Toen ik in 1969 in Frankrijk was ontdekte ik voor het eerst de in het wild groeiende Herfsttijloos, de ,,Naaktbloeier zoals deze plant ook wel wordt genoemd. Toen ik in het najaar van 1970 een inventarisatie moest doen in het natuurgebied ,,De Plataux” onder Valkenswaard, verraste het mij erg dat ik op deze plaats deze zeldzame plant ontdekte, in populierenbossen, die waren geplant op vroegere vloeiweide. Ook het plantje ,,bieslook”was hier zeer talrijk, of deze planten in dezelfde plantengemeenschap thuis horen als de herfsttijloos is mij niet bekend Wat is namelijk het geval: Deze fraaie maar giftige plant bloeit zonder blad in het najaar, met prachtige rose bloemen, die nadat de bloem bevrucht is door insecten of door najaarsslakjes, of zelfbestuiving, haar bevruchte vruchtbeginsel terug trekt in de knol van de plant. waar de vruchtjes overwinteren. In het voorjaar, als de knol weer uitschiet, en haar bladeren toont met de zaaddoos, waarin de zaden van de in het najaar bestoven bloem zich bevinden, om te groeien en te rijpen. De rijpe zaden zijn enigszins kleverig, ik denk om de verspreiding te bevorderen. Als in de zomer de bruine zaden rijp zijn en uit de zaaddoos gevallen zijn sterft het bovengrondse deel af, om in het najaar weer als naaktbloeier zijn schoonheid te tonen. De plant is zeer giftig, en naar verluidt wordt zij door het vee gemeden, uitgezonderd geiten. Het gif Colchicin, schijnt zelfs via geitenmelk van geiten die van de plant gegeten hebben vergiftigingen te veroorzaken, waar wij hier niet bang voor hoeven te zijn, omdat de plant hier in het wild slechts sporadisch voor komt. In tuinen zie ik de laatste jaren een kweekvorm van de plant, die echter dezelfde levenscyclus hebben als de in het wild groeiende, en even giftig zijn. Ik eindig met een citaat van Hans Wilhelm Smolik die schreef in zijn boek over deze plant het volgende: In doktershanden wordt het gif van de herfsttijloos tot geneesmiddel tegen jicht en reuma, bronchitis en astma, nierstenen en nierpijn, moelijkheden bij menstruatie en roodvonk. Zo is dus de laatste weidebloem van het jaar werkelijk alleen maar voor het aanschouwen geschapen. We laten ze staan en vergaan. Misschien word ze al de volgende nacht, met glinsterende ijskristallen behangen, en de volgende dag zal haar verwelkte bladeren bedekken. Steeds duidelijker verheft het sterrenbeeld van de winter zich aan de nachtelijke hemel, en rijst de reusachtige Orion fonkelend omhoog. November nadert en het jaar neigt zich ten einde. Geraadpleegd :,,De natuur in lente zomer herfst en winter” van Hans Wilhelm Smolik