15‐8‐2016 Module 5 Spijsverteringsstelsel 1/18 De evolutie De visser‐verzamelaar ➲ Overleven en eten of gegeten worden ➲ 2.6 miljoen jaar geleden – stenen tijdperk (Paleolithicum) ➲ Geen exclusief dieet, gevarieerd door aanpassing aan omgeving ➲ Wel belangrijk: universele voedingskenmerken (vorm genoom) ➲ Natuurlijke selectie lopen op 2 benen ➲ Zicht werd daardoor belangrijker ➲ Hersenontwikkeling mogelijk door wijziging voedingspatroon, herbivoor naar omnivoor (eiwitten). 2/18 1 15‐8‐2016 Aanpassing ➲ 10.000 Jaar geleden invoering landbouw en veehouderij ➲ Wijziging voedingspatroon (granen en zuivel) ➲ Aanpassen genen ‐ 0,5% in 10.000 jaar ➲ Europa 5.000 – 6.000 jaar geleden ➲ Wereldwijde sterfte honger – 24.000 ➲ Wereldwijde sterfte ondervoeding – 125.000 ➲ Aanpassen genen in de toekomst? 3/18 Lactose tolerantie 4/18 2 15‐8‐2016 Wetenschap ➲ Onderzoek wijst in een verschuiving van herbivoor, naar carnivoor en dus uiteindelijk naar omnivoor ➲ Isotopenonderzoek van fossiele botten indiceert een dieet hoog in eiwitten ➲ Etnografische Atlas laat zien dat 35% van de calorieën afkomstig is uit plantaardige voeding en 65% uit dierlijke ➲ Schijf van 5 en Voedingspiramide: granen, zuivel (450 ml melk en 30 gr. kaas) en weinig tot geen vet! 5/18 Voedingscentrum 250 gram groente 2 porties fruit 4‐5 bruine / volkoren boterhammen 4‐5 opscheplepels volkoren graanproducten of kleine aardappelen 1 portie vis / peulvruchten / vlees 25 gram ongezouten noten 2‐3 porties zuivel 40 gram kaas 40 gram smeer‐ en bereidingsvetten 1,5‐2 liter vocht 6/18 3 15‐8‐2016 De spijsvertering ➲ Mond ➲ Slokdarm ➲ Maag ➲ Lever ➲ Galblaas ➲ Alvleesklier ➲ Darmen: Duodenum Dunne darm Dikke darm. 7/18 De mond ➲ 1 – Oorspeekselklier ➲ 2 – Buisje tussen mond en neus ➲ 3 – Tand ➲ 4 – Tong ➲ 5 – Ondertongspeekselklier ➲ 6 – Onderkaakspeekselklier ➲ Huig en strottenklepje. 8/18 4 15‐8‐2016 De mondfunctie ➲ Kauwen, mechanisch fijn maken van voedsel ➲ Mengen met speeksel (fermentatie m.b.v. enzymen) – amylase ➲ Samenstelling van speeksel wijzigt o.i.v. reuk, smaak en zicht ➲ Aansturing autonoom zenuwstelsel ➲ Speeksel 1 – 2 L per dag ➲ Samenwerking gebit/speeksel/tong ➲ Spijsbal => slikreflex. 9/18 De slokdarm ➲ 1 – Slokdarm (peralstiek) ➲ 2 – Middenrif ➲ 3 – Sluitspiertje tussen de slokdarm en de maag (Cardia Sphincter) ➲ 4 – Maag. 10/18 5 15‐8‐2016 De maag ➲ 1 – Sphincter Cardia (maagingang) ➲ 2 – Fundus (maagkoepel) ➲ 3 – Maagcorpus (maaglichaam) ➲ 4 – Sphincter Pylorus (maagportier) ➲ 5 – Duodenum (12‐vingerige darm). 11/18 De werking van de maag ➲ Positie van de maag in het lichaam ➲ Taak: reservoir, mengen, verdelen ➲ In rust 50 ml – na een maaltijd 1500 ml met een max. van 3L ➲ Spijsbal mengen met maagsap => Chymus ➲ De Sphincter Pylorus bepaalt de snelheid van passeren ➲ Maagslijmvlies produceert: pepsinogeen (pepsine – eiwitten), slijm, maagzuur (HCL – pH 2) en intrinsieke factor( co‐enzym nodig voor opname van vit. B12) ➲ Hoeveelheid maagzuur wordt geregeld door gastrine. 12/18 6 15‐8‐2016 De lever ➲ Positie en uiterlijk van de lever (350 miljard, bijzonder ingewikkelde cel) ➲ Functie: • Buffer/depot – opslag van voedingsstoffen • Detoxificatie – omzetten van afvalstoffen richting nieren/gal • Spijsvertering – Galproductie (vetten) en vit. A ➲ Werking: • Koolhydraten – Glucose (Glycogeen) • Eiwitten – Aminozuren • Vetten – Chylomicronen uit de darmen, ‐remnants, VLDL, IDL, LDL – HDL (apoproteïne) 13/18 De galblaas ➲ Functie en uiterlijk van de galblaas, 7‐ 10 cm ➲ Werking o.i.v. hormonen( cholecystokine en secretine) en samenstelling ➲ Enterohepatische kringloop, ieder galzuurmolecuul wordt ca. 20 x gebruikt ➲ Cholesterol verwijdering op 2 manieren. 14/18 7 15‐8‐2016 De pancreas ➲ Positie van de pancreas ➲ Exocrien en tegelijk endocriene klier ➲ Samenstelling alvleessap, amylase – lipase – trypsine en chymotrypsine ➲ Hormoonleverancier, insuline – glucagon ‐ somatostatine 15/18 De darm Duodenum ➲ Verklaring naam ➲ Toevoer van spijsverteringssappen, galvloeistof en pancreassap ➲ Aanmaak hormonen, cholecystokinine (ledigen galblaas) en secretine (stimuleert aanmaak bicarbonaat). 16/18 8 15‐8‐2016 De darm Dunne darm ➲ 1ste deel: jejenum (nuchtere) – 2e deel ileum (kronkel)opname voedingsstoffen ➲ Lengte ca. 5‐6 meter – darmvlokken (250m2) ➲ Voedingspassage 1‐2 uur ➲ Zeer snelle celdeling (revitalisatie) – 3 dagen ➲ Darmsapklieren – water/slijm/enzymen ➲ Opname ijzer en vitamine B12 (ileum) ➲ Onttrekken van water. 17/18 De darm Dikke darm ➲ Lengte colon ca. 1 meter ➲ Ileo caecale klep – bacteriën ➲ Blinde darm en hoeveelheid spijsbrei (ca. 1l. per dag) ➲ Darmflora, evenwicht en vitamine K ➲ Verstoring evenwicht t.g.v. ziekteverwekkende bacteriën ➲ Het belang van vezels ‐ Diverticulose ➲ Obstipatie (normaal 1‐2 dagen) ➲ Diarree (lichte ontsteking darmslijmvlies) 18/18 9