Provinciale werking economie - Vereniging Vlaamse Provincies

advertisement
Boudewijnlaan 20-21 • B-1000 Brussel
tel. 02-512 11 52 • fax 02-502 46 80
e-mail: [email protected]
www.vlaamseprovincies.be
Provinciale werking economie
Nota, 3.12.2010
1 Socio-economische streekontwikkeling
1.1 Overzicht 2010
De provincies organiseren overleg en verlenen advies via ERSV/RESOC/SERR door:
 Ondersteuning van de ERSV-werking
 Afstemming met de RESOC’s
 Medewerking aan de opmaak en opvolging van streekpacten en goedkeuring door de
provincieraad
1.2 Beschrijving
1.2.1
West-Vlaanderen
De Provincie kreeg samen met de gemeenten de bevoegdheid over de sociaaleconomische
streekontwikkeling. In 2005 en 2006 richtte de Provincie het ERSV en de POM op en werd de dienst
Economie versterkt om een draaischijffunctie te vervullen. De rollen en taken van de diverse partners
zullen zich gedurende de nieuwe legislatuur verder kristalliseren, waarbij de Provincie als
intermediair niveau een centrale rol speelt. Het provinciaal sociaaleconomisch beleid moet efficiënt,
transparant en afgestemd uitgevoerd worden. Vanuit het beleidsdomein economie wordt een
trekkersrol opgenomen in de vorm van aansturing, afstemming of ondersteuning. Respect voor de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elke organisatie is primordiaal. Gelet op de bepalingen
in het nieuwe provinciedecreet over de verschillende instrumenten die ondersteuning of
samenwerking met andere partners regelen, zullen diverse vormen van overeenkomsten afgesloten
worden.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- de werking van het ERSV behartigen;
- optimale afstemming verkrijgen tussen het provinciaal beleid en externe instanties die de
Provinciale werking
1
sociaaleconomische streekontwikkeling helpen realiseren of uitvoeren;
- doeltreffende aanspreekpunten lokale economie helpen realiseren.
1.2.2
Oost-Vlaanderen
De provincie neemt een faciliterende taak op zich t.o.v. het ERSV - Oost-Vlaanderen waarvan zij het
secretariaat en de financiële opvolging voor haar rekening neemt. Zij speelt daarnaast een actieve rol
bij de streekpacten die in RESOC-verband opgemaakt worden, zowel bij de totstandkoming als bij de
uitvoering. Bij de uitvoering treedt de provincie op als actor, door uit te voeren wat binnen de eigen
bevoegdheden ligt, maar ook als regisseur, door met andere (gemeentelijke, gewestelijke)
overheden te overleggen hoe zij kunnen bijdragen aan de uitvoering van het pact. Zo zal de provincie
zijn stempel proberen te drukken op de sociaal-economische ontwikkeling in iedere Oost-Vlaamse
streek.
1.2.3
Antwerpen
Door de bestuurlijke evolutie kregen de provincies meer bevoegdheden voor het voeren van een
beleid met betrekking tot de economische streekontwikkeling. Om goede fundamenten te leggen
voor deze belangrijke nieuwe taak, richt het provinciebestuur zich tot de Provinciale
Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen, de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband
(ERSV) Antwerpen, en de Regionaal Sociaaleconomische Overlegcomités (RESOC’s).
Het provinciebestuur van Antwerpen is partner in het ERSV en de drie RESOC’s in de Provincie
Antwerpen (Mechelen, Antwerpen, Kempen). De gedeputeerde voor Economie is voorzitter van de
vzw ERSV. Het provinciebestuur van Antwerpen gaf als bovenlokaal bestuur mee vorm aan de
streekpacten. Binnen het ERSV-platform is inhoudelijke afstemming van de streekpacten en van
dossiers van provinciaal belang vandaag quasi onbestaande.
1.2.4
Limburg
De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM-Limburg) en het Erkend Regionaal
Samenwerkingsverband Limburg (ERSV-Limburg) maken er werk van om economische informatie,
algemene statistische data en grondige inzichten te verwerven, gericht op en afgestemd met andere
beleidsdomeinen en externe partners.
De prestaties van het Limburgs economisch weefsel worden aan de hand van een indicatorenset
permanent gemeten en vergeleken met de omliggende regio’s. Die benchmarking geldt als
referentiekader voor het eigen regionaal economisch beleid en is belangrijk om tijdig nieuwe
economische ontwikkelingen en trends te ontdekken. Ze helpen ook om grensoverschrijdende
partnerschappen te realiseren.
