Een machtsbalans tussen projectmanagement en lijnmanagement Politiek en projecten Door het bestaan van belangen is politiek gedrag een vast onderdeel van organisaties. Inzicht in politiek gedrag, hoe het leidt tot macht en welke invloeden een projectmanager daarin kan uitoefenen, kan bijdragen aan de kwaliteit van een projectresultaat. In dit artikel, wat een samenvatting is van een uitgebreide whitepaper en gebaseerd op onze eigen praktijkervaring bij meerdere organisaties, richten we ons op de menselijke verhouding tussen de projectmanager en lijnmanagers en hoe macht en politiek gedrag projectresultaten kunnen beïnvloeden. M enselijke verhoudingen beïnvloeden alle vormen van samenwerking binnen organisaties. Zo ook de samenwerking tussen projectmanagement en lijnmanagement. Vanwege de (soms vele) tegengestelde belangen tussen projectmanagement en lijnmanagement wordt veelvuldig onderhandeld over het project. Deze onderhandelingen worden beïnvloed door diverse factoren, waaronder macht. Een scheve machtsverhouding tussen de twee partijen leidt in onze optiek tot een suboptimaal projectresultaat. Voor een optimaal projectresultaat is het in ogenschouw nemen van een machtsbalans een belangrijke taak voor de projectmanager. Dit artikel is geschreven voor die projectmanager, die inzicht wil hebben in politieke processen en de mate waarin macht van invloed is op het projectresultaat. Wij presenteren hiervoor een toolkit van waaruit de projectmanager de machtsbalans tussen lijn en project kan beoordelen en beïnvloeden. Hoe vaker de projectmanager met dit bijltje heeft gehakt, hoe vaardiger hij de onderstaande instrumenten zal weten te hanteren. auteurs Barend Klickermann Eugene Kuis ([email protected]) is werkzaam ([email protected]) is werkzaam bij Twynstra Gudde. bij Twynstra Gudde. 26 IPMA Projectie Magazine | 03-2012 Voorbeelden van politiek gedrag Voorbeeld 1 De informaliteit van formele beslissingen In een releaseoverleg wordt de inhoud van een release van een IT systeem bepaald. De projectmanager maakt het verslag, wat in de stuurgroep wordt goedgekeurd. De IT-manager geeft later in de wandelgangen te kennen dat het verslag onvoldoende de besluitvorming van het overleg weergeeft. Gevolg is dat projectmedewerkers, die door het project zijn ingehuurd bij de IT-afdeling, twijfelen over de taken die ze moeten uitvoeren. Pas na een overleg tussen projectmanager en IT-manager is de onrust weggenomen. Voorbeeld 2 Manage je omgeving Een uitvoeringsorganisatie krijgt van een ministerie de opdracht een regeling uit te voeren. De regeling vraagt samenwerking met diverse ketenpartners. Een ketenpartner blijft weerstand bieden en wil zich niet conformeren aan de projectplanning. Later blijkt dat de ketenpartner afzonderlijk afspraken heeft gemaakt met het ministerie. Vaak is het niet voldoende om alleen het belang van stakeholders te inventariseren. De wijze waarop ze dit willen bereiken is evenzeer van belang. In dit geval heeft dit inzicht geleid tot druk van bovenaf en gesprekken met de ketenpartner waardoor de weerstand werd doorbroken. Een overeengekomen planning was het resultaat. Voorbeeld 3 Vooraf distantiëren van projectresultaten Binnen een organisatie worden tijdens stuurgroepoverleggen de nog op te leveren resultaten besproken. Een van deze resultaten is een lessons learned onderzoek. Hiervoor zijn diverse sleutelfiguren uit de organisatie geïnterviewd. De voorzitter van de stuurgroep is geïnterviewd, maar heeft nog geen resultaten uit het onderzoek gezien. De voorzitter geeft aan weinig vertrouwen in het onderzoek te hebben en zich niet al te veel van het uiteindelijke onderzoek aan te trekken. Door oog te hebben voor zijn belangen heeft de projectmanager aanpassingen doorgevoerd, die hebben geleid tot een acceptabel compromis voor de voorzitter en de projectmanager. Dit politiek gedrag bestempelen wij niet als negatief. In Afbeelding 1: conflictdashboard sommige gevallen zijn het heel slimme zetten om risico’s te voorkomen of te komen tot haalbare oplossingen. Voor een project kan politiek gedrag lastig zijn omdat projectprincipes, zoals afspraak is afspraak of transparantie haaks kunnen staan op principes van politiek gedrag, bijvoorbeeld het verborgen houden van motieven of bewust verkeerde informatie verspreiden. Politiek, macht en conflicten De Caluwe en Vermaak (2006) benoemen kenmerken van organisaties waaruit politiek gedrag voortkomt zoals pocketveto (medewerkers geven aan het eens te zijn met hun baas maar in de praktijk voeren ze andere zaken uit) of de informele organisatie (processen en gedragingen die niet formeel zijn gepland). Pinto (2000) beschrijft drie redenen waarom juist een projectmanager met politiek te maken