Silver E. High-dose vitamin therapy stimulates variant enzymes with decreased coenzyme binding affinity (increased Km): relevance to genetic disease and polymorphisms. Am J Clin Nutr 2002; 75:616-658 8. Pauling L, Robinson A, Oxley S, et al. Results of a loading test of (On)bedoeld onbegrip in de psychiatrie In het najaar van 1974 leverde Pauling een artikel aan bij de American Journal of Psychiatry getiteld: On the Orthomolecular Environment of the Mind: Orthomolecular Therapy. Het was een commentaar op het door de APA in 1973 gepubliceerde Task Force Report: Megavitamin and Orthomolecular Therapy in Psychiatry.11 Hij was duidelijk onthutst over de negatieve reacties op zijn ideeën en aangedragen bewijsvoering door de conventionele psychiatrie. Zijn kritiek richtte zich vooral op wat 106 ORTHO 3-2008 Ortho0803-A1Pauling-H2.indd 106 ascorbic acid, niacinamide, and pyridoxine in schizophrenic subjects and controls. In: Hawkins D and Pauling L, eds. Orthomolecular Psychiatry. San Francisco: W.H. Freeman 1973; 18-34 9. Pauling L. Some aspects of orthomolecular medicine. J Intern Acad Prev Med 1974; 1:1-30 10. Pauling L. How to Live Longer and Feel Better. New York: W.H. Freeman 1986 11. Pauling L. On the orthomolecular environment of the mind: orthomolecular theory. Am J Psychiatry 1974; 131:1251-1257 www.ortho.nl 18-06-2008 11:28:15