De directe toegankelijkheid en vlotte bruikbaarheid van de statistische data is essentieel voor de
provinciale economische beleidsplanning. Ze voeden immers de sociaal-economische acties van
POM-Limburg en de uitvoering van het streekpact.
De geïntegreerde organisatiestructuur van POM- en ERSV-Limburg levert een grote meerwaarde. Hij
vergroot ook het draagvlak voor het provinciaal sociaal-economisch streekbeleid. De streektafels en
het subregionaal burgemeestersoverleg geven subregionale impulsen en reflexen aan het provinciaal
beleid. Via dialoog en overleg met de sociale partners in de Sociaal-Economische Raad van de Regio
Provinciale werking
2
(SERR), het Regionaal Economisch Sociaal Overlegcomité (RESOC) en de bestuursorganen van
POMLimburg worden dan weer de signalen van de werkgevers en werknemers opgevangen.
1.2.5
Vlaams-Brabant
De provincie Vlaams-Brabant neemt actief haar rol van gebiedsgerichte regisseur op. Dit uit zich in de
coördinatie van de eigen werkzaamheden met deze van POM Vlaams-Brabant en ERSV vzw als
verantwoordelijke van de beide arrondissementele RESOC's. De regisseursrol wordt structureel
verankerd door het bestuursmandaat van het diensthoofd economie in de raad van bestuur en het
directiecomité van de POM en door het lidmaatschap in beide arrondissementele RESOC's en de
deelname aan de RESOC-werkgroepen. Ook wordt samengewerkt met de intergemeentelijke
samenwerkingsverbanden voor streekontwikkeling. De provincie draagt ook bij in de werkingskosten
van deze samenwerkingsverbanden.
Vl-B verleent ook actieve steun aan streekontwikkelingsprojecten. Deze doelstelling wordt eveneens
gerealiseerd aan de hand van een provinciaal reglement: "Provinciaal reglement cofinanciering
Europese streekontwikkelingsprojecten 2007 – 2013 (doelstelling 2 - EFRO en doelstelling 3
INTERREG IV)". Streekontwikkelingsprojecten die worden goedgekeurd binnen de Europese
Doelstelling 2- en 3-programma's en die aansluiten op het provinciaal economisch beleid of op de
lijnen voor de sociaaleconomische streekontwikkeling zoals
uitgezet door de streekpacten van het arrondissement Leuven en het arrondissement HalleVilvoorde komen in aanmerking voor een extra financieel duwtje in de rug.
Provinciale werking
3
2 Ruimtelijke economie
2.1 Overzicht 2010
De provincies staan in voor:
 monitoring van de ruimtebalans door:
 Behoeftenberekening
 GIS van aanbod van bedrijventerreinen




ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen door:
De opmaak van voorstudies en het voeren van onderhandelingen tot onteigening
De aanleg van gemeenschappelijke infrastructuur
Uitgifte van bedrijfskavels
 subsidiëren van duurzaam parkmanagement en begeleiding van projecten
 revitalisering en reconversie van bestaande bedrijventerreinen door:
 brownfieldconvenanten
 modernisering
 ontwikkeling bedrijvencentra, doorgangsgebouwen en incubatiecentra door:
 oprichting en ontwikkeling
 participatie en medebeheer
 Initiëren en adviseren van ruimtelijke plannen door:
 bepalen van zoekzones
 adviseren van ruimtelijke plannen
In het kerntakendebat 2003 kregen de provincies een rol toebedeeld bij het uittekenen van de
ruimtelijke economische structuur o.a. via provinciale structuurplannen en de ontwikkeling van de
Brownfieldterreinen. De taak werd omschreven als: de verkrijging, aanleg en uitrusting van
industriegronden, ambachtswezen en diensten of van andere onthaalinfrastructuren voor
investeerders.
2.2 Beschrijving
2.2.1
West-Vlaanderen
Creëren van een specifiek aanbod aan gedifferentieerde ruimte voor ondernemerschap.
De Provincie wenst zowel beleidsvoorbereidend (vooral via de dienst Economie en de dienst
Ruimtelijke Planning) als beleidsuitvoerend (vooral via de POM en terreinbeheerders) aan een meer
doordacht en doortastend ruimtelijk-economisch beleid te werken. Zowel meer kennisopbouw op dit
vlak als het creëren van een gedifferentieerd aanbod aan ruimte voor economie (bedrijventerreinen
en bedrijfsonthaalinfrastructuur zoals bedrijvencentra en doorgangsgebouwen) is hierbij van belang.
