Baby’s en warm weer Baby’s zijn extra gevoelig voor temperatuurschommelingen, omdat zij hun lichaamswarmte nog niet zelf kunnen regelen. Voor baby’s is het met warm weer van belang op een aantal zaken te letten. Hieronder volgen een aantal aandachtspunten: Bij warm weer heeft de baby meer vocht nodig. Controleer of de baby voldoende plast. Bij twijfel contact opnemen met de verloskundige of huisarts. Bij borstvoeding zal de baby zich vaker melden voor een voeding. Als de moeder op verzoek voedt krijgt de baby voldoende vocht en voedingsstoffen binnen. (Een voedende moeder drinkt naar dorst, als haar urine lichtgeel van kleur blijft drinkt ze voldoende.) Bij flesvoeding eventueel, na overleg met de verloskundige, de voeding verdunnen. Let op uitdrogingsverschijnselen: bij twijfel de verloskundige raadplegen 1e stadium: dorst 2e stadium: droge huid, minder plassen 3e stadium: niet meer plassen, reageert minder dan normaal, geen tranen, ingezonken fontanel, verlies van elasticiteit van de huid 4e stadium: shock Leg de baby op een koele plaats, houd de temperatuur van de ruimte waar de baby is in de gaten. (zolders en bovenkamers kunnen gloeiend heet zijn!) Zorg ervoor dat de baby niet op de tocht staat. Is er binnen geen koele plaats, leg de baby dan buiten, altijd in de schaduw. De huid van baby’s is heel gevoelig en beschikt nog niet over alle natuurlijke beschermingsmechanismen. Luchtige kleding is belangrijk, niet meer dan één laag bijvoorbeeld een katoenen luierhemdje en luier. Dek de baby ’s nachts toe met een katoenen lakentje. Je kunt de baby beschermen tegen vliegen en muggen door een laagje vitrage of een klamboe op de wieg of wagen te bevestigen. Liever geen nylon, omdat dit niet ventileert. Zorg dat de klamboe of laagje vitrage strak om het bedje vastzit, zodat de baby er niet bij kan en niet verstrikt kan raken. Strips of spuitbussen ter bestrijding van insecten zijn schadelijk voor de baby. Zorg bij kinderwagens voor voldoende ventilatie door bij windstil weer of binnenshuis de kap omlaag te doen.