Kwaliteitscriteria voor de zorg, Vanuit het perspectief van mensen met melanoom Februari 2010 De Stichting Melanoom heeft een set ziektespecifieke kwaliteitscriteria voor de oncologische zorg opgesteld. Omschreven wordt wat kankerpatiënten verwachten van de oncologische zorg. In de gezondheidszorg staat de patiënt centraal. Zorgverleners bieden hun diensten aan om patiënten af te helpen van hun gezondheidsproblemen, deze problemen beheersbaar te houden als genezing niet mogelijk is en de patiënten te begeleiden en bij te staan bij alle fasen van het zorgproces. Deze betrokkenheid op en aandacht voor de patiënt zijn belangrijke kwaliteitscriteria voor de zorgverlening, naast de door de beroepsgroep zelf opgestelde kwaliteitscriteria, de eisen die de overheid en de inspectie stellen etc. Het oordeel over de kwaliteit van de zorg wordt uiteindelijk geveld door de patiënt. Voor zorgverleners, zorginkopers (zorgverzekeraars) en overheid is het daarom belangrijk te weten wat patiënten van hen verwachten. De kwaliteitscriteria kunnen enerzijds dienen als input voor het overleg tussen patiëntenorganisaties met deze groeperingen. Daarnaast kan de beoordeling van de zorg door de patiënt worden verbeterd, als de patiënt weet wat hij wel en niet kan verwachten. Patiëntenorganisaties kunnen de patiënt helpen met informatie over deze aspecten. Kwaliteitsbeoordeling kan uiteindelijk worden gebruikt om patiënten te helpen goede zorgverleners te vinden en minder goede te mijden. De kwaliteitscriteria zijn ingedeeld naar de fasen van het (ziekte)proces dat een patiënt met een melanoom doorloopt/ kan doorlopen. Daaraan voorafgaand wordt een aantal algemene kwaliteitscriteria beschreven die gelden in alle fasen voor alle betrokken disciplines. Ze zijn een aanvulling op de meer algemene “Kwaliteitscriteria oncologische zorg’ van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Uiteraard is deze set van kwaliteitscriteria een dynamisch document, dat op elk gewenst moment aangepast zal worden. Inhoud: Algemeen................................................................................................................. 2 Vroege herkenning .................................................................................................... 2 Consultatie huisarts................................................................................................... 3 Consultatie specialist ................................................................................................. 4 Diagnose melanoom .................................................................................................. 4 Primaire behandeling ................................................................................................. 5 Nazorg..................................................................................................................... 5 Locoregionaal recidief en uitzaaiingen .......................................................................... 6 Palliatieve en terminale zorg....................................................................................... 6 Geraadpleegde bronnen:............................................................................................ 7 Voetnoten ................................................................................................................ 7 Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 1 van 7 Algemeen o o Een patiënt met melanoom wordt als een volwaardige gesprekspartner beschouwd: De patiënt wordt continu volledig geïnformeerd zodat hij/zij zelf weloverwogen keuzes kan maken t.a.v. onderzoeken en (vervolg)behandelingen. Vragen, wensen en suggesties van de patiënt worden serieus genomen en besproken. Er is voldoende tijd en persoonlijke aandacht voor de patiënt. De richtlijn ‘melanoom van de huid’ (2005) wordt gevolgd door alle professionals die betrokken zijn bij het screenen, de diagnostiek, de behandeling, de controle en de begeleiding van mensen met (verdenking op) een melanoom. Alleen een goed geïnformeerde patiënt kan zelf beslissingen nemen. Informatie dient zowel mondeling als schriftelijk te worden gegeven. De zorgverlener dient te controleren of de patiënt de informatie heeft begrepen. Informatieverstrekking is een continu zich herhalend gebeuren. Toelichting: De Richtlijn Melanoom dateert uit 2005, met een aanpassing uit 2007 (sentinel node). Er wordt momenteel gewerkt aan een aanpassing. De Richtlijn is te vinden op de site van Oncoline: http://oncoline.nl/richtlijn/doc/index.php?type=print&richtlijn_id=37 8 Vroege herkenning o o o o Toelichting Mensen met een verhoogd risico op melanoom worden door de huisarts geattendeerd op het belang van extra