Aequor Dierverzorger kinderboerderij Beroepscompetentieprofiel Maart 2010 Inhoudsopgave Inleiding 3 Colofon 4 Brondocumenten 4 1 Algemene informatie over het beroep 5 1.1 1.2 1.3 1.4 5 6 6 7 2 Beschrijving van het beroep..................................................................... Mogelijke functiebenamingen ................................................................... Loopbaanperspectief ............................................................................... Trends en innovaties ............................................................................... Overzicht van kerntaken en werkprocessen in het beroep 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 4 Kerntaak Kerntaak Kerntaak Kerntaak 1 2 3 4 Voert en verzorgt dieren .................................................... 10 Begeleidt voortplanting ...................................................... 12 Verzorgt leef- en werkomgeving ......................................... 13 Verricht publieksgerichte activiteiten ................................... 14 Totaal overzicht competenties dierverzorger kinderboerderij 4.1 4.2 4.3 4.4 9 Proces-competentiematrix Proces-competentiematrix Proces-competentiematrix Proces-competentiematrix 15 Voert en verzorgt dieren ................................... 15 Begeleidt voortplanting ..................................... 16 Verzorgt leef- en werkomgeving ........................ 17 Verricht publieksgerichte activiteiten .................. 18 Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 2 Inleiding Voor u ligt het beroepscompetentieprofiel Dierverzorger kinderboerderij. Een beroepscompetentieprofiel (bcp) is een op de beroepspraktijk gerichte set kerntaken, werkprocessen en competenties van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar. Deze beschrijving van het beroep vormt het referentiekader voor het ontwikkelen van een kwalificatiebeschrijving van de beginnende beroepsbeoefenaar. Aangezien het bedrijfsleven de ‘afnemer’ is van de door het beroepsonderwijs gekwalificeerde beginnende beroepsbeoefenaars, is dit bedrijfsleven in hoge mate richtinggevend voor de eisen die aan de handelingsbekwaamheid van beginnende beroepsbeoefenaren moeten/mogen worden gesteld. Deze eisen hebben zowel betrekking op de aard en inhoud van het handelen, als op de mate van bekwaamheid waarmee dit handelen gebeurt. Conform de ketengedachte zorgt het bedrijfsleven voor beroepscompetentieprofielen en het onderwijs voor opleidingsleerplannen. Bedrijfsleven en onderwijs samen zijn de constructeurs van kwalificatiedossiers en zorgen voor de inhoudelijke vulling daarvan. De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven fungeren als platforms én regisseurs voor deze interactie tussen bedrijfsleven en onderwijsveld. In het beroepscompetentieprofiel staan drie begrippen centraal: kerntaken, de daaronder liggende werkprocessen van het beroep en de competenties die noodzakelijk zijn bij de uitvoering hiervan. Bij het ontwerp van de kwalificatiedossiers wordt gebruik gemaakt van een competentiemodel met 25 competenties. Het Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (powered by SHL) is een in alle lagen op het mbo toegesneden standaardset, gebaseerd op het competentieraamwerk van SHL. De nieuwe kwalificatiedossiers zijn door het gebruik van deze standaard competentietaal onderling goed vergelijkbaar. Bij de ontwikkeling zijn vertegenwoordigers van de volgende organisaties/bedrijven betrokken geweest: Organisaties Dhr. Joeke Nijboer Mevr. Mireille Ruwaard Mevr. Maaike Peltenburg Dhr. Arnold Steenhuis Blijdorp te Rotterdam Ouwehands Dierenpark te Rhenen kinderboerderij Transwijk in Utrecht Stadsboerderij Arnhem SKBN VMK Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 3 Colofon Onder regie van Aequor Ontwikkeld door Afdeling Ontwikkeling en Innovatie Verantwoording Vastgesteld door: Sectorcommissie Dier Op: 22 juni 2010 Te: Ede Paritaire commissie Aequor Op: 5 oktober 2010 Te: Ede Brondocumenten - Beroepscompetentieprofiel dierverzorger recreatiedieren d.d 22-06-2004 Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 4 1 Algemene informatie over het beroep In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. 