In gesprek met Dr

advertisement
In gesprek met Dr. Fernand Mariën - Met gezonde
duiven aan de start (1) door Toni van Ravenstein
dinsdag 28 februari 2017
Toni van Ravenstein
Het is begin maart, nog een week of vier en dan starten we reeds met de
opleervluchten. Een echte winter hebben we niet gehad. De milde temperaturen in
januari en februari zorgen niet alleen bij onze duiven voor lentekriebels. Kan dit niet
tot gevolg hebben dat mijn weduwnaars te vroeg in vorm komen?
Nee, daar hoef je niet bang voor te zijn. Natuurlijk voelen duiven zich bij milde
temperaturen en droog weer met veel zonneschijn beter dan bij natte en koude
dagen. Daarbij raken ze echter niet in de conditie die we nodig hebben tijdens het
vliegseizoen. Natuurlijk zijn duiven op zulke mooie lentedagen zoals we die
momenteel beleven levenslustiger. Hun goede stemming brengen ze natuurlijk door
hun gedrag tot uitdrukking. Maar maak je niets wijs, dit is niet de vorm die ze grote
overwinningen doet behalen. Om vorm te krijgen is meer nodig dan een milde winter
en een paar dagen zonneschijn. Deze vorm hebben ze ook nog niet in april, omdat
deze niet zozeer afhankelijk is van het weer maar veel meer van traingen, van
belastingen tijdens vluchten en een voeding die is afgestemd op het vliegseizoen.
Ze moeten ook veel kilometers maken, voordat ze de nodige conditie en vliegvorm
hebben. Hun organisme moet eerst zwaar worden belast. Ze moeten eerst twee keer
doorde rode zone gegaan zijn zoals we hier zeggen, waarbij de organen en klieren
van het hele lichaam worden gestimuleerd zodat de vereiste conditie zich gelijkdelijk
opbouwt. De wintervorm die je nu aan je duiven ziet, is niets anders dan de
gezondheid en het welzijn.
Mijn vliegduiven zijn vanaf het einde van het vliegseizoen tot op heden bijna dagelijks
buiten geweest. Dat is nu merkbaar. Ze trainen als een gek, trekken weg, vliegen
alleen of in kleine groepen en blijven moeiteloos een uur of langer in de lucht. Is het
wellicht verstandig zijn om de training wat te beperken om ze een beetje af te
remmen?
Zit er niet over in. Wanneer ze alleen vliegen, zijn ze op zoek naar duivinnen. Dat is
bij dit weer niet verrassend. Ik zou de training niet beperken. Wat je wél kunt doen is
ze bij goed weer een stukje wegbrengen. Ik doe dit reeds vanaf begin februari met
mijn late jongen. Daardoor worden ze een beetje rustiger. Maar de rem erop zetten
zoals je zegt, is onzin in mijn ogen.
Op mijn vlieghok zien mijn duiven er nu uit zoals ze eruit moeten zien. Ook in de
hand voelen ze heel normaal aan. Vooral hun gewicht klopt, ze zijn niet te zwaar
maar ook niet te licht. Het voer bestaat uit overwegend dieetvoer met een gerst- en
paddyaandeel van zo’n dertig procent. ’s Morgens worden ze mondjesmaat gevoerd,
maar ’s avonds mogen ze net zolang eten totdat ze wat gerst laten liggen. Op het
borstbeen zijn ze niet echt roze en hebben ze ook wat schilvers, maar dat
interesseert me niet verder. De mest is bij enkele duiven niet echt vast, eerder breiig.
Heb je daar wat over te zeggen?
Dat is normaal. Je geeft een voer met een derde deel gerst en paddy. Beide eten de
duiven niet graag. Tel daarbij op het goede weer en de hoge temperatuur voor deze
tijd van het jaar. Dat geeft geen aanleiding tot een hongergevoel. Ze eten wat
minder, maar nemen wel dezelfde hoeveelheid water op. Dit kan tot gevolg hebben
dat de kwaliteit van de mest bij de een of andere duif wat te wensen overlaat. Zolang
ze bij de maaltijd snel aan de voerbak verschijnen en goed eten is alles in orde.
Onderneem alsjeblieft niets om te bereiken dat al je weduwnaars iedere morgen een
wonderschoon hoopje mest produceren.
Dr. Fernand Mariën in zijn praktijk. © Foto: PigeonPixels
Gisteravond werd ik gebeld door een liefhebber uit zuid-Duitsland die na een lange
onderbreking twee jaar geleden weer met duiven is begonnen. Hij vertelde me dat hij
zonder reden en op aanraden van een sportvriend al zijn duiven dertien dagen lang
met Parastop heeft behandeld. Een dierenarts heeft hij niet geraadpleegd. Wat denk
je hiervan?
Ik raad zulke behandelingen, die zonder enige reden of dat een duif zichtbaar ziek is,
totaal af. En dan ook nog met Parastop, een middel dat absoluut niet meer effectief is
tegen Salmolnella. Aan de Rijksuniversiteit in Gent is aangetoond dat enkel Baytrill in
een hoge dosis nog werkt tegen Paratyfus.
