Auteur: De Techneut Korte stukjes met algemene kennis over de auto etc. en wat andere onderwerpen. De onderwerpen worden populair technisch behandeld omdat diepgang voor velen als saai wordt ervaren. De onderwerpen worden kort en krachtig uitgelegd zodat men in termen van algemene ontwikkeling over de onderwerpen mee kan praten. Wie vond de auto uit? Anders dan bij zoveel andere ontwikkelingen kan niemand de eer toegekend worden voor de uitvinding van de auto. Hij heeft zijn tegenwoordige staat van perfectie gekregen door het resultaat van vele overgeleverde ideeën in de loop der jaren. Voor zover we weten werd het eerste door een motor aangedreven voertuig in 1769 door een Fransman , Nicolas Cugnot, gebouwd. Het was een logge driewielige wagen met een stoommachine en een enorme ketel. Hij kon 5 km per uur afleggenen moest iedere 30 km van brandstof worden voorzien. In 1789 kreeg een Amerikaan, Oliver Evans genaamd, de eerste vergunningvoor een zelfbestuurbare wagen in de Verenigde Staten. Het was vierwielige wagen voorzien van een scheerad aan de achterkant, dat het mogelijk maakte op land zowel als in het water te rijden. Hij woog 21 ton ! Ook de proefnemingen die gelijktijdig in Engeland werden gedaan, bleken niet erg succesrijk. In het jaar 1830 reden al 26 stoomwagens in de omgeving van Londen. De pret duurde echter niet lang, want deze auto’s met machtige tegenstanders afrekenen. Tenslotte werd in het jaar 1836 een wet uitgevaardigd, dat elke “paardeloze” wagen door een man met een rode vlag moest worden voorafgegaan: de toegelaten maximum snelheid werd castgesteld op 4 km per uur. Je begrijpt best dat in Engeland voorlopig niemand meer interesse voelde om nieuwe verbeteringen aan de auto aan te brengen. Ongeveer 30 jaar later gingen andere mensen door met proefnemingen met stoomwagens voor het gebruik op de wegen. De meeste van hen liepen op stoom, toch reden er enkele elektrische wagens voorzien van grote batterijen. Toen kwamen er in 1880 twee uitvindingen die tot de auto van nu leiden. Een ervan was de ontwikkeling van de benzine motor. De andere was de uitvinding van de pneumatische of met lucht gevulde band. De eerste benzineauto werd door een Duitser, Gottlieb Daimler, in 1887 op de weg gebracht. In de Verenigde Staten bouwden twee broers, Frank en Charles Dureya, in 1892 of 1893 de eerste succesvolle Amerikaanse benzineauto. Hun machine werd als een “paardloos rijtuigje”betiteld. Eigenlijk zijn alle vroege Amerikaanse auto’s als deze rijtuigjes. Niemand deed een poging om een heel ander soort voertuig te ontwerpen. Het enige wat men deed was het plaatsen van een benzine motor in de rijtuigen en een verbindingsriem of ketting om de achterwielen te laten draaien. Alleen toen men de auto’s met succes begon te berijden, werd de aandacht op het comfort en sterkte gericht. De autofabrikanten bemerkten dat de zwakke constructie van de rijtuigjes niet bruikbaar was voor automobielen. Geleidelijk aan begon de normale vorm van de auto te verschijnen, die we nog steeds kennen. De motor werd onder de stoelen verwijderd en naar voren geplaatst. Sterkere wielen vervingen de dunne fiets- en autobanden. Stuurwielen vervingen de “handvaten”. Uiteindelijk werd staal in plaats van hout gebruikt voor een sterker chassis en onze moderne automobiel werd werkelijkheid. De eerste automobielraces in Amerika dateren van het jaar 1893. Overwinnaars waren de gebroeders Dureya met een wagen die zijzelf hadden ontworpen. Zij legden de afstand van 87 kilometer af in 7.25 uur! Wat is benzine? Waarom is benzine zo’n uitstekende brandstof? Het is een vloeistof, zij is licht, zij verandert gemakkelijk in damp en zij gaat gemakkelijk branden. Benzine is een mengsel van koolwaterstoffen: dit betekend dat het bestaat uit koolstof en waterstof. Zoals we gezegd hebben, verandert de vloeibare benzine gemakkelijk in een gas in de cilinder. Als benzine eenmaal tot ontbranding is gebracht brandt zij