Visie op onderwijs Metawerk jaar 3 Hogeschool van Amsterdam 2e graad bevoegdheid docent Consumptieve Technieken DOO-EH3DA Docent: R. Ruijken 21 oktober 2013 Edward Collin: 500646069 1. Inhoud Inleiding ............................................................................................................................................ 2 Hoofdstuk 1 De maatschappelijke functie en het doel van onderwijs ..................................................... 3 §1.1 De maatschappelijke functie van het onderwijs ....................................................................... 3 §1.2 Wat is het doel van onderwijs? ................................................................................................ 4 Hoofdstuk 2 Het onderwijs in mijn vakgebied......................................................................................... 5 Dienst verlening en Commercie .............................................................................................................. 5 §2.1 De essentie van het intersectorale programma ....................................................................... 5 §2.2 Wat betekent intersectoraal voor de leerling? ......................................................................... 5 §2.3 Wat betekent intersectoraal voor mij als docent? .................................................................... 5 Hoofdstuk 3 Leren en lesgeven ............................................................................................................... 6 §3.1 Hoe leren leerlingen? ............................................................................................................... 6 §3.2 Wat betekent dat voor mij als docent? .................................................................................... 6 Hoofdstuk 4 De docent als opvoeder en kennisoverdrager .................................................................... 7 §4.1 Mijn rol als docent .................................................................................................................... 7 §4.2 Normen en waarden die ik wil meegeven aan de leerlingen ................................................... 8 Nawoord ........................................................................................................................................... 9 Bibliografie ............................................................................................................................................. 10 1 Inleiding Voor u ligt het document waarin ik mijn onderwijsvisie heb beschreven. Deze onderwijsvisie is geschreven in het kader van mijn opleiding 2e graads docent Consumptieve technieken aan de Hogeschool van Amsterdam. Deze visie is geschreven voor een deelname aan bekwaamheidsproef 2. Ik wil u graag informeren hoe ik als docent kijk op de functie van het onderwijs op school. Mijn naam is Edward Collin. In februari 2011 ben ik begonnen als docent Consumptieve technieken op de François Vatelschool in Den Haag. Het werk doe ik met veel plezier en inzet. Ik ben positief ingesteld en ambitieus. Sinds het schooljaar 2013-2014 ben ik werkzaam als docent koken op de Wolfert Pro school te Bergschenhoek. Op deze twee VMBO scholen heb ik de laatste drie jaar verschillende ervaringen op gedaan, gereflecteerd met mijn mentor en feedback gekregen. Bij competentie 7 wordt er een beschrijving gegeven dat elke student moet werken aan een eigen beroepsidentiteit. Door het beschrijven van mijn onderwijsvisie wil ik deze vorm geven. Aan de hand van de vier hieronder beschreven aspecten beschrijf ik in mijn onderwijs visie. De maatschappelijke functie van onderwijs Het schoolvak Leren en lesgeven De docent als opvoeder en kennisoverdrager De hierboven genoemde aspecten zijn verdeeld en uitgewerkt in hoofdstukken en paragrafen. In elk hoofdstuk wordt mijn mening of ervaring als docent over deze aspecten kenbaar gemaakt. Bij de beschrijving van mijn visie houd ik rekening met het onderwijsleerconcept, het organisatieconcept en maak ik gebruik van literatuur. De literatuur is vermeld in de bronvermelding. 