Visie op onderwijs - Portfolio Edward Collin

advertisement
Visie op onderwijs
Metawerk jaar 3
Hogeschool van Amsterdam
2e graad bevoegdheid docent Consumptieve Technieken
DOO-EH3DA
Docent: R. Ruijken
21 oktober 2013
Edward Collin: 500646069
1.
Inhoud
Inleiding ............................................................................................................................................ 2
Hoofdstuk 1 De maatschappelijke functie en het doel van onderwijs ..................................................... 3
§1.1 De maatschappelijke functie van het onderwijs ....................................................................... 3
§1.2 Wat is het doel van onderwijs? ................................................................................................ 4
Hoofdstuk 2 Het onderwijs in mijn vakgebied......................................................................................... 5
Dienst verlening en Commercie .............................................................................................................. 5
§2.1 De essentie van het intersectorale programma ....................................................................... 5
§2.2 Wat betekent intersectoraal voor de leerling? ......................................................................... 5
§2.3 Wat betekent intersectoraal voor mij als docent? .................................................................... 5
Hoofdstuk 3 Leren en lesgeven ............................................................................................................... 6
§3.1 Hoe leren leerlingen? ............................................................................................................... 6
§3.2 Wat betekent dat voor mij als docent? .................................................................................... 6
Hoofdstuk 4 De docent als opvoeder en kennisoverdrager .................................................................... 7
§4.1 Mijn rol als docent .................................................................................................................... 7
§4.2 Normen en waarden die ik wil meegeven aan de leerlingen ................................................... 8
Nawoord ........................................................................................................................................... 9
Bibliografie ............................................................................................................................................. 10
1
Inleiding
Voor u ligt het document waarin ik mijn onderwijsvisie heb beschreven. Deze onderwijsvisie
is geschreven in het kader van mijn opleiding 2e graads docent Consumptieve technieken
aan de Hogeschool van Amsterdam. Deze visie is geschreven voor een deelname aan
bekwaamheidsproef 2. Ik wil u graag informeren hoe ik als docent kijk op de functie van het
onderwijs op school.
Mijn naam is Edward Collin. In februari 2011 ben ik begonnen als docent Consumptieve
technieken op de François Vatelschool in Den Haag. Het werk doe ik met veel plezier en
inzet. Ik ben positief ingesteld en ambitieus. Sinds het schooljaar 2013-2014 ben ik
werkzaam als docent koken op de Wolfert Pro school te Bergschenhoek. Op deze twee
VMBO scholen heb ik de laatste drie jaar verschillende ervaringen op gedaan, gereflecteerd
met mijn mentor en feedback gekregen.
Bij competentie 7 wordt er een beschrijving gegeven dat elke student moet werken aan een
eigen beroepsidentiteit. Door het beschrijven van mijn onderwijsvisie wil ik deze vorm geven.
Aan de hand van de vier hieronder beschreven aspecten beschrijf ik in mijn onderwijs visie.
 De maatschappelijke functie van onderwijs
 Het schoolvak
 Leren en lesgeven
 De docent als opvoeder en kennisoverdrager
De hierboven genoemde aspecten zijn verdeeld en uitgewerkt in hoofdstukken en
paragrafen. In elk hoofdstuk wordt mijn mening of ervaring als docent over deze aspecten
kenbaar gemaakt. Bij de beschrijving van mijn visie houd ik rekening met het
onderwijsleerconcept, het organisatieconcept en maak ik gebruik van literatuur. De literatuur
is vermeld in de bronvermelding.
2
Hoofdstuk 1 De maatschappelijke functie en het doel van onderwijs
§1.1 De maatschappelijke functie van het onderwijs
In deze paragraaf beschrijf ik de maatschappelijke functie van het onderwijs. Bovendien
maak ik inzichtelijk welke maatschappelijke taken ik als docent dagelijks meemaak in de
klas.