Provinciale werking
4
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- ontwikkelen van een monitor die permanent de ruimtebalans voor bedrijventerreinen weergeeft;
- provinciegrensoverschrijdend ruimtelijk-economische data verzamelen en beheren, kennis
verzamelen over nieuwe projecten;
- een strategisch locatiebeleid voor bedrijvigheid opbouwen op West-Vlaams niveau met een
gebiedsgerichte differentiatie;
- een performante overlegstructuur opzetten om resultaatgericht oplossingen te creëren bij
structurele aanbodtekorten van bedrijventerreinen of bedrijfsinfrastructuur;
- mechanismen ontwikkelen om onbenutte bedrijfsgronden sneller te vermarkten;
- in een kwalitatief aanbod van bedrijfsonthaalinfrastructuur voorzien.
2.2.2
Oost-Vlaanderen
Ligging, infrastructuur, ruimte om te ondernemen
De ligging van Oost-Vlaanderen verder als troef uitspelen, via:
 het versterken van de ontwikkeling van de economische poorten, de Gentse Kanaalzone en
de Waaslandhaven, als speerpunten van de Oost-Vlaamse economie. Acties op dit vlak waren
o.m. de studie, samen met het intergemeentelijke samenwerkingsverband Interwaas, naar
de baten en de lasten van de Waaslandhaven en de grensoverschrijdende economische
uitbouw van de Gentse kanaalzone met initiatieven op vlak van bio-energie en glastuinbouw.

het versterken van Oost-Vlaanderen als logistieke topregio. In het kader van deze
beleidsoptie werd de POM de opdracht gegeven een strategische studie "Oost-Vlaanderen,
logistieke topregio" uit te voeren en daar een concreet actieplan aan vast te koppelen. Deze
studie werd in 2008 voorgesteld op het 9de Oost-Vlaamse Economisch Forum. Vervolg is de
uitvoering van een actieplan waarvoor een overlegplatform werd gecreëerd dat vijf
themagroepen (arbeid en opleiding; ruimte; infrastructuur; marketing; acquisitie en
bewustwording; kennis en innovatie) aanstuurt. Belangrijk element is dat deze acties zijn
ingebed in een globale Vlaamse logistieke strategie.

KMO's begeleiden om de logistieke troeven van de provincie te benutten wordt in de
implementatiefase een expliciete doelstelling van het provinciale logistieke beleid
Ruimte om te ondernemen
Een aantal concrete opties, waarvan de uitvoering werd toevertrouwd aan de POM,
moeten bijdragen tot versterking van de infrastructuur voor vestiging en de ontwikkeling
van ruimtelijk-economische infrastructuur:
 Aanleg en revitalisering economische locaties
In het bijzonder dient de POM een actor-rol te spelen in de aanleg van nieuwe strategische terreinen
en in de revitalisering van brownfields. Voor nieuwe terreinen van lokaal belang kan ze een rol spelen
van projectadviseur, projectbegeleider, of projectregisseur. In uitvoering van deze opdracht is de
POM ondertussen betrokken bij de voorbereiding van de aanleg van vijf nieuwe terreinen en de
herontwikkeling van drie brownfields.
Provinciale werking
5
 Duurzame bedrijventerreinen via bedrijventerreinmanagement
Bedrijventerreinmanagement wordt beschouwd als een – proactief – instrument ter verduurzaming
van de beschouwde bedrijventerreinen, en vormt als dusdanig een valabel alternatief voor
periodieke, kostbare revitalisering van bedrijventerreinen. Veelal staat het tevens garant voor
brownfieldpreventie. Bedrijventerreinmanagement vindt momenteel duidelijk ingang in OostVlaanderen. Zowel de POM-activiteiten in het kader van het Interregproject
"Bedrijventerreinmanagement" als de resultaten van het provinciaal subsidiereglement "duurzame
bedrijventerreinen" dragen hiertoe bij.
 Oprichting en optimaal beheer van bedrijfsverzamelgebouwen
In het kader van het aanmoedigen van het ondernemerschap, het bevorderen van kenniseconomie,
het aanmoedigen van sociale economie-projecten en het duurzaam gebruik van economische
locaties, werkt de POM mee aan de oprichting en optimaal beheer van bedrijfsverzamelgebouwen.
Het betreft in concreto 7 bedrijvencentra met basisdiensten, 2 gespecialiseerde incubatiecentra en 4
multifunctionele gebouwen.
