Lineaire Algebra C 2WF09 College: L. Habets HG 8.09, Tel. 4230, Email: [email protected] Instructie: H. Wilbrink HG 9.49, Tel. 2783, E-mail: [email protected] http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2WF09 1 Lichaam: Een verzameling F waarop een somoperatie + en een productoperatie · zijn gedefinieerd heet een lichaam als aan de onderstaande condities (A), (B), en (C) is voldaan: (A) (optelling): Voor α, β, γ ∈ F geldt (i) (commutatief) α + β = β + α, (ii) (associatief) α + (β + γ) = (α + β) + γ (iii) (nulelement) ∃ 0 ∈ F : α + 0 = α (iv) (tegengestelde) ∀ α ∈ F, ∃ β ∈ F : α + β = 0 2 (B) (vermenigvuldiging) Voor alle α, β, γ ∈ F geldt (i) (commutatief) αβ = βα (ii) (associatief) α(βγ) = (αβ)γ (iii) (eenheidselement) ∃1 ∈ F : 1 · α = α (iv) (inverse) ∀α ∈ F, α 6= 0, ∃β ∈ F : αβ = 1 (C) (distributieve eigenschap): Voor alle α, β, γ ∈ F geldt: α(β + γ) = αβ + αγ. 3 Voorbeelden: De volgende verzamelingen zijn ringen (maar geen lichaam): Z, R[s]. De volgende verzamelingen zijn lichamen: Q, R, C, R(s). • Rn×n is geen lichaam en ook geen ring; vermenigvuldiging niet commutatief, en existentie van inverse is niet verzekerd. • Zmod6 is wel een ring, maar heeft nuldelers: 2 · 3 = 0. Daarom is Zmod6 zeker geen lichaam. 4 Vectorruimte: Zij F en lichaam. Een vectorruimte over F is een verzameling V , waarop een optelling is gedefinieerd, en een scalaire vermenigvuldiging met elementen uit F . Voor twee vectoren x, y ∈ V wordt de som aangeduid door x + y, en voor α ∈ F en x ∈ V het scalaire veelvoud met αx. V is een vectorruimte over F indien optelling en scalaire vermenigvuldiging de volgende eigenschappen hebben: (1) Voor alle x, y ∈ V : x + y ∈ V (V is gesloten onder optelling). (2) Voor alle α ∈ F en x ∈ V : αx ∈ V (V is gesloten onder scalaire vermenigvuldiging). 5 (3) x + y = y + x voor alle x, y ∈ V (optelling is commutatief). (4) (x + y) + z = x + (y + z) voor alle x, y, z ∈ V (optelling is associatief). (5) Er is een vector 0 ∈ V zó dat x + 0 = x = 0 + x voor elke vector x ∈ V (existentie nulvector). (6) Voor alle x ∈ V is er een vector −x ∈ V zó dat x + (−x) = 0 = (−x) + x (existentie van inverse ten aanzien van de optelling). 6 (7) α(x + y) = αx + αy en (α + β)x = αx + βx voor alle vectoren x, y ∈ V en scalairen α, β ∈ F (scalaire vermenigvuldiging is distributief). (8) (αβ)x = α(βx) voor elke vector x ∈ V en scalairen α, β ∈ F (scalaire vermenigvuldiging is associatief). (9) 1x = x voor elke vector x ∈ V (het eenheidselement van F is neutraal element ten aanzien van de scalaire vermenigvuldiging). 7 Voorbeelden: • R, C • Rn , Cn , in het algemeen: F n • P, de verzameling van alle polynomen • Pn , de verzameling van alle polynomen van graad ≤ n • {p ∈ P | p(3) = 0}, de verzameling van alle polynomen met een nulpunt in 3, • C[0, 1], alle continue functies op [0, 1]. De volgende verzamelingen zijn echter geen vectorruimte: • alle polynomen met p(3) = 2 • alle polynomen van graad 3 8 Eigenschappen van vectorruimten: Zij V een vectorruimte over F . Dan geldt: • Als 00 een vector is met de eigenschap dat 00 + x = x voor alle x ∈ V , dan 00 = 0 (eenduidigheid van de nulvector). • Als x + y = 0, dan y = −x (eenduidigheid van de tegengestelde). • Als z = z + z, dan z = 0. • Voor elke vector x ∈ V geldt dat 0x = 0 en voor elke scalar α ∈ F geldt α0 = 0. 9 • Voor elke vector x ∈ V en scalar α ∈ F geldt: α(−x) = −(αx) = (−α)x • Voor elke vector x ∈ V geldt dat −x = (−1)x. • Voor elke vector x ∈ V en scalar α ∈ F geldt αx = 0 dan en slechts dan als x = 0 of α = 0. 10 Lineaire combinaties: Een vector x ∈ V is een lineaire combinatie van vectoren x1 , . . . , xn ∈ V als er scalairen α1 , . . . , αn ∈ F bestaan zó dat x= n X α i xi . i=1 De verzameling van alle lineaire combinaties van {x1 , . . . , xn } heet het lineair opspansel van {x1 , . . . , xn }, en wordt aangeduid met hx1 , . . . , xn i • Als x ∈ hx1 , . . . , xn i dan heet x lineair afhankelijk van {x1 , . . . , xn }. • Als S een verzameling vectoren uit V is, dan x ∈ hSi als er een Pn eindig aantal vectoren x1 , . . . , xn ∈ S is zó dat x = i=1 αi xi . 