oplettendheid bij moedervlekken/ pigmentvlekken1. De huisarts maakt daarbij gebruik van het ABCD-schema Bij iemand met bekend familiair verhoogd risico op melanoom wordt eens per 6-12 maanden controle van de huid verricht, tenzij die persoon dat niet wil2. Patiënten met een melanoom worden (indien van toepassing) na familieanamnese door de dermatoloog gewezen op een mogelijke erfelijke aanleg en het belang van het periodiek laten controle van familieleden. Huidkanker vroeg herkennen is heel belangrijk. De kans op uitzaaiingen is dan kleiner en vaak zijn minder ingrijpende behandelingen nodig. Bovendien blijft een kleiner litteken achter en wordt men met minder onzekerheid en angst geconfronteerd. Daarnaast is de kans op overleving vele malen groter bij vroegtijdige herkenning of diagnose. Vrijwel alle melanomen worden door de patiënt zelf of diens naaste ontdekt. Goede voorlichting over alarmsignalen/risicofactoren kan tijdverlies in diagnose voorkomen. Risicofactoren voor het krijgen van een melanoom: Lichte huid, rood haar en sproeten Diverse atypische moedervlekken Veel gewone moedervlekken Naaste familieleden met melanoom Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 2 van 7 ABCD: A: asymmetrie B: border (onregelmatige begrenzing) C: color (grote kleurvariatie) D: diameter (>5mm) Bij ongeveer 10% van de melanomen zijn er aanwijzingen voor een erfelijke 3 aanleg : FAMMM –syndroom (familial atypicle multiple mole melanoma): melanoom bij 2 eerstegraads familieleden of 3 eerste- of tweedegraads familieleden Consultatie huisarts o o o o o Toelichting De huisarts bekijkt de door patiënt opgemerkte verdachte plek zorgvuldig en schenkt ook aandacht aan de rest van de huid. Indien er geen voor melanoom verdachte afwijkingen zijn leert de huisarts de patiënt de ABCD-kenmerken en raadt hem aan bij blijvende ongerustheid of veranderingen in de huid opnieuw contact te zoeken. Huisartsen verwijderen zelf geen moedervlekken, maar sturen bij twijfel over de goedaardigheid van een moedervlek de patiënt door naar een dermatoloog Bij verwijzing naar een dermatoloog ondersteunt de huisarts de keuze van de specialist en/of het ziekenhuis De huisarts adviseert de patiënt bij zijn/ haar bezoeken aan het ziekenhuis altijd een begeleider mee te nemen i.v.m. de hoeveelheid informatie die gegeven kan worden. Het is essentieel dat huisartsen de risicofactoren en symptomen kennen van melanoom, goed onderscheid kunnen maken tussen ‘pluis’ en ‘niet pluis’ en tijdig doorverwijzen. Nog te vaak wordt de diagnose melanoom gemist of te laat gesteld, zo blijkt uit ervaringsverhalen van patiënten die contact hebben met de Stichting Melanoom. Indien er geen verdenkingen op melanoom zijn moet de huisarts zijn patiënt goed instrueren hoe zijn huid te controleren om melanomen in de toekomst in een vroeg stadium te herkennen. Een correcte verwijdering van een voor melanoom verdachte moedervlek is belangrijk voor de uiteindelijke prognose van een melanoom. De arts dient daarom ervaren en deskundig te zijn op het terrein van melanoomdiagnostiek. Huisartsen weten waar de patiënt op korte termijn en bij een deskundige dermatoloog terecht kan. Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 3 van 7 Consultatie specialist o o o o o o Mensen met een verwijzing van de huisarts i.v.m. een verdachte moedervlek/ pigmentvlek kunnen liefst binnen vijf werkdagen terecht bij de dermatoloog in het ziekenhuis. Op een inloopspreekuur, of via een afspraak op korte termijn. Bij een verdachte moedervlek/ pigmentvlek wordt standaard dermatoscopie toegepast door een ervaren arts.4 Bij een redelijke verdenking op een melanoom wordt de afwijking verwijderd door een ervaren arts. Vervolgens vindt standaard microscopisch onderzoek plaats. Afwijkingen in een zogenaamd functioneel gebied moeten worden verwijderd door een plastisch chirurg Elke verwijderde huidafwijking dient voor diagnostiek te worden ingezonden5. De patiënt ontvangt binnen vijf werkdagen de uitslag van het microscopisch onderzoek. Ziekenhuizen moeten via hun website en via de huisartsen in hun werkgebied de mogelijkheden van sneldiagnostiek kenbaar maken. Toelichting Door gebruik te maken van een dermatoscoop (waarmee de huidafwijking 10x vergroot kan worden bekeken) kan men beter onderscheid maken tussen goedaardige en kwaadaardige huidafwijkingen dan alleen op basis van ‘blote oog diagnostiek’. Geruststelling van de patiënt (“het is een onschuldige vlek”) kan niet zonder dermatoscopisch onderzoek. Functionele gebieden: hals, gelaat, over gewrichten, handen, polsen, enkels, voeten, genitalia, borsten Diagnose melanoom o o o o o o Toelichting De behandelende arts bespreekt met de patiënt wat de diagnose betekent