Verbeterde mobiliteit
In samenwerking met de provinciale dienst Mobiliteit (en Mobidesk) wordt bijgedragen
tot een grotere arbeidsmobiliteit via projectmatige aanpak (ook relatie met duurzame
bedrijventerreinen en sociale economie). Tevens wordt de optimalisering nagestreefd van
het multimodaal goederentransport in functie van acties m.b.t. logistiek. Deze taakstelling
wordt mede uitgevoerd door de POM.
2.2.3
Antwerpen
Meer ruimte scheppen om te ondernemen
Locatiebeleid is één van de prioriteiten van de provincie Antwerpen. Instapklare bedrijfslocaties zijn
schaars en het draagvlak voor bijkomende terreinen is vaak broos. Toch wil de provincie verder
investeren in het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen. Dit gebeurt zowel door te investeren
in bedrijvencentra en bedrijventerreinen (via POM Antwerpen) als het opnemen van een
regisseursrol in verschillende brownfieldconvenanten als door het vorm geven aan gebiedsgerichte
werking (via Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit).
Om deze doelstelling te halen heeft de POM Antwerpen de volledige bevoegdheid gekregen om
actief deze bedrijfsruimtes te creëren, te ontwikkelen en te herontwikkelen. Volgende doelstellingen
behoren dan ook volledig tot het takenpakket van de POM:
• Herstructureren van verouderde bedrijventerreinen
• Ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen
• In kaart brengen van ongebruikte bedrijfskavels
• Verduurzamen van bedrijventerreinen door parkmanagement
Tegen 2013 willen provincie en POM Antwerpen, samen met andere partners, meer dan 500 ha
bedrijventerreinen realiseren. Dit gebeurt door brownfields (zoals Willebroek-Noord, Willebroek
Denaeyer, Kievermont Geel) te heractiveren en door nieuwe bedrijventerreinen (zoals in Boom, Lier
en Putte en de Brabantse Poort) goed uit te rusten. Met Wijnegem ‘Den Hoek’ wordt het eerste CO2
neutrale bedrijventerrein in Vlaanderen gerealiseerd. Om deze duurzame ontwikkelingen mogelijk te
maken wordt POM Antwerpen gestimuleerd rond deze thematiek een Interreg-project tussen
Provinciale werking
6
Vlaanderen en Nederland op te zetten. Verder heeft POM Antwerpen de afgelopen jaren een rollend
investeringsfonds voor bedrijventerreinen kunnen aanleggen dat ingezet wordt voor het reactiveren
van bedrijventerreinen. Tot slot bestaat er een subsidiereglement bij POM Antwerpen van meer dan
100.000 EUR per jaar met betrekking tot de verduurzaming van bedrijventerreinen.
Meer ademruimte voor bedrijven
Een goed ondernemingsklimaat is essentieel voor de economische ontwikkeling van een regio.
Daarom zorgt het provinciebestuur, vanuit haar provinciale bevoegdheden, er voor dat de juiste
randvoorwaarden aanwezig zijn.
Ook aan de verbetering van de infrastructuur wordt gedacht. Zo maakt de provincie 4,3 miljoen euro
vrij uit het EFRO-budget voor de bouw van een spoorterminal op het terrein van BASF Antwerpen.
Deze terminal, die zowel door BASF als door andere bedrijven zal gebruikt worden, heeft de
capaciteit van 600 vrachtwagens per dag.
2.2.4
Limburg
Limburg profileert zich als een interessante vestigingsomgeving voor ondernemingen. Deze
doelstelling kan slechts worden gerealiseerd via een voldoende aanbod van goed uitgeruste,
duurzaam ontwikkelde en vlot bereikbare ruimte om te ondernemen.
Ruimtelijke planning om te voorzien in de noodzakelijke voorraad bedrijventerreinen
Om de expansie van de Limburgse economie te waarborgen, moet de ruimtelijke planning op een
toekomstgerichte en duurzame manier voorzien in nieuwe economische ruimte. Met geactualiseerde
behoefteberekeningen voor de Limburgse subregio’s wordt onder meer ingezet op de actualisatie
van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Ook de opvolging en realisatie van de lopende
planningsprocessen in het kader van het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA), passen in die
taakstelling.
Ontwikkeling van bedrijventerreinen
Om een voldoende groot aanbod aan bedrijventerreinen te realiseren, participeert POM-Limburg
samen met andere overheden, privé-partners en de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM), aan
diverse bedrijfsterreinontwikkelingen.
