Tuin en Kunst Tiendaagse Groningen 2011 vrijdag 17 t/m zondag 26 juni 2011 Dutch Wave in Warffum Door: Leo den Dulk (tuinhistoricus en publicist) Tuinen wilden ze maken, waarin vaste planten, bolgewassen en eenjarigen het hele jaar door de hoofdrol speelden – geen verlengstukken van het huis, geen openluchtkeukens, geen steriele prestigeobjecten, maar tuinen waarin mét en niet tegen de natuur wordt gewerkt. Het werk van de drie Nederlandse tuinontwerpers Ton ter Linden, Henk Gerritsen en Piet Oudolf en een aantal geestverwanten wordt buiten Nederland zó opmerkelijk gevonden dat het bekend is geworden als de ‘Dutch Wave’. Wat de oorsprong is van deze krachtige golf en wat er zo bijzonder aan is, dat laat de tentoonstelling ‘Dutch Wave in Warffum’ zien. Onder de titel Going Dutch was de tentoonstelling eerder met veel succes in het Londense Garden Museum te zien. Nu staat hij zomer van 17 juni-14 augustus in een Nederlandse bewerking in Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum en luidt hij de Groningse Tuin & Kunst Tiendaagse in die duurt van 17-26 juni. All American Tuin Highline New York foto Gerritjan Deunk Long Border baan-grasslands-aerial Getoond wordt een ruime inventarisatie van ontwerpers, tuinen, planten, mensen en meningen die betrokken waren bij het ontstaan van de Dutch Wave. Op 32 banieren ontrolt zich in veel beeld en een bescheiden hoeveelheid tekst het verhaal over natuur en tuin en de discussie over natuurlijk tuinieren, creatief vormgeven en integraal ontwerpen die zo typerend zijn voor deze Nederlandse vorm van tuinkunst. Tegelijk wordt duidelijk waarom juist de Dutch Wave de vragen kon beantwoorden die door vakmensen en liefhebbers over de plaats van de tuin in de moderne wereld werden gesteld. Commentaren van een aantal vooraanstaande figuren uit de Engelse tuinwereld vertellen hoe groot de invloed ervan op de moderne Engelse tuinarchitectuur is. Voorwerk Het is niet zo vreemd dat de meeste Nederlandse tuiniers en tuinontwerpers tot eind jaren ’80 de Engelse tuin als ideaalbeeld zagen. De tuintraditie die daar bestaat – veel particuliere tuinen en parken, openstellingen en flower shows – vormde daarvoor de terechte reden. Wat velen echter nog niet in de gaten hadden was dat er in Nederland een hele nieuwe generatie kwekers en tuinontwerpers was opgestaan die een antwoord hadden op de vraag wat een tuin nog meer zou kunnen zijn. Zij keken hoe je beter rekening kon houden met de natuurlijke omstandigheden op de plaats waar je een tuin aanlegt, hoe je niet de plant aan de tuin moest aanpassen maar juist de tuin aan de plant en hoe je beelden uit de steeds schaarser wordende natuur kon gebruiken. Hun ideeën kwamen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Ze grepen terug op een rijke geschiedenis waarin Nederlandse kwekers internationaal vooraan stonden, waarin tuinontwerpers en natuurbeschermers het gebruik van wilde planten propageerden en waarin tuinarchitecten als Mien Ruys toonaangevend werden in de moderne tuinarchitectuur. Tegelijkertijd betreurden zij de verarming van het gekweekte plantensortiment en grepen terug op het werk van vooroorlogse kwekers als Karl Foerster en Georg Arends. Zij waren het die al eerder planten kweekten met een minder gekunsteld, meer natuurlijk karakter, die een goed uitgangspunt vormden voor de nieuwe, meer natuurlijke tuin die de jonge ontwerpers voor de geest zweefde. Al naar gelang hun temperament maakten zij tuinen met plantcomposities die teruggingen op voorbeelden uit de natuur. Perennial Perspectives