chemie - VVKSO - ICT

advertisement
CHEMIE
TWEEDE GRAAD TSO
Bio-esthetiek
Brood en banket
Creatie en mode
Industriële wetenschappen
Lichamelijke opvoeding en sport
Slagerij en vleeswaren
Topsport
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
VVKSO – BRUSSEL – D/2001/0279/021
September 2001
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs
Guimardstraat 1, 1040 Brussel
INHOUD
1
BEGINSITUATIE ..................................................................................................................................... 3
2
2.1
2.2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN ........................................................................................................... 3
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Kennis, vaardigheden en attitudes .......................................................................................................... 3
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN ................. 4
Uitbouw van het chemieonderwijs ........................................................................................................... 4
Belangstelling voor chemie ..................................................................................................................... 5
Toegepaste chemie ................................................................................................................................. 5
Realisatie van de algemene doelstellingen ............................................................................................. 5
Laboratoriumoefeningen ......................................................................................................................... 5
Voorstel tot urenverdeling ....................................................................................................................... 6
4
OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN ............................................................................................... 7
5
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN ............................. 8
Het structuurmodel van de materie ......................................................................................................... 8
Atoombouw en periodiek systeem ........................................................................................................ 10
De chemische binding ........................................................................................................................... 10
De chemische reactie ............................................................................................................................ 11
Enkelvoudige stoffen ............................................................................................................................. 13
Samengestelde anorganische stoffen (oxiden, zuren, hydroxiden en zouten) ..................................... 14
Kwantitatieve aspecten ......................................................................................................................... 16
6
EVALUATIE ........................................................................................................................................... 17
7
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN .................................................................................................. 18
Basisinfrastructuur................................................................................................................................. 18
Basismateriaal voor chemie .................................................................................................................. 18
Verwarmingselementen......................................................................................................................... 18
Materiaal voor het uitvoeren van metingen ........................................................................................... 18
Stoffen ................................................................................................................................................... 18
Visualiseren in de chemie ..................................................................................................................... 18
ICT-toepassingen .................................................................................................................................. 18
8
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
BIBLIOGRAFIE ..................................................................................................................................... 19
Leerboeken ........................................................................................................................................... 19
Naslagwerken........................................................................................................................................ 19
Tijdschriften - publicaties ....................................................................................................................... 19
Computertoepassingen ......................................................................................................................... 19
Audiovisueel .......................................................................................................................................... 20
9
9.1
9.2
9.3
LIJST VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE EINDTERMEN VOOR NATUURWE-TENSCHAPPEN .... 20
Onderzoekend leren .............................................................................................................................. 20
Wetenschap en samenleving ................................................................................................................ 21
Attitudes ................................................................................................................................................ 21
AV Chemie 2de graad tso
2
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
Bij de verwezenlijking van de doelstellingen kunnen in het vak AV Chemie de toepassingen vrij gekozen
worden. In het vak TV Toegepaste chemie zullen er ook toepassingen specifiek voor de studierichting
gegeven worden.
1
BEGINSITUATIE
Chemie is voor de leerlingen een totaal nieuw vak, er is geen specifieke voorkennis vereist. Enkele aspecten
van chemie kunnen in het kader van biologie en aanverwante vakken in de eerste graad aan bod gekomen
zijn.
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Bij de algemene doelstellingen wordt met een nummer verwezen naar de gemeenschappelijke eindtermen
voor wetenschappen waarvan de volledige lijst in een aparte rubriek wordt weergegeven.
2.1
Inleiding
Zoals andere natuurwetenschappen biedt chemie een kader aan om de fysische werkelijkheid te
interpreteren (door ordenen en verklaren) en om er handelend mee om te gaan. Dit kader bevat begrippen
en modellen, wetten en regels die toelaten om problemen in de fysische werkelijkheid te herkennen en te
formuleren en er oplossingen voor te zoeken. Op deze wijze is chemie ook in essentie een
probleemherkennende en -oplossende activiteit.
Chemie karakteriseert en classificeert stoffen op basis van samenstelling en eigenschappen. Ze beschrijft en
ordent de submicroscopische corpusculaire structuren waaruit stoffen zijn opgebouwd. Verschijnselen die op
macroscopische schaal plaatsvinden, worden dan verklaard op een submicro-scopisch corpusculair niveau.
Door het opbouwen van gestructureerde kennis in de chemie, het verwerven van inzicht in de bouw van de
materie en in het verloop van stofomzettingen, kunnen de leerlingen:





2.2
gepaste attitudes ontwikkelen in verband met onze leefwereld;
inzicht verwerven in de rol die chemie vervult in de samenleving en op een gefundeerde wijze
hierover een oordeel vellen;
de gunstige invloed die chemie heeft op onze welvaart erkennen;
verworven kennis kunnen toepassen;
probleemoplossend en toepassingsgericht denken en handelen.
Kennis, vaardigheden en attitudes
Het chemieonderwijs moet de leerlingen in staat stellen om zich een objectief beeld van de chemie te
vormen. De leerlingen moeten tot het besef komen dat chemie niet wereldvreemd maar betrokken is op de
eigen leefwereld en dat chemie in feite overal is. Hiervoor moeten ze de link kunnen leggen tussen enerzijds
waarnemingen en experimenten in een klassituatie en anderzijds situaties uit de leefwereld. (5)
Zo wordt hun belangstelling voor chemie gewekt en onderhouden.
