Muziektheatervoorstelling Wie is Loesje? door de ogen van de cast

advertisement
Muziektheatervoorstelling Wie is Loesje?
door de ogen van de cast en het artistieke team
Wie is Loesje? is een romantische
en nostalgische muziektheatervoorstelling/musical.
Vooral voor het oudere publiek is
de voorstelling een feest van
herkenning met liedjes uit de jaren
’30, ’40 en ’50 van de vorige eeuw
uit Frankrijk, Duitsland, Amerika
en Nederland. Klassiek geworden
songs als Les feuilles mortes (vooral bekend door Yves Montand), 's avonds bij het
licht der sterren (bekend door de Ramblers), Someone to watch over me, Die avond
in de regen, Stormy weather en La mer (bekend geworden door Charles Trenet)
maken deel uit van het programma en vormen de rode draad door de voorstelling.
Bijzonder leuk aan deze voorstelling is de samenwerking van de oudere generatie
podiumbeesten, waaronder Marc Krone, Barrie Stevens, Bart Rademakers en
Miranda van Kralingen met de jonge garde zoals Terence van der Loo, Babette
Ploegmakers, Willem de Vries, Veerle Sanders en Rubèn Plantinga. De voorstelling
overbrugt daarmee, ook voor het publiek, de kloof tussen generaties.
Marc Krone (de regisseur), Veerle Sanders (Jenny, de kleindochter van mevrouw
Crooswijk), Pieter Heebink (voorstellingsleider) en Terence van der Loo (speelt
o.a. Lou Bandy) aan het woord over het ontstaan van de voorstelling, hun
samenwerking en hun rol in de productie.
Regisseur Marc Krone vertelt vol enthousiasme over het ontstaan van Wie is
Loesje?:
“Op een avond toen ik Miranda
vroeg om mij te helpen met het
geproduceerd krijgen van een
Sisi opera zei ze mij: “Dat gaan
we doen! Maar eerst moet je mij
helpen. Ik moet een 20-30-40-er
jaren liedjesprogramma maken
met de jonge groep, maar ik heb
geen tijd. Wil jij dat voor mij
doen?” Miranda had twee regies van mij gezien en was van het lachen van haar stoel
gevallen. Mij leek het een leuk idee, maar ze was nog niet uitgesproken. “Ik heb een
decor gekocht in Bremen”, zei ze, en liet mij foto’s zien. “Een koopje want de show
stopte, en ik vond het zo’n leuk decor.” Dat was nog niet alles, want ze legde een lijst
met meer dan 70 nummers voor mijn neus, in 5 verschillende talen. “Een keuze uit dit
dus”. “Oh ja en dit zijn de zangers, en ik doe zelf ook mee.”
Het is een rare gewaarwording als de directeur zelf ook meespeelt. Het ene moment
sta je dan toestemming te vragen om het decor te veranderen en het volgende moment
moet je een uitbrander geven omdat ze de tekst nog niet kent. Verwarrend.
Ik wilde geen liedjes revue maken met verbindende tekstjes over de 30er jaren. Dat
boeit niet twee uur lang, en trouwens, dat is al zo vaak gedaan.
Eerst maar eens kiezen welke liedjes er in dat programma moesten. Het maken van
Wie is Loesje? was een moeilijk kip en ei probleem. Want schrijf je nou eerst een
verhaal of kies je eerst muziek? En op basis waarvan kies je nou eigenlijk? Een
gekmakend probleem. Uiteindelijk ben ik alle nummers gaan opzoeken en beluisteren.
