4 De ziekte van Whipple: een zeldzame multisysteemziekte met diverse en eigenaardige neurologische symptomen Whipple’s disease: a rare multisystem disease with various and peculiar neurological symptoms R. Amir, A. Vercruyssen, G. Helsen Samenvatting De ziekte van Whipple is een zeldzame bacteriële infectieziekte die gewoonlijk diarree en gewichtsverlies veroorzaakt. Naast de intestinale aantasting kunnen verscheidene andere orgaansystemen betrokken raken. Neurologische manifestaties komen in ongeveer een derde van de gevallen voor en zijn zeer divers; alleen myoritmieën zijn erg specifiek. De hoeksteen in de diagnose is histologisch onderzoek van dunnedarmweefsel met periodieke acid-Schiffreactie en polymerase kettingreactie en/of immunohistochemie voor Tropheryma whipplei. De therapie bestaat uit een langdurige antibioticakuur en er is een belangrijk risico op recidieven. Tijdschr Neurol Neurochir 2012;113:203-08. Summary Whipple’s disease is a rare bacterial infectious disease usually causing diarrhea and weight loss. In addition to the intestinal symptoms, many other organ systems can be involved. Neurological manifestations occur in about one third of the cases and are very diverse; only myorhythmia are very specific. Histological examination of the small intestine with Periodic acid Schiff-staining and polymerase chain reaction and/or immunohistochemistry for Tropheryma whipplei is the cornerstone in diagnosis. Whipple’s disease is treated with long term antibiotics and relapses are not rare. Inleiding De ziekte van Whipple is een zeldzame multisysteemaandoening die veroorzaakt wordt door de grampo- sitieve bacil Tropheryma whipplei. De ziekte werd voor het eerst beschreven in 1907 door de Amerikaanse patholoog George Hoyt Whipple (°1878-†1976).1,2 Auteurs: mw. dr. R. Amir, arts-assistent Neurologie, dhr. dr. A. Vercruyssen, neuroloog, Algemeen Ziekenhuis Nikolaas, Sint-Niklaas, België, dhr. dr. G. Helsen, neuroloog, Algemeen Ziekenhuis Sint Elisabeth, Herentals, België. Correspondentie graag richten aan: dhr. dr. G. Helsen, neuroloog, Algemeen Ziekenhuis Sint Elisabeth, Nederrij 133, 2200 Herentals, België, e-mail: [email protected]. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: neurowhipple, ziekte van Whipple. Keywords: neurowhipple, Whipple’s disease. Ontvangen 20 oktober 2011, geaccepteerd 20 februari 2012. Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie Supplement - nr. 4 - augustus 2012 2 03 Neurologische observatie 1 2 3 Video 1. Verticale blikparese. Video 2. Oculomasticatoire myoritmieën. Video 3. EMG myoritmieën m. masseter. Video’s te bekijken via de webversie van dit artikel op www.ariez.nl In 1961 werd de bacteriële oorzaak aangetoond door middel van microscopie.3 De preferentiële aantasting van het intestinale systeem leidt typisch tot diarree, gewichtsverlies en malabsorptie. De infectie kan bovendien verschillende andere orgaansystemen aantasten en soms ontbreekt zelfs de intestinale betrokkenheid waardoor de diagnose zeer moeilijk is. Neurologische manifestaties zijn de meest gevreesde complicaties en prognostisch ongunstig.1,2 Ziektegeschiedenis Een 54-jarige man presenteert zich op de afdeling Inwendige Geneeskunde wegens vermagering en diarree. Hij klaagt bovendien over koorts, vermoeidheid en zweten. De symptomen bestaan sinds een tiental maanden. Zijn medische voorgeschiedenis omvat hypogonadotroop hypogonadisme, psoriasis, arteriële hypertensie en een barrettoesofagus (zonder dysplasie op biopsie). Zijn onderhoudsmedicatie bestaat uit pantoprazol 40 mg/d, aspirine 80 mg/d, nebivolol 2,5 mg/d en driewekelijkse testosteroninjecties. Een gastro-duodenoscopie wordt uitgevoerd. Histologisch onderzoek van duodenumweefsel toont een atrofe mucosa met talrijke schuimige macrofagen in de lamina propria die aankleuren bij een Periodic acid Schiff (PAS)-kleuring. Op een CT-thorax worden multipele kleine lymfadenopathieën gezien. De ziekte van Whipple wordt gediagnosticeerd en bevestigd door een aanvullende polymerase kettingreactie (polymerase chain reaction, PCR) op het duodenumbiopt. De patiënt wordt behandeld met doxycycline 100 mg 2dd. De diarreeklachten verdwijnen volledig en zijn gewicht normaliseert. Zeven maanden later wordt de patiënt naar de afdeling Neurologie verwezen. Hij heeft dan sinds een maand klachten van horizontaal dubbelzien, articulatiemoeilijkheden, slaperigheid en geheugenproblemen. Bij neurologisch onderzoek is er een lichte bradyfrenie met perseveratie, een verticale 204 (supranucleaire) blikparese (zie Video 1, te bekijken via de webversie van dit artikel op www.ariez.nl) en zwakke peesreflexen. Er zijn ritmische convergentiebewegingen van de ogen die synchroon verlopen met contracties van de kauwspieren (zie Video 2, www. ariez.nl). Deze bijzondere bewegingen worden oculomasticatoire myoritmieën genoemd. De frequentie van deze myoritmieën bedraagt 1-1,5 Hz en de burstduur 300-400 ms (onderzocht door middel van naaldEMG in de m. masseter) (zie Video 3, www.ariez.nl). Een MRI-hersenen en analyse van cerebrospinaal vocht (inclusief PCR voor T. whipplei) tonen geen afwijkingen. De diagnose neurowhipple wordt gesteld. De patiënt wordt gedurende twee weken behandeld met intraveneus ceftriaxone 2 g 2dd gevolgd door een per orale onderhoudsbehandeling met trimethoprimsulfamethoxazole (TMP-SMX) 160/800 mg 2dd. Valproaat met gereguleerde afgifte wordt als symptomatische behandeling van de myoritmieën toegevoegd, 500 mg 2dd. Drie maanden later is de klinische toestand nog onveranderd. De patiënt wordt dan opnieuw met intraveneus ceftriaxone behandeld met een zelfde dosis, ditmaal gedurende drie weken. De onderhoudsdosis TMP-SMX wordt verhoogd naar viermaal twee tabletten van 160/800 mg per dag en na zes weken wordt de dosis verminderd naar driemaal een tablet per dag. Twee maanden later pas treedt er verbetering op met bijna volledig verdwijnen van de oculomasticatoire myoritmieën en een nog lichte verticale blikparese. Epidemiologie De ziekte van Whipple is zeldzaam. De jaarlijkse incidentie wordt geschat op minder dan 1/1.000.000.2 Bijna 90% van de patiënten zijn (overwegend blanke) mannen en de gemiddelde leeftijd bij diagnose is 50 jaar.1-3 T. whipplei is wijd verspreid aanwezig in de bodem en in rioolwater. Onderzoek door middel Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie Supplement - nr. 4 - augustus 2012 4 Tabel 1. Niet-neurologische symptomen van de ziekte van Whipple Gastro-intestinaal % frequent Extra-intestinaal % frequent • gewichtsverlies 80-90 • artralgie, artritis 70-90 • diarree 70-85 • anemie 75-90 • abdominale pijn 50-90 • lichte intermittente koorts 40-60 • lymfadenopathie 40-60 • hyperpigmentatie 40-60 minder frequent • abdominale massa 15-25 • hematochezia minder frequent Cardiaal 35-65 • pleuraal wrijfgeruis • hartgeruis • aspecifieke ECG-afwijkingen Pulmonaal 35-60 • chronische hoest (20%) • pleuritis-type pijn Oculair 5-15 • visusverlies • uveïtis • retinitis splenomegalie 5-10 ascites 5-10 Vertaald en aangepast naar referentie 1 met toestemming van de uitgever American Society for Microbiology. van PCR heeft aangetoond dat deze bacil ook in een aanzienlijk aantal asymptomatische ‘carriers’ gedetecteerd werd in speeksel, faeces, maagvocht en duodenumweefsel. Waarom slechts een klein aantal personen de ziekte ontwikkelt is niet bekend.1,2 Kliniek Tabel 1 toont een overzicht van de verschillende symptomen met frequentie van voorkomen. Diarree, gewichtsverlies en artropathie (artralgie en artritis) zijn de frequentste symptomen van de ziekte van Whipple. De diarree heeft gewoonlijk de kenmerken van steatorree, maar bestaat soms ook uit frequente waterige stoelgang. Het gewichtsverlies kan 10-15 kg per jaar bedragen. De malabsorptie kan leiden Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie tot cachexie, anemie en vitaminedeficiënties. Soms kunnen gewrichtsklachten de intestinale of systemische symptomatologie vele jaren voorafgaan en aldus de diagnose bemoeilijken. Systemische klachten zoals intermittente koorts, nachtzweten en lymfadenopathie komen vaak voor. Pulmonale symptomen zoals chronische hoest en pleuritis met thoracale pijn kunnen voorkomen en CT-opname toont soms pleuravocht of longinfiltraten. De differentiaaldiagnose met sarcoïdose kan dan moeilijk zijn. De meest frequente cardiale manifestatie is een infectieuze endocarditis met negatieve hemoculturen. Hyperpigmentatie van de huid komt niet zelden voor. Oculaire symptomen zoals uveïtis, vitritis, retinitis of neurits optica zijn zeldzaam. De neurologische complicaties worden onderstaand onder het kopje Supplement - nr. 4 - augustus 2012 205 Neurologische observatie ‘Neurowhipple’ beschreven. Zowel de intestinale als extra-intestinale symptomen zijn zeer divers en aspecifiek waardoor de diagnose moeilijk is. Het is daarom belangrijk om als clinicus bedacht te zijn op deze aandoening.1 Diagnostiek Een gastro-duodenoscopie met (bij voorkeur meer dan vijf) biopten uit de dunne darm gevolgd door histologisch onderzoek is in de meeste gevallen essentieel voor de diagnose. Wanneer er intestinale aantasting is, zijn duodenum, jejunum en ileum bijna altijd aangetast. Bij microscopisch onderzoek vindt men in de dunnedarmmucosa een verlies van microvilli en grote schuimige macrofagen in de lamina propria. Deze macrofagen bevatten PAS-positieve partikels. Ofschoon deze PAS-positieve macrofagen zeer suggestief zijn voor de ziekte van Whipple, wordt aanvullend onderzoek aanbevolen met PCR en/of immunohistochemie met specifieke antistoffen gericht tegen T. whipplei.2 Het PAS-positieve materiaal in de macrofagen komt overeen met het mucopolysachariden-bevattend kapsel van de bacterie.1 De kenmerkende PAS-positieve macrofagen kunnen ook gevonden worden in ander aangetast weefsel zoals de hersenen, de lymfeklieren, de hartkleppen, de huid en het synoviaal weefsel.2 PCR wordt ook gebruikt om het ziekteverloop op te volgen na behandeling en is in die indicatie beter dan de PAS-kleuring omdat deze laatste gedurende jaren positief kan blijven. Negativeren van de PCR gebeurt kort na de start van de antibioticatherapie.2 Neurowhipple Klinische aantasting van het centrale zenuwstelsel (czs) wordt als de ernstigste manifestatie van de ziekte van Whipple beschouwd. Zelfs in afwezigheid van neurologische symptomen vertoont 50% van de patiënten infectie van het czs bij PCR-analyse van het cerebrospinaal