De leerlingen worden geleidelijk aan meer vertrouwd met de wetenschappelijke methode. Ze leren het
experiment zien als een onderdeel van deze methode om van daaruit:



vanuit een eigen hypothese waar te nemen; (6)
factoren die hierbij een invloed kunnen uitoefenen in te schatten; (3)
algemene wetten te formuleren en vooropgestelde theorieën te toetsen. (4)
Voor het verwerven van informatie en het verwerken van gegevens kunnen de leerlingen ook gebruikmaken
van computertoepassingen. (9)
AV Chemie 2de graad tso
3
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
Een deeltjesmodel van de materie wordt volgens de wetenschappelijke methode opgebouwd, historisch
gesitueerd en aan de hand van het periodiek systeem der elementen verder verfijnd. (13) De leerlingen
komen tot het besef dat natuurwetenschappen tot cultuur behoren doordat opvattingen in verband met het
deeltjesmodel van de materie overgedragen worden. (18)
Van het opgebouwde deeltjesmodel zullen de leerlingen gebruikmaken om:



chemische en fysische processen voor te stellen en te verduidelijken; (10)
een eigen hypothese te formuleren en te staven; (2)
stoffen te karakteriseren en te classificeren. (12)
In de loop van de tweede graad worden de leerlingen vertrouwd met de ordening in het periodiek systeem
der elementen en met het gebruik ervan. (1, 12)
Chemische processen kunnen milieuproblemen met sociale en ecologische gevolgen veroorzaken. Ook is er
het probleem van de vermindering van onze grondstoffenvoorraad. Oplossingen voor dergelijke problemen,
waarbij economische belangen niet uit te sluiten zijn, vereisen een aangepaste technologie die weer invloed
heeft op onze leefomstandigheden. Aan de hand van een voorbeeld moeten de leerlingen dit kunnen
illustreren. (14, 15, 16, 17) De leerlingen moeten voldoende basiskennis verwerven om geconfronteerd met
dergelijke problemen een gefundeerd standpunt, ook op ethisch vlak, te argumenteren. (19) Hieruit moet het
belang van het chemieonderwijs voor de algemene vorming blijken. Heel wat beroepen vereisen
daarenboven een meer specifieke kennis van chemie. De leerlingen moeten met enkele voorbeelden het
belang van chemie in het beroepsleven kunnen illustreren. (20)
Door het uitvoeren van laboratoriumoefeningen en door sterk betrokken te zijn bij de demonstratieproeven
verwerven de leerlingen bepaalde vaardigheden waardoor ze in staat zijn om:
 verschijnselen nauwkeurig en methodisch waar te nemen;
 gegevens verkregen door het uitvoeren van experimenten te verwoorden, te verwerken, gepaste
conclusies te trekken en hierover verslag uit te brengen; (7, 8)
 elementaire laboratoriumtechnieken te beheersen; (11)
 verworven natuurwetenschappelijke kennis verantwoord toe te passen. (21)
Bepaalde attitudes worden nagestreefd zodat de leerlingen ingesteld zijn om:
 aandacht te hebben voor de eigen gezondheid en deze van anderen; (*32)
 resultaten objectief en kritisch voor te stellen en de eigen conclusies te verantwoorden; (*24,
*27,*28)
 zich correct in een wetenschappelijke taal uit te drukken; (*29)
 experimenten op een verantwoorde wijze uit te voeren; (*30, *31)
 feiten te onderscheiden van meningen en vermoedens; (*26)
 een eigen mening te formuleren; (*22)
 met anderen samen te werken en rekening te houden met de mening van anderen. (*23, *25)
3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE
MIDDELEN
3.1
Uitbouw van het chemieonderwijs
De uitbouw van het chemieonderwijs vereist een bijzondere aandacht voor het tonen van de expliciete
samenhang tussen de diverse onderdelen van chemie als wetenschap namelijk:
 beschrijving en ordening van submicroscopische corpusculaire structuren waaruit stoffen zijn
opgebouwd;
 classificeren en karakteriseren van stoffen op basis van hun samenstelling en eigenschappen;
 ordenen en beschrijven van stofveranderingen en interacties tussen stoffen op corpusculair niveau
met de bijbehorende energetische aspecten.
Het chemieonderwijs moet ook aandacht vragen voor chemie als maatschappelijk proces waarbij ook
historische en ethische aspecten een rol spelen. Met het oog op een evenwichtige vorming is het van belang
leerinhouden uit te bouwen met aandacht voor technische en toepassingsgerichte aspecten van chemie.
AV Chemie 2de graad tso
4
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
3.2
Belangstelling voor chemie
De didactische aanpak moet in de eerste plaats het wekken en onderhouden van de belangstelling voor
chemie beogen. Men dient de zelfwerkzaamheid van de leerlingen te stimuleren en hen de toepasbaarheid
van het geleerde laten ervaren.
Omdat de leerlingen van het eerste leerjaar van de tweede graad voor het eerst kennismaken met chemie
als vak is het van zeer groot belang dat hun interesse hiervoor gewekt wordt en dat een stevige basiskennis
verworven wordt met het oog op de derde graad. De leraar chemie zou in staat moeten zijn om het eerder
negatief beeld in verband met chemie dat bij sommigen leeft om te buigen.
Door met vele visuele voorstellingen en experimenten (met herkenbare reagentia) de leerstof contextgericht
aan te brengen en te illustreren zullen de leerlingen merken dat chemische reacties niet alleen in laboratoria
uitgevoerd worden, maar dat chemie overal is. Een enthousiaste leraar zal de leerlingen er toe aanzetten
vragen te stellen over het hoe en het waarom.
Volgende voorbeelden kunnen hiervoor in aanmerking komen:
 het groen worden van koper in de buitenlucht;
 het roesten van ijzer;
 het zwart worden van gevels in stedelijk gebied;
 maag- en darmoprispingen;
 zure regen;
 bruisende dranken.
Een constante interactie tussen leraar en leerlingen zal ongetwijfeld de belangstelling voor chemi-sche
processen bij de leerlingen opwekken.
3.3
Toegepaste chemie
Bij het bespreken van stoffen en het geven van toepassingen zal men wanneer het zinvol is (dit betekent
aansluitend bij de leerplandoelstellingen) voorbeelden geven van stoffen die de leerlingen gebruiken in
andere vakken (TV en/of PV). Hiervoor is er contact nodig met de leraars van deze vakken.
Voor het vak AV Chemie kunnen de toepassingen (algemene en specifieke naargelang de studierichting) vrij
gekozen worden. Voor het vak TV Toegepaste chemie dienen er ook toepassingen (cursief gedrukt)
specifiek voor de studierichting gekozen te worden. In de pedagogisch-didactische wenken staan er
voorbeelden waaruit de leraar een keuze kan maken en/of nog andere toepassingen kan toevoegen. Het
weergeven van toepassingen mag niet leiden tot onnodig geheugenwerk bij de leerlingen.
3.4
Realisatie van de algemene doelstellingen
Om de gestelde doelstellingen te bereiken is het noodzakelijk dat de chemielessen in een degelijk
aangepast lokaal gegeven worden. Voor het visualiseren van het verloop van chemische reacties zal men
stereomodellen gebruiken aan te vullen met computersimulaties, transparanten, dia's en dergelijke.
De leerlingen worden actief betrokken bij demonstratieproeven en er worden per leerjaar drie
leerlingenproeven naar keuze verplicht gesteld.
De leerlingen maken gebruik van geschikte computertoepassingen om gegevens op te zoeken en om
resultaten te verwerken. Hiervoor dient men zich te organiseren in functie van het aantal beschikbare
computers. Wanneer dit aantal beperkt is kan men per computer twee leerlingen aan het werk zetten terwijl
de overige leerlingen een andere opdracht uitvoeren.