krijgt: •projecten bestaan buiten de traditionele lijn waardoor over alle resources onderhandeld moet worden •veel projectmanagers hebben geen stabiele basis van macht en dienen andere manieren van het uitoefenen van invloed zich eigen te maken •projectmanagers hebben vaak niet de autoriteit om formeel hun projectmedewerkers te beoordelen waardoor projectmedewerkers op een andere manier beïnvloed moeten worden. Het verkrijgen van macht vraagt om het bedrijven van politiek. Volgens Pinto (2000) is politiek gedrag een proces waarin individuen en/of groepen macht zoeken, verkrijgen en vasthouden. De uitkomst van dit politiek gedrag is gerealiseerde macht. Diegene die de gerealiseerde macht heeft, heeft de mogelijkheid tot het uitvoeren van een activiteit, die het projectresultaat beïnvloed. Door het kunnen beïnvloeden van het projectresultaat hangt macht automatisch samen met weerstand en daaruit voortvloeiende conflicten. Een conflict is volgens Lingsma en Boers (2009) een interactie tussen actoren, waarbij tenminste een van de actoren onverenigbaar verschilt in waarnemen, denken, voorstelling, voelen of willen van een andere actor, zodanig dat hij in de verwerkelijking van zijn doelstellingen wordt belemmerd. Het is belangrijk dat een projectmanager conflicten weet te herkennen, in welke fase deze verkeren en hoe ze te managen. Als basis voor de toolkit hanteren wij onderstaande fasering van conflicten. Bovenstaand schema toont de fasen van conflict. In de escalatiefase willen de partijen niet meer met elkaar communiceren. Voor een projectmanager is het van belang dat hij ervoor zorgt dat conflicten niet in de escalatiefase belanden. Dan is het realiseren van een projectresultaat, gedragen door alle partijen, zonder gezichtsverlies haast onmogelijk. Politiek gedreven projectmanagers zijn sterren in het herkennen en benoemen van signalen die leiden tot conflicten. Ook weten zij conflicten te hanteren zolang dit ten dienste staat van het te behalen projectresultaat. Wij adviseren dat de projectmanager zich bekwaamt in politiek gedrag. Dit komt ten goede aan de machtsbalans tussen project en lijn. Balans in de macht Volgens ons zijn conflicten gezond. Ze kunnen leiden tot innovatie. Ze horen nu eenmaal bij samenwerking en ze kunnen de betrokkenen helpen om elkaars positie ten opzichte van een onderwerp expliciet te krijgen. Het vermijden van een conflict leidt tot een vermindering van macht. De relatie tussen macht en conflicten wordt vaak zichtbaar in de stuurgroep, de politieke arena waar formele en informele macht bij elkaar komen en waar door het politieke spel van (her)bevestigen van macht de richting van het project wordt bepaald. Hier kan inzicht in machtsverhoudingen tussen de stuurgroepleden worden opgedaan. De projectmanager kan hiervoor de volgende stappen uitvoeren: •houd bij hoeveel voorstellen (met impact) van ieder stuurgroeplid wel/niet worden geaccordeerd •houd bij hoeveel voorstellen (met impact) van ieder stuurgroeplid worden uitgevoerd (niet geaccordeerde voorstellen kunnen alsnog uitgevoerd worden en andersom). > 03-2012 | IPMA Projectie Magazine 27 Afbeelding 2: posities van macht > De machtspositie van de individuele stuurgroepleden en de projectmanager kunnen worden geplot in de volgende grafiek: A: De persoonlijke macht is groot: veel voorstellen met impact worden aangenomen en de conflicten die daaruit voortkomen kunnen worden gehanteerd omdat ze niet verder leiden dan de relationele fase. Let op, te veel groei in macht leidt tevens tot groei in weerstand en zal daarom tot meer conflicten leiden die steeds minder te hanteren zijn. B: De voorstellen die worden gedaan, worden nog steeds aangenomen. Echter leiden deze tot conflicten die erg moeilijk gehanteerd kunnen worden. Omdat de conflicten zich bevinden in de escalatiefase is de macht ook niet meer voldoende om met de weerstand om te gaan. C: Niet alle voorstellen worden aangenomen, maar de projectmanager speelt een duidelijke rol in de stuurgroep. Conflicten kunnen tot in de emotionele fase doorlopen (maar dat hoeft niet). D: In dit geval is sprake van weinig macht. Weinig tot geen voorstellen worden aangenomen en de conflicten die ontstaan, gaan niet verder dan de relationele fase. Het conflict leidt tot negeren. E: Dit is een probleemsituatie. Niet alleen worden geen voorstellen aangenomen, de conflicten escaleren op zo’n manier dat het niet mogelijk is om met elkaar in gesprek te blijven. De relatie loopt de kans flink beschadigd te raken. De mate van macht is geen statisch gegeven. De machtspositie van de projectmanager kan stijgen of dalen. Wij beschrijven een aantal bewegingen: •De groei van A naar B is alleen geoorloofd in een crisissituatie. Ondanks