vocht.2 Post-mortemonderzoek van hersenen en ruggenmerg toont aan dat bij niet minder dan 90% van de patiënten met de ziekte van Whipple het czs aangetast is, al dan niet symptomatisch.1 Tijdens het verloop van de ziekte ontwikkelt 10-40% van de patiënten neurologische symptomen.1,2,4 Een overzicht van de neurologische symptomen van de ziekte van Whipple wordt gegeven in Tabel 2 (naar 206 Panegyres). Patiënten met neurowhipple bij wie systemische aantasting niet is vastgesteld lijden aan primaire neurowhipple.5 De neurologische symptomen kunnen zeer variabel zijn: cognitieve veranderingen, een supranucleaire blikverlamming en psychiatrische symptomen zouden het meest frequent voorkomen.1,2,5 Ofschoon slechts bij 20% van de patiënten met neurowhipple aanwezig, worden oculofacioskeletale en vooral oculomasticatoire myoritmieën als pathognostisch beschouwd.1,2,4 De diagnostische waarde daarvan is daarom gelijk aan een positieve hersenbiopsie of PCR van het cerebrospinaal vocht.6 Oculomasticatoire myoritmieën werden voor het eerst in 1963 beschreven door Van Bogaert. Deze merkwaardige bewegingsstoornis bestaat uit een pendulaire nystagmus met continue convergentie-divergentiebewegingen van de ogen die synchroon verlopen met contracties van de kauwmusculatuur waarbij de mond open en dicht gaat. De frequentie is 1-2 Hz.4 De myoritmieën blijven aanwezig tijdens de slaap en worden niet beïnvloed door externe stimuli. Ze zijn altijd geassocieerd met een supranucleaire verticale blikparese. Bij oculofacioskeletale myoritmieën treedt de pendulaire nystagmus synchroon op met contracties van andere lichaamsdelen. Bij <5% van de patiënten met de ziekte van Whipple presenteert de aandoening zich als een primaire infectie van het czs zonder systeemaantasting.4 Volgens Louis et al. kan de diagnose neurowhipple gesteld worden als een van de volgende criteria aanwezig is: oculomasticatoire myoritmieën, positief hersenweefselbiopt of positieve PCR-analyse van cerebrospinaal vocht.7 In de literatuur worden MRI-afwijkingen vooral beschreven als unilaterale of bilaterale T2-hyperintense letsels, het duidelijkst op FLAIR-sequenties, in de mediale temporaalkwab, mesencefalon, hypothalamus en thalamus. Soms is er aankleuring met contrastvloeistof. Geen van de afwijkingen zijn pathognostisch voor neurowhipple. MRI-opname van de hersenen kan ook zonder afwijkingen zijn.8 Pleiocytose en verhoogd eiwit in het cerebrospinaal vocht komen weinig voor.1 De sensitiviteit van PCR in cerebrospinaal vocht voor neurowhipple bedraagt 80%.9 Zoals onder ‘Epidemiologie’ vermeld, wordt de specificiteit van PCR voor de ziekte van Whipple soms ter discussie gesteld. Zeker voor wat betreft primaire neurowhipple zijn er onvoldoende gegevens aangezien er geen grote groepen Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie Supplement - nr. 4 - augustus 2012 4 Tabel 2. Symptomen van neurowhipple Symptomen % (van de patiënten met neurowhipple) cognitieve veranderingen 71 supranucleaire oftalmoparese 51 psychiatrische symptomen (depressie, hypomanie, psychose) 44 tekenen van hogermotorneuronaantasting 37 hypothalamusmanifestaties (polydipsie, hyperfagie, amenorree) 31 craniale zenuwaantasting 25 myoclonus 25 epileptische aanvallen 23 oculomasticatoire of oculofacioskeletale myoritmieën 20 ataxie 20 sensibele stoornissen 12 Vertaald en aangepast naar referentie 5 met toestemming van de uitgever BMJ Publishing Group LTD. patiënten door middel van deze