Het onderwijs kan door de overheid worden ingezet voor maatschappelijke doelen tijdens
projecten of als lesonderwerp. Tevens wordt er voorlichting gegeven over gezonde voeding,
loverboys, roken, drugs of seksuele voorlichting om zo de maatschappelijke problemen aan
te pakken. De onderwijsraad ondersteunt om de regie van de maatschappelijke taken zo
veel mogelijk door de scholen te laten uitvoeren. (Onderwijsraad 2012)(Maatschappelijke
taken van het onderwijs)
Dit brengt mij tot de mening dat een school wel de verantwoording heeft goed na te denken
over haar maatschappelijke functie. Zij heeft de verantwoordelijkheid een goede afweging
hierin te maken en aan welke onderwerpen er deel genomen wordt. Daarnaast vind ik het
belangrijk dat de overheid en de school samen een actieve rol spelen in de hierboven
beschreven maatschappelijke problematiek. Op deze wijze kan het welzijn van de leerling
beschermd worden en de leerling zo goed mogelijk voorbereid worden voor een rol in de
maatschappij.
Wat betekent het voor mij als docent?
Dagelijks heb ik tijdens mijn werkzaamheden als docent regelmatig te maken met
maatschappelijke taken. Het gaat hier om uiteenlopende maatschappelijke taken en
verwachtingen die op mij afkomen in de klas en die niet tot de traditionele
onderwijstaken behoren. Dagelijks op mijn werk ben ik bezig met het “opvoeden” van
leerlingen en ben ik beschikbaar voor een probleem van een leerling. Dit gebeurt
bijvoorbeeld door het bijbrengen van normen en waarden en attitudes of het ondersteunen
bij identiteitsvorming. Ik houdt rekening met de niveau verschillen tussen leerlingen.
Daarnaast houd ik rekening met leerlingen die een leer en/of gedragsproblemen hebben.
Volgens TNS NIPO (2008) vindt de meerderheid van docenten van zichzelf dat zij de
hierboven vermelde taken zal moeten oppakken.
Mijn mening wat een school moet uitdragen
Ik ben van mening dat het onderwijs ingezet kan worden voor maatschappelijke doelen,
zoals het opvoeden, bijbrengen van normen en waarden en attitudes, maar wel tot een
bepaalde grens. Ik vind het belangrijk dat een leerling met een probleem of een leer of
gedragsstoornis goede hulp krijgt maar dan van de juiste instanties die hiervoor aangewezen
zijn. Ik ben van mening dat een docent in eerste instantie les moet geven en de ”echte” zorg
aan experts over moet laten, zij zijn hiervoor immers opgeleid. Op die manier kunnen de
juiste “wegen” bewandeld worden voor de juiste oplossing voor de leerling. Ik zie mezelf
meer als begeleider die de leerlingen verschillende middelen aanreikt zodat de leerling zich
kan ontplooien en zo zijn talent kan ontdekken.
3
Ik wil graag de volgende uitspraak gebruiken;
“Hoe meer zorg een school aanbiedt, hoe groter de vraag is”.
Hoe meer zorg en ondersteuning je biedt, hoe meer problemen de docent kan oplossen. Dit
kost enorm veel tijd. Een school zal over zijn maatschappelijke taak, bewust en zorgvuldig na
moet denken en in welke mate zij deze taken willen oppakken.
van der Wolf (2007) beschrijft, dat hoe meer leerlingenzorg je aanbiedt, dit tot meer
problemen leidt. In dit boek staat de onderwijsleersituatie centraal. Met name hoe leraren
denken en handelen in bepaalde situaties. In het boek wordt de visie, houding, overtuigingen
en gevoelens ten opzichte van gedragsproblemen beschreven en wat de strategieën zijn om
zo gedragsproblemen te voorkomen en te beperken.
§1.2 Wat is het doel van onderwijs?
In deze paragraaf beschrijf ik het doel en functies van het onderwijs. Tevens beschrijf ik het
doel van de Wolfert Pro school . In eerste instantie heeft een school drie basisfuncties.
 Het bijdragen aan de persoonsvorming van de leerlingen als deel van hun opvoeding.
 Het bijdragen aan de vorming in maatschappelijke en culturele zin, ter voorbereiding
op deelname aan de samenleving.
 Er voor zorgen dat een leerling wordt voorbereidt op vervolgonderwijs of een
toekomstig beroep.
Het doel van het onderwijs is gericht op het overbrengen van kennis, vaardigheden en
attitudes met vooraf vastgelegde doelen. De scholen mogen hun eigen doelen en visie
kenbaar maken met de daarbij horende beleid en het onderwijs programma. Dit is
vastgelegd in artikel 23 van de grondwet. Elke school heeft het recht volgens artikel 23 van
de grondwet de vrijheid van onderwijs en de financiële gelijkstelling tussen openbaar
onderwijs en bijzonder onderwijs uit te voeren. Grondwetsartikel 23 geeft burgers de vrijheid
een school te stichten op basis van hun levensvisie. (Wetten Rijksoverheid, 2013).