en wat voor de patiënt mogelijke behandelingen zijn. Hij overhandigt de patiënt voldoende en adequate schriftelijke informatie over de aandoening Van de mogelijke behandelingen worden de te verwachte resultaten en mogelijke complicaties en bijwerkingen op korte en lange termijn besproken. De behandelende arts en patiënt overleggen samen (“shared decision making”) wat naar verwachting de beste behandeling zal zijn6. De behandelende arts begeleidt de individuele patiënt bij het keuzeproces7. De patiënt wordt door de medisch specialist gewezen op de mogelijkheid van een second opinion. De patiënt wordt standaard gescreend op de behoefte aan gespecialiseerde psychosociale zorg8. Waar nodig/ gewenst wordt gespecialiseerde psychosociale zorg aangeboden. Naasten krijgen ook psychosociale zorg aangeboden. Beschikbare schriftelijke informatie: De algemene informatiefolder van de Stichting Melanoom; De voorlichtingsbrochure melanoom van de KWF Kankerbestrijding Evt. eigen informatiemateriaal van het ziekenhuis Een second opinion op verzoek van de patiënt dient te worden gehonoreerd. Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 4 van 7 De behandelende arts verleent hieraan zijn volledige medewerking. Begeleiding door een oncologie verpleegkundige/ nurse practitioner is wenselijk, mits deze specifieke deskundigheid heeft op het gebied van dermatologie/ melanomen. Primaire behandeling o o o o o o o Toelichting De patiënt weet wie aanspreekpunt is voor de gehele zorg en hoe deze persoon te bereiken is. Behandeling vindt plaats door een ervaren arts met specifieke deskundigheid9 op het gebied van melanomen. De behandelende arts maakt zijn deskundigheid op dit terrein bekend of verwijst hem naar een deskundige collega Bij voorgenomen chirurgische behandeling bespreekt de chirurg de Sentinel Node procedure De behandeldatum wordt in overleg met de patiënt direct gepland patiënt weet ruim tevoren welke arts hem zal opereren Patiënten worden geïnformeerd over de aanwezigen (artsen, verpleegkundigen, coassistenten, stagiairs etc.) bij onderzoek en behandeling De patiënt wordt standaard gescreend op de behoefte aan gespecialiseerde psychosociale zorg10. Indien nodig en/of gewenst, dan wordt deze aangeboden op een wijze die voor de patiënt acceptabel is. De Richtlijn Melanoom van de huid is in 2007 aangepast t.a.v. de sentinel node procedure. De (on)mogelijkheden, voor- en nadelen van deze procedure dienen met patiënt te worden besproken Onzekerheid over de operatiedatum is veel erger dan wachten terwijl de operatiedatum bekend is. Bovendien kan de patiënt als geen voor hem geschikte datum kan worden gepland tijdig een alternatief elders zoeken. Al te vaak blijkt op het laatste moment dat een andere arts, soms een assistent in opleiding, de ingreep doet. Een dergelijke handelwijze is niet acceptabel. Begeleiding door een oncologie verpleegkundige/ nurse practitioner is wenselijk, mits deze specifieke deskundigheid heeft op het gebied van dermatologie/ melanomen. Nazorg o o o o o Een patiënt krijgt na de behandeling gerichte mondelinge en schriftelijke instructies voor zelfonderzoek van huid en lymfklieren Aan patiënt wordt uitgelegd of en hoe vaak controles moeten plaatsvinden en wat de reden is voor (geen) controles De patiënt wordt ook in het nazorgtraject standaard gescreend op de behoefte aan gespecialiseerde psychosociale zorg. Indien nodig en/of gewenst, dan wordt deze aangeboden op een wijze die voor de patiënt acceptabel is. Naasten krijgen ook psychosociale zorg aangeboden. Bij klachten/ signalering van een verdachte moedervlek/ pigmentvlek kan iemand die een melanoom heeft gehad altijd binnen vijf werkdagen terecht in het ziekenhuis voor diagnostiek . Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 5 van 7 De instructie voor zelfonderzoek van dr. W. Bergman (LUMC) kan als voorbeeld dienen. Toelichting Voor de controle is de richtlijn ‘melanoom van de huid’ (2005) het uitgangspunt. Mocht de patiënt behoefte hebben aan meer/vaker controle dan staat de behandelende arts hier voor open. Met elkaar wordt besproken wat de behoefte is van de patiënt, wat mogelijkheden zijn en wordt een nazorgplan opgesteld, passend bij de behoefte van de individuele patiënt. Indien geïndiceerd en/of gewenst wordt gespecialiseerde psychosociale zorg aangeboden. Patiënten kunnen uit verschillende aanbieders van psychosociale zorg te kiezen, in het ziekenhuis of in de woonomgeving van de patiënt. Locoregionaal recidief en uitzaaiingen o o o o o In deze fase is de kans op genezing duidelijk afgenomen. De overleving kan worden verbeterd door lokale recidieven adequaat te behandelen en solitaire metastasen chirurgisch te verwijderen. Cytostatische