Opgave Het Nederlands belastingsstelsel is een paar jaar geleden gewijzigd. De volgende wensen waren daarbij geuit. Arbeid zou minder belast moeten worden. Een aantal aftrekposten moest worden afgeschaft en vervangen door een heffingskorting. Het BTW-tarief moest omhoog naar zo'n 20 % en er komt een hogere heffing op milieuvervuilende producten. Met deze veranderingen probeert de overheid een paar doelen van economische politiek na te streven. Zo is het minder belasten van de arbeid bedoeld om een evenwichtige arbeidsmarkt te krijgen. a. Leg uit hoe het minder belasten van arbeid een structurele maatregel kan zijn om een evenwichtige arbeidsmarkt te krijgen. De productiefactor arbeid wordt goedkoper. Hierdoor wordt de structuurkant van de economie beïnvloed. Het afschaffen van aftrekposten en het vervangen door een heffingskorting is bedoeld om de netto-inkomens dichter bij elkaar te brengen. b. Welk doel van de economische politiek wordt hier nagestreefd? Verklaar je antwoord. Streven naar een rechtvaardige inkomensverdeling. Hier wordt aan de inkomensverdeling gesleuteld. Stel dat de heer Rijks en belastbaar inkomen heeft van € 120.000 en een heffingskorting heeft van € 3.000. De heer Poormans heeft een belastbaar inkomen van € 40.000 en eveneens een heffingskorting van € 3.000. Er gelden de volgende bedragen en tarieven... bedrag in € tarief eerste schijf 0 - 30.000 30 % tweede schijf 30.000 – 50.000 40 % derde schijf 50.000 en meer 50 % De verschuldigde belasting van de heer Poormans bedraagt (zoals je zou kunnen berekenen) € 10.000 c. Bereken de verschuldigde belasting van de heer Rijks. € 49.000 d. Toon aan dat de netto-inkomens van beide heren verhoudingsgewijs dichter bij elkaar liggen dan de niet-belaste inkomens. 120.000 : 40.000 wordt 71.000 : 30.000 ofwel verandering van 3,00 keer zo rijk naar 2,37 keer zo rijk e. Leg in woorden uit waardoor de netto-inkomens nu verhoudingsgewijs dichter bij elkaar komen. Dit komt door de toenemende percentages én door de heffingskorting. Die heffingskorting telt voor een lager inkomen meer verhoudingsgewijs meer mee. Het derde punt behelst onder andere de hogere heffingen op milieuvervuilende producten. f. Welk doel van economische politiek wordt hiermee nagestreefd? Verklaar je antwoord. Een duurzame, evenwichtige economische groei. Tegenstanders van de belastingwijzigingen beweren dat het verhoogde BTW-tarief en de hogere heffingen de werkgelegenheid in gevaar brengen. Vooral als de ons omringende landen hun BTW-tarieven en heffingen niet verhogen. g. Verklaar dat de werkgelegenheid in gevaar wordt gebracht als de ons omringende landen hun BTW-tarieven en heffingen niet verhogen. De Nederlandse producten worden dan relatief duurder dan de buitenlandse, waardoor er een slechtere concurrentiepositie en lagere afzet kan ontstaan. Dit kost werk. h. Verklaar dat hogere BTW-tarieven en heffingen de werkgelegenheid ook in gevaar kunnen brengen, ook als de ons omringende landen hun BTW-tarieven en heffingen evenzeer verhogen. Hierdoor stijgen de prijzen. Door de gestegen prijzen zal de vraag, of afzet, lager kunnen worden. Dit kost werk. Einde