En ik heb mijzelf beloofd: Eén keer draaien: als ik er vrolijk van word, komt het erin,
anders... exit. O wat is er veel gesneuveld! En wat veel moois bleef er over! Edith Piaf,
Ives Montant, Doris Day... allemaal niet. Maar ook schitterende onbekende pareltjes
zoals Mann müsste Klavier spielen können van Heesters, De l'autre côté de la rue, en
het schitterende Mexico en In einer kleinen Konditorei... Ik leerde zoveel schitterende
nummers kennen! Maar tegelijkertijd moest ik van zoveel muziek ook meteen afscheid
nemen. Wreed gewoon! Toen ik na een week onafgebroken luisteren een soort van
lange shortlist had viel mij meteen een ding op. Er zat behoorlijk wat Trenet en
Ramblers in. Alsof een onzichtbare hand mij leidde naar die twee grootheden. Een
Franse zanger en een Nederlandse groep. Die moesten dus samen in één
programma...
En toen viel mij een heel interessant iets op: Trenet werd na de oorlog verweten dat
hij voor de Duitsers had gewerkt, maar hij werd er niet voor vervolgd. Alsof het hem
vergeven werd. En later verdween hij totaal van het toneel. Alsof hij iets heftigs uit te
zoeken had in zijn leven. Voordat hij een come back maakte. En plotseling kreeg ik
een idee: als Trenet nou gedwongen was om voor de vijand te werken? Als hij nu eens
gechanteerd is geweest...
Het waarmee liet zich snel vinden: nooit getrouwd, altijd de lichtvoetige bohemien.
Charles Trenet verborg een geheim, zijn seksuele geaardheid.
Dát zou zijn achilleshiel kunnen zijn geweest tijdens de bezetting. Toen Miranda mij
de film Fauteuils d’ Orchestre gaf waarin een conciërge van een theater speelt met de
woorden: ‘zou ik zoiets kunnen spelen?’, vielen de puzzelstukjes plotseling ineen. En
het verhaal van Wie is Loesje? was geboren.
Barry Stevens was de choreograaf van de ode aan Annie MG Schmidt Hoera we zijn
normaal in 1997 waar ik naast Simone Kleinsma één van de hoofdrollen speelde.
Het was vriendschap op het eerste gezicht. De warmte en betrokkenheid van deze
man is ongekend. Hij heeft humor, vakkennis en is totaal eerlijk: een schitterende
persoon en een geliefde collega. Barry, Bart en ik hebben tijdens het ontstaan van Wie
is Loesje? elke avond tot 2 uur ‘s nachts in de bar van een hotel gezeten om te
overleggen. Steeds maar veranderen, schaven en verbeteren. Keihard gewerkt: maar
gelachen!
Er is een aantal redenen te noemen waarom ik mee wilde werken aan Wie is Loesje?.
Ten eerste: Wie kan er weerstand bieden aan zulke waanzinnig leuke, goede en
prachtige muziek?? Maar de belangrijkste reden om Wie is Loesje? te doen is het
samenwerken met het jonge talent! Ik heb Veerle en Terence in de klas gehad en ken
ze van vroeger: talentvolle harde werkers. Er heerst een koortsachtige werklust in de
groep: super! Het samenbrengen van oude rotten en jonge honden is een gouden
greep. Volgens mij moet dat de naam worden van het talentontwikkelingsproject
van Opera Zuid: ‘Oude rotten & Jonge honden’.
“O ja”, voegt hij als laatste nog toe: “Mevrouw van Crooswijk is eigenlijk gebaseerd op
mijn eigen oma maar niemand weet dat.”
Terence van der Loo (bekend van Moeder ik wil bij de revue) die voor het eerst
in Wie is Loesje? speelt, bevestigt Marc Krones opmerking over de goede
samenwerking tussen jong en oud:
“Marc Krone is docent op de opleiding waar ik
gestudeerd heb en hij vroeg mij of ik mee wilde
werken aan Wie is Loesje?. En dat wilde ik.” “Ik zit
wel een een beetje vast in de vorige eeuw”, zegt
hij lachend. “Zowel in Moeder ik wil bij de revue als
in Wie is Loesje? zit veel oud werk en ze bedienen
ongeveer eenzelfde doelgroep.”