3.5
Laboratoriumoefeningen
Door het concretiseren van de leerstof zullen de leerlingen:
 meer gemotiveerd worden;
 een stoffenkennis bezitten;
 vaardig worden in de omgang met stoffen;
 een gepaste attitude voor het verantwoord omgaan met stoffen verwerven.
AV Chemie 2de graad tso
5
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
De laboratoriumoefeningen kunnen verband houden met:
 scheidingstechnieken (naar keuze);
 de chemische reactie;
 gedrag van stoffen in water;
 verbindingsklassen.
Van elke laboratoriumoefening wordt er door de leerlingen een verslag gemaakt. Het verslag bestaat uit het
invullen van een instructieblad waarin de leraar volgende rubrieken aangeeft:
 de doelstellingen van het practicum;
 benodigdheden;
 R- en S-zinnen en gevarensymbolen van de te gebruiken stoffen;
 opdrachten, werkwijze/proefopstelling;
 denkvragen.
Het instructieblad moet op voorhand door de leerlingen bestudeerd worden. Van elke te gebruiken stof
zoeken de leerlingen op voorhand de betekenis van de R- en de S-zinnen en van de gevarensymbolen op.
Tijdens het practicum houden ze hiermee rekening. Alvorens met de uitvoering te beginnen moeten de
leerlingen nagaan of alle benodigdheden aanwezig zijn.
De taak van de leerling bij het maken van het verslag bestaat uit het invullen van volgende rubrieken:
 theoretische beschouwingen;
 de betekenis van de R- en S-zinnen en van de gevarensymbolen;
 waarnemingen en resultaten;
 besluit;
 antwoorden op via het instructieblad gestelde denkvragen.
Het afwerken van het verslag kan gerust als huistaak opgegeven worden. Afvalstoffen worden onder toezicht
van de leraar door de leerlingen gesorteerd en verder opgeslagen. Voor het omgaan met stoffen houdt de
leraar steeds rekening met gegevens op etiketten en worden chemiekaarten geraadpleegd. Bij de keuze van
chemicaliën voor demonstratie- en leerlingenproeven houdt men rekening met aanbevelingen in de brochure
'Chemicaliën op school' (zie bibliografie).
3.6
Voorstel tot urenverdeling
Om de leraar behulpzaam te zijn bij het opstellen van de jaarplanning wordt volgende urenverdeling
voorgesteld op basis van 25 lesuren per leerjaar.
Eerste leerjaar
Aantal lesuren
1
Structuurmodel van de materie
7
2
Atoombouw en periodiek systeem
4
3
De chemische binding
6
4
De chemische reactie
5
Laboratoriumoefeningen
3
Tweede leerjaar
5
Enkelvoudige stoffen
3
6
Samengestelde anorganische stoffen
11
7
Kwantitatieve aspecten in chemie
8
Laboratoriumoefeningen
3
AV Chemie 2de graad tso
6
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
De laboratoriumoefeningen worden zoveel mogelijk gespreid over het schooljaar. De volgorde van de te
behandelen onderwerpen, zoals hoger weergegeven, is niet bindend. In studierichtingen zoals 'Industriële
wetenschappen' is het aan te raden om in het tweede leerjaar te beginnen met punt 'Kwantitatieve aspecten
in chemie' en dit in de volgende leerstofpunten verder toe te passen en uit te diepen. Al naargelang de
klasgroep kan dit voor andere studierichtingen ook.
4
OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN
EERSTE LEERJAAR
1
2
3
4
Het structuurmodel van de materie
–
De materie als mengsel van zuivere stoffen
–
Soorten mengsels en scheidingstechnieken
–
Enkelvoudige en samengestelde stoffen
–
De materie als een verzameling van deeltjes
Atoombouw en periodiek systeem
–
Samenstelling van het atoom
–
Element en chemisch symbool
–
Inleiding tot het atoommodel van Bohr
–
Het periodiek systeem der elementen
De chemische binding
–
De stabiliteit van de edelgasatomen
–
Bindingstypes: ionbinding, covalente binding en metaalbinding
–
Het oxidatiegetal
De chemische reactie
–
Het begrip chemische reactie
–
Behoud van atoomsoort (element)
–
Wet van massabehoud (Lavoisier)
–
Symbolische schrijfwijze van eenvoudige chemische reacties
–
Energie-effecten bij chemische reacties
TWEEDE LEERJAAR
5
Enkelvoudige stoffen
–
Normaal voorkomen, eigenschappen en toepassingen
–
Symbolische schrijfwijze
–
Benaming
AV Chemie 2de graad tso
7
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
6
Samengestelde anorganische stoffen
–
Indeling en naamvorming
º
º
º
º
º
–
Eigenschappen
º
º
º
º
º
º
7
Criterium voor de indeling
Oxiden
Zuren
Hydroxiden (basen)
Zouten
Normaal voorkomen
Gedrag van deze stoffen in water
Kennismaking met de pH-schaal
Belang van de pH
Interactie tussen deeltjes bij een chemische reactie
Toepassingen
Kwantitatieve aspecten in chemie
5
–
Stofhoeveelheid
–
Molaire concentratie
–
Massa- en volumefractie
–
Eenvoudige stechiometrische berekeningen (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN
(U) staat voor uitbreiding
EERSTE LEERJAAR
Minstens drie leerlingenpractica naar keuze
5.1
Het structuurmodel van de materie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
Een onderscheid maken tussen voorwerp- en
stofeigenschappen
Materie
2
De begrippen 'homogene mengsels' en 'heterogene
mengsels' omschrijven en in duidelijke gevallen herkennen
Soorten mengsels
3
Verwoorden dat zuivere stoffen welbepaalde fysische
karakteristieken bezitten
Zuivere stoffen
4
Verduidelijken dat zuivere stoffen bekomen worden door
toepassing van scheidingstechnieken op mengsels
Scheidingstechnieken
5
Samengestelde en enkelvoudige stoffen van elkaar
onderscheiden op grond van het al dan niet afbreekbaar
zijn tot andere stoffen (met andere stofeigenschappen)
Enkelvoudige en samengestelde
stoffen
6
Een deeltjesmodel hanteren om zich de bouw van de
materie voor te stellen
Deeltjesmodel
7
Aan de hand van een deeltjesmodel enkelvoudige en
samengestelde stoffen van elkaar onderscheiden
AV Chemie 2de graad tso
8
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
Enkele voorbeelden van gebruiksvoorwerpen uit de leefwereld en ook uit het laboratorium
worden gegeven.
2
Bij de studie van de soorten mengsels worden er voorbeelden gegeven uit de leefwereld zoals
zeezand, zand in water, olie in azijn, hout, verf, leidingwater, gedemineraliseerd water,
spuitwater, alcoholische dranken, metaallegeringen, melk, lucht, tandpasta, margarine,
mayonaise, huidcrèmes en dergelijke.