Kwalitatieve en duurzame bedrijventerreinen
De laatste jaren zijn heel wat inzichten ontstaan, aanbevelingen geformuleerd en beleidsinitiatieven
genomen om de principes van duurzaamheid en kwaliteit te integreren in het beheer en de
ontwikkeling van bedrijventerreinen. De toepassing van de principes van duurzame ontwikkeling
voor de realisatie en het beheer van bedrijfsterreinen is gemeengoed geworden. De realisatie van
een hoogwaardige kwaliteitsvolle omgeving van economische activiteitenzones voor ondernemers
en werknemers, in harmonie met de omgeving, is hierbij de finaliteit. Ook in het provinciaal
economisch beleid wordt dat actiepunt zeer bewust opgenomen. Deze beleidsoptie verloopt via
diverse sporen:
• Revitalisering en herstructurering van verouderde of vervuilde bedrijventerreinen
• Inschakeling van onderbenutte bedrijfsgronden
• Bestemming en ruimtelijke kwaliteit bewaken
• Parkmanagement
Provinciale werking
7
Grindcel
Logistieke ondersteuning Grindcomité en subcomités
2.2.5
Vlaams-Brabant
Ruimtelijk economisch beleid met als doel de versnelde uitgifte van bedrijventerreinen én
het duurzame beheer en (her)inrichting van de bedrijventerreinen
Dit speerpunt wordt waargemaakt aan de hand van twee reglementen. Een eerste reglement neemt
de financieringskost van de publieke ontwikkelaar ten laste. Doel van dit reglement is om het
financieel risico van de publieke bedrijventerreinontwikkelaar te verlichten. Ook wordt de provinciale
waarborg verleend aan de leningen aangegaan door de publieke ontwikkelaar. Begunstigden zijn de
beide streekontwikkelingsintercommunales, de POM Vlaams-Brabant en de 65 Vlaams-Brabantse
steden en gemeenten. Een tweede reglement trekt de kaart van de duurzaamheid. Subsidies worden
voorzien - ten gunste van projecten van publieke ontwikkelaars en van de sociale partners
vertegenwoordigd in ERSV Vlaams-Brabant vzw - indien de projecten voldoen aan ten minste één van
de vier in het subsidiereglement beschreven ambitieclusters (inzake energie, ruimte, afval en
reststoffen en mobiliteit). De projecten kunnen daarnaast nog hogere ambities nastreven zoals meer
dan één van de vier omschreven clusters bespelen of werken aan andere duurzaamheidsthema's
inzonderheid water, beperken van de hinder naar omgeving en verhogen van de kwaliteit van de
werkomgeving.
Naast het beheer van de twee provinciale reglementen wordt aan het ruimtelijk economisch beleid
ook gestalte gegeven door een uitgebreide adviesverlening en door de deelname aan een aantal
overlegtafels.
De adviesverlening gebeurt in het kader van de wetgeving op de ruimtelijke planning en in het kader
van de werking van de PROCORO.
De overlegtafels zijn zeer gevarieerd gaande van interne werkgroepen waarbij intercommunales en
sociale partners aansluiten tot zeer concrete overlegtafels in het kader van o.a. herinrichting van
stationsomgevingen en uitbouw van economische knooppunten.
Provinciale werking
8
3 Lokaal economisch beleid
3.1
Overzicht 2010
De provincies ondersteunen het economisch beleid van gemeenten door:
 het opzetten van netwerken
 de organisatie van informatiesessies en opleidingsactiviteiten
 de opmaak van methodes en studies en individuele begeleiding
De provincies ondersteunen en voeren een kernversterkend en detailhandelsbeleid uit door:
 de ontwikkeling van visie en methode voor gemeentebesturen en derden
De ondersteuning of versterking van de rol van de lokale ambtenaren economie is een proces, waar
de provincies volop op wensen in te zetten (zie art. 2 provinciedecreet).
3.2 Beschrijving
3.2.1
West-Vlaanderen
Ondersteunen van sociaaleconomische streekontwikkeling en van lokaal economisch
beleid.
De Provincie kreeg samen met de gemeenten de bevoegdheid over de sociaaleconomische
streekontwikkeling. In 2005 en 2006 richtte de Provincie het ERSV en de POM op en werd de dienst
Economie versterkt om een draaischijffunctie te vervullen. De rollen en taken van de diverse partners
zullen zich gedurende de nieuwe legislatuur verder kristalliseren, waarbij de Provincie als
intermediair niveau een centrale rol speelt. Het provinciaal sociaaleconomisch beleid moet efficiënt,
transparant en afgestemd uitgevoerd worden. Vanuit het beleidsdomein economie wordt een
trekkersrol opgenomen in de vorm van aansturing, afstemming of ondersteuning. Respect voor de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elke organisatie is primordiaal. Gelet op de bepalingen
in het nieuwe provinciedecreet over de verschillende instrumenten die ondersteuning of
samenwerking met andere partners regelen, zullen diverse vormen van overeenkomsten afgesloten
worden.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- de werking van het ERSV behartigen;
- optimale afstemming verkrijgen tussen het provinciaal beleid en externe instanties die de
sociaaleconomische streekontwikkeling helpen realiseren of uitvoeren;
- doeltreffende aanspreekpunten lokale economie helpen realiseren.