Het doel van het onderwijs van de Wolfert PRO school
De Wolfert Pro school te Bergschenhoek waar ik werkzaam ben, heeft als doelstelling
kwaliteitsonderwijs aan te bieden in een rijke, internationaal georiënteerde leeromgeving
voor actieve, nieuwsgierige en betrokken leerlingen. Het doel om leerlingen te helpen om op
te groeien tot zelfstandige, kritische en sociaal ingestelde mensen, gesteund door het
vertrouwen van betrokken ouders of verzorgers. Bovendien is het bereiken van een goede
aansluiting op het vervolgonderwijs ( internationaal gericht ) een belangrijk doel door
tweetalig onderwijs (schoolgids Wolfert Pro).
Het onderwijs bij de Wolfert van Borselen scholengroep is daarnaast in hoge mate
vaardigheidsgericht. Samenwerken en zelfstandig leren vormen daarbij de rode draad. De
Wolfert PRO school streeft ernaar om op termijn ruim 30% van de lessen in het Engels te
verzorgen, waarbij ook begrippen als wereldburgerschap en internationalisering een grote rol
spelen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het onderwijsprogramma. Lessen in orde
(Lessen in orde 2013).
4
Hoofdstuk 2 Het onderwijs in mijn vakgebied koken binnen
Dienst verlening en Commercie
§2.1 De essentie van het intersectorale programma
Bij Wolfert Pro wordt de richting Dienstverlening en Commercie aangeboden binnen het
intersectorale programma. Hieronder is het Consumptieve vak koken ingedeeld (Stichting
Platforms VMBO, 2013). De leerlingen werken veel aan praktijksituaties op verschillende
gebieden. Ze gaan naar bedrijven toe om zich breed te oriënteren. Op de Wolfert Pro school
wordt er voor het consumptieve vak alleen koken gegeven. De eerste twee jaar volgen de
leerlingen allemaal hetzelfde lesprogramma in de onderbouw, daarna wordt er een keuze
gemaakt uit de basis beroeps, de kader beroepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg.
Alle derde en vierde jaars leerlingen hebben 4 uur per week het beroepsgerichte vak. Er
wordt gewerkt met kerndoelen, die gericht zijn op een examenprogramma.. Dit wordt in een
PTA vastgelegd. (Programma toetsing en afsluiting ). Dit bestaat uit een stuk theorie en een
praktijkdeel. Deze twee cijfers worden bij elkaar opgeteld en het gemiddelde is het eindcijfer.
§2.2 Wat betekent intersectoraal voor de leerling?
Een voordeel voor de leerlingen die nog niet weten welke studierichting ze gaan volgen is
dat er breed georiënteerd kan worden. Vanuit literatuur (VMBO in perspectief) wordt het
“pyramide” model beschreven. De leerlingen kunnen zich breed oriënteren op diverse
vakgebieden binnen alle sectoren op het vmbo hierdoor wordt de overstap naar het MBO
niet zo groot. De leerling kan een bewuste, gerichte loopbaankeuze maken. Daarnaast kan
de leerling inzicht krijgen in het beroep, de nieuwe ontwikkelingen hierin en zijn eigen
mogelijkheden. De leerlingen op de Wolfert PRO school worden ondersteunt via
loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). (LOB en Studiesucces 2013). Bovendien kan de
leerling zo ervaringen opdoen in verschillende beroepssituaties.
§2.3 Wat betekent intersectoraal voor mij als docent?
Enerzijds biedt het intersectorale programma voor mij als docent weinig uitdaging en
vakverdieping. Je bent wel met je vak bezig maar het is een klein onderdeel van het geheel.
Anderzijds is het voor mij een uitdaging om met weinig budget per leerling iets leuks met ze
te maken en ze zelfstandig te kunnen laten werken. Het budget op de François Vatelschool
was hoger per leerling zodat je meer kon doen.