3
Meetbare fysische karakteristieken van stoffen en stofeigenschappen (massadichtheid,
kookpunt, smeltpunt, oplosbaarheid in water) kunnen nagegaan worden.
4
Voorbeelden van scheidingstechnieken waaruit een keuze kan gemaakt worden zijn: distillatie,
kristallisatie, decantatie, filtratie, extractie, chromatografie, centrifugatie, adsorptie.
Hiervoor gebruikt men bij voorkeur voorbeelden in relatie met de leefwereld zoals het zetten van
koffie, destillatie en filtratie van wijn, afromen van melk, winning van suiker uit suikerbiet,
raffinage van aardolie en het scheiden van een mengsel bestaande uit suiker en natriumchloride
(keukenzout) op basis het verschil in oplosbaarheid in verschillende oplosmiddelen.
De leerlingen maken een schematisch overzicht van de soorten mengsels met hun
scheidingstechnieken. Ze kunnen een scheidingsstrategie opstellen voor mengsels met
meerdere componenten, bijvoorbeeld afvalwater, tandpasta (oplossen in water).
De productie van drinkwater en het zuiveren van afvalwater kunnen als toepassing aan bod
komen.
5
Men doet de leerlingen inzien dat:
 een zuivere stof gekenmerkt wordt door welbepaalde fysische constanten;
 elke scheidingstechniek steunt op een verschil in een bepaalde stofconstante van de
componenten van het te scheiden mengsel;
 de behandelde scheidingstechnieken steunen op fysische processen omdat de stoffen
dezelfde blijven;
 wanneer er stoffen omgezet worden er een chemisch proces plaatsvindt;
 door een chemisch proces een samengestelde stof kan ontbonden worden waarbij
andere stoffen gevormd worden;
 wanneer een stof niet kan ontbonden worden in andere deze dan enkelvoudig is.
6
Op basis van een deeltjesmodel kan men de leerlingen dan het onderscheid laten formuleren en
verklaren tussen:
 een zuivere stof en een mengsel;
 een heterogeen en een homogeen mengsel;
 een enkelvoudige en een samengestelde stof.
Dit wordt dan aan de realiteit getoetst.
Molecule en atoom mogen nooit gedefinieerd worden als het kleinste deeltje van een stof dat nog de
eigenschappen van die stof bezit. Een molecule wordt wel gedefinieerd als een groepering van atomen die
alleen in de gasfase zelfstandig kan bestaan.
AV Chemie 2de graad tso
9
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
5.2
Atoombouw en periodiek systeem
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8
Een atoom beschrijven als samengesteld uit protonen, Samenstelling van het atoom
neutronen en elektronen en hun 'plaats binnen het atoom Inleiding tot het atoommodel van
omschrijven.
Bohr
9
Een element omschrijven als een atoomsoort bepaald door Element en chemisch symbool
het aantal protonen per atoom zoals weergegeven door het
atoomnummer en voorgesteld door een eigen chemisch
symbool.
10
Het periodiek systeem der elementen beschrijven als een Periodiek systeem der elementen
ordening volgens bepaalde criteria.
(PSE)
11
De periodiciteit weergeven voor de elementen van de Periodiciteit
hoofdgroepen in het PSE.
12
De begrippen periode en groep in het PSE hanteren.
Hanteren van het PSE
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
8
Een historisch overzicht van de evolutie van het atoommodel van Dalton tot het atoommodel
van Bohr wordt gegeven. De atoommodellen van Dalton, Rutherford en Bohr zullen dan zeker
besproken worden.
9
Er wordt duidelijk gesteld dat een element een atoomsoort is.
Het periodiek systeem der elementen wordt beschreven als een ordening om inzicht te krijgen in
de opbouw en de eigenschappen van de materie.
De inbreng van Mendeljev bij het totstandkomen van het PSE wordt met de ontdekking van
elementen in zijn historisch kader benaderd.
10
Verder zal men niet spreken over de tabel van Mendeljev maar over het periodiek systeem der
elementen.
11
De periodiciteit in het periodiek systeem wordt weergegeven op basis van elektronenconfiguratie en op basis van stofeigenschappen. Enkel de hoofdenergieniveaus moeten
weergegeven worden.
12
In de loop van de tweede graad dient men de leerlingen steeds meer vertrouwd te maken met
het gebruik van het PSE. Het is aan te bevelen dat de vakwerkgroep een tabel kiest die ook in
de derde graad zal gebruikt worden.
5.3
De chemische binding
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
13
De elektronenconfiguratie van de edelgasatomen in Stabiliteit van edelgasatomen
verband brengen met hun stabiliteit.
14
Aan de hand van eenvoudige voorbeelden het ontstaan Bindingstypes:
van drie bindingstypes illustreren als een streven naar de - ionbinding
edelgasconfiguratie.
- covalente binding
- metaalbinding
15
Het begrip oxidatiegetal omschrijven.
AV Chemie 2de graad tso
Oxidatiegetal
10
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
13
De elektronenconfiguraties van de edelgasatomen worden vergeleken met elkaar en met
atomen van andere elementen, men wijst op het verband met hun stabiliteit.
De bindingstypes worden met eenvoudige voorbeelden geïllustreerd. Het volstaat dat de
leerlingen het principe kennen. Dit betekent dat de leerlingen moeten weten dat er drie
bindingstypes bestaan en wat het principe van elk bindingstype is.
14
Hierbij leert men de leerlingen eenvoudige chemische formules te interpreteren.
Het verband met het verschil in elektronegatieve waarde (EN-waarde) en met het metaal- en
niet-metaalkarakter wordt hier gelegd. Er wordt benadrukt dat de EN-waarde slechts een
relatieve betekenis heeft.
15
Het oxidatiegetal wordt omschreven als een berekende ladingstoestand.
De opbouw van de materie wordt beschreven aan de hand van een deeltjesmodel waarvan de deeltjes
bestaan uit atomen, moleculen en ionen die elk op hun beurt samengesteld zijn.
5.4
De chemische reactie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
16
Verwoorden dat chemische reacties processen zijn waarbij Begrip 'chemische reactie'
andere stoffen gevormd worden en die gepaard gaan met
energieomzettingen.
17
Een chemische reactie voorstellen als een herschikking Herschikking van atomen
van atomen.
18
De wet van massabehoud verwoorden en verduidelijken Wet van massabehoud
als een logisch gevolg van een herschikking van atomen.