methode onderzocht werden.10 Een hersenbiopsie wordt uitgevoerd indien de diagnose niet kan worden bevestigd met bovengenoemde minder invasieve methodes. Postmortemhistopathologisch onderzoek van de hersenen toont een encefalitis met talrijke, voornamelijk perivasculair gelegen noduli die bestaan uit histiocyten gevuld met staafvormige PAS-positieve granules. Door middel van electronenmicroscopie kunnen de bacillen zelf ook aangetoond worden in de noduli.11 Behandeling en prognose Zonder behandeling verloopt de ziekte van Whipple steevast fataal. Zelfs met antibioticatherapie bedraagt het risico op recidief 2-33% en gaat dan vaak gepaard met neurologische symptomen met ongunstige prognose.12 De behandeling van de ziekte van Whipple blijft empirisch vanwege de zeldzaamheid. Verschillende antibiotica zijn succesvol gebruikt, onder andere penicilline, streptomycine, erytromycine, ampicilline, chloramphenicol, tetracycline en trimethoprim/sulfamethoxazole (TMP-SMX).1 Omdat het een zeer zeldzame ziekte is, is het moeilijk om een optimaal antibioticaschema en behandelingsduur in gecontroleerde studies te bepalen. Verschillende auteurs raden voor de ziekte van Whipple (zonder neurologische Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie manifestaties) een behandeling aan met TMP-SMX gedurende minstens een jaar.1,2,13 Intestinale en systemische symptomen zouden binnen twee weken na start van de behandeling moeten verbeteren.2 Intestinale histologische remissie alleen sluit het risico helaas niet uit dat de patiënt later cerebrale manifestaties zal ontwikkelen.1 TMP-SMX is effectiever dan tetracyclines. Het aantal recidieven is veel lager en bovendien passeert TMP-SMX, in tegenstelling tot tetracyclines, de bloedhersenbarrière waardoor het effectiever is in de preventie van neurowhipple.1,5 Om T. whipplei volledig uit het czs te elimineren, bevelen sommige auteurs aan dat de primaire therapie antibiotica moet bevatten die een hoge concentratie bereiken in het cerebrospinaal vocht. Parenterale, hooggedoseerde penicilline, derdegeneratiecefalosporines of carbapenems kunnen de eerste veertien dagen van de behandeling gebruikt worden om dit doel te bereiken (inductietherapie).2 Het doel van de langdurige behandeling is preventie van recidieven met aantasting van het centrale zenuwstelsel. Deze hebben een slechte prognose en een hoge mortaliteit.1 Neurowhipple is moeilijker te behandelen en neurologische symptomen zijn vaak irreversibel.2 De prognose van neurowhipple is somber; 25% van de patiënten sterft binnnen vier jaar na de diagnose en 25% houdt Supplement - nr. 4 - augustus 2012 2 07 Neurologische observatie Aanwijzingen voor de praktijk 1. Bij onverklaarde centraal neurologische syndromen die gepaard gaan met intestinale symptomatologie zoals diarree en gewichtsverlies, dient de ziekte van Whipple overwogen te worden. 2. Histologisch onderzoek van de dunne darm is de gouden standaard in de diagnostiek. 3. Oculomasticatoire en oculofacioskeletale myoritmieën zijn pathognostisch voor neurowhipple. 