Intravitreale injectie Afdeling Oogheelkunde Waarom een intravitreale injectie? Uw oogarts heeft u voorgesteld een medicijn toe te dienen door middel van een intravitreale injectie ofwel: een injectie in uw oog. Dit omdat bij uw aandoening toediening van dit middel het meeste effect verwacht wordt of zelfs de enig mogelijke manier is voor toediening. Er zijn meerdere soorten medicijnen die toegediend kunnen worden, uw oogarts heeft met u besproken welk middel u krijgt. Hoe gaat het als ik me laat behandelen met een intravitreale injectie? Uw oogarts heeft u uitleg gegeven over de gang van zaken maar mogelijk onthoudt u niet alles. Vraag dan aan het personeel bij de behandelkamer om uitleg, zij geven u ook deze folder mee. Indien het uitkomt wordt vaak de eerste injectie meteen gegeven na het bezoek aan de oogarts. Belangrijk: bij uw eerste bezoek aan de oogarts worden uw pupillen wijd gedruppeld en wordt het zicht wazig. U kunt na afloop niet zelf autorijden! Bij vervolgafspraken voor injecties worden uw 2 pupillen niet wijd gedruppeld maar het is raadzaam om iemand mee te nemen omdat uw zicht door de injectie en de ooggel na afloop toch verminderd zal zijn. Een zonnebril kan prettig zijn na afloop omdat het oog wat geïrriteerd kan zijn. De injectie toediening U krijgt voor de injectie nog een aantal oogdruppels toegediend: twee maal een verdovende oogdruppel en één maal een jodium oogdruppel voor desinfectie. Bij jodium allergie krijgt u een alternatieve oogdruppel. Na deze oogdruppels zult u na enige tijd opgeroepen worden in de behandelkamer. U neemt plaats in de behandelstoel die achterover geplaatst zal worden zodat u in liggende positie komt. Er wordt nogmaals gecheckt om welk oog het gaat en dan krijgt u nog een verdovende oogdruppel. Vervolgens worden de oogleden en een ruim deel rondom het oog gepoetst met jodium ter desinfectie. Bij allergie poetsen we met een ander middel. 3 De oogarts plaatst een steriele gatdoek over uw oog en zal een ooglidspreider plaatsen waardoor uw oog geopend blijft. Met een passertje markeert de oogarts de plek van de injectie en dit is tevens een controle of uw oog goed verdoofd is. Er volgt nog een jodium oogdruppel en dan dient de oogarts de injectie zelf toe: u zult de injectie als een kleine steek ervaren en ziet het medicijn inlopen. De injectie zelf is vergelijkbaar met een bloedafname: u voelt het even maar meer ook niet. Na afloop van de injectie krijgt u nog wat ooggel in en de ooglidspreider wordt uit genomen. Uw oogleden worden schoongemaakt en u kunt weer naar huis. Het kan zijn dat u een zwarte vlek of stip ziet na afloop, dit is normaal en verdwijnt na een dag weer. Vervolgafspraken krijgt u mee of deze worden opgestuurd naar uw huisadres. 4 Waar moet ik op letten na de injectie? Uw oog kan na de verdoving wat stroef aanvoelen of u heeft het gevoel dat er een korreltje zand in het oog zit. Dit gaat vanzelf over en u moet vooral niet wrijven in het oog! U moet contact met het ziekenhuis opnemen als u de volgende zaken merkt in combinatie met elkaar: - U gaat ineens veel slechter zien. - U krijgt veel pijn aan het oog. - Het hele oog ziet rood. Deze symptomen gecombineerd kunnen duiden op een infectie, dit moet snel beoordeeld worden en er moet dan snel gehandeld worden. Denk niet: ik wacht wel tot na het weekend of: het is nu avond, ik bel morgen wel maar neem direct contact op met het ziekenhuis en vraag naar de dienstdoende oogarts omdat u klachten heeft na een ooginjectie. Het telefoonnummer dat u altijd kunt bereiken is: (010) 704 0 704 en vraagt u naar de dienstdoende oogarts 5 NB: een rood oog kan ook voorkomen als de oogarts een bloedvaatje raakt, dat is verder onschuldig en ook niet pijnlijk. In dat geval is contact opnemen niet nodig. Complicaties na een injectie zijn gelukkig zeldzaam: minder dan 1 op 1000. Complicaties kunnen desondanks toch optreden en indien vroeg herkend en behandeld kunnen nadelige gevolgen verholpen worden. Vervolginjecties en controle afspraken De oogarts spreekt de vervolginjecties af aan de hand van schema`s en dit kan soms maandelijks zijn maar ook om de zes weken, om de twee maanden of anders. Uw oogarts bepaald het te prikken schema. Soms worden vervolgafspraken meteen geregeld, soms worden ze opgestuurd. Dit is afhankelijk van de drukte aan de balie en soms is het beleid nog niet geheel bepaald en volgt dit nog na bespreking. Bij een serie injecties wordt vaak ook een oogscan ingepland om het vervolg in de gaten te houden. Na enige tijd, afhankelijk van het schema, komt u 6 ook weer bij de oogarts voor controle en om het verdere beleid te bepalen. Bespreek met uw oogarts uw bevindingen en stel uw vragen, de behandeling is gebaat met een goede samenwerking tussen u en de oogarts. Voor vragen over de behandeling en het beleid is uw oogarts de aangewezen persoon. Voor zaken rondom de behandeling en voor verzetten van afspraken neemt u contact op met de verpleging: (010) 704 01 35, vraagt u naar de verpleging. Belangrijke telefoonnummers Verpleging oogheelkunde: (010) 704 01 35 Contact met oogarts op werkdagen: (010) 704 01 35 Spoed contact na klachten injectie: (010) 704 0 704, vraagt u naar de dienstdoende oogarts 7 www.erasmusmc.nl 6186455 © Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 06/14 Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend