1 Functioneren als jongere in onze huidige maatschappij. Een evidentie? Peter Adriaenssens Dat het de laatste tijd wel eens grondig durft fout te lopen met het gedrag van sommige jongeren, staat buiten kijf. De vraag naar het waarom daarvan houdt ons allen bezig, en iedereen wil daar liefst meteen een antwoord op. Hoe kijkt u terug op het voorbije decennium? Kijkt u ook machteloos toe hoe het de verkeerde kant uitgaat? Zijn we dan echt fout bezig? En als dat het geval is, wat pakken we dan beter op een andere manier aan? Is jeugddelinquentie een onbegrijpelijk en ongrijpbaar fenomeen, gewoon een zoveelste vorm van criminaliteit, of is het ook een uitdaging? Zal het probleem van gedragsmoeilijke jongeren ons de ogen openen en uiteindelijk - paradoxaal genoeg - leiden tot het begin van een oplossing? Zullen lastpakken ons terug op de sporen zetten door ons te verplichten na te denken over en te streven naar een evenwichtiger balans tussen wat kan en wat niet kan in onze maatschappij? Moeten we niet dringend op zoek naar een plaats voor ‘de grens’ in het leven? Kan jeugddelinquentie de oorlogsverklaring zijn aan de vele euvelen die onze samenleving ‘rijk’ is? Verwenning, materialisme (het draait altijd opnieuw rond bezit), emoties (de angst als overwoekerende kracht en drijfveer van het handelen), narcisme (blijf van mijn spullen af, maar wat je met die van een ander doet is mijn zaak niet), racisme, (kans)armoede, gezinsgeweld, verwaarlozing van de strijd tegen druggebruik (dagelijks halen tweeduizend Belgen hun genotsmiddelen in Nederlandse coffeeshops net over de grens), nieuw analfabetisme (drie kwart van de kinderen in Antwerpen en Brussel leest Nederlands in het vijfde leerjaar op het niveau van het tweede leerjaar en dat laten we zo)… Vele vragen waarop we het antwoord schuldig blijven. En ondertussen zijn we met zijn allen meesters geworden in het doorschuiven van de hete aardappel en zijn we geneigd de handdoek in de ring te gooien: meer en meer ouders verwachten dat het onderwijs hun kinderen opvoedt; het onderwijs is boos op ouders die uitmunten in laksheid en in geval van onaangepast gedrag vaak zonder meer de kant kiezen van hun kind; ouders 2 en leraren zijn samen boos op de minister, en die is dan op zijn beurt weer boos op de kiezer die zijn investeringen in onderwijs niet beloont. We worden geconfronteerd met het verlies aan ethiek in de praktijk en de overwoekering van ‘ethiek’ in regeltjes wat het steeds makkelijker maakt ze niet in praktijk te moeten omzetten – wetten maken is nu eenmaal makkelijker dan regeren, niet? Kortom: durven we nadenken over de groeiende groep jongeren bij wie het misloopt? Durven we hen verantwoordelijk te stellen voor hun gedrag? Maar vooral: durven we dat zonder de vragen over ons eigen aandeel in die verantwoordelijkheid te ontlopen? Door die ‘lastpakken’ ontstaat er een redelijk blind beleid, we weten het niet zo goed en daarom proberen we maar wat. De ene vraagt meer camera’s, de andere zegt dat het dringend tijd wordt dat we weer strenger optreden. Het pleidooi dat ik hou is er één van ‘vasthouden’. Dat we de jongeren niet mogen laten schieten. Letterlijk en figuurlijk. We moeten goed kijken en luisteren naar deze groep en de signalen die ze uitzenden, want hun gedrag zegt ook iets over deze tijd, het confronteert ons met onze tekorten. We mogen echter niet de fout maken alle jongeren met probleemgedrag over dezelfde kam te scheren. Ten dele zitten er jongeren in die groep die eigenlijk ten onrechte te veel op hun donder krijgen, die kansarm zijn, die integratiemoeilijkheden hebben, die vaak de boodschap van de samenleving krijgen ‘jij hoort er niet meer bij’. De kwetsbaren. Ja, zij verkopen last, en neen, dat gedrag is niet goed te keuren, maar het is misschien soms wel ergens te begrijpen. Misschien moeten we hen zelfs dankbaar zijn, want hun gedrag is een teken aan de wand, zij willen ons iets duidelijk maken. Zij zijn eigenlijk een lijdende groep, die ons door hun gedrag waarschuwen dat er boodschappen zijn die we missen. Het is aan de samenleving om dat signaal op te pikken en er beter zicht op te krijgen, zodat we er ook iets kunnen aan doen, zonder hen een slachtoffercultuur op te dringen of hen te gaan bepamperen. Anderzijds worden we geconfronteerd met lastpakken die rotverwend zijn, die een groot ego hebben, die eigenlijk niet meer geleerd hebben dat je ook met frustraties moet leren leven, die niet meer beseffen dat niet alles naar hun zin kan zijn en dat ze niet alles naar hun hand kunnen zetten. Betere kennis van de neurobiologie van de ontwikkeling gecombineerd met de ontwikkelingspsychologie helpt ons probleemgedrag te begrijpen, en aanwijzingen te krijgen voor de benadering. Er valt wat te doen op niveau van onderwijs, samenhang van volwassenen, en positief trainen van sociaal 3 gedrag van jongeren. Jongeren leren luisteren is een ontwikkelingstaak die blijkbaar meer terug in de aandacht moet geplaatst worden, in evenwicht met communicatie en aanmoedigende aandacht. Peter Adriaenssens Peter Adriaenssens, Laat ze niet schieten. Een plaats voor de grens in het leven van jongeren. Lannoo, 2010.