1.1 Beschrijving van het beroep Beroepscontext De dierverzorger kinderboerderij werkt binnen de dienstverlenende sector in een bedrijf en/of instelling waar recreatiedieren gehouden worden. Het gaat daarbij om kinderboerderijen of stadsboerderijen. Deze bedrijven en/of instellingen vervullen een belangrijke maatschappelijke rol. Naast een recreatieve, hebben ze vaak ook een educatieve, sociaal-culturele en/of therapeutische functie, aangezien er allerlei activiteiten plaatsvinden die een relatie hebben met recreatie, educatie, re-integratie en zorg. Verder kan het bedrijf/instelling en belangrijke functie hebben op bewustwording van natuur en milieu of zelfs op het gebied van natuurbehoud. Ook kunnen de bedrijven gericht zijn op fokkerij of op productie van dierlijke producten. De beroepscontext is afhankelijk van het gehanteerde bedrijfssysteem en verschilt per type bedrijf (aard, grootte, financieringsvorm) Typerende beroepshouding Rol en verantwoordelijkheden De werkzaamheden van de dierverzorger kinderboerderij hebben betrekking op het voeren en verzorgen van de dieren en het begeleiden bij de voortplanting van dieren voor zover dat laatste plaatsvindt op het bedrijf en/of de instelling waar hij werkt. Daarnaast verzorgt hij de werk- en leefomgeving, en verricht hij publieksgerichte werkzaamheden, waaronder het geven van voorlichting over dieren aan klanten en/of bezoekers. Bij sommige bedrijven en/of instellingen hoort ook de begeleiding van mensen die een opleidingstraject volgen (stagiaires), vrijwilligers en mogelijke andere doelgroepen tot de werkzaamheden. Verder past hij de kwaliteitssystemen en procedures van het bedrijf toe. De dierverzorger kinderboerderij heeft een signalerende en proactieve houding, waarbij te allen tijde rekening wordt gehouden met het welzijn van de dieren en met de veiligheid van mens en dier. Daarnaast is hij klantgericht en is hij zich bewust dat al zijn handelen een positief beeld van het bedrijf en/of de instelling bij de klanten en/of bezoekers moet achterlaten. Bij zijn werkzaamheden houdt hij rekening met de consequenties voor milieu- en arbeidsomstandigheden. De dierverzorger kinderboerderij heeft een uitvoerende en signalerende rol en voert uitvoerende werkzaamheden zelfstandig en vaak op eigen initiatief uit. Ook heeft hij een voorlichtende rol. Bij zijn werkzaamheden staat hij onder eindverantwoordelijkheid van de ondernemer of bedrijfsleider. Hij moet te allen tijd een inschatting maken wanneer een deskundige moet worden ingeschakeld, eventueel in overleg met zijn leidinggevende. De dierverzorger kinderboerderij heeft een uitvoerende, signalerende, educatieve en/of begeleidende rol bij zijn Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 5 publieksgerichte werkzaamheden. De opdracht verkrijgt hij van de bedrijfsleider, de eigenaar of de leidinggevende, onder wiens leiding hij het werk zelfstandig uit-voert. Daarbij is hij verantwoordelijkheid voor een kwalitatief goede uitvoering van zijn eigen werk en (mede)verantwoordelijk voor dat van stagiaires die hij eventueel begeleidt. Complexiteit Samen met zijn collega’s is de dierverzorger kinderboerderij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in het bedrijf; een goede overdracht is daarbij van groot belang. Het verzorgen van de dieren betreft enerzijds routinematige handelingen, anderzijds kunnen afwijkingen aan dieren of omgeving om een aangepaste aanpak vragen. Informatie verstrekken en voorlichting geven vraagt ten dele uit routinematige werkzaamheden. Daarnaast kan de dierverzorger kinderboerderijen ook te maken krijgen met unieke of bijzondere vragen en/of wensen van klanten, waarop hij op passende wijze moet reageren. Dit vraagt om inlevingsvermogen en klantvriendelijkheid. Indien er sprake is van het organiseren van activiteiten of evenementen wordt creativiteit en flexibiliteit gevraagd. Het werken met levende dieren en met een grote diversiteit aan publiek vraagt een continue oplettendheid op het gebied van veiligheid. Branchevereisten De werkzaamheden van de dierverzorger kinderboerderij zijn heel divers; hij moet de hele dag alert zijn en steeds prioriteiten stellen. Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (artikel 38) Nee Nederlands en (moderne) vreemde talen Nederlands, mondeling en schriftelijk. Engels gewenst. Wettelijke beroepsvereisten 1.2 Mogelijke functiebenamingen Het beroep is bekend onder de volgende benamingen: Dierensteward Medewerker kinderboerderij Medewerker dierenpark Dierverzorger Allround dierverzorger 1.3 Loopbaanperspectief De dierverzorger kinderboerderij die werkzaam is op een kinderboerderij kan doorstromen naar een functie als beheerder. Ook kan de dierverzorger kinderboerderij gaan werken als dierverzorger in een dierentuin of dierenpark en daar doorgroeien in de functie van manager of leidinggevende. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 6 1.4 Trends en innovaties Hieronder worden enkele, voor het in dit beroepscompetentieprofiel beschreven beroep relevante, ontwikkelingen beschreven. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, ontwikkelingen in wetgeving en overheidsregulering en ontwikkelingen in de beroepsuitoefening zelf. Arbeidsmarkt Er is een tendens binnen de bedrijven en instellingen waar recreatiedieren gehouden worden, dat zakelijkheid en professionaliteit een steeds grotere rol spelen. Dit heeft zijn weerslag op de voorlichting en de activiteiten gericht op de klanten en/of het publiek en op de bedrijfsvoering in het algemeen. Het beeld t.a.v. de financiering van kinderboerderijen is wisselend. Sommige gemeenten investeren veel in de kwaliteit van de kinderboerderij, anderen zoeken andere vormen van beheer (bijvoorbeeld een combinatie met een zorginstelling: de therapeutische functie van deze kinderboerderijen wordt daarmee versterkt. Medewerkers op een kinderboerderij kunnen te maken krijgen met werkzaamheden op het gebied van klein onderhoud en reparatie. De kwaliteit van de individuele kinderboerderij is sterk afhankelijk van het beheer. Veel beheerders zijn in deze functie gegroeid vanuit de functie van dierverzorger. Van de tegenwoordige beheerders worden veel meer competenties gevraagd op het gebied van beleidsontwikkeling, financiën, management, personeelszorg en gastheerschap. Hier moet de komende jaren een slag gemaakt gaan worden. In de totale sector wordt veel gewerkt door en met vrijwilligers, ook is er veel aandacht voor mensen die arbeid verrichten in het kader van reïntegratie danwel therapeutische arbeid (werklozen, verstandelijk- en arbeidsgehandicapten, jongeren in een traject). Wetgeving en regelgeving Arbeidsmarktgegevens zijn te vinden op de website www.Aequor.nl Op de betrokken bedrijven is een grote en diverse wet- en regelgeving van toepassing. Zonder uitputtend te zijn, kunnen genoemd worden: de hygiënecode, milieuwetgeving (hinderwetvergunning), wet op speelvoorzieningen (voor kinderboerderijen met speeltuinvoorziening) en regelgeving ten aanzien van de veiligheid. Verder zijn zeer belangrijk de gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de diergeneesmiddelenwet. Wanneer er ook sprake is van het fokken van dieren en/of verkoop dierproducten, dan is de betreffende wetgeving ook van toepassing (milieu-eisen en voedselveiligheid). Wanneer er producten van eigen bedrijf of voedingsmiddelen worden verkocht heeft het bedrijf ook te maken met de warenwet. In het keurmerk kinderboerderijen is de relevante wet- en regelgeving voor kinderboerderijen te vinden. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 7 Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening Technologische ontwikkelingen: Bij de huisvesting van dieren wordt steeds meer gestreefd naar een natuurlijkere leefomgeving. Administratie is een belangrijk onderdeel geworden van de werkzaamheden, dit gebeurt vaak geautomatiseerd. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen: Gedragsverrijking bij dieren krijgt binnen de dierverzorging steeds meer aandacht. De wensen van klanten en bezoekers krijgen in toenemende mate aandacht, omdat de bedrijven en instellingen daar hun bestaansrecht vandaan halen. Anderzijds zal dat moeten passen binnen de doelstelling met betrekking tot het welzijn van de dieren. Daarnaast wordt steeds meer aandacht besteed aan fokprogramma’s voor zeldzame en bedreigde diersoorten, bij onder andere dierenparken en kinderboerderijen. Kinderboerderijen worden centra van samenkomst in de wijk. Dit speelt vooral in verstedelijkte gebieden waar de kinderboerderijen als groene plekken de integratie van allochtonen in de multiculturele samenleving kunnen bevorderen en waar de sociale cohesie van de wijk vergroot kan worden. Op een groeiend aantal kinderboerderijen worden vaak enkele soorten Oudhollandse landbouwhuisdieren gehouden in het kader van instandhouding van de Agrobiodiversiteit. Kinderboerderijen hebben voor de komende jaren de kwaliteitsverhoging hoog op de agenda staan. Dit gebeurt door het verlenen van keurmerken. Het keurmerk ‘Prima voor elkaar’ maakt duidelijk dat de betreffende kinderboerderij niet alleen voldoet aan de relevantie wet- en regelgeving, maar ook aantoonbaar aandacht besteedt aan onder andere diergezondheid en dierenwelzijn, personeelszorg, vakbekwaamheid en kwaliteitszorg. Steeds meer kinderboerderijen werken met een beleidsplan; er zijn groter budgetten voor kinderboerderijen. Inkomstenwerving blijft een belangrijk item. Kinderboerderijen gaan steeds meer samenwerkingsbanden aan met partners die activiteiten uitvoeren die een relatie hebben met de kinderboerderijen, zoals BSO, dierenbescherming en welzijnsorganisaties. Door deze samenwerking wordt de kwaliteit van de activiteiten verhoogd en de uitstraling vergroot. Internationale ontwikkelingen Samenwerking en uitwisseling tussenkinderboerderijen in Europa wordt gestimuleerd door de European Federation of City Farms (EFCF) Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 8 2 Overzicht van kerntaken en werkprocessen in het beroep In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen die kenmerkend zijn voor het beroep. Onder een kerntaak wordt verstaan: een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Het betreft een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar omvang, tijdsbeslag, frequentie en/of belang. Onder een werkproces wordt verstaan: een afgebakend geheel van beroepsactiviteiten binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt herkend in de beroepspraktijk. Kerntaak Werkproces Kerntaak 1 Voert en verzorgt dieren 1.1 Voert recreatiedieren 1.2 Verzorgt recreatiedieren 1.3 Monitort recreatiedieren 1.4 Registreert en rapporteert Kerntaak 2 Begeleidt voortplanting 2.1 Begeleidt voortplanting 2.2 Begeleidt geboorteproces 2.3 Registreert en rapporteert Kerntaak 3 Verzorgt leef- en werkomgeving 3.1 Richt leefruimtenin 3.2 Reinigt en ontsmet 3.3 Onderhoudt leef- en werkomgeving Kerntaak 4 Verricht publieksgerichte activiteiten 4.1 Geeft informatie en voorlichting 4.2 Organiseert publieksgerichte activiteiten en voert deze uit 4.3 Instrueert en begeleidt zorgvragers, stagiairs en vrijwilligers op vaktechnisch gebied Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 9 3 Beschrijving van de kerntaken In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit beroepscompetentieprofiel beschreven. Daarnaast worden in de rechterkolom de werkprocessen benoemd en de resultaten die een werkproces moet opleveren. 3.1. Kerntaak 1: Voert en verzorgt dieren Kerntaak 1 Voert en verzorgt dieren De dierverzorger kinderboerderij verzorgt de voer- en watervoorziening voor het bedrijf. Hij zorgt dat de dieren voldoende voermiddelen krijgen, tevens voor de juiste werking van voerapparatuur en watervoorziening. De medewerker kinderboerderij zorgt hierbij ook voor de juiste voermiddelen en een op de dieren afgestemd voerschema. De dierverzorger kinderboerderij signaleert na het voeren of de voedselopname goed verloopt. Werkprocessen bij kerntaak 1 1.1 Voert recreatiedieren De benodigde hoeveelheid voer met de gewenste kwaliteit is tijdig beschikbaar. De dieren krijgen voldoende water en voer. De voer- en watervoorziening dragen bij aan de gewenste conditie van de dieren. De dierverzorger kinderboerderij verzorgt het exterieur van recreatiedieren. Hij voert de benodigde verzorgingswerkzaamheden uit, controleert de conditie van (groepen) dieren en is daarbij alert op afwijkingen en ziekten. 