Tips voor de rekentoets mbt afronden en meten

advertisement
 Tips voor de rekentoets m.b.t. afronden en meten
Informatie voor alle leerlingen uit de bovenbouw HAVO en VWO
die de rekentoets moeten maken
_______________________________________________________________________________________ Afronden
● decimaal groter of gelijk aan 5 afronden naar boven
● decimaal kleiner dan 5 afronden naar beneden
● afronden in één decimaal betekent dat je naar de tweede decimaal moet kijken
● afronden in twee decimalen betekent dat je naar de derde decimaal moet kijken
Afronden en nauwkeurigheid
● hoe je afrondt, hangt af van de situatie
● kijk welke nauwkeurigheid gevraagd wordt: bijv. in hele euro’s, in centen of in duizendtallen
● kijk welke getallen betekenis hebben: bijv. hele rollen behang of potten verf, soms moet je
naar het eerst gehele getal naar boven afronden
Rekenen in een context
Een contextopgave is een opgave waarin de getallen een betekenis hebben. Dat kan
bijvoorbeeld zijn het aantal euro’s, het aantal liters, het aantal vierkante meters of een andere
praktijksituatie.
LET OP:
1) Op het moment dat het aantal decimalen van het antwoord niet uit de context af te leiden is,
kan er gekozen worden voor een afrondinstructie waarmee er maar 1 correct antwoord mogelijk is,
of om te werken met een marge waardoor iedere passende afronding correct wordt gerekend. Een
voorbeeld van dat laatste geval is als het berekende antwoord 23,451… is, dan wordt (als een
geheel getal een passende afronding bij de context is) ieder antwoord in de marge [23; 23,5] goed
gerekend.
2) In het geval dat er sprake is van situationeel afronden (hoeveel potten verf moeten er worden
gekocht) of afronden bij de context (bedrag op een bankrekening op 2 decimalen) dan zal er
slechts 1 antwoord correct zijn.
Voorrangsregel
Bij het rekenen is afgesproken de onderstaande volgorde aan te houden:
1. eerst berekenen tussen haakjes
2. machtsverheffen
3. worteltrekken
4. vermenigvuldigen/delen (in volgorde van de opgave)
5. optellen/aftrekken (in volgorde van de opgave)
Samengestelde eenheden omrekenen
● van km/uur naar meter/uur; je vermenigvuldigt met 1000 (1 km = 1000m)
● van meter/uur naar km/uur; je deelt door 1000
● van km/uur naar km/minuut; je deelt door 60 (1 uur = 60 minuten)
● van km/minuut naar km/uur; je vermenigvuldigt met 60
● van km/uur naar km/seconde; je deelt door 3600 (1 uur = 3600 seconden)
● van km/seconde naar km/uur; je vermenigvuldigt met 3600
● van km/uur naar meter/seconde; je vermenigvuldigt met 1000 en deelt door 3600; in totaal
deel je door 3,6
● van meter/seconde naar km/uur; je deelt door 1000 en vermenigvuldigt met 3600; in totaal
vermenigvuldig je met 3,6
Metriek stelsel
--->
x 10
--->
x 10
--->
x 10
--->
x 10
--->
x 10
--->
x 10
lengte
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
gewicht
kg
hg
dag
g
dg
cg
mg
inhoud
kL(m3)
hL
daL
L(dm3)
dL
cL
mL (cm3)
<--:10
<--:10
--->
x 100
oppervlakte
km2
<--:100
<--:10
--->
x 100
hm2
--->
x 100
dam2
<--:100
<--:10
<--:100
--->
x 100
m2
<--:10
<--:10
--->
x 100
--->
x 100
dm2
<--:100
cm2
<--:100
mm2
<--:100
1 ha = 1 hm2 (= 100 m x 100 m) ; denk aan ca 2 voetbalvelden
1 are = 10 m x 10 m = 100 m2 ( een tuin)
1 ca = 1 m x 1 m = 1 m2 ( een balkon)
--->
x 1000
inhoud
km
3
hm3
<--:1000
--->
--->
x 1000
x 1000
dam3
<--:1000
--->
x 1000
m3
<--:1000
--->
x 1000
dm3
<--:1000
--->
x 1000
cm3
mm3
<--:1000
<--:1000
Referentiematen
Je moet een aantal afmetingen kennen waarmee je een schatting kunt maken.
● een grote stap is ongeveer 1 meter
● de hoogte van een deur is ongeveer 2 meter
● de hoogte van een verdieping is een flatgebouw is ongeveer 3 meter
● de lengte van een volwassen man is ongeveer 1,80 meter
● het gewicht van een volwassen man is ongeveer 80 kg
● de lengte van een personenauto is ongeveer 3 meter
● de wereldbevolking bestaat uit meer dan 7 miljard mensen
● de bevolking van Nederland bestaat uit meer dan 16 miljoen mensen
● de hoogte van de Eiffeltoren is ongeveer 300 meter
● de snelheid bij lopen is ongeveer 5 km/uur
● de snelheid bij hardlopen is ongeveer 10 km/uur
● een kopje heeft een inhoud van ongeveer 150 mL
● een limonadeglas heeft een inhoud van ongeveer 2 dL
● 1 m3 is 1000 liter ( een kubus van 1 bij 1 bij 1 meter)
● een word-bestand met uitsluitend kale tekst is ongeveer 60 kB
Download