behandeling heeft vaak vervelende bijwerkingen. Deze moeten uitdrukkelijk worden besproken met patiënt. Hij alleen kan de beslissing nemen wel of niet een behandeling te beginnen en ook weer te beëindigen, mits hij volledig is geïnformeerd. Toelichting Palliatieve en terminale zorg o o o Toelichting De medisch specialist en patiënt overleggen met elkaar (“shared decision making”) wat naar verwachting de beste behandeling zal zijn11. Daarbij is aandacht voor de te verwachten kwaliteit van leven. De specialist begeleidt de patiënt bij het keuzeproces12. De patiënt wordt, indien relevant, gewezen op de site www.kankeronderzoek.info. Indien cytostatische behandeling wordt overwogen bespreekt de specialist welke mogelijkheden er zijn (standaardbehandeling met DTIC, deelname aan trial) Indien chirurgische behandeling wordt overwogen wordt in overleg met patiënt een chirurg gekozen De operatiedatum wordt in overleg met de patiënt gepland. Voor iedereen, inclusief de patiënt, is duidelijk wie de (hoofd-)behandelaar is De behandelaar is voor patiënt gemakkelijk bereikbaar De patiënt wordt standaard gescreend op de behoefte aan gespecialiseerde psychosociale zorg13. In deze fase is duidelijk dat genezing niet meer mogelijk is. Patiënt komt niet in aanmerking voor chirurgische of cytostatische behandeling, of wil dit niet meer. Alle aandacht dient gericht te zijn op het beperken van het lijden en het begeleiden van patiënt en naasten. Korte lijnen met de arts die de regie heeft zijn erg belangrijk. Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 6 van 7 Geraadpleegde bronnen: - Algemene kwaliteitscriteria oncologische zorg vanuit patiëntenperspectief, NFK 2009 - Verslag focusgroep bijeenkomst ‘kwaliteit van zorg voor mensen met een melanoom, 8 april 2009 - Presentatie Prof. Dr. Wilma Bergman, Landelijke Contactdag Stichting Melanoom 29 maart 2008 Voetnoten 1 Dit is tevens het advies van de richtlijn-werkgroep van de richtlijn ‘melanoom van de huid’ (2005). Dit is tevens het advies van de richtlijn-werkgroep van de richtlijn ‘melanoom van de huid’ (2005). 3 Bron: Nederlandse Vereniging van dermatologie en venereologie. 4 Dit is tevens het advies van de richtlijn-werkgroep van de richtlijn ‘melanoom van de huid’ (2005). 5 Dit is tevens het advies van de richtlijn-werkgroep van de richtlijn ‘melanoom van de huid’ (2005). 6 “Although a small proportion of patients prefers either a completely passive or completely active decision-making role, within the last decade, the prevailing approach for patient involvement in decision making among the majority has been ‘shared decision making’." Decision Making in Oncology. A Review of Patient Decision Aids to Support Patient Participation Stacey D, Samant R, Bennett C. CA Cancer J Clin 2008 Sep-Oct;58(5):293-304 7 “It is essential to explicitly discuss with patients the role they prefer in the decision-making process. Patient preferences are difficult to predict and are not correlated with age, gender, educational status, or income, so an individualized approach in required.” Decision Making in Oncology. A Review of Patient Decision Aids to Support Patient Participation Stacey D, Samant R, Bennett C. CA Cancer J Clin 2008 Sep-Oct;58(5):293-304 8 Vanaf publicatie (najaar 2009) wordt de richtlijn ‘detecteren van behoefte aan psychosociale ondersteuning bij kanker’ gevolgd. 9 Bestaande uit ruime ervaring en actuele internationale kennis aangaande de behandeling van melanomen. 10 Vanaf publicatie (najaar 2009) wordt de richtlijn ‘detecteren van behoefte aan psychosociale ondersteuning bij kanker’ gevolgd. 11 “Although a small proportion of patients prefers either a completely passive or completely active decision-making role, within the last decade, the prevailing approach for patient involvement in decision making among the majority has been ‘shared decision making’." Decision Making in Oncology. A Review of Patient Decision Aids to Support Patient Participation Stacey D, Samant R, Bennett C. CA Cancer J Clin 2008 Sep-Oct;58(5):293-304 12 “It is essential to explicitly discuss with patients the role they prefer in the decision-making process. Patient preferences are difficult to predict and are not correlated with age, gender, educational status, or income, so an individualized approach in required.” Decision Making in Oncology. A Review of Patient Decision Aids to Support Patient Participation Stacey D, Samant R, Bennett C. CA Cancer J Clin 2008 Sep-Oct;58(5):293-304 13 Vanaf publicatie (najaar 2009) wordt de richtlijn ‘detecteren van behoefte aan psychosociale ondersteuning bij kanker’ gevolgd. 2 Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met melanoom februari 2010 Pagina 7 van 7