1.2 Verzorgt recreatiedieren De dieren zijn in gewenste conditie en vertonen natuurlijk gedrag. Ze zijn rustig, goed hanteerbaar en worden op ethisch verantwoorde wijze verzorgd. Hij gaat op correcte wijze met de dieren om, weet de dieren goed te hanteren en probeert het gedrag van de dieren te verrijken daar waar nodig en mogelijk. Indien nodig schakelt hij tijdig een deskundige in en assisteert deze. 1.3 Monitort recreatiedieren Eventueel aanwezige afwijkingen en/of ziekten zijn in een vroeg stadium geconstateerd en werkzaamheden kunnen hierop worden aangepast. Daarnaast registreert hij de uitgevoerde werkzaamheden en rapporteert erover aan zijn leidinggevende opdat deze erop kan sturen. 1.4. Registreert en rapporteert. Gegevens omtrent verzorging en voedselopname zijn vastgelegd. Toelichting: De dierverzorger kinderboerderij voert de voer- en watervoorziening op een adequate manier uit, zodat deze de productie, groei en conditie van de dieren positief stimuleren. Hij houdt rekening met het voeradvies, de conditie van de dieren, het productiestadium en het eetgedrag van de dieren. Ook speelt de beschikbaarheid, samenstelling, kwaliteit en prijs een rol bij het bepalen van voermiddelen. In het kader van ketenkwaliteit dient de herkomst van het voer bekend te zijn. Belangrijk onderdeel is het rapporteren/registreren van de voer- en watervoorziening en de opname door de dieren. De dierverzorger kinderboerderij voert de verzorging, zodanig uit dat de dieren qua exterieur en gezondheid in optimale conditie verkeren. Omdat het om recreatiedieren gaat, waar men te maken heeft met bezoekers en klanten, zijn eisen t.a.v. hygiëne en netheid vaak hoger gelegd dan strikt noodzakelijk vanuit het oogpunt van de dieren. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 10 Bij het verzorgen moet de dierverzorger kinderboerderij steeds de afweging maken of het nodig is dat een deskundige wordt ingeschakeld, zoals de dierenarts en de klauwverzorger. In voorkomende gevallen assisteert hij deze. Bij het hanteren van de dieren is de dierverzorger kinderboerderij alert op dierenwelzijn en werkt hij volgens procedures en voorschriften. Het gebruikersdoel van de dieren is van invloed op de wijze waarop met de dieren moet worden omgegaan, hoe ze gehanteerd moeten worden en de aard van de gedragsverrijking. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 11 3.2. Kerntaak 2: Begeleidt voortplanting Kerntaak 2 Begeleidt voortplanting De dierverzorger kinderboerderij stelt o.b.v. het opgestelde fokplan vast welke ouderparen moeten worden gecombineerd. Hij bepaalt het juiste moment voor bevruchting en creëert de optimale omstandigheden. Hij regelt de werkzaamheden en assisteert bij handelingen betreffende vruchtbaarheid en voortplanting. In voorkomende gevallen assisteert hij bij de kunstmatige inseminatie. Hij controleert of de bevruchting succesvol is verlopen en controleert daarna het moederdier regelmatig. De dierverzorger kinderboerderij richt de geboorteomgeving in en helpt indien nodig bij de geboorte. Hij verzorgt het moederdier en de nakomeling(en). Gegevens omtrent de voortplanting worden door hem geregistreerd en gerapporteerd aan zijn leidinggevende. Toelichting: Het begeleiden van de voortplanting bij recreatiedieren dient te geschieden volgens het fokplan een wordt gekenmerkt door het maken van afwegingen t.a.v. fokdoel, fokmethode en het tijdstip. Afwijkingen aan de dieren of hun omgeving kunnen om een aangepaste aanpak vragen. De gezondheid en/of levenskansen van moederdier en nakomeling(en) worden mede bepaald door de keuzes die de dierverzorger kinderboerderij maakt. Werkprocessen bij kerntaak 2 2. 1 Begeleidt voortplanting Afwijkingen bij het voortplantingsproces zijn tijdig gesignaleerd. Optimale omstandigheden bij het voortplantingsproces zijn gecreëerd. 2.2 Begeleidt geboorteproces Optimaal verlopen geboorteproces. Optimaal verzorgde nakomeling(en) en moederdier. Optimale geboorteomgeving. 