Maar wat voor doel heeft deze sportvriend met die onnodige kuur? Weet hij dan niet
dat hij daarmee alleen maar schade kan aanrichten? Gezondheid is een soort
evenwicht in het lichaam, een evenwicht tussen allerlei kiemen, bacteriën en virussen
die zich in de darm bevinden. Onder deze miljoenen bacteriën zijn er die strikt
noodzakelijk zijn voor de verschillende processen in het lichaam en soorten, die
wanneer ze de overhand krijgen, ziekten kunnen veroorzaken. Meestal is het geheel
in balans en deze toestand noemen we gezondheid. Pas wanneer dit evenwicht
verstoord wordt volgen ziekten. Storingen kunnen ontstaan door slechte voeding,
overbelasting, het binnendringen van ziektekiemen maar het kan ook door medicatie
ontstaan. Ja, ook medicijnen kunnen het evenwicht verstoren. Daarom mogen ze
alleen worden toegediend als het absoluut noodzakelijk is. Met andere woorden:
alleen wanneer het evenwicht verstoord is door een ziekte-uitbraak.
Het verhaal van de sportvriend uit Zuid-Duitsland is nog niet ten einde. Nadat hij zijn
duiven dertien dagen Parastop had toegediend, werd de mest zo slecht dat hij
raadzaam vond om alsnog naar de dierenarts te gaan. En wat dacht je dat het
mestonderzoek bij de dierenarts opleverde?
Het zou mij niet verwonderen als er Salmonella werd aangetroffen.
Ja, dat heb je goed. Maar waarom is deze ziekte niet voor de behandeling met
Parastop uitgebroken? Heb je daarvoor een verklaring?
Hier is precies gebeurd wat ik zojuist heb uitgelegd. Door de behandeling met
Parastop is het evenwicht verstoord. Bacteriën die de ziekteverwekkende bacteriën
in toom hielden werden door het geneesmiddel verzwakt of zelfs gedood, zodat de
veroorzaker van salmonellose (paratyfus) de overhand kreeg en de duiven ziek
maakte.
In Gent kwamen de professoren op de universiteit erachter dat uitbraken van
paratyfus vaak plaatsvonden na preventieve behandelingen. Wanneer het evenwicht
wordt verstoord breekt in het lichaam de hel los. Een strijd om de macht. En deze
strijd wordt niet altijd gewonnen door goedaardige en nuttige bacteriën. We moeten
dan ook niet verbaasd zijn dat ogenschijnlijk gezonde duiven plotseling ziek worden
na behandeling met medicijnen.
Daarom moet men een behandeling met antibiotica alleen uitvoeren als het absoluut
noodzakelijk is. Maar wanneer is het noodzakelijk? Naar mijn mening is dat alleen op
het moment dat de symptomen zich voordoen. En zulke symptomen zijn als het gaat
om paratyfus: verlies van eetlust, een slechte gezondheid, slechte ontlasting (groen
en slijmerig), vermagering, gezwollen poten, been- of vleugelgewrichten en doordoor
veroorzaakte invaliditeit in het lopen en vliegen.
Mocht er bij mij in een bepaalde afdeling zich bij een duif deze symptomen voordoen
en zou een verdenking van paratyfus door een onderzoek worden bevestigd, dan
zou ik alleen de duiven die in deze afdeling zitten of hebben gezeten behandelen met
een effectieve antibiotica. Alle andere duiven in mijn hok zou ik niet behandelen.
Ik zou nog een stap verder gaan. Mocht er salmonella gevonden worden in ontlasting
van duiven die ogenschijnlijk perfect gezond zijn, dan betekent dit voor mij niet dat
een behandeling met een antibioticum noodzakelijk is. Ik weet dat de meeste
collega’s van mij daar anders over denken, meestal hebben ze geen tijd te verliezen.
Als ze eenmaal salmonella in de ontlasting vinden wordt een behandeling
voorgeschreven, zonder dat er verdere aandacht besteed wordt aan de algemene
gezondheid van de duiven. Daarbij zijn de duiven die de ziekte in zich dragen niet
automatisch ziek, ze kunnen zelfs topprestaties leveren. Ik heb daarvoor tal van
bewijzen.
Mijn ervaring heeft me geleerd dat het raadzaam is op de natuur te vertrouwen en
deze haar werk te laten doen. Ik hoef niet gelijk met zwaar geschut op elke bacterie
te schieten. Natuurlijke weerstand is iets dat in ons vocabulaire nog nauwelijks
voorkomt. Voor mij is het altijd nog zeer belangrijk. Het gaat erom alles te vermijden
wat de natuurlijke weerstand verzwakt. En medicijnen doen dat. Wanneer het nodig
is ok, dan heeft men geen keuze. Maar wanneer het niet nodig is dan is inzetten van
medicijnen niet alleen ongelofelijk dom, je doet er je duiven ook mee tekort.
