Bijlage IV: Toelichting Algemene Financieringsreserve In het Hoofdlijnenakkoord is als één van de doelen opgenomen om te komen tot een verschuiving in de inzet van provinciale middelen voor onze beleidsdoelen: van eenmalige inzet in de vorm van subsidies en opdrachten naar een inzet in de vorm van financiële instrumenten als deelnemingen, leningen en voorfinancieringen. Financiële instrumenten hebben ten opzichte van subsidies en bijdragen het grote voordeel dat de (kas)middelen niet eenmalig worden uitgegeven, maar dat de (kas)middelen na een bepaalde periode weer worden terugontvangen en opnieuw kunnen worden ingezet. Ook kunnen financiële instrumenten het budgettair perspectief verbeteren door (structurele) rente- en dividendinkomsten. De opbrengsten moeten dan wel hoger zijn dan de beheerkosten. Deze nieuwe financiële instrumenten hebben echter een ander effect op de balans en de exploitatie dan traditionele instrumenten, zoals subsidies en opdrachten. Door het beklemmen van reserves was het mogelijk om deze reserves in te zetten voor de financiering van de materiële vaste activa en de financiële vaste activa (financiële instrumenten). De keuze voor het beklemmen van reserves heeft geleid tot een ingewikkeld systeem van rentetoerekening. Vanuit een solide en toekomstbestendig financieel beleid, goed rentmeesterschap en de behoeft aan vereenvoudiging van het financiële beleid op dit punt is daarom in de Perspectiefnota 2015 voorgesteld om een Financieringsreserve in te stellen. Tegelijkertijd is in de Perspectiefnota 2015 is voorgesteld om de beklemming van € 600 miljoen (vanuit het Hoofdlijnenakkoord en de Perspectiefnota 2014) te verlagen naar € 300 miljoen. In plaats van het wegvallende deel van de beklemming is voorgesteld de Algemene Financieringsreserve vooralsnog te vullen met € 186 miljoen. Bij deze Kerntakenbegroting worden de spelregels aan u voorgelegd, tegelijk met uitwerking van het voorstel om de Algemene Financieringsreserve te vullen met € 186 miljoen. Door vaste activa via de Algemene Financieringsreserve volledig te financieren vanuit het eigen vermogen wordt er voor gezorgd dat de provinciale balans op lange termijn in evenwicht is. Hiermee wordt ook voldaan aan de gouden balansregel om vaste activa te financieren vanuit het eigen vermogen of lang vreemd vermogen. Voorbeelden van vaste activa zijn: financiële vaste activa (verstrekte leningen en voorfinancieringen en deelnemingen) en materiële vaste activa (gebouwen en wegen). Tegenover de vaste activa komt een Algemene Financieringsreserve (eigen vermogen) te staan met dezelfde omvang. Dit draagt bij aan een stabiele financiële situatie en zorgt er voor dat: • de liquiditeitspositie beter is geborgd, doordat de beschikbare reserves niet dubbel kunnen worden ingezet: zowel inzet via de balans (financiële instrumenten) als inzet via de exploitatie (voor kosten, subsidies en bijdragen). • gezien de omvang van de materiële en financiële vaste activa wordt voorkomen dat wij in de toekomst externe leningen moeten aantrekken, waarvan de rentelast structureel gedekt moet worden, en dat wij door de onzekerheid over de hoogte van de rente op middellange termijn een groot renterisico lopen. • gezien de omvang van de materiële en financiële vaste activa wordt voorkomen dat wij door renterisiconorm (Wet Fido) op middellange termijn niet voldoende externe financiering kunnen aantrekken om onze activa te kunnen financieren en onze begroting uit te kunnen voeren. Zonder Algemene Financieringsreserve zullen bijvoorbeeld door de realisatie van het investeringsprogramma KvO en mogelijk het verder afbouwen van de beklemming de liquiditeiten fors afnemen en zal in de toekomst (over 10 tot 15 jaar) nog maar zeer beperkt ruimte zijn om vanuit de eigen middelen