De specifieke vaardigheden en de leerstof zijn voor de leerling bij het intersectorale
programma erg algemeen. Dit brengt mij tot de mening dat er volgens het “punaise” model,
de beroepswens, gewerkt kan worden. Hier wordt met de leerling een begin gemaakt met het
aanleren van specifieke vaardigheden en kennisinhoud zodat er vanuit hier wordt gewerkt
aan bredere competentie vaardigheden, zodat ze meer specifieke kennis en vaardigheden
bezitten als ze de school verlaten. (VMBO in perspectief 2013)
5
Hoofdstuk 3 Leren en lesgeven
§3.1 Hoe leren leerlingen?
In hoofdstuk 1 wordt het bijdragen aan de persoonsvorming van de leerlingen als deel van
hun opvoeding genoemd als basisfunctie van het onderwijs vermeld.
Leerlingen ontwikkelen in de adolescentie een eigen identiteit. Dat doen ze in voortdurende
interactie met hun sociale omgeving. Ze hebben veel vragen die gaan over hun
persoonsvorming. (Van der Wal, J.(2011). Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding)
Bovendien vermeld de hersenstichting (2008) dat een leerling in zijn puberteit zijn identiteit
ontwikkelt aan de hand van wat anderen van hem vinden of ver hem denken.
Dagelijks ondervind ik in mijn les dat leerlingen elkaar veel te vertellen hebben over diverse
persoonlijke onderwerpen. Wie ben ik? Wat kan ik nu eigenlijk? Wat wil ik gaan doen, wat
vind ik leuk? Bovendien vragen de leerlingen zich af hoe ze de lesstof kunnen leren en
onthouden.
Volgens (Carpenter, Pashler& Cepeda (2009) kun je de leerlingen meerdere keren kort
classicaal met dezelfde lesstof laten oefenen, hoe meer je de herhalingen van de stof
spreidt, des te beter kunnen ze het onthouden.
Bij het vak theorie koken begin ik met het doornemen van de vaktermen die ze bij de week
daarvoor aan bod zijn geweest. Na deze herhaling wordt er een reeks nieuwe woorden
geïntroduceerd. Daarnaast geef ik nog huiswerk mee over de lesstof van enkele weken
daarvoor. Om dit te kunnen bereiken maak ik gebruik het boek Lessen in orde, van Peter
Teitler.( Lessen in orde 2013).
In het boek wordt beschreven hoe de klas structuur krijgt. Er worden afspraken gemaakt het
over leef regels van de school en over maatregelen als de regels geschonden worden. Zo
biedt dit structuur voor de leerlingen zodat zij kunnen leren. Bovendien wordt er beschreven
dat het doel van de les duidelijk wordt besproken met behulp van het bord en het geven van
een instructie met behulp van een instructietafel. Dee Instructie moet duidelijk en interactief
moet zijn. Daarnaast zal het tijdens de instructie van de docent stil moeten zijn.
§3.2 Wat betekent dat voor mij als docent?
Uit eigen ervaring weet ik als docent dat leefregels de basis is voor een goede leeromgeving.
Naar mijn mening is het essentieel om bij een instructie een instructietafel te gebruiken zodat
de leerlingen kunnen zien hoe ze een opdracht moeten uitvoeren en wat het eindresultaat
moet worden. Bovendien vind ik het belangrijk dat de leerlingen vragen stellen zodat er een
goede interactie ontstaat met de leerling. Daarnaast is het voor mij van groot belang dat de
leerlingen stil zijn anders komt de informatie niet aan. Tenslotte schrijf ik alle informatie die
nodig is om de leertaak uit te voeren en hoeveel tijd ze hebben om de opdracht uit te voeren.
Zo biedt dit structuur voor de leerlingen en voor mij sociale veiligheid.
Vanuit literatuur (Ebbens.S & Ettekoven.S (2009) weet ik dat leerlingen leren door zelf
succes te ervaren. De docent zal de goede aspecten tijdens de uitvoering van een taak
moeten benoemen. Tijdens de uitvoering van de leertaak spreek ik leerlingen individueel aan
op hun prestaties dat uiteindelijk een stimulans geeft om met inzet aan een opdracht te
werken. Aan het einde van de les geef een cijfer en geef ik feedback.
6
Hoofdstuk 4 De docent als opvoeder en kennisoverdrager
§4.1 Mijn rol als docent
In deze paragraaf geef ik mijn mening en rol als docent en kennisoverdrager. Volgens de
cursus ( Leermeester SVH) motiveer je een leerling door middel van positieve feedback.
Tijdens het geven van feedback aan de leerling verpak ik de negatieve boodschap tussen
twee positieve punten dit is naar mijn mening vele malen effectiever dan het benadrukken
van de foute punten. Mijn visie is daarom dat de docent een goede coach, begeleider en
sparringpartner moet zijn voor de leerlingen. Hij stoomt als het ware de leerling klaar voor het
MBO en de maatschappij. De leerling zal echter zelf de stappen moeten zetten.
Voordat de leerlingen aan de opdracht beginnen geef ik aan hoeveel tijd ze hiervoor hebben
en wat ik van hen verwacht als ze klaar zijn. Dit geeft structuur en duidelijkheid aan de
leerling en ik loop volgens een vast patroon rond door het lokaal. Ik beloon gewenst gedrag
zoals een goede werkhouding en inzet.
Ik vind een prettig leef- en leerklimaat heel belangrijk in mijn klas. De leerlingen moeten zich
veilig kunnen voelen in de klas. Tevens betekent dit voor mij sociale veiligheid. Het is ook
altijd mijn streven omdat te bereiken. Echter het doel van mijn les is het kennis geven van
het vak koken. Alles wat in de les gebeurt moet te maken hebben met het vak koken. De
focus ligt hierbij op twee gebieden; Ten eerste is dat het koken en de theorie hierbij. Dus
puur het aanleren (van)vakjargon en de vak begrippen. Ten tweede is dat het aanleren van
een goede werkhouding en inzet. Anderzijds eis ik van mijn leerlingen dat er geen andere
dingen gebeuren in de les dan zaken die met koken te maken hebben. Ik juich het aan elkaar
helpen en uitleggen van de stof toe. Op die manier motiveren de leerlingen elkaar.
Volgens Witteman (2008) hangt de motivatie van leerlingen af van de omgeving waarin de
leerling leert en of anderen hem stimuleren. Hierin is erkenning en waardering geven aan de
leerling belangrijk en activeert dit de motivatie.
Vanuit mijn dagelijks werk als docent weet ik dat een leerling soms persoonlijke aandacht
nodig heeft. Dit doe ik door ze positief te benaderen en complimentjes te geven als het goed
gaat maar ook niet ondersteunen als het de leerling moeite heeft de opdracht uit te voeren.
Door goed naar een leerling luisteren of een gesprekje te voeren, stimuleer ik de leerling in
de goede richting. Dit motiveert de leerling. Vanuit de motivatie kan de leerling zijn talent
ontdekken. Een gesprek met de leerling doe ik met behulp van het boek “In gesprek met de
leerling”. ( Konig, A. )(1995).
7
§4.2 Normen en waarden die ik wil meegeven aan de leerlingen
Ik stel leerlingen verantwoordelijk voor hun houding. Indien een leerling ongewenst gedrag
vertoont in de les en zich niet houdt aan de leef regels, gebruik van de gesprekinterventies
uit het boek, In gesprek met de leerling. ( Konig, A.1995). Bovendien gebruik ik een
escalatieladder. Volgens Friedrich Glasl ( 2007) zijn er basismethoden en technieken voor
behandeling van sociale conflicten. Hij beschrijft hoe je kan omgaan met conflicten en hoe je
deze benaderd.. Daarnaast maak ik ook gebruik van het voorspelbaar gedrag.( Lessen in
Orde 2013). Dit houd in dat een leerling weet indien een leerling een gedragsregel overtreed
wat voor consequentie daaraan vastzit. Ik hou dus orde op ongewenst gedrag. Het moet dus
voor de leerlingen duidelijk zijn dat ze zelfstandig met koken bezig zijn en niet met andere
zaken.
Volgens het Ministerie van Onderwijs is het doel van onderwijs om leerlingen zelfstandigheid
en verantwoordelijkheid bij te brengen. ( Ministerie van onderwijs). Ik vind het belangrijk dat
mijn leerlingen leren om te gaan met verantwoordelijkheid. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor
het maken van hun werk. Ik streef er naar leerlingen zelfstandigheid aan te leren. Zij moeten
eerst zelf leren denken voor dat ze het aan de docent vragen.
8
Nawoord
Twee maanden geleden ben ik begonnen met het schrijven van mijn onderwijsvisie. Het was
voor mij een enorme uitdaging en erg interessant om met onderwerp visie aan de slag te
gaan. Met verschillende bronnen en informatie is het uiteindelijk gelukt.