19
De symbolische schrijfwijze van een eenvoudige Reactievergelijking interpreteren
chemische reactie interpreteren als een herschikking van
atomen.
20
Eenvoudige reactievergelijkingen voor reacties tussen Reactievergelijking opstellen
enkelvoudige stoffen opstellen.
21
Het onderscheid tussen exo- en endo-energetische Energie-effecten
reacties aan de hand van voorbeelden illustreren.
AV Chemie 2de graad tso
11
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De vorming van andere stoffen bij chemische processen kwam reeds aan bod in het punt 'Het
structuurmodel van de materie'.
16
Enkele voorbeelden zoals verbranding en roestvorming kunnen aangehaald worden.
17
De chemische reactie wordt dan voorgesteld als een proces waarbij de structuur en de
samenstelling van stoffen veranderen door een herschikking van atomen waardoor de aard van
de stof ook gewijzigd wordt.
18
Vervolgens wordt de wet van Lavoisier experimenteel vastgesteld voor een gesloten systeem,
waarna men de schijnbare massaverandering nagaat en verklaart in een reactie met
gasvorming in een open systeem. De wet van massabehoud (Lavoisier) wordt als een mijlpaal
in de ontwikkeling van de chemie voorgesteld en in zijn tijdkader geplaatst.
19
Enkele eenvoudige reacties worden symbolisch weergegeven en aan de hand van modellen
voorgesteld.
20
Het onderscheid tussen de index in de formule van een verbinding en de coëfficiënt (voorgetal)
in een reactievergelijking moet duidelijk ingezien worden.
21
Als voorbeeld van exotherme reactie kan de verbranding behandeld worden.
Hierbij wordt gesteld dat chemische processen tussenschakels in een reeks energieomzettingen kunnen vormen. De energie-effecten worden niet beperkt tot exo- en endotherme
reacties, er worden ook voorbeelden gegeven van elektrolyse, fotolyse en pyrolyse.
Vervolgens wordt er gewezen op de vermindering van de grondstoffenvoorraad (fossiele brandstof-fen) en
de milieuproblemen die zich kunnen stellen bij hun verbranding. De gepaste technologieën om deze
problemen aan te pakken kunnen besproken worden.
AV Chemie 2de graad tso
12
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
TWEEDE LEERJAAR
Minstens drie leerlingenpractica naar keuze
5.5
Enkelvoudige stoffen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
22
De symbolische schrijfwijze van een enkelvoudige stof Symbolische schrijfwijze
interpreteren.
23
Van een enkelvoudige stof een juiste benaming geven.
24
Enkele eigenschappen en enkele belangrijke toepassingen Eigenschappen
verwoorden
Toepassingen
25
Tabellen met R- en S-zinnen gebruiken en de betekenis R- en S-zinnen
van de gevarensymbolen weergeven.
Gevarensymbolen
Benaming
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
22
Voor de symbolische voorstelling steunt men op wat reeds behandeld werd in het eerste leerjaar
bij de studie van de chemische binding en van de chemische reactie.
23
Het onderscheid tussen een enkelvoudige stof en een element dient benadrukt te worden. Bij
heel wat enkelvoudige stoffen komt de naam overeen met de naam van het element, het is aan
te raden dit steeds duidelijk aan te geven. Ook moet het onderscheid tussen een element in een
enkelvoudige en in een samengestelde stof duidelijk geaccentueerd worden, bijvoorbeeld
wanneer men spreekt over het loodgehalte in benzine of het ijzergehalte in het bloed.
24
Het normaal voorkomen van enkelvoudige stoffen bestaande uit halogeenatomen kan met
elkaar vergeleken worden.
25
Bij de studie van eigenschappen laat men de leerlingen de betekenis van R- en S-zinnen
opzoeken en via wandkaarten of transparanten wordt hen de betekenis van de
gevarensymbolen bijgebracht. De betekenis van deze symbolen moet door de leerlingen
gekend zijn.
Bij het bespreken van de eigenschappen wordt er op de veiligheidsaspecten gewezen.
Eigenschappen kunnen door gebruik te maken van geschikte informaticatoepassingen worden opgezocht.
De problemen van de atmosferische en de stratosferische ozon kunnen besproken worden met de mogelijke
oplossingen.
Enkele toepassingen kunnen bij de bespreking van de eigenschappen van de enkelvoudige stoffen vermeld
worden al naargelang de eigenheid van de studierichting, zoals bijvoorbeeld:
 het onderscheid tussen grafiet en diamant op basis van atoomgroeperingen, alsook de bucky ball;
 het gebruik van grafiet in potlood met het belang van de verhouding grafiet - kleiaarde;
 roet en zwartsel voor de bereiding van verf en drukinkt;
 het gebruik in lettermetaal van tin, lood en antimoon (om slijtage tegen te gaan);
 lampen (gloeilamp, TL-lamp, halogeenlamp, natriumlamp, spaarlamp);
 en andere.
Bijkomende toepassingen van enkelvoudige stoffen kunnen weergevonden worden in de tabel 'Periodiek
systeem van de elementen met toepassingen van chemische stoffen' uitgegeven door SIREV (zie
bibliografie).
AV Chemie 2de graad tso
13
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
5.6
Samengestelde anorganische stoffen (oxiden, zuren, hydroxiden en zouten)
5.6.1
Indeling en naamvorming
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
26
Het criterium ter indeling van samengestelde anorgani- Criterium en indeling
sche stoffen verwoorden.
27
Oxiden, zuren, hydroxiden en zouten definiëren op basis Definitie en samenstelling
van hun samenstelling.
28
Een principe
toepassen.
van
de
naamvorming
weergeven
en Naamvorming
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
26
Aan de hand van schema's kan een ordening voor de indeling van de samengestelde stoffen
gemaakt worden met een verwijzing naar de regels voor de naamvorming.
27
Ter verduidelijking volgen regels die toegepast worden bij de naamvorming.
28
De leraar mag zelf een keuze maken in de voorgestelde regels in verband met de naamvorming
van anorganische samengestelde verbindingen.
Voor de zuren worden de vereenvoudigde systematische namen gebruikt waarbij het aantal H door een
telwoord mag worden aangeduid.
Voor sommige zuren bestaan er nog veel triviale namen die men best ook geeft zoals:
H2S :
diwaterstofsulfide of waterstofsulfide
HCl :
waterstofchloride (met zoutzuur als een triviale benaming voor de oplossing)
H2SO4 : diwaterstofsulfaat of waterstofsulfaat (met zwavelzuur als triviale naam)
HNO2 :
waterstofnitriet (met salpeterigzuur als triviale naam)
H3PO4 : triwaterstoffosfaat of waterstoffosfaat
Voor de naamvorming van oxiden, hydroxiden en zouten moeten we rekening houden met het feit dat de
verhouding van het aantal atomen en (of) atoomgroepen in de neutrale verbinding al dan niet door het vaste
bindingsvermogen of door het vaste oxidatiegetal van de partners vastligt.
