AAQZ13 - Specificaties - Factor-E

advertisement
> Specificaties
Titel:
Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang
Soort:
Cursus
Werksituatie:
Als pedagogisch medewerker ben je verantwoordelijk voor het welzijn en de gezondheid
van kinderen in de kinderopvang. Je biedt ze een veilige basis, van waaruit ze zich kunnen
ontwikkelen. Om de ontwikkeling te kunnen stimuleren moet je voldoende kennis hebben
van de normale ontwikkeling. Dit geldt ook voor de seksuele ontwikkeling en opvoeding.
Als pedagogisch medewerker kun je allerlei vragen krijgen van kinderen. Bijvoorbeeld hoe
een baby in een buik komt. Oudere kinderen kunnen samen praten over seks. Hoe
reageer je daar op als pedagogisch medewerker? Kinderen laten ook seksueel getint
gedrag zien. Hoe ga je daar als pedagogisch medewerker mee om. Welke grenzen en
regels zijn er? Daarnaast heeft een pedagogisch medewerker ook een taak in het
herkennen van seksueel misbruik. Het protocol treedt in werking en wellicht ga je een
melding maken van seksueel misbruik.
Als het goed is staat het beleid van een organisatie met betrekking tot seksuele opvoeding
beschreven in het pedagogisch beleidsplan en vormt het het uitgangspunt voor het
handelen in de praktijk.
Eindproduct:
Seksuele opvoeding in het pedagogisch beleidsplan
Niveau:
3 en 4
KD:
Pedagogisch Werk 2011-2012
Kerntaak:
1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak.
2. Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere.
3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Werkproces:
1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere.
2.1 Biedt het kind/de jongere opvang.
2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Competenties:
B Aansturen
C Begeleiden
D Aandacht en begrip tonen
E Samenwerken en overleggen
F Ethisch en integer handelen
K Vakdeskundigheid toepassen
N Onderzoeken
R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
T Instructies en procedures opvolgen
U Omgaan met verandering en aanpassen
Kernwoorden:
Lichamelijkheid, intimiteit, seksualiteit, Seksuele opvoeding, Normale seksuele
ontwikkeling 0-12 jaar, Grensoverschrijdend gedrag, Seksuele opvoeding in verschillende
religies en culturen, Seksuele opvoeding in het pedagogisch beleidsplan, Seksuele
intimidatie, Seksueel misbruik , Protocol meldcode
Korte inhoud:
In deze cursus staat de seksuele opvoeding van kinderen centraal. De normale seksuele
ontwikkeling van kinderen wordt besproken. Hetzelfde geldt voor grensoverschrijdend
gedrag door kinderen.
Om kinderen seksuele opvoeding te kunnen geven, is het belangrijk om zelf een duidelijke
visie te hebben op seksuele opvoeding in de kinderopvang. Hierover moet je open de
dialoog aan kunnen gaan met medestudenten, collega’s en ouders. Je moet je realiseren
dat jouw visie kan afwijken van de visie van anderen. Hier moet je respectvol mee om
kunnen gaan. Ook kan jouw eigen visie op seksuele opvoeding afwijken van de visie die
beschreven is in het pedagogisch beleidsplan.
Veiligheid en intimiteit zijn basisbehoeften. Het is belangrijk om te weten wanneer
gewenste intimiteit over gaat in ongewenste intimiteit en seksueel misbruik. Dit geldt voor
kinderen onderling, volwassenen onderling en voor kinderen en volwassenen. Als
pedagogisch medewerker moet je signalen van seksueel misbruik herkennen en weten
hoe je moet handelen. Dit geldt zoveel voor vermoedens van seksueel misbruik in de
thuissituatie van kinderen als voor misbruik in de kinderopvang.
Tijdsduur:
40 SBU
Prestatie-indicatoren
Werkproces 1.1
Onderzoeken
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang gebruikt verschillende bronnen om informatie over het kind te
verzamelen, zodat hij een volledig beeld heeft van de situatie en wensen van het kind.