2 Hoofdstuk 1 De maatschappelijke functie en het doel van onderwijs §1.1 De maatschappelijke functie van het onderwijs In deze paragraaf beschrijf ik de maatschappelijke functie van het onderwijs. Bovendien maak ik inzichtelijk welke maatschappelijke taken ik als docent dagelijks meemaak in de klas. Het onderwijs kan door de overheid worden ingezet voor maatschappelijke doelen tijdens projecten of als lesonderwerp. Tevens wordt er voorlichting gegeven over gezonde voeding, loverboys, roken, drugs of seksuele voorlichting om zo de maatschappelijke problemen aan te pakken. De onderwijsraad ondersteunt om de regie van de maatschappelijke taken zo veel mogelijk door de scholen te laten uitvoeren. (Onderwijsraad 2012)(Maatschappelijke taken van het onderwijs) Dit brengt mij tot de mening dat een school wel de verantwoording heeft goed na te denken over haar maatschappelijke functie. Zij heeft de verantwoordelijkheid een goede afweging hierin te maken en aan welke onderwerpen er deel genomen wordt. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de overheid en de school samen een actieve rol spelen in de hierboven beschreven maatschappelijke problematiek. Op deze wijze kan het welzijn van de leerling beschermd worden en de leerling zo goed mogelijk voorbereid worden voor een rol in de maatschappij. Wat betekent het voor mij als docent? Dagelijks heb ik tijdens mijn werkzaamheden als docent regelmatig te maken met maatschappelijke taken. Het gaat hier om uiteenlopende maatschappelijke taken en verwachtingen die op mij afkomen in de klas en die niet tot de traditionele onderwijstaken behoren. Dagelijks op mijn werk ben ik bezig met het “opvoeden” van leerlingen en ben ik beschikbaar voor een probleem van een leerling. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het bijbrengen van normen en waarden en attitudes of het ondersteunen bij identiteitsvorming. Ik houdt rekening met de niveau verschillen tussen leerlingen. Daarnaast houd ik rekening met leerlingen die een leer en/of gedragsproblemen hebben. Volgens TNS NIPO (2008) vindt de meerderheid van docenten van zichzelf dat zij de hierboven vermelde taken zal moeten oppakken. Mijn mening wat een school moet uitdragen Ik ben van mening dat het onderwijs ingezet kan worden voor maatschappelijke doelen, zoals het opvoeden, bijbrengen van normen en waarden en attitudes, maar wel tot een bepaalde grens. Ik vind het belangrijk dat een leerling met een probleem of een leer of gedragsstoornis goede hulp krijgt maar dan van de juiste instanties die hiervoor aangewezen zijn. Ik ben van mening dat een docent in eerste instantie les moet geven en de ”echte” zorg aan experts over moet laten, zij zijn hiervoor immers opgeleid. Op die manier kunnen de juiste “wegen” bewandeld worden voor de juiste oplossing voor de leerling. Ik zie mezelf meer als begeleider die de leerlingen verschillende middelen aanreikt zodat de leerling zich kan ontplooien en zo zijn talent kan ontdekken. 3 Ik wil graag de volgende uitspraak gebruiken; “Hoe meer zorg een school aanbiedt, hoe groter de vraag is”. Hoe meer zorg en ondersteuning je biedt, hoe meer problemen de docent kan oplossen. Dit kost enorm veel tijd. Een school zal over zijn maatschappelijke taak, bewust en zorgvuldig na moet denken en in welke mate zij deze taken willen oppakken. van der Wolf (2007) beschrijft, dat hoe meer leerlingenzorg je aanbiedt, dit tot meer problemen leidt. In dit boek staat de onderwijsleersituatie centraal. Met name hoe leraren denken en handelen in bepaalde situaties. In het boek wordt de visie, houding, overtuigingen en gevoelens ten opzichte van gedragsproblemen beschreven en wat de strategieën zijn om zo gedragsproblemen te voorkomen en te beperken. §1.2 Wat is het doel van onderwijs? In deze paragraaf beschrijf ik het doel en functies van het onderwijs. Tevens beschrijf ik het doel van de Wolfert Pro school . In eerste instantie heeft een school drie basisfuncties. Het bijdragen aan de persoonsvorming van de leerlingen als deel van hun opvoeding. Het bijdragen aan de vorming in maatschappelijke en culturele zin, ter voorbereiding op deelname aan de samenleving. Er voor zorgen dat een leerling wordt voorbereidt op vervolgonderwijs of een toekomstig beroep. Het doel van het onderwijs is gericht op het overbrengen van kennis, vaardigheden en attitudes met vooraf vastgelegde doelen. De scholen mogen hun eigen doelen en visie kenbaar maken met de daarbij horende beleid en het onderwijs programma. Dit is vastgelegd in artikel 23 van de grondwet. Elke school heeft het recht volgens artikel 23 van de grondwet de vrijheid van onderwijs en de financiële gelijkstelling tussen openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs uit te voeren. Grondwetsartikel 23 geeft burgers de vrijheid een school te stichten op basis van hun levensvisie. (Wetten Rijksoverheid, 2013). Het doel van het onderwijs van de Wolfert PRO school De Wolfert Pro school te Bergschenhoek waar ik werkzaam ben, heeft als doelstelling kwaliteitsonderwijs aan te bieden in een rijke, internationaal georiënteerde leeromgeving voor actieve, nieuwsgierige en betrokken leerlingen. Het doel om leerlingen te helpen om op te groeien tot zelfstandige, kritische en sociaal ingestelde mensen, gesteund door het vertrouwen van betrokken ouders of verzorgers. Bovendien is het bereiken van een goede aansluiting op het vervolgonderwijs ( internationaal gericht ) een belangrijk doel door tweetalig onderwijs (schoolgids Wolfert Pro). Het onderwijs bij de Wolfert van Borselen scholengroep is daarnaast in hoge mate vaardigheidsgericht. Samenwerken en zelfstandig leren vormen daarbij de rode draad. De Wolfert PRO school streeft ernaar om op termijn ruim 30% van de lessen in het Engels te verzorgen, waarbij ook begrippen als wereldburgerschap en internationalisering een grote rol spelen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het onderwijsprogramma. Lessen in orde (Lessen in orde 2013). 4 Hoofdstuk 2 Het onderwijs in mijn vakgebied koken binnen Dienst verlening en Commercie §2.1 De essentie van het intersectorale programma Bij Wolfert Pro wordt de richting Dienstverlening en Commercie aangeboden binnen het intersectorale programma. Hieronder is het Consumptieve vak koken ingedeeld (Stichting Platforms VMBO, 2013). De leerlingen werken veel aan praktijksituaties op verschillende gebieden. Ze gaan naar bedrijven toe om zich breed te oriënteren. Op de Wolfert Pro school wordt er voor het consumptieve vak alleen koken gegeven. De eerste twee jaar volgen de leerlingen allemaal hetzelfde lesprogramma in de onderbouw, daarna wordt er een keuze gemaakt uit de basis beroeps, de kader beroepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg. Alle derde en vierde jaars leerlingen hebben 4 uur per week het beroepsgerichte vak. Er wordt gewerkt met kerndoelen, die gericht zijn op een examenprogramma.. Dit wordt in een PTA vastgelegd. (Programma toetsing en afsluiting ). Dit bestaat uit een stuk theorie en een praktijkdeel. Deze twee cijfers worden bij elkaar opgeteld en het gemiddelde is het eindcijfer. §2.2 Wat betekent intersectoraal voor de leerling? Een voordeel voor de leerlingen die nog niet weten welke studierichting ze gaan volgen is dat er breed georiënteerd kan worden. Vanuit literatuur (VMBO in perspectief) wordt het “pyramide” model beschreven. De leerlingen kunnen zich breed oriënteren op diverse vakgebieden binnen alle sectoren op het vmbo hierdoor wordt de overstap naar het MBO niet zo groot. De leerling kan een bewuste, gerichte loopbaankeuze maken. Daarnaast kan de leerling inzicht krijgen in het beroep, de nieuwe ontwikkelingen hierin en zijn eigen mogelijkheden. De leerlingen op de Wolfert PRO school worden ondersteunt via loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). (LOB en Studiesucces 2013). Bovendien kan de leerling zo ervaringen opdoen in verschillende beroepssituaties. §2.3 Wat betekent intersectoraal voor mij als docent? Enerzijds biedt het