Indien het positief gedeelte van de formule slechts één oxidatiegetal (OG) heeft dan moeten we deze
natuurlijk niet vermelden en mogen de namen van de bindingspartners (positief en negatief gedeelte)
voorafgegaan worden door Griekse numerieke voorvoegsels.
Wanneer het positief gedeelte van de formule meer dan één OG (oxidatiegetal) heeft dan zijn er voor de
verbinding twee mogelijkheden voor wat de naamvorming betreft namelijk:
 een systematische naamgeving met verplichte Griekse numerieke voorvoegsels om het aantal weer
te geven;
 een stocknotatie, hierbij wordt het OG (oxidatiegetal) van het metaal of van het niet-metaal tussen
haakjes achter de naam van het betreffende element geschreven en gevolgd door de naam van het
niet-metaal of van het anion (het oxidatiegetal wordt steeds door een Romeins cijfer voorgesteld).
We illusteren dit met enkele voorbeelden:
Al2O3 :
dialuminiumtrioxide of aluminiumoxide
N2O5 :
distikstofpentaoxide of stikstof(V)oxide
Cr2(SO4)3 : dichroomtrisulfaat of chroom(III)sulfaat
Men zal voor de naamvorming voorbeelden geven van stoffen die met de leerlingen in de loop van het jaar
zullen besproken worden.
AV Chemie 2de graad tso
14
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
5.6.2
Eigenschappen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
29
Het normaal voorkomen (aggregatietoestand) in verband Normaal voorkomen
brengen met het bindingstype.
30
Het begrip elektrolyt omschrijven.
31
Het verschil in geleidbaarheid van een elektrolyt en zijn Gedrag in water
oplossing (in water) verduidelijken.
- Geleidbaarheid
32
De ionisatie- en dissociatievergelijkingen voor elektrolyten in water interpreteren.
33
De pH-schaal weergeven en de pH-waarde van een Kennismaking met de pH-schaal
oplossing interpreteren.
34
Het belang van de pH-waarde illustreren.
Belang van de pH-waarde
35
Een chemische reactie door interactie tussen deeltjes
(moleculen, ionen, atomen) toelichten.
Interactie tussen deeltjes bij een
chemische reactie
36
Enkele belangrijke toepassingen verwoorden en toelichten. Toepassingen
Elektrolyt
symbolische voorstelling
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
29
Voor wat het bindingstype betreft steunt men op het principe ervan dat gezien werd in het eerste
leerjaar van de tweede graad. Men kan stellen dat ionenverbindingen (ionenrooster) normaal in
een vaste toestand voorkomen en covalente verbindingen normaal in een vaste, vloeibare en
gasvormige toestand kunnen voorkomen. De leerlingen moeten zelf geen ionen- en covalente
verbindingen onderscheiden op basis van hun formule.
30
Een elektrolyt omschrijven als een samengestelde stof die in water vrije gehydrateerde ionen
geeft.
31
De geleidbaarheid van enkele oplossingen kan nagegaan worden, bijvoorbeeld van
natriumchloride in water, azijn en eventueel andere dagelijkse producten. Zo zal men de
geleidbaarheid van een natriumchloride-oplossing vergelijken met deze van de componenten
namelijk natriumchloride en water.
32
De leerlingen moeten enkel gegeven dissociatievergelijkingen en ionisatievergelijkingen kunnen
interpreteren. Het onderscheid tussen ionogene en ionofore stoffen kan hier gemaakt worden.
33
De pH moet niet gedefinieerd worden, de pH-schaal met de interpretatie ervan moet besproken
worden. De pH wordt gemeten voor enkele dagelijkse producten zoals bijvoorbeeld azijn,
frisdrank, zeepoplossing, shampoo, bleekwater.
34
Het belang van de pH in de natuur kan met één van volgende voorbeelden besproken worden
zoals zure regen, de zuurtegraad van de bodem, erosie en sedimentatie. Hierbij kan ter
illustratie het belang van de pH in drinkwater, frisdranken, aquaria, geneesmiddelen en in het
bloed vermeld worden.
35
Er kunnen voorbeelden gegeven worden van
 reacties zonder verandering van oxidatiegetal zoals:
o een neutralisatiereactie,
o reacties met gasvorming,
o reacties met neerslagvorming;
 reacties met verandering van oxidatiegetal zoals analyse, synthese en substitutie.
36
Enkele milieuproblemen met betrekking tot samengestelde anorganische stoffen kunnen hier
besproken worden met hun mogelijke oplossing zoals het broeikaseffect, zure regen en
dergelijke.
AV Chemie 2de graad tso
15
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
Verdere toepassingen van samengestelde anorganische stoffen worden naar keuze gegeven volgens de
eigenheid van de studierichting zoals bijvoorbeeld:
 pigmenten voor inkt;
 de oxiderende werking van een tintenkiller (chloorkalk en natriumhypochloriet) op een kleur-stof;
 de werking van waterstofperoxide op loodsulfide toegepast bi j het restaureren van schilderijen;
 zwart-witfotografie;
 de invloed van de pH op de waterkwaliteit in grafische processen;
 de vorming en de werking van bleekmiddelen;
 hardheid en de geleidbaarheid van water;
 de kleuromslag van zuur-base indicatoren onder invloed van de pH;
 de samenstelling van kleurpotlood (klei, kalk, kleurstof);
 toepassingen van CO2;
 bakpoeder;
 het rijzen van deeg;
 het gebruik van aluinen;
 ontsmetten van zwembaden;
 bleekwater (vorming, samenstelling en werking);
 soda en bijtende soda;
 zuurtegraad van de bodem;
 ongebluste kalk;
 het gebruik van natriumsulfide in ontharingscrèmes.
Een stoffententoonstelling is hier aan te raden.
Verder staan er ook toepassingen van samengestelde stoffen vermeld in de tabel PSE met toepassingen
van chemische stoffen; uitgegeven door SIREV, (zie bibliografie).
5.7
Kwantitatieve aspecten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
37
De eenheid van stofhoeveelheid definiëren.
Stofhoeveelheid
38
De molmassa definiëren.
Molmassa
39
Het verband tussen stofhoeveelheid en aantal deeltjes Aantal deeltjes
weergeven.
40
Het verband tussen stofhoeveelheid en massa aangeven Massa
en hierover eenvoudige berekeningen maken.