“Marc Krone en ik gaan al wat jaartjes terug... Wij
hebben vaker samengewerkt maar dan verhielden
we ons anders tot elkaar dan nu. Hij was docent en
ik student. We hebben genoeg uitgevochten op de vloer. Marc zei altijd tegen mij: “ja
ja, je speelt het prachtig. Nu terug naar A409 (lokaal van zangdocent Edward
Hoepelman) en gaan leren zingen.” Ook deze anekdote vertelt hij met een lach. “Ik
kon daar nogal boos om worden maar achteraf kan ik zeggen dat hij gelijk heeft. Nu is
het erg leuk om met Marc te werken als regisseur en eindelijk de dialoog aan te kunnen
gaan als acteur met hem.”
“Ook het samenwerken met Barrie Stevens bevalt me heel goed. Ik kende hem nog
niet en het is een erg leuke man, die veel gedaan en bereikt heeft in zijn carrière.
Het is mooi om hem aan het werk te zien, vooral in samenwerking met zijn assistent
Matthijs van der Meer die het allemaal erg duidelijk aan ons uitlegt en de vertaalslag
van Barrie's ideeën op ons overbrengt.”
Met de jonge zangers van Opera Zuid klikt het geweldig: “De jonge talenten van Opera
Zuid en ik zijn van dezelfde leeftijd, dat maakt het erg gezellig. Ik luister met
bewondering naar hun mooie stemmen. Veerle Sanders ken ik al wat langer. Zij
studeerde een jaar boven mij op het conservatorium, ik heb daar zelfs meegezongen
in haar 3e jaars overgangsrecital.”
Veerle Sanders speelt Jenny, de kleindochter van mevrouw Crooswijk. In 2014
speelde ze die rol ook al eens en nog steeds doet ze dat met veel plezier:
“Mijn allereerste rol bij Opera Zuid was
in de vorige Wie is Loesje? 1,5 jaar
geleden. In de tussentijd heb ik al heel
wat zanguren mogen maken. Ik heb
zoveel
geleerd
en
ontwikkeld
de
afgelopen 2 jaar dat er nu een totaal
ander persoon op het podium staat. Nu
weet ik precies wie ik ben en wat ik kan
als zangeres, actrice en als danseres.
Over de samenwerking met Terence en Babette (de twee nieuwe aanwinsten in de
voorstelling) zegt ze: “De vorige keer was het al een feestje met de cast, nu met
Terence en Babette er nieuw bij, wordt het een nog groter feest! Ze zijn ontzettend
getalenteerd en het zijn fijne mensen om mee samen te werken en te lachen.”
Met het repertoire van de voorstelling heeft Veerle veel affiniteit: “Ik ben begonnen met
jazz, later ben ik me pas voor andere stromingen gaan interesseren zoals musical en
klassiek. Liedjes van Cole Porter mogen zingen vind ik dus heerlijk, daar is het allemaal
mee begonnen. De afwisseling én de combinatie van opera en muziektheater vind ik
ontzettend interessant en ligt mij heel erg goed.”
Pieter Heebink is de voorstellingsleider van Wie is Loesje? Dit is de eerste keer
dat hij bij Opera Zuid helemaal alleen verantwoordelijk is als voorstellingsleider.
Bij Rigoletto was hij assistent voorstellingsleider.
“Ik vind het fijn dat ik
weer muziektheater mag
doen.
Ik
wil
in
mijn
carrière zoveel mogelijk
disciplines blijven doen.
En voor mijn functie is
het interessant dat we in
grote
schouwburgen
staan maar ook in kleine theaters. Mijn taak is onder andere het bewaken van de
artistieke kwaliteit. Dus ik moet telkens bekijken en uitvinden hoe we technisch de
theaters in kunnen richten om dezelfde kwaliteit als de première te kunnen behouden.
Ik vind het toffe aan deze productie dat er een andere kant van de zangers van Opera
Zuid belicht wordt, dat zij echt uitgedaagd worden en dan vooral in dans en beweging.
Qua inhoud van het stuk vind ik het leuk dat ik de liedjes ken via covers van huidige
artiesten maar dat ik ze in deze productie in de originele versie hoor.”
Download