intersectorale programma voor mij als docent weinig uitdaging en vakverdieping. Je bent wel met je vak bezig maar het is een klein onderdeel van het geheel. Anderzijds is het voor mij een uitdaging om met weinig budget per leerling iets leuks met ze te maken en ze zelfstandig te kunnen laten werken. Het budget op de François Vatelschool was hoger per leerling zodat je meer kon doen. De specifieke vaardigheden en de leerstof zijn voor de leerling bij het intersectorale programma erg algemeen. Dit brengt mij tot de mening dat er volgens het “punaise” model, de beroepswens, gewerkt kan worden. Hier wordt met de leerling een begin gemaakt met het aanleren van specifieke vaardigheden en kennisinhoud zodat er vanuit hier wordt gewerkt aan bredere competentie vaardigheden, zodat ze meer specifieke kennis en vaardigheden bezitten als ze de school verlaten. (VMBO in perspectief 2013) 5 Hoofdstuk 3 Leren en lesgeven §3.1 Hoe leren leerlingen? In hoofdstuk 1 wordt het bijdragen aan de persoonsvorming van de leerlingen als deel van hun opvoeding genoemd als basisfunctie van het onderwijs vermeld. Leerlingen ontwikkelen in de adolescentie een eigen identiteit. Dat doen ze in voortdurende interactie met hun sociale omgeving. Ze hebben veel vragen die gaan over hun persoonsvorming. (Van der Wal, J.(2011). Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding) Bovendien vermeld de hersenstichting (2008) dat een leerling in zijn puberteit zijn identiteit ontwikkelt aan de hand van wat anderen van hem vinden of ver hem denken. Dagelijks ondervind ik in mijn les dat leerlingen elkaar veel te vertellen hebben over diverse persoonlijke onderwerpen. Wie ben ik? Wat kan ik nu eigenlijk? Wat wil ik gaan doen, wat vind ik leuk? Bovendien vragen de leerlingen zich af hoe ze de lesstof kunnen leren en onthouden. Volgens (Carpenter, Pashler& Cepeda (2009) kun je de leerlingen meerdere keren kort classicaal met dezelfde lesstof laten oefenen, hoe meer je de herhalingen van de stof spreidt, des te beter kunnen ze het onthouden. Bij het vak theorie koken begin ik met het doornemen van de vaktermen die ze bij de week daarvoor aan bod zijn geweest. Na deze herhaling wordt er een reeks nieuwe woorden geïntroduceerd. Daarnaast geef ik nog huiswerk mee over de lesstof van enkele weken daarvoor. Om dit te kunnen bereiken maak ik gebruik het boek Lessen in orde, van Peter Teitler.( Lessen in orde 2013). In het boek wordt beschreven hoe de klas structuur krijgt. Er worden afspraken gemaakt het over leef regels van de school en over maatregelen als de regels geschonden worden. Zo biedt dit structuur voor de leerlingen zodat zij kunnen leren. Bovendien wordt er beschreven dat het doel van de les duidelijk wordt besproken met behulp van het bord en het geven van een instructie met behulp van een instructietafel. Dee Instructie moet duidelijk en interactief moet zijn. Daarnaast zal het tijdens de instructie van de docent stil moeten zijn. §3.2 Wat betekent dat voor mij als docent? Uit eigen ervaring weet ik als docent dat leefregels de basis is voor een goede leeromgeving. Naar mijn mening is het essentieel om bij een instructie een instructietafel te gebruiken zodat de leerlingen kunnen zien hoe ze een opdracht moeten uitvoeren en wat het eindresultaat moet worden. Bovendien vind ik het belangrijk dat de leerlingen vragen stellen zodat er een goede interactie ontstaat met de leerling. Daarnaast is het voor mij van groot belang dat de leerlingen stil zijn anders komt de informatie niet aan. Tenslotte schrijf ik alle informatie die nodig is om de leertaak uit te voeren en hoeveel tijd ze hebben om de opdracht uit te voeren. Zo biedt dit structuur voor de leerlingen en voor mij sociale veiligheid. Vanuit literatuur (Ebbens.S & Ettekoven.S (2009) weet ik dat leerlingen leren door zelf succes te ervaren. De docent zal de goede aspecten tijdens de uitvoering van een taak moeten benoemen. Tijdens de uitvoering van de leertaak spreek ik leerlingen individueel aan op hun prestaties dat uiteindelijk een stimulans geeft om met inzet aan een opdracht te werken. Aan het einde van de les geef een cijfer en geef ik feedback. 