Tekst Ellen Brand Wel of niet reanimeren? Normalisering huidziekte psoriasis Reanimeren of niet? Dat is een uiterst belangrijke vraag voor sommige patiënten, want het kan zowel hun leven redden als de kwaliteit ervan leven nadelig beïnvloeden. Sinds kort beschikt het Erasmus MC daarom over een sterk vereenvoudigd reanimatieformulier. Reanimeren, wanneer is dat eigenlijk nodig? Internist ouderengeneeskunde en lid van de commissie medisch ethische vraagstukken Rozemarijn van BruchemVisser: “Bij een acute situatie, meestal een hartstilstand, die bijvoorbeeld ontstaat als gevolg van een acute hevige bloeding, bij een allergische reactie op medicijnen of bij complicaties tijdens de operatie. In die gevallen moet het hart gemasseerd worden. Maar het kan ook zijn dat een patiënt het heel ernstig benauwd krijgt en beademd moet worden.” Maar niet alle patiënten worden in zo’n situatie gereanimeerd? “Nee, het kan zijn dat de arts vindt dat het medisch kansloos is, omdat het hart heel erg slecht is of iemand uitgezaaide kanker heeft en niet lang meer te leven heeft. Je moet er als arts van overtuigd zijn dat de patiënt na reanimatie nog voldoende kwaliteit van leven heeft. Maar het kan ook zo zijn dat de patiënt het zelf niet meer wil. Dat wordt lang niet altijd gecheckt. Als iemand wilsbekwaam is en aangeeft dat hij niet meer gereanimeerd wil worden, moeten wij dat respecteren. Omgekeerd is het niet zo dat een patiënt kan eisen gereanimeerd te worden als de arts ervan overtuigd is dat de situatie kansloos is.” Wel of niet reanimeren, wanneer bespreek je dat met een patiënt? “Op de afdeling Geriatrie doen we dat meestal tijdens het voorbereidende opnamegesprek, maar soms gebeurt dat op de Spoedeisende Hulp of op de afdeling waar de patiënt verblijft. De arts voert het gesprek, vult in Elpado (het Elektronisch PatiëntenDossier, red.) het bijbehorende formulier in en stelt het verpleegkundig team op de 16 16 Monitor • oktober 2013 Monitor • oktober 2013 hoogte. Voor het overgrote deel van de patiënten geldt dat er wel gereanimeerd wordt. Bij een jonge man van 25 die hier komt voor een blindedarmoperatie, zal het duidelijk zijn en behoeft het eigenlijk niet besproken te worden, maar voor een ernstig zieke patiënt ligt dat anders. Veel mensen denken dat ze na een reanimatie weer helemaal de oude zijn, maar dat is bijna nooit het geval. Als je dat goed uitlegt, begrijpt die patiënt ook dat reanimeren voor hem geen optie is.” Waarom is er een nieuw formulier? “Het oude bevatte te veel vragen en we hadden de indruk dat artsen het daardoor minder snel invulden. Nu is het vereenvoudigd. Het heeft slechts één vraag: ‘Wilt u dat deze patiënt gereanimeerd wordt, ja of nee’. Daaraan gekoppeld is de vraag of deze beslissing met de patiënt besproken is. Deze gegevens staan opgeslagen in het elektronisch patiëntendossier, zodat het bij een calamiteit meteen duidelijk is welke handelingen verricht moeten worden.” En als er bij een patiënt in kritieke toestand niets in het elektronisch patiëntendossier staat? “Als er ‘s nachts iets met een patiënt gebeurt en de verpleegkundige niet weet welk beleid is afgesproken, wordt sowieso het reanimatieteam voor hartmassage of beademing ingeschakeld. Logisch, want er moet meteen gehandeld worden. De dienstdoende arts heeft immers geen tijd om zich eerst in de situatie in te lezen of om de huisarts van de patiënt even te bellen. Daarom is het ook zo belangrijk om dit op een rustig moment met de patiënt te bespreken en de beslissing vast te leggen, zodat er geen enkele twijfel over het handelen bestaat.” 17