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang gebruikt verschillende bronnen om informatie te
verzamelen met betrekking tot afwijkingen in ontwikkeling en gedrag, zodat duidelijk is wat de oorzaken zijn
en of/hoe hierop in de opvang kan worden ingespeeld.
Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind en zijn ouders/vervangende opvoeders, zodat
duidelijk is hoe de organisatie, binnen de mogelijkheden van de dienstverlening, kan inspelen op de situatie en
wensen van het kind.
Werkproces 2.1
Aansturen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels, zodat het kind en de groep duidelijk is welke
grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden.
Begeleiden
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
geeft het kind heldere, eerlijke en constructieve feedback en stimuleert om alternatieven uit te proberen, zodat
het functioneren van het kind wordt versterkt.
Aandacht en begrip tonen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
toont betrokkenheid bij het kind en de ouders/vervangende opvoeders en luistert actief en herkent wanneer het
kind het moeilijk heeft, zodat hij de nodige ondersteuning kan bieden.
Samenwerken en overleggen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
informeert de ouders/vervangende opvoeders over de gang van zaken in de opvang en over de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind en deelt met hen kennis, ervaring en inzichten met betrekking tot de
opvoeding van het kind, zodat de ouders/vervangende opvoeders steeds op de hoogte zijn van de gang van
zaken in de opvang en van de ontwikkeling van hun kind en bij opvoedingsvraagstukken kunnen profiteren van
de kennis en ervaring die de pedagogisch medewerker 3 kinderopvang met hen deelt.
Omgaan met verandering en aanpassen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
toont respect voor verschillende achtergronden van kinderen (en ouders/vervangende opvoeders) en is in staat
om vragen of problemen vanuit diverse gezichtspunten te bekijken, zodat de eigenheid van het kind (en
ouders/vervangende opvoeders) gerespecteerd wordt.
Werkproces 2.2
Begeleiden
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
adviseert het kind over de persoonlijke verzorging, zodat het kind hier inzicht in krijgt en dit (zo veel mogelijk)
zelfstandig kan uitvoeren.
Ethisch en integer handelen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging en respecteert vertrouwelijkheid, zodat
het kind zich op zijn gemak voelt.
Vakdeskundigheid toepassen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
herkent de dynamiek van (met name) baby's en jonge kinderen en is daar continu alert op, zodat ze tijdig en
adequaat reageert en daarmee ongelukken voorkomt.
Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
geeft het kind een op de persoon toegesneden verzorging, zodat aan de behoeften van het kind wordt
voldaan.
Instructies en procedures opvolgen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang/de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
houdt zich bij de verzorging en bij ziekte en ongevallen aan de procedures en richtlijnen, zodat de veiligheid
van het kind steeds gewaarborgd is.
Werkproces 3.2
Instructies en procedures opvolgen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom
kwaliteitsverbetering, zodat hij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de
kwaliteitszorg.
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang houdt zich aan de voorgeschreven procedures
rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen en stimuleert anderen om zich hier ook aan te
houden, zodat hij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.
Geraadpleegde bronnen
Kleine mensen, grote gevoelens, Sanderijn van der Doef, 2007
Doktertje spelen en zo, Channah Zwiep, 2010
Aanraken: een levensbehoefte, Marijke Sluijter, 2010
Kindermishandeling: signaleren en handelen, Adrie Wolzak, 2009
Zwijgen is zonde, Barbera van Ginneken, Yuri Ohlrichs & Ineke van der Vlugt, 2007
Handleiding opgroeien met liefde, Rutgers Nisso Groep, 2008
Praten met je kind over relaties & seksualiteit, Sanderijn van der Doef & Silvia de Ruiter, RNG, 2008
De seksuele ontwikkeling van kinderen (0-18 jaar), RutgersWPF
Richtlijn seksuele en relationele vorming, RutgersWPF
Let’s Talk, Rutgers Nisso Groep
Download