Er is nog een reden om antibiotica enkel in noodgevallen te gebruiken. Onzorgvuldig
gebruik van antibiotica zorgt ervoor dat ziekteverwekkers resistent worden. Dat heeft
tot gevolg dat medicijnen hun werkzaamheid deels of geheel verliezen. Daarin zien
artsen een groot gevaar. Hier in België heeft men huisartsen twee of drie jaar
geleden verzocht minder antibiotica voor te schrijven. De artsen hebben deze oproep
gevolgd en ten opzichte van de voorgaande jaren een derde minder antibiotica
voorgeschreven. Nu heeft men vastgesteld dat in deze relatief korte tijd de resistentie
tegen antibiotica behoorlijk is gereduceerd.
Ik ben van plan om mijn weduwnaars, die in december reeds een nest hadden en op
stenen eieren mochten overbroeden, de komende dagen weer te koppelen. Ik laat ze
dan opnieuw op eieren komen en ze mogen dan nog zo’n tien dagen broeden. Bij het
laatste consult begin februari heb je nog een klein beetje trichomonaden vastgesteld.
Ik heb op je raad daartegen niets ondernomen. Zou het niet passend zijn om een
grondige behandeling begin maart tijdens het broedseizoen door te voeren of kan ik
zonder behandeling aan het vliegseizoen beginnen?
In geen geval behandelen, dat brengt niets. Laat de duiven in april nog een keer
onderzoeken, en dan zien we verder.
Er zijn geen beestjes die duivenliefhebbers intensiever en grondiger hebben
bestreden dan deze eencellige organismen die men trichomonaden noemt. Ze
zouden met de enorme hoeveelheid medicijnen waarmee men heeft geprobeerd ze
uit te roeien lang uitgestorven zijn. Niettemin zijn ze er nog, en sterker dan ooit. Dit
komt door de toenemende resistentie.
Trichomanas is niet ‘de moeder van alle ziekten’, zoals vaak wordt beweerd. Ze
veroorzaken geen grote problemen, tenzij ze samen met een aandoening aan de
luchtwegen optreden. Wanneer men twintig duiven, die sinds lange tijd niet op ’t Geel
werden onderzocht, dan vind met gemiddeld bij tien van de twintig duiven geen
trichomonaden, vier tot vijf duiven hebben een lichte besmetting, drie tot vier duiven
hebben een middelmatige besmetting en één heeft een zware besmetting. En geloof
het of niet, deze laatste is vaak de beste.
Het is al langer dan vijftig jaar geleden, maar ik herinner me het nog als de dag van
gisteren, dat een van de meest ervaren liefhebbers uit het Ruhrgebied - het bolwerk
van de Duitse duivensport - mij bezocht. Het was voor mij alsof de paus me
persoonlijk kwam bezoeken. Hij wilde mijn duiven zien. Trots stopte ik hem mijn
beste duif in de hand. Met vakmanschap bekeek hij het dier, toen draaide hij het in
zijn hand zodat hij de zijkant van de buik kon zien. Hij blies de veren van het
borstbeen en zei: “Aan deze duif zul je dit seizoen weinig plezier beleven, hij heeft
nog steeds zijn oude ondergoed aan!” Hij verklaarde zich nader: “Hier, je ziet toch
ook de vele oude dons?” Toen ik knikte vervolgde hij: “Dat zijn de oude veertjes van
het voorgaande jaar. Die hadden er al lang uit moeten zijn!” Nu mijn vraag: is grijze
dons daadwerkelijk van het voorgaande jaar en geeft het verloop van de donsrui een
indicatie van de gezondheidstoestand van een duif?
In het algemeen wil ik over het thema zeggen dat de donsrui mij niet interesseert. Op
mijn eigen hok let ik er helemaal niet op. Zet duiven in de warmte, breng ze naar de
tentoonstelling of zet ze een paar dagen op rantsoen en ze beginnen direct te
donzen. Is de duif dan door de warmte of het vasten wat gezonder geworden? Nee,
dat is onzin. De donsrui volgt een zekere regelmaat zoals de rui van het resterende
verenkleed. Als je bij een duif plotseling veel donsveren ontdekt, dan betekent dat
niet dat deze duif in superconditie is, maar eerder dat deze een kleine crisis heeft
doorstaan. Bij gezonde duiven verloopt de donsrui gelijkmatig en onopvallend.
De kleur van de donsveren wordt bepaald door hun pigmentatie en heeft niets te
maken met leeftijd. Wat deze ervaren liefhebber je vertelde was niets anders dan
onzin. Echter, het lijkt dat duiven in vorm minder donsveren op de borst hebben. Men
hoeft slechts eenmaal met je hand over het borstbeen te strijken en direct licht de
buik links en rechts van het borstbeen vrij. Dat komt niet doordat er minder
donsveren zijn, maar omdat de spieren van duiven in conditie vol met energie zijn en
daardoor ook opgeblazen werken. Bovendien is het gevederte vettig waardoor je het
makkelijker opzij schuiven kan.
Wordt vervolgd.
© Toni van Ravenstein, 2008
Geschreven voor Brieftaubensport International en exclusief voor Duivenverkoop.nl
in het Nederlands vertaald door Falco Ebben.
<< Terug
Download