Onafhankelijk van elkaar vonden gedreven ontwerpers zo vanaf de jaren ’70 een nieuwe benadering van tuinen. Tegelijkertijd gaven zij, gesteund door verwante kleinschalige plantenkwekers, de aanzet tot een geheel nieuw plantensortiment dat zij nodig hadden voor hun beplantingen. De reacties van buitenlandse collega’s leidde tot de geboorte van de stroming die door Rune Bengtsson na een congres in Alnarp (Zweden, 1992) Den Holländska Perennvågen (de Hollandse vasteplantengolf) werd gedoopt, door anderen verkort tot die Holländische Welle of the Dutch Wave. Andere bijeenkomsten in Zweden, Engeland, Duitsland en Nederland brachten een groot aantal gelijkgestemde vakmensen bijeen, die zich vanaf 1996 in de informele groep Perennial Perspectives losjes verenigden. Karakteristieke planten Wat de kwekers van de Dutch Wave vooral wilden bereiken was de rijkdom van het vooroorlogse plantensortiment, met nieuwe toepassingen voor halfvergeten of nauwelijks meer gewaardeerde vaste planten als Phlox, Monarda en Echinacea, de selectie van minder stijve cultivars uit de grote Delphiniumfamilie, het kweken door kruising en selectie van nieuwe, lossere vormen van Geraniumsoorten, van andere bloemkleuren en groeivormen die zich beter lieten combineren… Men ging in Duitsland op plantenjacht naar vergeten cultivars, oude Foerster-catalogi werden nageplozen. Het rijke 19de-eeuwse varensortiment werd herontdekt, de nieuwe Miscanthuscultivars van Foerster’s leerling Ernst Pagels werden geïntroduceerd en veroverden de wereld. Langzamerhand ontdekten zij dat er geestverwanten waren, en er ontstond een uitwisseling van kennis en plantmateriaal waar we nu nog steeds de vruchten van plukken. Rob Leopold ‘Dutch Wave in Warffum’ is tevens een eerbetoon van curatoren Leo den Dulk en Gerritjan Deunk aan Rob Leopold (1942-2005), initiator van de Stichting Perennial Perspectives, bakermat voor activiteiten van vakmensen die het Hollandse licht hadden gezien. Deze kosmopolitische Groninger was door zijn onuitputtelijk enthousiasme tevens de bezielende kracht achter tal van andere projecten die met natuur en kunst te maken hadden. Het Kollektief van Heemplantenkwekers, de Poldertuinen in de Floriade van 1992, de Groep Traditionele Kwekers, de Werkgroep Boerentuinen, het Gilde van Tuinbazen danken alle hun ontstaan mede aan hem. Voor de Stichting Perennial Perspectives tenslotte formuleerde Rob Leopold als uitgangspunt voor dit internationale verband van mensen uit de groene vakwereld ‘Creatieve ecologie en integraal landschapsontwerp’. Hij was tevens inspirator van de eerste kwekerij in Groningen die zich aansloot bij de Dutch Wave, de in 1983 opgerichte Kleine Plantage te Eenrum. Zijn grootste bekendheid kreeg Rob Leopold echter als zaadteler en medeoprichter/eigenaar van het kleinschalige bedrijf de Cruydt-hoeck. Het leverde aanvankelijk vrijwel uitsluitend zaad van inheemse wilde planten maar nam al gauw ook een honderdtal niet-inheemse soorten op. In 1986 verscheen de eerste Dikke Zadenlijst, die in zijn laatste versie zaden van 269 wilde planten en een kleine duizend ‘Tuinzaden’ – een- en tweejarigen, maar ook grassen, groenten kruiden en vaste planten – bevatte, alle min of meer in lyrische termen beschreven. ‘Dutch Wave in Warffum’ bewijst dat op deze tuinontwerpen en beplantingen het begrip ‘tuinkunst’ van toepassing is. Het is deze kwaliteit die tot internationale herkenning heeft geleid. Noot voor de redactie: Voor meer informatie over Dutch Wave kunt u contact opnemen met Leo den Dulk op telefoonnummer 06-245 009 51