f7f3035da266c7a6f528albert_decorte_definitief

advertisement
“Die beelden van de Gazaoorlog heb ik zelf meegemaakt in WOII !”
Interview met Albert Decorte
Jorne Bendels: Donderdag 29 januari 2009 is Albert Decorte naar onze klas gekomen om te
vertellen over de tweede wereldoorlog en de bevrijding in Nieuwpoort.
Jelle Lemaire: We bekeken in het begin een stuk van een filmpje over het begin van de
oorlog.
Brittny Dupon: Albert is geboren op 18/01/1925. Hij is nu 84 jaar.
Annelies Hart: Toen de tweede wereldoorlog begon was Albert Decorte vijftien jaar.
Wereldoorlog II in Nieuwpoort
Laurens Depotter: ’Mijn vader en moeder waren erg bang’, zei Albert Decorte. Zijn ouders
zijn tijdens de eerste wereldoorlog naar Engeland gevlucht. Zijn broer is in Engeland geboren.
Kyle Hermus: Ze hadden op het nieuws gehoord dat de Duitsers waren binnengevallen in
Nederland, Luxemburg en België. De oorlog was begonnen. Het Belgische leger had uit
voorzorg, om de Duitsers tegen te houden, alle bruggen en verbindingswegen gedynamiteerd
Jorne Bendels: Albert Decorte woonde toen in de Pelikaanstraat vlak bij de Pelikaanbrug..
Ook de Pelikaanbrug moest er aan geloven.
Robbe Dheuninck: Het Belgische leger had hen niet gewaarschuwd! Ze hadden wel
aangeraden om in de kelders te kruipen.
Jorne Bendels: Albert vertelde dat hun huis veel schade had opgelopen door de explosie van
de brug. Heel het dak was weggeblazen en alle ruiten waren gesprongen. Albert ging samen
met zijn broers, zussen, vader en moeder op de vlucht. Ze vonden onderdak bij vrienden op
een boerderij in Ramskapelle. Ze mochten daar slapen tussen het hooi en het strooi.
Robbe Dheuninck: In een koeienstal!
Laurens Depotter: Toen de oorlog begon was het heerlijk warm. Langs de boerderij
passeerden veel jonge mannen uit het binnenland. Allemaal op de vlucht voor de Duitsers.
Maar plots sloeg het noodlot weer toe: er vlogen stuka’s over Nieuwpoort en ze schoten.
Albert vertelde dat de stuka’s gevaarlijke kerels waren.
Matthew Cogge: Ze schoten op alles wat bewoog!
Jelle Lemaire: Robbe en ik hadden een poster over stuka’s gemaakt. We mochten hem laten
zien aan Albert Decorte.
Jorne Bendels: Op een morgen zag hij ’s morgens Duitse soldaten aankomen vanuit St Joris.
De stuka’s beschermden de voorste vuurlinies.
Annelies Hart: Ze hadden stiebers aan. Dat zijn laarzen waar kleine handgranaten aan
vastzaten.
Jorne Bendels: Ze droegen een hele ketting kogels rond hun nek.
Laurens Depotter: De Duitsers waren gecamoufleerd met takken op hun hoofd
Jorne Bendels: Het hoofd van de vuurlinie kwam op de boerderij waar Albert was en die trok
meteen de stal binnen.
Matthew Cogge: De Duitsers zeiden: “Kein Angst, wei doen niets!”
Jorne Bendels: Ze vroegen aan Albert in het Duits: Zijn er hier nog Tommy’s? (Tommy’s
zijn Engelsen). Albert zei in zijn beste Duits: Neen, hier zijn alleen maar Belgen. Ze moesten
hun paspoort tonen en de Duitser controleerde of Albert wel de waarheid sprak.
Laurens Depotter: Ze vroegen ook water maar ze moesten eerst zelf van die drankjes drinken,
omdat de Duitsers dan zeker wisten dat ze niet vergiftigd gingen worden. In de Langestraat
was er later nog een lijf aan lijfgevecht tussen de Duitsers en de Engelsen. Met geweren met
messen erop.
Jorne Bendels: Wanneer ze terug thuis kwamen zag Albert dat hun tafel weg was, ook hun
voorraad van eten. Er stonden stoelen en een tafel van de buren in de plaats. In de living vond
Albert een speld van een Tommy. Hij toonde het aan zijn moeder en ze zei dat de Engelsen
waarschijnlijk enkele dagen in hun huis gewoond hadden.
Sissi Billiau: In de Zelte zaten om de twintig meter de Engelse soldaten in een éénmansputje
met een mitrailleur. Ze hielden stand tot de stuka’s kwamen. Overal lagen wagens en karren
van gevluchte mensen. ‘We hebben daar veel eten uit weggehaald en maar goed ook want
later was er bijna niets meer. ‘
Ryan Adam: Voor de rest moest je zelf op stap gaan om aan eten te geraken. De mensen
gingen meestal naar de boeren, maar daar moest je natuurlijk ook betalen.
Sissi Billiau: Na de oogst gingen zijn broers en zussen het hele veld af op zoek naar
overgebleven tarwehalmpjes. Op een keer mochten ze van de boer de aardappelen hebben die
tussen het eten van de varkens lag.