mogelijke conflicten dient het projectresultaat zo snel mogelijk behaald te worden. •Van A naar C zien wij als een standaardweg om draagvlak te creëren. De machtige (vaak externe) projectmanager geeft op beheerste wijze ruimte aan de eigen organisatie. •Van A naar D is een machtsvermindering. De projectmanager verliest macht. •Van C naar A: de projectmanager groeit in zijn macht en moet hier prudent mee omgaan. •Iedere vorm van beweging naar machtspositie E is funest voor de projectmanager. Wij spreken van een machtsbalans indien de macht van de projectmanager ergens tussen C en A inzit. Om dat te bereiken beschikt de projectmanager over een toolkit. Binnen de toolkit wordt een onderscheid gemaakt tussen indicatieve (niet beïnvloedbare) factoren en beïnvloedbare factoren. Toepassing van het model in de praktijk Indien de projectmanager de volgende stappen periodiek doorloopt (en eerlijk naar zijn eigen rol of invloed kan kijken) kan het helpen om het politieke proces en daar uitkomende macht bij te laten dragen aan een goed projectresultaat. Stap 1: breng bestaande machtsverhoudingen in kaart: Gebruik hiervoor de analyses zoals beschreven. Stap 2: breng van iedere indicatieve of beïnvloedbare factor in kaart wat de invloed van die factor is op de machtbalans. Vaak is dit een inschatting. Stap 3: bepaal een interventie op die factoren die de meeste invloed hebben op de machtsbalans. Stap 4: meet het resultaat. Is er een verschuiving merkbaar in de machtsbalans en is die verschuiving verklaarbaar door de interventie van de projectmanager? Stap 5: doe een nameting op de invloed van de beïnvloedbare factoren op de machtsbalans. De mate van invloed kan namelijk veranderd zijn door de interventie die in stap 3 is uitgevoerd. Nadat een projectmanager deze stappen een aantal keren heeft doorlopen worden vanzelf die factoren zichtbaar die er toe doen, binnen de organisatie en het betreffende project. De te selecteren interventies zijn erg afhankelijk van de projectmanager of de organisatie waar het project draait. In onderstaand schema geven wij een aantal voorbeelden < Literatuurverwijzing: Caluwe en Vermaak (2006): Leren Veranderen, een handboek voor de veranderkundige, Kluwer Lingsma, Boers(2009): Help ik coach conflicten, Multi Media Coach BV Utrecht Pinto (2000): Understanding the rol of politics in successful project management, International Journal of Project Management, 18, 85-91 Afbeelding 3: factoren van machtsbalans Niet Beïnvloedbare Indicatieve factor Type project Aard van de organisatie Volwassenheid van de organisatie Omschrijving De mate waarin het projectresultaat van belang is voor de organisatie is een indicator voor de macht die wordt gezocht om de richting van het project te kunnen beïnvloeden Centralisatie van macht in de top van een organisatie, toename van onzekerheid en ambiguïteit, of een projectresultaat met veel invloed op het topniveau leidt tot een toename van politiek gedrag Gebrek aan formaliteit leidt tot onzekerheid wat politiek gedrag in de hand helpt. Bij weinig ervaring met projectmatig werken bestaat de kans dat politiek gedrag toeneemt. Beïnvloedbare factor Kennis en informatie Omschrijving Macht naar projectmanager Kennis en informatie leveren macht Zorg dat kennis opgebouwd wordt en op stel deze ten toon (bij voorkeur in de stuurgroep) Macht naar lijnmanager Verstuur kennis naar lijnmanagers die ondersteund moeten worden ten gunste van een machtsbalans Kom achter de ‘ware’ belangen van de Neem de betreffende ketenpartners en hoe ze deze belangen lijnmanager mee naar willen realiseren. Laat de kennis van ketenpartijen. Geeft deze de ketenpartners gelden in de communica- ruimte om een relatie op te tie met lijnmanagers bouwen Bij het oprekken van gedragsrepertoire is Neem een ondersteunende het belangrijk dat stijl variëteit niet leidt houding aan richting de tot verliezen van authenticiteit. betreffende lijnmanager(s) Informeel relatie aangaan op het niveau De lijnmanager ondersteunen boven de opdrachtgever. in het voorbespreken van voorstellen met de leidinggevende (opdrachtgever) Projectmanager behartigt belangen van De projectmanager behartigt stakeholders en claimt het succes hierin de belangen van de stakeholders en de lijnmanager claimt het succes hierin Externe omgeving Samenwerking met externe partijen (bijvoorbeeld ketenpartners) is vatbaar voor (intern) politiek gedrag. Aard van de projectmanager Is de projectmanager een haai of een hond (vriend van iedereen) Formele positie van de projectmanager Gesteund door de opdrachtgever kan de projectmanager macht ontlenen aan zijn positie Belangen van stakeholders Breng de belangen en rollen van stakeholders in kaart. 03-2012 | IPMA Projectie Magazine 29