6 Hoofdstuk 4 De docent als opvoeder en kennisoverdrager §4.1 Mijn rol als docent In deze paragraaf geef ik mijn mening en rol als docent en kennisoverdrager. Volgens de cursus ( Leermeester SVH) motiveer je een leerling door middel van positieve feedback. Tijdens het geven van feedback aan de leerling verpak ik de negatieve boodschap tussen twee positieve punten dit is naar mijn mening vele malen effectiever dan het benadrukken van de foute punten. Mijn visie is daarom dat de docent een goede coach, begeleider en sparringpartner moet zijn voor de leerlingen. Hij stoomt als het ware de leerling klaar voor het MBO en de maatschappij. De leerling zal echter zelf de stappen moeten zetten. Voordat de leerlingen aan de opdracht beginnen geef ik aan hoeveel tijd ze hiervoor hebben en wat ik van hen verwacht als ze klaar zijn. Dit geeft structuur en duidelijkheid aan de leerling en ik loop volgens een vast patroon rond door het lokaal. Ik beloon gewenst gedrag zoals een goede werkhouding en inzet. Ik vind een prettig leef- en leerklimaat heel belangrijk in mijn klas. De leerlingen moeten zich veilig kunnen voelen in de klas. Tevens betekent dit voor mij sociale veiligheid. Het is ook altijd mijn streven omdat te bereiken. Echter het doel van mijn les is het kennis geven van het vak koken. Alles wat in de les gebeurt moet te maken hebben met het vak koken. De focus ligt hierbij op twee gebieden; Ten eerste is dat het koken en de theorie hierbij. Dus puur het aanleren (van)vakjargon en de vak begrippen. Ten tweede is dat het aanleren van een goede werkhouding en inzet. Anderzijds eis ik van mijn leerlingen dat er geen andere dingen gebeuren in de les dan zaken die met koken te maken hebben. Ik juich het aan elkaar helpen en uitleggen van de stof toe. Op die manier motiveren de leerlingen elkaar. Volgens Witteman (2008) hangt de motivatie van leerlingen af van de omgeving waarin de leerling leert en of anderen hem stimuleren. Hierin is erkenning en waardering geven aan de leerling belangrijk en activeert dit de motivatie. Vanuit mijn dagelijks werk als docent weet ik dat een leerling soms persoonlijke aandacht nodig heeft. Dit doe ik door ze positief te benaderen en complimentjes te geven als het goed gaat maar ook niet ondersteunen als het de leerling moeite heeft de opdracht uit te voeren. Door goed naar een leerling luisteren of een gesprekje te voeren, stimuleer ik de leerling in de goede richting. Dit motiveert de leerling. Vanuit de motivatie kan de leerling zijn talent ontdekken. Een gesprek met de leerling doe ik met behulp van het boek “In gesprek met de leerling”. ( Konig, A. )(1995). 7 §4.2 Normen en waarden die ik wil meegeven aan de leerlingen Ik stel leerlingen verantwoordelijk voor hun houding. Indien een leerling ongewenst gedrag vertoont in de les en zich niet houdt aan de leef regels, gebruik van de gesprekinterventies uit het boek, In gesprek met de leerling. ( Konig, A.1995). Bovendien gebruik ik een escalatieladder. Volgens Friedrich Glasl ( 2007) zijn er basismethoden en technieken voor behandeling van sociale conflicten. Hij beschrijft hoe je kan omgaan met conflicten en hoe je deze benaderd.. Daarnaast maak ik ook gebruik van het voorspelbaar gedrag.( Lessen in Orde 2013). Dit houd in dat een leerling weet indien een leerling een gedragsregel overtreed wat voor consequentie daaraan vastzit. Ik hou dus orde op ongewenst gedrag. Het moet dus voor de leerlingen duidelijk zijn dat ze zelfstandig met koken bezig zijn en niet met andere zaken. Volgens het Ministerie van Onderwijs is het doel van onderwijs om leerlingen zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bij te brengen. ( Ministerie van onderwijs). Ik vind het belangrijk dat mijn leerlingen leren om te gaan met verantwoordelijkheid. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het maken van hun werk. Ik streef er naar leerlingen zelfstandigheid aan te leren. Zij moeten eerst zelf leren denken voor dat ze het aan de docent vragen. 