Simon Decock: Later kregen ze rantsoenbonnetjes voor 200 gram brood per dag.
Laurens Depotter: Vlees had je bijna niet. Een vriend van Albert vroeg of hij niet mee naar
Frankrijk ging.
Annelies Hart: Op zijn zestiende is Albert Decorte dan met de trein naar Frankrijk
vertrokken. Er was daar eten in overvloed! Een echt ‘vettekot’.
Brittny Dupon: In Frankrijk kregen ze bruin brood, dikke soep, bieten en macaroni om te
eten. Tot op de dag van vandaag lust Albert geen rode bieten meer. Hij heeft er toen teveel
gegeten. Voor zijn werk werd hij door de Duitsers ook betaald: drie frank per uur. Op een dag
reden ze met een auto naar hun werk en er was een bombardement geweest. Overal zagen ze
tussen het puin kreunende mensen liggen die gewond waren. Albert stelde voor om de
mensen te helpen maar dat mocht niet van die Duitsers. ‘Arbeiten!’ zeiden ze!
Annlies Hart: Die beelden van de Gazaoorlog heb ik daar meegemaakt!”
Jorne Bendels: Op een dag werd Albert z’n broer opgepakt op weg naar Antwerpen want hij
had geen speciaal paspoort. Hij kreeg een jas aan met een bliksemschicht erop. Zo’n
bliksemschicht betekende dat hij een gevaarlijke gevangene was. Zijn broer leeft nog steeds.
Hij is nu 92 jaar!
Annelies Hart: Toen hij terugkeerde in verlof nam hij altijd een grote zak eten mee voor zijn
ouders, broers en zussen.
Jorne Bendels: Vader en moeder sprongen dan een gat in de lucht. Normaal moest hij na acht
dagen verlof terug naar Frankrijk maar na twee jaar was het daar niet meer veilig. Albert
Decorte ging niet meer terug. Hij moest nu onderduiken. Albert had geen Belgisch paspoort
en geen papieren meer. Hij ging terug naar de boer waar hij vroeger geslapen had en vroeg of
de boer voor hem en zijn vriend geen werkje had. Van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat
werkten ze bij die boer.
Annelies Hart: Zonder dat de Duitsers het wisten natuurlijk. Maar hij werd verraden.
Gelukkig werd hij in dienst genomen door een man van de sluizen als sasknecht oftewel
sluiswachter. Al wist hij niet wie de man was die hem aanstelde. Albert Decorte heeft wel
een vermoeden. Het was iemand van het verzet maar die man werd opgepakt en is nooit meer
teruggekeerd. ‘Ik ben die man nu nog altijd eeuwig dankbaar!’
Tatiana De Hert: Er was eens een jaar dat er veel haring was. Ze aten dan drie keer in een
dag haring. Telkens anders klaargemaakt!
De Bevriedinge
Ryan Adam: Uiteindelijk kwamen de Canadezen Nieuwpoort bevrijden uit de klauwen van de
Duitsers.
Jorne Bendels: Wanneer de Canadezen op de markt waren, kwam er een hele massa volk om
ze toe te juichen. Op die dag is de foto getrokken die in ‘Nieuwpoort uw stad’ staat.
Annelies Hart: ‘Wat was ik toen gelukkig.’
Tatiana De Hert: “ Eindelijk verlost van al die ellende.”
Annelies Hart: De eerste mensen die op de markt waren konden een plaatsje op de tanks
bemachtigen. Op dat moment zaten er Duitsers gevangen in het gemeentehuis. Ze zagen ons
feesten en wij riepen en scholden naar hen.
Jorne Bendels: De Canadezen moesten met hun tanks weer weg want ze moesten naar
Oostende. De Duitsers kwamen terug. Er zijn nog doden en gewonden gevallen. O.a. in de
O.L.Vrouwstraat en de Coppietersstraat. Ze dachten dat ze een overwinning hadden maar
opeens kwamen de Canadezen vanuit de Canadalaan, Ramskapelle en Westende met een
grote troep terug naar Nieuwpoort. Dan pas was Nieuwpoort echt bevrijd.
Robbe Dheuninck: De mensen die op de foto staan, zijn opgelucht en van binnen vol
vreugde.
Besluit
Jorne Bendels: Onze klas is Albert heel dankbaar dat hij wou komen vertellen over
Nieuwpoort in de oorlogstijd.
Laurens Depotter: Albert Decorte zei ook: ‘k Heb nooit iets gedaan dat niet mocht!
Gianni Cifelli: Ik vond het interview zeer interessant. Albert Decorte wist nog zoveel en hij
kon het ook goed vertellen. Wat hij allemaal heeft meegemaakt in de oorlog vind ik
indrukwekkend.
Brittny Dupon: Ik vind het erg dat hij en zijn familie dit hebben moeten meemaken. Ik zou
zelf niet weten wat ik zou doen. Ik zou heel bang zijn.
Ryan Adam: Applaus voor Albert Decorte, hij heeft het verdiend!
Download