11 Deelruimten: Definitie: Een niet-lege deelverzameling M van een vectorruimte V over F is een deelruimte van V als M zelf vectorruimte over F is. Stelling: Een niet-lege deelverzameling M van een vectorruimte V is een deelruimte van V dan en slechts dan als aan de volgende twee eisen is voldaan: • Als x, y ∈ M dan ook x + y ∈ M , • Als α ∈ F en x ∈ M dan ook αx ∈ M . 12 Stelling: De doorsnede van een willekeurige collectie van deelruimten van een vectorruimte is zelf wederom een deelruimte. Gevolg: De doorsnede van twee deelruimten M en N is de grootste lineaire deelruimte, bevat in zowel M als N . Zij S ⊂ V een deelverzameling van de vectorruimte V . De doorsnede van alle deelruimten die S bevatten heet de deelruimte opgespannen door S oftewel het opspansel van S. Stelling: Zij M ⊂ V het opspansel van een verzameling S. Dan is M gelijk aan de verzameling van alle lineaire combinaties van elementen van S. 13 N.B. Als M1 en M2 deelruimten van V . Dan is M1 ∪ M2 niet noodzakelijkerwijs een deelruimte. Definitie: Zij M1 en M2 deelruimten van de vectorruimte V . Dan is de som van M1 en M2 gedefinieerd als M1 + M2 = {x1 + x2 | x1 ∈ M1 , x2 ∈ M2 }. Stelling: De som van twee deelruimten M1 en M2 van V is zelf weer een deelruimte van V , en M1 + M2 = hM1 ∪ M2 i. In het bijzonder is M1 + M2 de kleinste deelruimte van V die zowel M1 als M2 bevat. 14 Modulaire regel: Zij M , N en P deelruimtes van vectorruimte V , en veronderstel dat M ⊂ P . Dan geldt: P ∩ (M + N ) = M + (P ∩ N ) 15 Productruimte: Zij U en V vectorruimten over hetzelfde lichaam F . Dan is de productruimte W , notatie U × V , de vectorruimte bestaande uit alle paren (x, y) met x ∈ U , y ∈ V met de volgende vectorruimte structuur: α1 (x1 , y1 ) + α2 (x2 , y2 ) = (α1 x1 + α2 x2 , α1 y1 + α2 y2 ) 16 Zij U en V deelruimten van een vectorruimte W zo dat U ∩ V = {0} en U + V = W . Dan kan iedere w ∈ W op precies één manier geschreven worden als w =x+y met x ∈ U en y ∈ V . In dit geval heet W de directe som van U en V ; notatie W = U ⊕ V . 17 Zij V = V1 × V2 de product vectorruimte. Definieer M1 = { (x1 , 0) | x1 ∈ V1 } M2 = { (0, x2 ) | x2 ∈ V2 } V is de directe som van de deelruimten M1 en M2 , dat wil zeggen V = M 1 ⊕ M2 . 18 Lineaire afbeeldingen: Definitie: Beschouw twee vectorruimten V en W over hetzelfde lichaam F . Een afbeelding T : V −→ W heet lineair als voor alle u, v ∈ V en voor alle α, β ∈ F geldt: T (αu + βv) = αT u + βT v. Gevolg: T (0) = 0. De verzameling van alle lineaire afbeeldingen van V naar W wordt aangeduid met L(V, W ), en met L(V ) als W = V . 19 Stelling: Laat V, W vectorruimten zijn over F , en T : V −→ W een lineaire afbeelding. Dan geldt: • Als M een lineaire deelruimte is van V , dan is T (M ) := {T v | v ∈ M } een lineaire deelruimte van W . • Als N een lineaire deelruimte is van W , dan is T −1 (N ) := {v ∈ V | T v ∈ N }. een lineaire deelruimte van V . 20 Beeldruimte en Nulruimte Definitie: Zij T : V −→ W een lineaire afbeelding. • De beeldruimte R(T ) van T wordt gedefinieerd door R(T ) = { T x | x ∈ V }. • De nulruimte N (T ) van T wordt gedefinieerd door: N (T ) = { x ∈ V | T x = 0 }. Gevolg: • R(T ) is een lineaire deelruimte van W , • N (T ) is een lineaire deelruimte van V . 21 Lemma: Zij x1 , x2 ∈ V , en T een lineaire afbeelding T : V −→ W . Dan T x1 = T x2 dan en slechts dan als x1 − x2 ∈ N (T ). Gevolg T injectief ⇐⇒ N (T ) = {0}. 22 Lemma: Zij T : V −→ W een lineaire afbeelding. • Voor y ∈ W is de vergelijking T x = y oplosbaar dan en slechts dan als y ∈ R(T ). • Indien y ∈ R(T ), dan wordt de oplossingsverzameling van de vergelijking T x = y gegeven door: xp + N (T ) waarbij xp een (particuliere) oplossing is van T x = y. 23