41
De molariteit, de massa- en de volumefractie van een Molariteit
oplossing definiëren.
Massa- en volumefractie
42
Eenvoudige stechiometrische berekeningen maken. (U)
Stechiometrische berekeningen (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
37
Het is zinvol enkele stoffen te tonen met als hoeveelheid één mol.
38
Het aantal deeltjes per mol wordt weergegeven door de constante van Avogadro. De leerlingen
worden er attent op gemaakt dat deze deeltjes niet alleen moleculen, atomen of ionen doch ook
elektronen, protonen en neutronen kunnen zijn.
Om het verband tussen stofhoeveelheid en massa weer te geven en verder over te gaan naar toepassingen
voor de interpretatie van reactievergelijkingen (eenvoudige stechiometrische berekeningen) kunnen
volgende stappen gezet worden die logisch zijn voor de leerlingen:
 de atomen hebben een massa afhankelijk van hun samenstelling (elementaire deeltjes);
 de atoommassa's van de elementen in het PSE hebben een relatieve betekenis;
AV Chemie 2de graad tso
16
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport







de massa van een atoom kan in grote lijnen beschouwd worden als zijnde de atoommassa van een
element zoals deze in het PSE wordt weergegeven vermenigvuldigd met de geünifieerde
atoommassa-eenheid voorgesteld door (u) en waarvan de waarde gegeven wordt;
de eenheid van stofhoeveelheid in het SI is één mol (basiseenheid);
het aantal atomen per mol is steeds gelijk en wordt weergegeven door de constante van Avo-gadro,
als de atoommassa-eenheid (u) in gram wordt uitgedrukt dan komt het omgekeerde van zijn
numerieke waarde overeen met het getal van Avogadro;
het aantal deeltjes (atomen, moleculen, ionen) per mol is steeds gelijk en wordt weergegeven door
de constante van Avogadro;
de massa van een molecule of van een samengesteld ion kan weergegeven worden als de som van
de massa's van de samenstellende atomen;
de massa van een mol deeltjes (atomen, moleculen, ionen) is de massa van een deeltje vermenigvuldigd met het getal van Avogadro;
de stofhoeveelheid is de verhouding van de gegeven massa (g) en de molmassa (g/mol).
Vervolgens geeft men een voorbeeld van een reactievergelijking waarbij enkel moleculen betrokken zijn. De
verhouding van de coëfficiënten (voorgetallen) geeft dan de verhouding tussen de betrokken moleculen in de
reactie weer.
Vermits het aantal moleculen per mol gelijk is komt de verhouding van de coëfficiënten ook overeen met de
verhouding van stofhoeveelheden.
In de studierichting 'Industriële wetenschappen' mag men verwachten dat de eenvoudige stechiometrische
berekeningen kunnen gegeven worden, in de andere studierichtingen zal dit afhankelijk zijn van de
klasgroep.
Het is belangrijk dat de leerlingen de verhouding van de coëfficiënten in een reactievergelijking kunnen
interpreteren.
Bij de stechiometrische berekeningen zet men massagegevens om in stofhoeveelheden en maakt men
gebruik van stechiometrische verhoudingen. Het is af te raden om berekeningen te maken door
(herhaaldelijk) de 'regel van drie' toe te passen.
Massafractie (massaprocent) en volumefractie (volumeprocent) worden geïllustreerd met gegevens van
etiketten op verpakkingen.
De molariteit (mol/l) kan berekend worden steunend op gegevens van metingen van massa en volume.
Bij de berekeningen moeten de leerlingen alert blijven voor de weergave van het aantal beduidende of
kenmerkende cijfers in het resultaat. De benaderingsregels zoals ze gegeven werden in AV Fysica of TV
Toegepaste fysica van het eerste leerjaar van de tweede graad worden hier toegepast.
6
EVALUATIE
De evaluatie moet informatie verstrekken over de mate waarin de leerlingen de algemene doelstellingen en
de leerplandoelstellingen bereikt hebben. Hierdoor kan de leraar remediërend optreden tijdens het
schooljaar en adviserend optreden voor wat de oriëntering van de leerling betreft op het einde van het
schooljaar.
Tijdens de les kan nagegaan worden in welke mate algemene doelstellingen bereikt zijn, dit kan door een
leergesprek gevoerd tijdens het bespreken van een probleem en via de summatieve toetsen (proefwerken).
De evaluatie van de laboratoriumoefeningen geschiedt hoofdzakelijk via het verslag.
Verder kunnen doelstellingen geëvalueerd worden door middel van formatieve toetsen dit wil zeggen toetsen
over een klein leerstofgedeelte (occasioneel) en over een groter leerstofgedeelte (systematisch), en
natuurlijk ook door summatieve toetsen (schriftelijk of mondeling).
In de vraagstelling bij de summatieve toetsen moet er variatie zijn voor wat betreft de vorm en de aard van
de opdrachten. Denkvragen zijn nodig zodat de leerlingen de verworven kennis kunnen toepassen. Normaal
gezien mogen de leerlingen tijdens de toetsen gebruikmaken van de tabel met het PSE (periodiek systeem
der elementen).
AV Chemie 2de graad tso
17
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
7
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
7.1
Basisinfrastructuur



7.2
Aangepaste demonstratietafel met water- en energievoorziening
Voorziening voor afvoer van schadelijke dampen en gassen
Aangepaste werktafels voor leerlingenpractica
Basismateriaal voor chemie






7.3
Volumetrisch materiaal
Pipetvullers
Balans
Thermometers
Recipiënten (allerhande)
Statieven met toebehoren
Verwarmingselementen




7.4
Bijvoorbeeld:
bunsenbranders
elektrische verwarmingsplaat met roersysteem
verwarmingsmantel
en dergelijke
Materiaal voor het uitvoeren van metingen


7.5
Stroom- en spanningsmeter met laagspanningsbron (regelbare) of een geleidings¬me¬ter (conductiemeter)
Universele indicator of pH-meter
Stoffen



7.6
Chemicaliën voor demonstratie- en leerlingenexperimenten
Veiligheidspictogrammen en lijst met R- en S-zinnen
Voorzieningen voor een correct afvalbeheer
Visualiseren in de chemie


7.7
Stereomodellen
Projectietoestel met benodigdheden
ICT-toepassingen

Computer met aangepaste software
AV Chemie 2de graad tso
18
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
8
BIBLIOGRAFIE
8.1
Leerboeken
De leraar zal catalogi van educatieve uitgeverijen raadplegen.
8.2
Naslagwerken
Leene, H.R., Het chemisch practicum, nib, 1995, ISBN 90 034 14 303.