bijna geheel open laat maar heel weinig afvalstoffen achter. Bij het verbranden geeft zij meer warmte dan dezelfde hoeveelheid van welke ander vloeibare brandstof ook. Waar komt benzine vandaan? Er zijn verscheiden bronnen, maar de voornaamste is de natuurlijke ruwe olie, die men in bekkens onder de grond vindt. Benzine wordt van ruwe olie gescheiden door een proces dat men “destillatie”noemt. De vloeibare olie wordt in grote vaten gebracht en tot ongeveer 200 graden Celsius verhit. Dit is net genoeg om ongeveer een vierde van de olie die de koolwaterstoffen met het laagste kookpunt bevat, in damp te doen overgaan. De damp wordt door buizen geleid die van buiten af gekoeld worden, zodat hij weer vloeibaar wordt (hij condenseert). De destillatie wordt herhaald en de benzine wordt gezuiverd of geraffineerd. De waarde van een benzinesoort hangt af van wat zij presteert; men let erop hoeveel kilometer een auto rijdt, of een vliegtuig vliegt, op één liter bij hoge snelheid. Bij eenvoudige, geraffineerde benzine horen we een bonkend geluid in de motor. Dit komt doordat de ontbranding niet gemakkelijk tot stand komt. Daarom voegt men er dan bepaalde stoffen aan toe om dit geluid weg te nemen. We spreken dan van benzine met een hoog octaangehalte. Tegenwoordig worden steeds betere benzinesoorten met een hoog octaangehalte gemaakt: dit is van belang voor de vliegtuigen, maar ook de auto’s rijden er beter door. Hoe kan een auto op benzine rijden? Tegenwoordig worden auto’s zo gemakkelijk ingericht, dat er heel wat mensen zijn die hun hele leven rijden zonder dat ze eigenlijk weten waaroor hun auto kan rijden. We stoppen gewoon bij een benzinetank, laten de tank vullen en we rijden weer verder. Als er iets misgaat, kan een monteur ons meestal in een wip helpen. Nu weten we allemaal dat de automotor kan draaien door benzine, maar wat gebeurt er precies? Het is niet erg ingewikkeld, dus dat zullen we nu eens nagaan. De benzine komt uit de tank die in de auto zit, naar de motor, met behulp van een pompje dat door de motor in werking wordt gesteld. Eerst komt de benzine in de carburator die op de motor zit. Hier wordt zij goed gemengd met precies de juiste hoeveelheid lucht. Nu hebben we een zeer ontplofbaar mengsel van benzinedamp en lucht. Daarna gaat dit mengsel door een stelsel van buisjes naar de cilinder. In de cilinder bevindt zich een zuiger; deze gaat op en neer en zuigt daardoor de benzine met lucht in de motor. Dit is de eerste slag bij de viertaktmotor. Zodra de zuiger zijn laagste stand heeft bereikt, gaar er een klep dicht, zodat er niets van het mengsel kan ontsnappen. Als de zuiger bij de tweede slag omhooggaat perst hij de gevangen damp samen, waardoor deze nog ontplofbaarder wordt. Precies op het juiste ogenblik, als de zuiger de hoogste stand heeft bereikt , zorgt de bougie voor een elektrische vonk; hierdoor ontploft het gasmengsel. De druk die door de ontploffing wordt veroorzaakt, duwt de zuiger naar beneden; dit is de derde slag. Als de zuiger zijn laagste stand heeft bereikt, gaat er een tweede klep open, waardoor de verbrande gassen kunnen ontsnappen; deze worden er uit gedreven als de zuiger weer omhooggaat; dit is de vierde en laatste slag. De kracht die de auto voorststuwt, is afkomstig van de derde slag; de arbeidsslag. De kracht die de cilinder naar beneden duwt, wordt overgebracht op de krukas; deze gaat draaien en de draaiende drijfas drijft de wielen aan. Wat is diesel? Diesel wordt gemaakt uit aardolie en bestaat uit een mengsel van koolwaterstoffen en enkele additieven (is toevoegingen) om de eigenschappen van de brandstof te verbeteren. Diesel bestaat uit een wat zwaardere fractie van de koolwaterstoffen dan benzine en is daardoor minder vluchtig en heeft een wat hoger energiedichtheid dan benzine. De samenstelling van diesel is in de loop der tijd veranderd en zal door de nieuwe Europese eisen nog verder veranderen. Erg belangrijk is de verlaging van