Seminar Privacy in Zorg: `zorginstellingen moeten

advertisement
Seminar Privacy in Zorg: 'zorginstellingen moeten privacy gaan
ademen’
Bron: ZORG & WELZIJN | 28 januari 2015 | Door Maud Robberts, Dichtbijredacteur
Seminar in Verkadefabriek (Foto: Den Bosch Dichtbij)
DEN BOSCH - Filmzaal 2 in de Verkadefabriek is maandagmiddag
volgestroomd met belangstellenden uit de zorgsector. Zij worden
bijgepraat door Holla Advocaten over de verwerking en uitwisseling van
patiëntgegevens. “Het is de eerste keer dat ik in een filmzaal de zaal
inkijk, in plaats van naar het scherm”, trapt mr. Coen Verberne het
seminar Privacy in de Zorg af.
Dat er vraag was naar het onderwerp privacy in de zorg, blijkt wel uit het feit dat
Holla Advocaten vanwege de aanmeldingen is uitgeweken naar de
Verkadefabriek. “Er is veel animo voor het thema. Dit seminar organiseren we
dan ook omdat uit eerdere bijeenkomsten bleek dat professionals worstelen met
de privacy van hun patiënten”, legt mr. Coen Verberne uit.
Wet bescherming persoonsgegevens
Deze middag wordt hij bijgestaan door zijn collega’s mr. Kim de Bonth en mr. dr.
Rolinka Wijne die de theorie voor hun rekening nemen. Kim de Bonth,
gespecialiseerd in privacyrecht, neemt de geïnteresseerden allereerst mee door
de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). “De definitie van
persoonsgegevens is erg breed”, waarschuwt ze. “Eigenlijk alles wat een persoon
identificeert of identificeerbaar maakt, valt hieronder. Dus ook een IP-adres, of
een combinatie van huisnummer en postcode. En dan is de Wbp van toepassing.”
Organisaties mogen volgens de Wbp persoonsgegevens alleen verwerken voor
een duidelijk omschreven doel. Voor zorginstellingen en –organisaties is het
daarom van belang goed vast te leggen waarom bepaalde persoonsgegevens
worden bijgehouden en wanneer zij met andere organisaties mogen worden
gedeeld.
Dataverwerking juridisch en technisch op orde
Verwerkers van persoonsgegevens zijn daarnaast verplicht deze goed te
beschermen. Die beveiliging van gegevens wordt steeds beter, zeker nu er een
Europese Verordening op stapel staat waarmee de privacyregelgeving beter
gehandhaafd gaat worden en er enorme boetes komen te staan op bijvoorbeeld
het nalaten van het melden van een datalek. “Instellingen moeten privacy gaan
‘ademen’ en daarom hun dataverwerking juridisch én technisch op orde hebben”,
vat De Bonth samen.
Omgang met persoonlijke en medische informatie is echter niet eenvoudig, blijkt
uit diverse vragen uit de zaal. Het kan zorgen voor discussie als het om een
afweging van het privacy-aspect en belangen van derden, zoals een verzekeraar,
bij medische informatie gaat.
Beroepsgeheim is niet absoluut
Rolinka Wijne is als medewerker wetenschappelijk bureau verbonden aan Holla
Advocaten. Ze beaamt dat de afweging soms lastig kan zijn en bespreekt daarom
via een casus het beroepsgeheim en het uitwisselen van patiëntinformatie en
persoonsgegevens. Op een amusante wijze combineert Wijne de theorie met de
praktijk om onder meer duidelijk te maken dat het beroepsgeheim niet absoluut
is.
“Het beroepsgeheim is een sterk recht dat erop gericht is dat een ieder zich tot
een hulpverlener kan wenden, zonder dat zijn gegevens aan derden bekend
worden”, verduidelijkt ze. “De hulpverlener moet aantoonbaar zijn/haar best
doen om zich hieraan te houden, maar er zijn uitzonderingen mogelijk. Onder
meer na toestemming van de patiënt.”
Uitspraak tuchtcollege
Als de theorie aan de zaal is uitgelegd en de vragen beantwoord zijn, neemt
Coen Verberne na de pauze het stokje over. Hij laat de aanwezigen zien hoe de
tuchtrechter naar het onderwerp kijkt. “In sommige zaken is er strikt genomen
sprake van een overtreding, maar toont het tuchtcollege begrip voor de situatie
van de hulpverlener. In andere zaken – zoals de bedrijfsarts die
gespreksverslagen met een patiënt integraal naar de werkgever doorstuurde –
komen zij er niet zo makkelijk van af.”
Download