Tentamen

advertisement
1.
Welke psychologische school is het sterkst beïnvloed door de evolutieleer van Charles Darwin?
a.
b.
c.
d.
2.
functionalisme
structuralisme
behaviorisme
Gestalt psychologie
Wanneer psychologen ontwikkeling toeschrijven aan ‘nature’, dan bedoelen ze
a.
b.
c.
d.
3.
Welke van de onderstaande antwoordmogelijk-heden is geen onderdeel van een neuron?
a.
b.
c.
d.
4.
anaal - oraal- genitaal- latent -fallische
orale - anaal- genitaal- fallisch- latent
oraal - anaal - fallisch - latent - genitaal
noch a noch b noch c
Welke klier van het endocriene systeem speelt een belangrijke rol bij de regulatie van
stemmingen en reacties op stresssituaties?
a.
b.
c.
d.
7.
IQ is een absolute maat, zoals lengte of gewicht
IQ is gekoppeld aan de chronologische leeftijd
intelligentie, zoals gemeten met het IQ, is geen stabiel kenmerk
a, b en c zijn alle juist
Volgens Freud wordt de ontwikkeling van de persoonlijkheid sterk bepaald door een aantal
psycho-seksuele stadia die het kind doorloopt in zijn eerste levensjaren. Ieder stadium wordt
gekenmerkt door een lichaamsdeel dat in de betreffende fase dient als belangrijkste bron van
seksueel genot. In welk van de onderstaande mogelijkheden staan de stadia in de goede
volgorde (van jonger naar ouder)?
a.
b.
c.
d.
6.
synaps
axon
dendriet
celkern
Welke uitspraak m.b.t. het intelligentiequotiënt of IQ is juist?
a.
b.
c.
d.
5.
de moeder-kind binding
erfelijkheid en genen
omgevingsfactoren
evolutionaire selectie
schildklier
alvleesklier
bijnieren
a, b en c zijn alle onjuist
Van welke opvatting over het verband tussen emoties, cognities en gedrag, gaat men (impliciet)
uit in de reclamewereld?
a.
b.
c.
d.
emotie is een bijverschijnsel van gedrag
emoties sturen cognities en gedrag
emoties worden veroorzaakt door cognities
gedrag, emotie en cognitie verlopen parallel
8.
Welke van de onderstaande voorbeelden is een voorbeeld van perceptie?
a.
b.
c.
d.
9.
Als het gaat om een bepaalde taak die mensen uitvoeren, bijvoorbeeld het maken van dit
tentamen, welk van onderstaande factoren vormt dan een stabiele factor voor attributie bij een
verklaring van het resultaat?
a.
b.
c.
d.
10.
de aanleg van de student
de beoordeling door de docent
de inzet van de student
de zaalomstandigheden
Het _____________ zenuwstelsel is betrokken bij ‘fight or flight’ responsen
a.
b.
c.
d.
11.
uiteinden van zenuwen die pijnprikkels doorzenden naar de hersenen
receptieve velden van de retina die reageren op het lichtflikkeringen
haarcellen in het slakkehuis (cochlea) van het oor die reageren op geluidsgolven
herkenning van een gezicht van iemand die familie van je is
sympathische
parasympathische
somatische
episodische
Wertheimer formuleerde een aantal Gestaltwetten voor de waarneming, zoals de nabijheid, de
gelijkvormigheid en de sluiting van elementen. Welke uitspraak over Gestaltwetten is juist?
a. Gestaltwetten hebben betrekking op aangeboren neigingen om de waarneming te
organiseren
b. Gestaltwetten hebben betrekking op organisatieprincipes die men moet aanleren
c. Gestaltwetten hebben uitsluitend betrekking op de visuele waarneming
d. noch a, noch b, noch c
12.
Toen Jackie eens een vraag stelde tijdens de rekenles, kreeg zij een positieve reactie van haar
leraar: de leraar complimenteerde haar met haar slimme vraag en Jackie voelde zich goed over
zichzelf. Vanaf dat moment stelde Jackie veel vaker vragen tijdens de les. Jackie's ervaring is
een voorbeeld van:
a.
b.
c.
d.
13.
In Pavlov’s studie met honden was _________ de geconditioneerde stimulus (CS)
a.
b.
c.
d.
14.
klassieke conditionering
leren uit tweede hand (vicarious learning)
de wet van effect
spontaan herstel
het voedsel
de bel
speekselafscheiding t.g.v. het voedsel
speekselafscheiding t.g.v. de bel
Wat vormt, methodologisch gezien, het grootste probleem bij de meeste intelligentietests?
a.
b.
c.
d.
de betrouwbaarheid
de validiteit
a en b zijn beide juist
a en b zijn beide onjuist
15.
Het type geheugen waarin informatie het kortst wordt opgeslagen heet
a.
b.
c.
d.
16.
het episodisch geheugen
het sensorische geheugen
het korte termijn geheugen
het semantisch geheugen
Wat is volgens Piaget van cruciaal belang voor het leren van symboolsystemen, zoals de taal?
a.
b.
c.
d.
de ontwikkeling van motorische intelligentie
de ontwikkeling van transductief redeneren
het besef van voorwerp-permanentie
het besef van conservatie
17. Welke van de onderstaande symptomen is NIET kenmerkend voor schizofrenie?
a.
b.
c.
d.
18.
meerdere persoonlijkheden
irrationele verwarde gedachten
emotionele afstomping
waanbeelden
Een belangrijk concept uit Carl Jungs persoonlijkheidstheorie is
a.
b.
c.
d.
dat onze persoonlijkheid voornamelijk gebaseerd is op sexuele driften
dat we beschikken over een collectief onderbewuste
dat de persoonlijkheid is terug te voeren op 16 dimensies (source-trekken)
dat de persoonlijkheid kan worden afgeleid uit lichaamsbouw
Welke 3 bewustzijnsstructuren worden door Freud onderscheiden en waarin verschillen zij van elkaar?
Noem en beschrijf kort een projectieve persoonlijkheidstest
Wat houdt de 2-componententheorie van emotie in? Geef een beschrijving van het experiment waarop
Schachter en Singer deze theorie baseerden.
Perceptie is soms meer dan sensatie. Geef hiervan een voorbeeld.
Welke vier bekrachtigingsschema's zijn er volgens Skinner, en geef van elk een voorbeeld uit de praktijk.
Naast psychotherapie kan behandeling van gedragsstoornissen ook plaatsvinden vanuit een biomedische
benadering. Noem 2 biomedische behandelingswijzen.
Wat betreft het lange termijn geheugen (LTG) maken psychologen onderscheid tussen een semantisch en
episodisch geheugen. Leg uit wat beide vormen van LTG inhouden en/of waarin zij van elkaar verschillen.
Wat is het verschil tussen een positieve en negatieve straf. Geef van beide een voorbeeld
Jannie heeft een vogel-fobie. Welk van onderstaande therapiën zal het meest effectief zijn en beschrijf
hoe die therapie er bij Jannie uit zou zien:
* Psycho-analyse
* Implosie therapie
Download