Uitbouwen van economische informatie- en kennisontwikkeling in functie van
sociaaleconomische ontwikkelingen.
Om een meer doordacht sociaaleconomisch beleid te realiseren is analyse van informatie in het
algemeen en van statistische data in het bijzonder, noodzakelijk. De Provincie neemt de
verantwoordelijkheid hiervoor en meet de dienst Economie voor deze taak een belangrijke rol toe
om gericht en afgestemd met andere beleidsdomeinen en externe partners economische informatie,
Provinciale werking
9
algemene statistische data en grondige inzichten te verwerven. Het gemakkelijk toegankelijk maken
en gericht verspreiden hiervan is zeer belangrijk om tot een degelijk beleid van de verschillende
overheden en partners te komen.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- uitbouwen van een performant datacentrum voor sociaaleconomische gegevensverzameling en –
verwerking, en van een economisch GIS (economische kaart of bedrijvengids), via de dienst
Economie;
- uitbouwen van de economische bibliotheek en indien nodig omvormen van het digitaal kennis- en
leerforum, via het WES;
- ondersteunen van de redactie en verspreiding van publicaties over de West-Vlaamse
sociaaleconomische situatie;
- specifieke studies uitvoeren: thematisch of gebiedsgericht, meetinstrumenten, benchmarking.
Naargelang het onderwerp kunnen deze tevens toegewezen worden onder andere tactische
doelstellingen (bv. ontwikkeling van een achterlandstrategie voor logistiek en distributie: zie
tactische doelstelling 6; uitbouwen van een monitoringsysteem inzake sociale economie: zie
tactische doelstelling 9).
Ontwikkelen van duurzame visies op bovenlokaal niveau.
Naar aanleiding van de hervorming van de sociaaleconomische structuren en organisaties in de
voorbije jaren waaronder specifiek de ontwikkeling van de provinciale dienst Economie en de POM,
werd eind beslist om een strategisch plan economie op te maken. Dit gebeurde door middel van een
grote betrokkenheid van zowel interne provinciale diensten als externe organisaties en vanuit een
logische opdeling van het beleidsdomein waarbij op vijf specifieke thema’s werd ingezoomd:
ruimtelijke economie, transport-distributie-logistiek, arbeidsmarkt en opleiding, sociale economie en
bedrijfsversterking. Dit heeft geresulteerd in de provinciale beleidsnota Economie 2007-2012 die
door de provincieraad op 20/12/2007 werd goedgekeurd. Het grootste deel van onderhavige
sectorale beleidsnota is daar op gebaseerd.
Daarnaast worden thematische of gebiedsgerichte economische visies opgemaakt waarin de
Provincie een trekkersrol kan spelen of kan aan participeren.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- onderzoek uitvoeren naar de lokalisatiefactoren voor bedrijven, de redenen voor de sterkten en
zwakten van de West-Vlaamse economie en de haalbaarheid van (ondersteuning van) clusters
(‘valleys’) van economische activiteiten;
- ondersteunen of initiëren van thematische of gebiedsgerichte visievorming en een sterker
maatschappelijk draagvlak creëren;
- een denktank oprichten die zich buigt over de toekomst van de West-Vlaamse economie;
- onderzoek voeren naar de instroom van jongeren naar West-Vlaanderen en specifiek onderzoek
voeren naar de instroom van hoog opgeleiden.
3.2.2
Oost-Vlaanderen
Kennis- en informatieontwikkeling als basis voor de uitbouw van sociaal-economisch beleid
De studiecel van de provinciale dienst economie staat in voor dataverzameling en inventarisatie van
alle nuttige sociaal-economische gegevens voor de onderbouwing van het provinciaal-economisch
beleid. Dit vormt o.m. de basis van de jaarlijkse uitgave van een algemene sociaal-economische
situatieschets.
Provinciale werking
10
Daarnaast wordt via sectorstudies (KMO - algemeen, voeding, textiel, …) meegewerkt aan
projectvoorstellen die het provinciaal beleid uitvoeren en worden adviezen geformuleerd ten
behoeve van provinciale planningsprocessen en van sociaal-economische actoren uit de provincie.