het maximale zwavelgehalte in diesel van 500 mg/kg tot nu 50 mg/kg. Deze verlaging is verplicht in de EU van 2005, doch door een accijnsverlaging op zwavelarme diesel in België heeft deze zwavelhoudende diesel uit de markt geconcurreerd. Zwavelarme diesel reduceert de emissie van roetdeeltjes en maakt het gebruik van katalysatoren en deeltjesfilters in de uitlaat mogelijk. De dieselmotor De mate waarin het benzine/luchtmengsel wordt samengeperst in de cilinder van een verbrandingsmotor noemt men de compressieverhouding. Deze is gelijk aan de verhouding van het cilindervolume wanneer de zuiger in zijn onderste stand staat, en het cilindervolume wanneer hij zijn bovenste stand bereikt. Hoe meer het mengsel wordt samengeperst, des te heter het wordt, zal het mengsel spontaan ontploffen zonder dat er een vonk nodig is om het te ontsteken. Een Duitse ingenieur, Rudolf Diesel, maakte gebruik van deze hoge compressieverhouding in zijn ontwerp voor een motor waarop hij in 1892 octrooi kreeg. Diesel perste lucht zeer sterk samen in een cilinder, waardoor haar temperatuur verhoogd werd. De olie werd vlak voor het eind van de compressieslag in de cilinder verstoven; dit verhoogde de temperatuur van de olie tot haar ontstekingstemperatuur (ca. 540 graden Celcius), zodat zij ontplofte zonder gebruik van een vonk. De vierslagen van een dieselmotor zijn: 1. de aanzuigslag, waarbij zuivere lucht in de cilinder wordt gezogen; 2. de compressieslag, waarbij de lucht tot ongeveer 1/20 van het oorspronkelijke wordt gecomprimeerd en de temperatuur boven 550 graden Celsius wordt bereikt; 3. de arbeidsslag, waarbij de olie in de cilinder wordt verstoven zodat zij ontploft; 4. de uitlaatslag, waarbij de verbrandingsgassen afgevoerd worden uit de cilinder. Diesels eerste motor, gebouwd in 1893, ontplofte en doodde hem bijna, maar in 1897 had hij een geslaagde motor gebouwd die 25 pk leverde. Daar hij tegen een hogere druk bestand moet zijn, is de dieselmotor zwaarder dan de benzinemotor, maar heeft geen elektrisch systeem of carburateur en loopt op voor de benzinemotor onbruikbare zwaardere olie. Het rendement van een motor is gelijk aan de geleverde energie gedeeld door de toegevoegde energie (vermenigvuldigd met 100 om het in een percentage te kunnen uitdrukken). Het rendement van de dieselmotor is 35%, voor de benzinemotor is het ca. 25%. Dieselmotoren worden toegepast in bussen en vele taxi’s. Grote bulldozers hebben 400 pk dieselmotoren, terwijl dieselmotoren in schepen tot 20 000 pk kunnen ontwikkelen. Dieselelektrische motoren, tegenwoordig in gebruik bij sommige spoorwegen, zijn dieselmotoren die een generator aandrijven die op zijn beurt stroom levert aan een elektromotor. Deze opstelling wordt toegepast omdat de dieselmotor het meest rendabel is wanner hij met gelijkmatige snelheid draait. ( denk even aan het nieuwe rijden). Elektromotoren lopen zeer soepel en eisen geen versnellingsbak. Deze combinatie maakt gebruik van de gunstige eigenschappen van beide typen motoren. Primaire verschillen en toerental Waarom is het maximum toerental van een dieselmotor lager dan dat van een benzinemotor? Het toerental van een dieselmotor wordt vooral gelimiteerd door de zwaarte van de constructie van dieselmotoren. De krachten die optreden in een dieselmotor zijn ook veel groter. De kracht die een diesel levert is ook groter, door het principe en is het benodigde toerental normaal ook lager. Het primaire verschil tussen diesel- en benzinemotoren is de ontsteking. De benzinemotor heeft een duwtje nodig in de vorm van een ontsteking en diesel ontsteekt doordat de kritische druk van het mengsel is bereikt en dan ontploft. Wanneer je naar de vermogens opbouw kijkt ligt het maximaal koppel (zeg maar het sterkste punt van de motor) van een diesel op een lager toerental dan bij een benzinemotor. Een bezinemotor wordt (tot een bepaald punt) steeds sterker naarmate je hoger in de toeren komt. Einde Techneut 1.