leningen te kunnen verstrekken. Het is dus zonder AFR en de mogelijke afbouw van de beklemming van reserves onzeker of wij de totale omvang van de fondsen, zoals het Energiefonds, over 10 tot 15 jaar weer volledig opnieuw kunnen inzetten. Door gebruik te maken van de Algemene Financieringsreserve wordt het financiële systeem ten aanzien van vaste activa (w.o. financiële instrumenten) sterk vereenvoudigd. Er komt een direct verband tussen de maximale financiële omvang van de vaste activa en de financiering hiervan. De transparantie van de financiële instrumenten in de balans wordt hiermee vergroot. Dit zal hierna aan de hand van een voorbeeld worden toegelicht. Werking van de Algemene Financieringsreserve De Algemene Financieringsreserve zorgt er voor dat vaste activa (bijvoorbeeld verstrekte leningen) worden gefinancierd vanuit het eigen vermogen. Er is een direct verband tussen bijvoorbeeld de maximale omvang van de verstrekte lening en de financiering hiervan. Het basis principe van de Algemene Financieringsreserve zal worden uitgelegd aan de hand van het volgende voorbeeld. De provincie besluit voor een wegenproject een voorfinanciering aan het Rijk beschikbaar te stellen van € 30 miljoen voor een periode van 10 jaar. Het risico op deze lening is nihil. 1. De beginbalans is als volgt (alle bedragen * € 1 miljoen): Activa Balans Liquide middelen 30 Totaal 30 Passiva Algemene Dekkingsreserve 30 Totaal 30 2. Als besloten wordt om een voorfinanciering aan het Rijk beschikbaar te stellen van € 30 miljoen vanuit de Algemene Dekkingsreserve dan is het effect op de balans als volgt: • De Algemene Dekkingsreserve (ADR) zal afnemen met € 30 miljoen en de Algemene Financieringsreserve (AFR) zal toenemen met € 30 miljoen. Activa Balans Liquide middelen 30 Totaal 30 Passiva Algemene Dekkingsreserve (30 -/- 30) - Algemene Financieringsreserve (0 + 30) 30 Totaal 30 3. Als de lening van € 30 miljoen over 3 jaar wordt overgemaakt aan het Rijk, dan is het effect op de balans als volgt: • De liquide middelen nemen af met € 30 miljoen en de verstrekte leningen nemen toe met € 30 miljoen. Activa Balans Passiva Liquide middelen (30 -/- 30) - Algemene Dekkingsreserve Verstrekte leningen (0 + 30) 30 Algemene Financieringsreserve 30 - Totaal 30 Totaal 30 Dit is het belangrijkste doel van de Algemene Financieringsreserve. Er is een direct en verband tussen de vaste activa (verstrekte lening van € 30 miljoen) en de financiering van deze vaste activa (Algemene Financieringsreserve van € 30 miljoen). Hiermee wordt op een eenvoudige en transparante wijze geregeld dat deze vaste activa volledig worden gefinancierd vanuit het eigen vermogen (AFR). Wij lopen voor deze vaste activa geen risico dat externe financiering aangetrokken moet worden en de € 30 miljoen wordt gedurende de looptijd van de lening volledig ingezet voor de realisatie van onze provinciale kerntaken. 4. Als de lening van € 30 miljoen over 13 jaar wordt terugbetaald door het Rijk aan de provincie, dan is het effect op de balans als volgt: • De liquide middelen nemen toe met € 30 miljoen en de verstrekte leningen nemen af met € 30 miljoen. • De Algemene Dekkingsreserve (ADR) zal toenemen met € 30 miljoen en de Algemene Financieringsreserve (AFR) zal afnemen met € 30 miljoen. 