Middenstand en detailhandel
 Het provinciebestuur wil via specifieke initiatieven de middenstand verder ondersteunen.
Het gaat om rechtstreekse steunverlening via het toekennen van expansiepremies en flankerende
ondersteuning via de uitbouw van de middenstandsopleiding binnen Syntra
Midden-Vlaanderen. De provincie ondersteunt door het toekennen van
projectsubsidiëring aan Syntra Midden-Vlaanderen de vormingsinspanningen van microbedrijven en
kmo's. Hierbij gaat speciale aandacht naar die sectoren die kenmerkend zijn voor de provincie.

Het provinciebestuur wil het lokale handelapparaat in de gemeenten en steden samen met
de gemeentebesturen en de betrokken lokale ondernemersorganisaties versterken via
kennisverspreiding over de detailhandel en begeleiding van centrummanagement.
Concrete acties daarbij zijn:
 het actualiseren van het onderzoek 'Handelsatlas' en 'Aanbod van distributie en
detailhandel' in Oost-Vlaanderen.
 het opzetten van een adviesplatform met gemeentebesturen met het oog op
ondersteuning en begeleiding van gemeenten en hun beleid m.b.t. distributie en
detailhandel.
 het uitwerken van thema's als bovenwinkelwonen, beleid inzake buurtwinkels e.a.
projecten voor de detailhandel.
 centrummanagement in gemeenten toelichten en begeleiden.
3.2.3
Antwerpen
Ruimte voor een dynamisch economisch beleid in de 70 gemeenten
Meer en meer gemeentelijke mandatarissen raken er van overtuigd dat het beleidsdomein economie
(lokale economie, middenstandsbeleid, …) een planmatige aanpak vereist en een sterke bestuurlijke
ondersteuning nodig heeft. Het beleid van de provincie Antwerpen richt zich er op om haar
gemeenten zich te laten ontwikkelen als bedrijfsvriendelijke gemeenten.
Voor de provincie Antwerpen is de ondernemingsvriendelijkheid van haar steden en gemeenten een
belangrijk beleidsthema. Onder impuls van het provinciebestuur werden de 70 steden en gemeenten
ondersteund bij de uitbouw van hun gemeentelijk economisch beleid. Elke gemeente ontving een
‘handleiding gemeentelijk economisch beleid’ met praktische voorbeelden. Verder worden
regelmatig info- en opleidingssessies voorzien en er werd een interactief platform ontwikkeld waar
de 70 steden en gemeenten hun eigen beleid kunnen delen met anderen.
Om de gemeenten en bedrijven meer ademruimte te geven, investeert de provincie ook in het
wegwerken van administratieve overlast. De provincie Antwerpen steunt gemeenten bij het
oprichten van een uniek bedrijvenloket en het toegankelijker en klantgerichter maken van de
gemeentelijke dienstverlening voor de bedrijven. Ook de andere Vlaamse provincies zijn hier mee
bezig, maar de provincie Antwerpen wil nog een stap verder gaan en koppelt hier een pilootproject
aan. Samen met de stad Mechelen en de gemeente Kapellen wordt nagegaan hoe de administratieve
vereenvoudiging ook op gemeentelijk niveau doorgevoerd kan worden en de bedrijven het minste
administratieve last te bezorgen in de uitoefening van hun activiteiten. Bovendien werkt de
Provinciale werking
11
provincie, samen met CIPAL, momenteel een project rond een elektronisch één-loket-platform uit
voor de 70 steden en gemeenten. Dit kadert in de implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn.
Ook op het gebeid van detailhandel ondersteunt de provincie Antwerpen haar 70 steden en
gemeenten (zie verder).
Bovendien organiseert DEIS minstens twee maal per jaar opleidings- of netwerksessies met en voor
de gemeenten. Er werden dit jaar reeds volgende opleidings- en netwerksessies georganiseerd rond
detailhandel:
- infosessie detailhandel (opzet studie)
- trainingssessie Locatus Verkenner (databank detailhandel)
- infosessie detailhandel ‘vraag- en aanbodstudie’
Ruimte voor detailhandel
De Antwerpse gemeenten kennen een grote verscheidenheid aan handelsactiviteiten die zich richten
tot de consument (detailhandel). Deze activiteiten zijn niet alleen van economisch belang, ze dragen
ook bij tot een aangenaam leef-, woon- en werkklimaat.
