Biologie bovenbouw Celorganellen Leertaak Chloroplast – anatomie In een plantencel is de chloroplast een belangrijk organel. Het is het organel dat planten in staat stelt autotroof te zijn. De bedoeling van deze leertaak is dat je de bouw van de chloroplast leert kennen. In afbeelding 1 zijn schematisch een dierlijke en een plantaardige cel weergegeven. Afbeelding 1 1. Kleur in de afbeelding 1 alle chloroplasten groen. Dierlijke cellen hebben gemiddeld genomen een ander formaat dan plantaardige cellen. 2. Is een plantaardige cel gemiddeld groter of kleiner dan een dierlijke cel? Afbeelding 2 geeft schematisch de bouw weer van een chloroplast weer. Er is geen verschil in de bouw van een chloroplast van een alg of van een hogere plant. In afb.2 is sprake van stroma, thylakoiden en grana. 3. Geef met behulp van afbeelding 2 aan wat bedoeld wordt met de begrippen stroma, thylakoid en granum (grana). Afbeelding 2 geeft al aan dat de thylakoid membranen met elkaar in verbinding staan. In afbeelding 3 is dat nog duidelijker weergegeven. 4. Kleur in afbeelding 3 het lumen van de thylakoiden of het thylakoidmembraan groen. (het lumen van de thylaskoiden zie je als je van binnen kunt kijken, het thylakoidmembraan zie je als je er van buiten tegen aankijkt. 5. Kleur in de afbeelding het stroma rood. De moleculen die betrokken zijn bij de fotosynthese liggen in de chloroplast op verschillende plaatsen. De belangrijkste moleculen die betrokken zijn bij de fotosynthese zijn fotosysteem I, fotosysteem II, ATP – synthetase enzym en het cytochroom b6 – f – complex. Van deze moleculen hoef je de bouw niet te kennen. Afbeelding 4 geeft de ligging van deze moleculen weer in het thylakoid – membraan. Afbeelding 4 In afbeelding 4 is sprake van ‘stacked grana thylakoids’en ‘unstacked grana thylakoids’ 6. Geef in afbeelding 3 met pijlen aan waar je de ‘stacked grana thylakoids’ kunt vinden en waar de ‘unstacked grana thylakoids’. 7. Geef een omschrijving van de plaats waar je fotosysteem I en II kunt vinden in de thylakoid membranen. 8. Geef in afbeelding 4 het stroma een rode kleur. Afbeelding 5 is een elektronen microscopische opname van de chloroplast van een erwt. De bijschriften van afbeelding 5 zijn weggehaald. Afbeelding 5 1 2 3 5 4 18.200x De bijschriften die bij afbeelding 5 horen zijn, in willekeurige volgorde: - Thylakoid - Outer and inner membrane - Celplasma (=grondplasma) - Stroma lamellae - Stroma 9. Plaats bovenstaande bijschriften bij het juiste cijfer Naast afbeelding 5 staat de vergrotingsfactor. Soms is het gebruikelijk om in plaats van de vergrotingsfactor een balkje van 5 μm te plaatsen. 10. Bereken in cm hoelang dit balkje van 5 μm moet worden voor de vergrotingsfactor zoals aangegeven naast afbeelding 5 Antwoordblad: de chloroplast – anatomie 1. Alleen in de rechtertekening zijn er chloroplasten: 3 stuks. Je moet dus in staat zijn onderscheid te maken tussen mitochondriën en chloroplasten. 2. Groter 3. Stroma is de substantie in de chloroplast (zoals een cel celplasma heeft zo heeft een chloroplast stroma). Thylakoiden zijn schijfvormige structuren in de chloroplast. Grana zijn stapeltjes thylakoiden. 4. Als je de thylakoiden als sjoelschijven ziet dan moet je de inhoud van de schijf en de rand ervan kleuren. 5. Het stroma zit om de ‘sjoelschijven’ heen. 6. Stacked vind je in de stapeltjes van thylakoiden, unstacked niet in de stapeltjes. Unstacked grana thylakoids is overigens niet de juiste naam. In de figuur kun je zien dat het unstacked stroma lamellae zijn. (sorry). 7. Photosysteem I overal. Photosysteem II vooral in de stacked grana thylakoids. 8. Het witte deel van afbeelding 4 moet rood 9. 1 = stroma lamellae 2 = outer and inner membranes 3 = thylakoid 4 = stroma 5 = celplasma/ grondplasma 10. Het balkje van 5 μm wordt 18.200 x vergroot. Dus wordt dit 91000 μm. 1 μm = 10-6 m. 91000 μm = 0,091m. Het balkje van 5 μm wordt dus 9,1 cm groot.