Na het schrijven van mijn onderwijsvisie heb ik nu een goed inzicht wat een visie inhoud.
De visie van de Wolfert PRO school waar ik werkzaam ben en mijn eigen visie komen soms
niet overeen met elkaar. Ik merk dat ik soms nog te diep inga op de leerstof terwijl dat niet
nodig is. Ondanks dat ik nog niet zo lang bij de organisatie werk heb ik het wel erg naar mijn
zin en heb ik aardig mijn plek gevonden. Bovendien heb ik leuke collega’s. De leerlingen zijn
blij dat ze sommige gerechten nog nooit gemaakt hebben. Ondanks dat het wel eens lastig
is, om met weinig materiaal en geld iets leuks te maken haal ik voldoening uit het feit dat ik
een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en de persoonlijke groei van een leerling en zo
dus aan de maatschappij. De voldoening geeft mij het warme gelukzalige gevoel dat mijn
leven betekenis heeft. Ik vind lesgeven dus waardevol. Waardevol genoeg om iedere dag
daar weer de energie voor te vinden.
Door mijn onderzoek heb ik veel geleerd over hoe leerlingen leren. Het is belangrijk om met
de leerlingen te communiceren en feedback te vragen. Daarnaast is het essentieel dat een
docent reflecteert met collega’s. Hierdoor kan ieder het beste uit zich zelf halen. Succes
maak je samen!
Met vriendelijke groet,
Edward Collin
9
Bibliografie
Wolfert Pro (2013). www.wolfert.nl. Algemene informatie van de school. Geraadpleegd op 22
september 2013, van http://www.wolfert.nl/
Wolfert Pro (2013). www.wolfert.nl/pro/ Aanvullende schoolinformatie. Geraadpleegd op 24
september 2013, van http://www.wolfert.nl/pro/
Wolfert Pro (2013). www.wolfert.nl.. Informatie intersectorale programma en het schoolplan
Geraadpleegd op 29 september 2013, van: http://www.wolfert.nl/
Tns Nipo (2008). Maatschappelijke taken. Geraadpleegd op 22 oktober 2013 van:
http://www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/263/documenten/def_rapp_tns_nipo_maatsch
appelijke_taken_in_het_onderwijs.pdf
Onderwijsraad (2012). Publicaties van het onderwijs. Geraadpleegd op 12 december 2013
van:
http://www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/725/documenten/samenvatting-verder-metburgerschap.pdf
Wetten Rijksoverheid (2013). Artikel 23 onderwijs. Geraadpleegd op 24 november 2013 van:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vrijheid-van-onderwijs
Ebbens.S & Ettekoven.S (2009) Effectief Leren. Groningen: Noordhoff uitgevers
Teitler.P (2013) Lessen in orde. Bussum: Coutinho
Stichting Platforms VMBO (2013) Eén intersectoraal examenprogramma vmbo,
Enschede Roelofs
Platform vmbo intersectoraal (2013) Informatie intersectoraal. Opgeroepen op Oktober 10,
2013, van: Platform vmbo intersectoraal: http://www.isvmbo.nl/?page_id=4144
Konig, A. (1995). In Gesprek met de Leerling. Houten: EPN.
Van der Wal, J.(2011). Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding: Uitgeverij Coutihno.
Hersenstichting Nederland (2008) Puberhersenen in ontwikkeling Zutphen: Drukkerij Tesink
JSO (2010) De maatschappelijke taak van het onderwijs in relatie tot het preventief
jeugdbeleid, Gouda: JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
Onderwijsraad (2008) Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen, Den Haag: Uitgave
van de Onderwijsraad
Witteman, H. (2008). Hoe motiveer je leerlingen?, [artikel] onderwijs van morgen,
’s-Hertogenbosch: Malmberg
10
Carpenter, S.K., Pashler, H.,& Cepeda, N. J. (2009) Onthouden door herhaling: Toolbox
Erasmus Universiteit en Cognitie& Leren groep
LOB en Studiesucces (2013). Onderzoek naar de opbrengst van LOB op basis van de
Startmonitor 2012-2013 ResearchNed. Geraadpleegd op 1 december 2013 van,
http://www.lob-vo.nl/actualiteiten/nieuws/het-effect-van-lob-een-derde-minder-uitval
11
Download