2.3. Registreert en rapporteert Gegevens rondom voortplanting, vruchtbaarheid en inseminatie zijn geregistreerd en bekend bij de leidinggevende. De dierverzorger kinderboerderij werkt bij het begeleiden van de voortplanting van recreatiedieren samen met zijn leidinggevende en in voorkomende gevallen met collega’s. Hij assisteert deskundigen met betrekking tot vruchtbaarheid, voortplanting en gezondheidszorg, zoals de dierenarts en de inseminator. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 12 3.3. Kerntaak 3: Verzorgt leef- en werkomgeving Kerntaak 3 Verzorgt leef- en werkomgeving De dierverzorger kinderboerderij zorgt voor een hygiënische omgeving binnen het bedrijf. Hij zorgt voor een adequate inrichting en onderhoud van de leefruimten en de (werk)omgeving. Werkprocessen bij kerntaak 3 3.1 Richt leefruimten in De leefruimten zijn optimaal afgestemd op de dieren en passend bij het bedrijf De dierverzorger kinderboerderij reinigt en ontsmet ruimten, materialen, apparatuur en vervoermiddelen, en verwijdert mest- en afvalstoffen. Hij zorgt voor een goede persoonlijke hygiëne. In voorkomende gevallen neemt hij extra maatregelen, al dan niet in overleg met de leidinggevende. 3.2 Reinigt en ontsmet De ruimten, apparatuur, materialen en vervoermiddelen zijn hygiënisch. (Verspreiding) van ziekten wordt voorkomen. Toelichting: Van de dierverzorger kinderboerderij wordt verwacht dat hij de verzorging van de leef- en werkomgeving zodanig uitvoert dat deze in optimale staat verkeert en aan procedures met betrekking tot hygiëne, veiligheid, gezondheid, dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden, milieu en kwaliteit voldoet. Hij werkt binnen grenzen van wet- en regelgeving. 3.3 Onderhoudt leef- en werkomgeving De gebouwen en terreinen zijn representatief. hygiënisch en veilig. Ook de verzorging en aankleding van de omgeving hoort daarbij. Dit kan zowel binnen- als buitenverblijven, erf als omgeving betreffen. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 13 3.4. Kerntaak 4: Verricht publieksgerichte activiteiten Kerntaak 4: Verricht publieksgerichte activiteiten De dierverzorger kinderboerderij verstrekt op een klantvriendelijke wijze informatie en geeft voorlichting als vorm van dienstverlening naar bezoekers en klanten. Dit kan als doel hebben de dieren, cq de organisatie of het bedrijf onder de aandacht van de doelgroep te brengen. In samenwerking met de leidinggevende is de dierverzorger kinderboerderij betrokken bij het organiseren en uitvoeren van publieksgerichte activiteiten of evenementen. De dierverzorger kinderboerderij begeleidt, daar waar de instelling of het bedrijf ook een educatieve, sociaalculturele en/of therapeutische functie heeft, diverse doelgroepen bij hun werkzaamheden op de kinderboerderij. Dit betreft zeer uiteenlopende doelgroepen met verschillende benadering. Te onderscheiden in (meewerkend) publiek, excursiegroepen, vrijwilligers, stagiairs, zorgvragers (cliënten uit de zorg), reintegranten/ taakgestraften (bv. bureau Halt, Raad van kinderbescherming) Werkprocessen bij kerntaak 4 4.1 Geeft informatie en voorlichting Resultaat: bezoekers en/of klanten zijn deskundig geïnformeerd en op enthousiaste wijze te woord gestaan. De informatievoorziening en voorlichting is afgestemd op de bezoekers/klanten. 4.2 Organiseert publieksgerichte activiteiten en voert deze uit Resultaat: evenementen en activiteiten verlopen optimaal en zijn afgestemd op de doelgroep. De klanttevredenheid over de evenementen / activiteiten is goed 4.3 Instrueert en begeleidt zorgvragers, stagiairs en vrijwilligers op vaktechnisch gebied Resultaat: Zorgvragers , stagiairs en vrijwilligers weten welke taken ze moeten uitvoeren en hoe deze uitgevoerd moeten worden. Toelichting: De mate van uitvoering van publieksgerichte activiteiten is afhankelijk van de aard, grootte en functie van de instelling. De inbreng van de dierverzorger kinderboerderij kan beperkt zijn en puur uitvoerende werkzaamheden betreffen. Het kan ook mogelijk zijn dat er een groot beroep wordt gedaan op de creativiteit en de organisatorische, voorlichtende vaardigheden van deze medewerker. Bij de publieksgerichte activiteiten dient de dierverzorger kinderboerderij verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van veiligheid van mens en dier en dierenwelzijn. Wat de begeleiding van genoemde doelgroepen betreft; het gaat met name om inhoudelijke aspecten van de werkzaamheden en de praktische uitvoering ervan. De verantwoordelijkheid voor de verdeling van de werkzaamheden, coaching en voortgang ligt bij de beheerder van de kinderboerderij. Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 14 Totaal overzicht competenties dierverzorger kinderboerderij 4 In de proces-competentiematrix wordt per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze kerntaak. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matrix. 4.1 Proces-competentiematrix Voert en verzorgt dieren Competenties Kerntaak 1 Voert en verzorgt dieren X Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Plannen en organiseren Registreert en rapporteert Leren 1.4 Creëren en innoveren X Onderzoeken X Analyseren Monitort recreatiedieren Formuleren en rapporteren 1.3 Presenteren X Overtuigen en beïnvloeden X Relaties bouwen en netwerken Aandacht en begrip tonen Verzorgt recreatiedieren Ethisch en integer handelen Begeleiden Samenwerken en overleggen Aansturen X Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commercieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan X Beslissen en activiteiten initiëren X X Omgaan met verandering en aanpassen X 1.2 X Instructies en procedures opvolgen Materialen en middelen inzetten X X Kwaliteit leveren Vakdeskundigheid toepassen X X 15 Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 X Werkprocessen X X Voert recreatiedieren Q D X X 1.1 Y X W V U T S P R O M N J L I K H G F C E B A 4.2 Proces-competentiematrix Begeleidt voortplanting Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commercieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Materialen en middelen inzetten Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Overtuigen en beïnvloeden Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerken en overleggen Aandacht en begrip tonen Begeleiden Registreert en rapporteert Aansturen 2.3 16 Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 X X Begeleidt geboorteproces X X X X 2.2 X X X X Begeleidt voortplanting J Beslissen en activiteiten initiëren Werkprocessen Y X W V U T S R Q P O M N L I K H G F E D C B A X 2.1 Competenties Kerntaak 2 Begeleidt voortplanting 4.3 Proces-competentiematrix Verzorgt leef- en werkomgeving Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commercieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Leren Plannen en organiseren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Materialen en middelen inzetten Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Overtuigen en beïnvloeden Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Begeleiden Onderhoudt werk- en leefomgeving Aansturen 3.3 17 Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 X X Reinigt en ontsmet X X X 3.2 X X X X Richt leefruimten in J D Beslissen en activiteiten initiëren Werkprocessen Y X W V U T S R P Q O M N L I K H G F C E B A X 3.1 Competenties Kerntaak 3 Verzorgt leefen werkomgeving 4.4 Proces-competentiematrix Verricht publieksgerichte activiteiten Bedrijfsmatig handelen Ondernemend en commercieel handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Leren Plannen en organiseren Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Materialen en middelen inzetten Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Overtuigen en beïnvloeden Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Begeleiden Instrueert en begeleidt zorgvragers, stagiairs en vrijwilligers op vaktechnisch gebied Aansturen 4.3 18 Dierverzorger kinderboerderij, maart 2010 X Organiseert publieksgerichte activiteiten en voert deze uit X 4.2 X X X X X X X X Q J D Beslissen en activiteiten initiëren Werkprocessen Y X W V U T S P R O M N L I K H G F C E B A X Geeft informatie en voorlichting X 4.1 Competenties Kerntaak 4 Verricht publieksgerichte activiteiten