4. De aangewezen behandeling bestaat uit intraveneuze ceftriaxone of meropenem gevolgd door een langdurige per orale onderhoudstherapie met trimethoprim/sulfamethoxazole. ernstige neurologische restletsels.14 Een IV-inductieschema met ceftriaxone (2g/d) of meropenem (3x1g/d) gedurende twee weken gevolgd door TMP-SMX (160/ 800 mg, 2x2 tabletten per dag) gedurende minimaal een jaar en volgens sommige auteurs zelfs levenslang, is aangewezen.5 De oculomasticatoire en oculofacioskeletale myoritmieën verbeteren niet altijd na antibioticabehandeling.15,16 Als symptomatische behandeling werden valproaat, baclofen, clonazepam en fenobarbital gebruikt, met wisselend resultaat.17 4. Simpson DA, Wishnow R, Gargulinski RB, et al. Oculofacial-skeletal myorhythmia in central nervous system Whipple’s disease: additional case and review of the literature. Mov Disord 1995;10:195-200. 5. Panegyres PK. Diagnosis and management of Whipple’s disease of the brain. Pract Neurol 2008;8:311-7. 6. Lynch T, Odel J, Fredericks DN, et al. Polymerase chain reaction-based detection of Tropheryma whipelii in central nervous system Whipple’s disease. Ann Neurol 1997;42:120-4. 7. Louis ED, Lynch T, Kaufmann P, et al. Diagnostic guidelines in central nervous system Whipple’s disease. Ann Neurol 1996;40:561-8. 8. Black DF, Aksamit AJ, Morris JM. MR imaging of central nervous system Whipple disease: a 15-year review. AJNR Am J Neuroradiol. 2010;31:1493-7. Conclusie De ziekte van Whipple is een zeldzame bacteriële infectie. Aantasting van het czs is nog zeldzamer en treedt meestal in een secundair ziektestadium op. Soms is er primaire aantasting van het czs zonder systemische betrokkenheid. Vanwege de diversiteit aan neurologische symptomatologie dient de diagnose bij onbegrepen neurologische ziektebeelden overwogen te worden, zeker als er ook gastro-intestinale sympomen zijn zoals diarree en vermagering. Een duodenumbiopsie en PCR-onderzoek op cerebrospinaal vocht kunnen de diagnose bevestigen. De behandeling bestaat uit een langdurige antibioticatherapie en recidieven zijn niet zeldzaam. 9. DeBiasi RL, Tyler KL. Polymerase chain reaction in the diagnosis and management of central nervous system infections. Arch Neurol 1999;56:1215-9. 10. Castle J, Sakonju A, Dalmau J,et al. Anti-Ma2-associated encephalitis with normal FDG-PET: a case of pseudo-Whipple’s disease. Nat Clin Pract Neurol 2006;2:566-72. 11. Stoupel N, Monseu G, Pardoe A, et al. Encephalitis with myoclonus in Whipple’s disease. J Neurol Neurosurg Psychiatry 1969;32:338-43. 12. Keinath RD, Merrell DE, Vlietstra R, et al. Antibiotic treatment and relapse in Whipple’s disease. Long-term follo-up of 88 patients. Gastroenterology 1985;88:1867-73. 13. Feurle GE, Marth T. An evaluation of antimicrobial treatment for Whipple’s disease. Tetracycline versus trimethoprim-sulfamethoxazole. Dig Dis Sci 1994;39:1642-8. 14. Schnider PJ, Reisinger EC, Gerschlager W, et al. Long-term follow-up in cerebral Whipple’s disease. Eur J Gastroenterol Hepatol 1996;8:899-903. Referenties 15. Grotta JC, Pettigrew LC, Schmidt WA, Friedman G, Snatic S. Oculo- 1. Dutly F, Altwegg M. Whipple’s disease and “Tropheryma whippelii’’. Clin masticatory myorhythmia. Ann Neurol 1987;22:395-6. Microbiol Rev 2001;14:561–83. 16. Adler CH, Galetta SI. Oculo-facial-skeletal myorhythmia in Whipple’s 2. Schneider T, Moos V, Loddenkemper C, et al. Whipple’s diseas: new disease: treatment with ceftriaxone. Ann Intern Med 1990;112:467-9. aspect of pathogenesis and treatment. Lancet Infect Dis. 2008;8:179-90. 17. Hausser-Hauw C, Roullet E, Robert R, et al. Oculo-facio-skeletal myo- 3. Fenollar F, Puéchal X, Raoult D. Whipple’s disease. N Engl J Med rhythmia as a cerebral complication of systemic Whipple’s disease. Mov 2007;356:55-66. Disord 1988;3:179-84. 208 Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie Supplement - nr. 4 - augustus 2012