Van de Weerdt, J., Formules en namen in de anorganische chemie, De Sikkel.
Uitgaven van de Wetenschappelijke Bibliotheek, Natuur & Techniek, NL 6160 VK BEEK.
Reeks Chemie Overal, Educaboek BV, Culemborg, Nederland.
Chemie MAVO, Wolters-Noordhoff, Groningen.
Chemie Totaal!, Overzicht/Beschrijvingen Leermiddelen Scheikunde, ISBN 90 329 1263 1, NICL (Nationaal
Informatie Centrum Leermiddelen), Postbus 2041, NL 7500 CA Enschede.
8.3
Tijdschriften - publicaties
'Chemicaliën op school' maart 1999, een aanvulling bij de brochure 'Didactische infrastructuur voor het
onderwijs in de Natuurwetenschappen' mei 1993, een uitgave van het VVKSO.
'Periodiek systeem der elementen en toepassingen van chemische stoffen, SIREV, Maria-Louizasquare 49,
1040 Brussel.
Tijdschrift van de vereniging van leraars in natuurwetenschappen (VELEWE), Mollenveldwijk 30, 3271
Zichem.
Uitgaven van pedagogisch-didactische centra en navormingscentra
 Dinac, Bonnefantenstraat 1, 3500 Hasselt
 Eekhoutcentrum, KulaK, Universitaire Campus, E. Sabbestraat 53, Kortrijk
 Pedic, Coupure Rechts 314, 9000 Gent
 Vliebergh-Senciecentrum, Zwarte Zustersstraat 2, 3000 Leuven
Uitgaven van de Fedichem, Maria-Louisasquare 49, 1040 Brussel, www.fedichem.be.
EChO (Essays voor Chemie Onderwijs), een reeks naslagwerken chemie, KVCV (Koninklijke Vlaamse
Chemische Vereniging), Groot Begijnhof 6, 3000 Leuven.
Tjenk Willink, H.D., Chemische feitelijkheden, Actuele encyclopedie over chemie in relatie tot gezondheid,
milieu en veiligheid, Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, Samsom (Wolters-Kluwer).
Chemie Actueel, Tijdschrift voor scheikundeonderwijs, Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC), Postbus 482,
NL 201 AL Den Bosch.
8.4
Computertoepassingen





Cd-rom: zie catalogi van educatieve uitgeverijen.
Chemie en samenleving, Van kleurstof tot kunstmest.
Het digitale archief, Digitale wetenschappelijke bibliotheek Natuur & Techniek,1999.
Educatieve sites in Vlaanderen: http://www.innet.net/edu
ICT-project: Science Across Europe (Part of Sience Across the World) http://www.bp.com/saw
AV Chemie 2de graad tso
19
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
Elke unit bevat doelgroep, kopieerbaar leerlingenmateriaal, een uitwisselingsformulier en een handleiding
voor de leraar.
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
Unit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Zure regen over Europa
Energiegebruik thuis
Vernieuwbare energiebronnen
Drinkwater
Wat heb je gegeten?
Broeikaseffect
Huishoudelijk afval
Verkeersveiligheid
Blijf gezond
Leven met chemie
Eten en drinken
Zonne-energie
8.5
Audiovisueel
8.5.1
Video
Stichting Teleac-NOT, 1200 BB Hilversum
Reeks: 'Chem-bits Middenbouw' 2 delen met elk 12 eenheden
Reeks: 'Mijlpalen in de natuurwetenschap Natuurkunde en techniek '
Reeks: 'Mijlpalen in de scheikunde'
Science bank: 'Scheikunde 1 tot en met 4'
Chemie voor vandaag en morgen, Fedichem
8.5.2
Transparanten
Didac-reeks (1 - 5), Fedichem
9
LIJST VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE EINDTERMEN VOOR NATUURWETENSCHAPPEN
9.1
Onderzoekend leren
Met betrekking tot een concreet natuurwetenschappelijk of toegepast wetenschappelijk probleem,
vraagstelling of fenomeen, kunnen de leerlingen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
relevante parameters of gegevens aangeven en hierover doelgerichte informatie opzoeken.
een eigen hypothese (bewering, verwachting) formuleren en aangeven waarop deze steunt.
omstandigheden die een waargenomen effect kunnen beïnvloeden inschatten.
resultaten van experimenten en waarnemingen afwegen tegenover verwachte resultaten rekening
houdende met de omstandigheden die de resultaten kunnen beïnvloeden.
experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden.
doelgericht, vanuit een hypothese of verwachting waarnemen.
alleen of in groep waarnemings- en andere gegevens mondeling of schriftelijk verwoorden.
alleen of in groep, een opdracht uitvoeren en er verslag over uitbrengen.
informatie op elektronische dragers raadplegen en verwerken.
een fysisch, chemisch of biologisch verschijnsel of proces met behulp van een model voorstel-len en
uitleggen.
in het kader van een experiment een meettoestel aflezen.
samenhangen in schema's of andere ordeningsmiddelen weergeven.
AV Chemie 2de graad tso
20
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
9.2
Wetenschap en samenleving
De leerlingen kunnen
13
14
15
16
17
18
19
20
21
9.3
voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de
natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen.
de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de
leefomstandigheden van de mens met een voorbeeld illustreren.
een voorbeeld geven van nadelige (neven)effecten van natuurwetenschappelijke toepassingen.
met een voorbeeld sociale en ecologische gevolgen van natuurwetenschappelijke toepassingen
illustreren.
met een voorbeeld illustreren dat economische en ecologische belangen de ontwikkeling van de
natuurwetenschappen kunnen richten, bevorderen en vertragen.
met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, namelijk verworven
opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn.
met een voorbeeld de ethische dimensie van natuurwetenschappen illustreren en een eigen standpunt
daaromtrent argumenteren.
het belang van chemie in het beroepsleven illustreren.
natuurwetenschappelijke kennis veilig en milieubewust toepassen bij dagelijkse activiteiten en
observaties.
Attitudes
De leerlingen
*22
*23
*24
*25
*26
*27
*28
*29
zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden.
houden rekening met de mening van anderen.
zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen.
zijn bereid om samen te werken.
onderscheiden feiten van meningen en vermoedens.
beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief.
trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden.
hebben aandacht voor het correcte en nauwkeurige gebruik van wetenschappelijke terminologie,
symbolen eenheden en data.
*30 zijn ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment.
*31 houden zich aan de instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten.
*32 hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen.
AV Chemie 2de graad tso
21
Bio-esthetiek - Brood en banket - Creatie en mode Industriële wet. - LO en sport - Slagerij en vleeswaren - Topsport
Download