2 Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Activa Balans Liquide middelen (0 + 30) 30 Verstrekte leningen (30 -/- 30) 30 Totaal Passiva Algemene Dekkingsreserve (0 + 30) 30 Algemene Financieringsreserve (30 -/- 30) 30 Totaal Als de lening € 30 miljoen wordt terugbetaald aan de provincie, dan kan de Algemene Financieringsreserve ook met € 30 miljoen vrijvallen. De € 30 miljoen zal dan worden toegevoegd aan de Algemene Dekkingsreserve en kan dan opnieuw worden ingezet. Door de werking van de Algemene Financieringsreserve wordt er voor gezorgd dat middelen ook daadwerkelijk opnieuw ingezet kunnen worden. De Algemene Financieringsreserve is in omvang altijd gelijk aan de maximale omvang van de vaste activa. De omvang van de Algemene Financieringsreserve zal dus mee-ademen met de omvang van de vaste activa. Een toename van de vaste activa (bijvoorbeeld nieuwe fondsen) zal leiden tot een toename van de Algemene Financieringsreserve. Een afname van de vaste activa, doordat bijvoorbeeld verstrekte leningen worden terugontvangen, zal leiden tot een afname van de Algemene Financieringsreserve. De omvang van de Algemene Financieringsreserve zal dus altijd volledig worden ingezet voor investeringen in vaste activa. De Algemene Financieringsreserve bevat dus geen vrije ruimte. Vrijvallende middelen in de Algemene Financieringsreserve worden direct overgeboekt naar de Algemene Dekkingsreserve of eventueel een specifieke bestemmingsreserve. In dit voorbeeld is het basis principe van de Algemene Financieringsreserve opgenomen. Het basis principe geldt voor alle vaste activa. De vaste activa kunnen echter in hun aard heel verschillend zijn. Het kan hierbij gaan om de financiering van materiële (gebouwen en grond) of financiële vaste activa (verstrekken van leningen, voorfinancieringen en deelnemingen). De materiële vaste activa werkt door de afschrijvingen weer anders dan de financiële vaste activa. Er kunnen bovendien verschillende uitgangspunten van toepassing zijn, zoals wel / niet revolverend, verschillend risicoprofiel, etc. Hierdoor kunnen specifieke spelregels van toepassing zijn. Deze specifieke spelregels worden bij de besluitvorming over de vaste activa aan u voorgelegd. In de alinea “Spelregels en kaders Algemene Financieringsreserve” zijn voorbeelden van specifieke spelregels opgenomen. Algemene Financieringsreserve en risico’s Aan de Algemene Financieringsreserve worden middelen toegevoegd ter financiering van de vaste activa. Als afgeleide hiervan zijn de risico’s ook volledig afgedekt. Met het oog op de uitvoeringsregels risicomanagement wordt het uitgangspunt gehanteerd, dat de middelen in de Algemene Financieringsreserve beschikbaar blijven voor risicoreservering. Als de middelen daadwerkelijk worden verstrekt voor de investering in vaste activa, dan zal conform het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) de financiële omvang van een eventueel risico (vaste activa * risicopercentage) opgenomen moeten worden in een voorziening. Bij het verstrekken van de lening wordt de financiële omvang van een eventueel risico (vaste activa * risicopercentage) vanuit de Algemene Financieringsreserve via de exploitatie overgeheveld naar een voorziening. De boekwaarde van de vaste activa (verstrekte lening -/- voorziening) van de vaste activa is dan gelijk aan de omvang in de Algemene Financieringsreserve. Als in het voorgaande voorbeeld het risicopercentage wordt vastgesteld op 10%, dan is het effect op de balans als volgt op het moment dat de lening van € 30 miljoen wordt verstrekt: • De liquide middelen nemen af met € 30 miljoen en de verstrekte leningen nemen toe met € 30 miljoen. • Het risico van de leningen is 10% * € 30 miljoen = € 3 miljoen. Dit bedrag wordt conform het BBV vanuit de Algemene Financieringsreserve via de exploitatie overgeheveld naar de voorziening. Op de balans dient de boekwaarde van de vaste activa opgenomen te worden. Daarom wordt de voorziening in mindering gebracht op de verstrekte lening. Activa Balans Liquide middelen (30 -/- 30) - Verstrekte leningen (0 + 30) 30 Voorziening (0 -/- 3) -3 Boekwaarde verstrekte leningen 27 Totaal 27 Passiva Algemene Dekkingsreserve - Algemene Financieringsreserve (30 - 3) 27 Totaal 27 Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. 3