8 Nawoord Twee maanden geleden ben ik begonnen met het schrijven van mijn onderwijsvisie. Het was voor mij een enorme uitdaging en erg interessant om met onderwerp visie aan de slag te gaan. Met verschillende bronnen en informatie is het uiteindelijk gelukt. Na het schrijven van mijn onderwijsvisie heb ik nu een goed inzicht wat een visie inhoud. De visie van de Wolfert PRO school waar ik werkzaam ben en mijn eigen visie komen soms niet overeen met elkaar. Ik merk dat ik soms nog te diep inga op de leerstof terwijl dat niet nodig is. Ondanks dat ik nog niet zo lang bij de organisatie werk heb ik het wel erg naar mijn zin en heb ik aardig mijn plek gevonden. Bovendien heb ik leuke collega’s. De leerlingen zijn blij dat ze sommige gerechten nog nooit gemaakt hebben. Ondanks dat het wel eens lastig is, om met weinig materiaal en geld iets leuks te maken haal ik voldoening uit het feit dat ik een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en de persoonlijke groei van een leerling en zo dus aan de maatschappij. De voldoening geeft mij het warme gelukzalige gevoel dat mijn leven betekenis heeft. Ik vind lesgeven dus waardevol. Waardevol genoeg om iedere dag daar weer de energie voor te vinden. Door mijn onderzoek heb ik veel geleerd over hoe leerlingen leren. Het is belangrijk om met de leerlingen te communiceren en feedback te vragen. Daarnaast is het essentieel dat een docent reflecteert met collega’s. Hierdoor kan ieder het beste uit zich zelf halen. Succes maak je samen! Met vriendelijke groet, Edward Collin 9 Bibliografie Wolfert Pro (2013). www.wolfert.nl. Algemene informatie van de school. Geraadpleegd op 22 september 2013, van http://www.wolfert.nl/ Wolfert Pro (2013). www.wolfert.nl/pro/ Aanvullende schoolinformatie. Geraadpleegd op 24 september 2013, van http://www.wolfert.nl/pro/ Wolfert Pro (2013). www.wolfert.nl.. Informatie intersectorale programma en het schoolplan Geraadpleegd op 29 september 2013, van: http://www.wolfert.nl/ Tns Nipo (2008). Maatschappelijke taken. Geraadpleegd op 22 oktober 2013 van: http://www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/263/documenten/def_rapp_tns_nipo_maatsch appelijke_taken_in_het_onderwijs.pdf Onderwijsraad (2012). Publicaties van het onderwijs. Geraadpleegd op 12 december 2013 van: http://www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/725/documenten/samenvatting-verder-metburgerschap.pdf Wetten Rijksoverheid (2013). Artikel 23 onderwijs. Geraadpleegd op 24 november 2013 van: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vrijheid-van-onderwijs Ebbens.S & Ettekoven.S (2009) Effectief Leren. Groningen: Noordhoff uitgevers Teitler.P (2013) Lessen in orde. Bussum: Coutinho Stichting Platforms VMBO (2013) Eén intersectoraal examenprogramma vmbo, Enschede Roelofs Platform vmbo intersectoraal (2013) Informatie intersectoraal. Opgeroepen op Oktober 10, 2013, van: Platform vmbo intersectoraal: http://www.isvmbo.nl/?page_id=4144 Konig, A. (1995). In Gesprek met de Leerling. Houten: EPN. Van der Wal, J.(2011). Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding: Uitgeverij Coutihno. Hersenstichting Nederland (2008) Puberhersenen in ontwikkeling Zutphen: Drukkerij Tesink JSO (2010) De maatschappelijke taak van het onderwijs in relatie tot het preventief jeugdbeleid, Gouda: JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Onderwijsraad (2008) Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen, Den Haag: Uitgave van de Onderwijsraad Witteman, H. (2008). Hoe motiveer je leerlingen?, [artikel] onderwijs van morgen, ’s-Hertogenbosch: Malmberg 10 Carpenter, S.K., Pashler, H.,& Cepeda, N. J. (2009) Onthouden door herhaling: Toolbox Erasmus Universiteit en Cognitie& Leren groep LOB en Studiesucces (2013). Onderzoek naar de opbrengst van LOB op basis van de Startmonitor 2012-2013 ResearchNed. Geraadpleegd op 1 december 2013 van, http://www.lob-vo.nl/actualiteiten/nieuws/het-effect-van-lob-een-derde-minder-uitval 11