De laatste decennia zijn er echter veel veranderingen opgetreden op het vlak van detailhandel. We
denken hierbij aan een gewijzigd consumentengedrag, schaalvergroting, specialisatie en juridische
wijzigingen. In sommige gevallen beschikken de gemeenten niet over voldoende knowhow en kennis
om deze wijzigingen te verwerken. Als intermediair bestuur heeft de provincie Antwerpen een
belangrijke rol te vervullen in de uitbouw van een globale beleidsvisie voor de Antwerpse
detailhandel die rekening houdt met de huidige socio-economische trends en nieuwe
consumentenbehoeften. Ook de samenwerking met ruimtelijke ordening vormt een belangrijk
aandachtspunt.
De provincie Antwerpen is daarom sinds 2006 bezig met het ondersteunen van de gemeenten op
het vlak van detailhandelsbeleid op alle mogelijke manieren. Er worden diverse projecten, studies,
workshops, … georganiseerd om de gemeenten te helpen bij hun detailhandelsbeleid. Deze
initiatieven worden ook op regelmatige basis geëvalueerd, bijgestuurd en afgestemd om op de
behoeften van de gemeenten te kunnen blijven inspelen.
Als concrete voorbeelden kunnen we aanstippen dat de provincie Antwerpen een groots
detailhandelsonderzoek heeft opgestart begin 2009. Per gemeente werd de vraag en het aanbod
rond detailhandel in kaart gebracht. Een eerste stap was het gratis aanbieden van een databank
voor alle 70 steden en gemeenten in de provincie Antwerpen voor de jaren 2009, 2010 en 2011.
Deze databank bevat alle detailhandel (kleinhandel, leegstand, horeca, publieksgerichte
dienstverlening, … ) van de eigen gemeente en er kunnen ook vergelijkingen gemaakt worden qua
detailhandelsstructuur met de andere gemeenten van de provincie. Een tweede stap is het
voorstellen van een volledige vraag- en aanbodanalyse van de detailhandel in de hele provincie
Antwerpen en in alle steden en gemeenten afzonderlijk. Deze studie is beschikbaar vanaf september
2009. De databank en het onderzoek zijn een bron van informatie om de gemeenten in staat te
stellen om hun gemeentelijke detailhandelsbeleid verder te verfijnen.
Tot het tweede deel van dit groots detailhandelsonderzoek behoort het laten ontwikkelen van een
visie over detailhandel en de weg die detailhandelsbeleid in de provincie Antwerpen moet uitgaan
en wat de mogelijkheden zijn voor de verschillende steden en gemeenten. De resultaten van deze
studie worden verwacht in het voorjaar van 2010.
In 2010 zal tenslotte een provinciaal subsidiereglement van start gaan met betrekking tot projecten
die kaderen in de provinciale visie. Hierop zullen de 70 gemeentebesturen beroep kunnen doen.
Provinciale werking
12
3.2.4
Limburg
De provincie ondersteunt het zelfstandig ondernemerschap in Limburg via:
• info aan (startende) zelfstandige ondernemers
o Wegwijs in de Lokale Economie
• eerstelijns infoloket voor lokale besturen en ondernemersorganisaties
• financiële en logistieke steun aan projecten die het zelfstandig ondernemen in Limburg
bevorderen
• onderzoek en ontwikkeling ten behoeve van een gunstig ondernemersklimaat in Limburg
o Distributieplanologisch studie
• sensibiliseringsacties in het onderwijs i.s.m. de Limburgse werkgeversorganisaties
o Ondernemen, goed gezien
o Mini-ondernemingen
o Ondernemer voor de klas
o Bedrijvendag voor leraars
• subsidies voor
o initiatieven middenstandsverbonden ter bevordering van sociale en economische
promotie KMO’s
o projecten, vormings- en opleidingsactiviteiten Limburgse beroepsverenigingen
o stimulering van gemeentelijke ondernemingsloketten
o innovatiepremies Limburgse KMO’s
o promotie van de Limburgse bouwsector
o realisaties van Limburgse kleinhandelsstructuren
o duurzaam energiegebruik
3.2.5
Vlaams-Brabant
In het provinciaal reglement ter versterking van de handelskernen en het gemeentelijk
detailhandelsbeleid in Vlaams-Brabant kan de deputatie jaarlijks een subsidie verlenen aan
gemeenten in Vlaams-Brabant om:
- projecten ter versterking van de handelskernen te realiseren en/of
- beleidsadvies in te winnen bij het opstellen van een detailhandelsplan of ter voorbereiding
van de handelskernversterkende projecten.
De subsidie per project kan tot 12.500 euro bedragen. Sinds de opstart van het reglement eind 2007
werden reeds 21 dossiers ingediend, waarvan 19 positief en 2 negatief beoordeeld werden. De 19
goedgekeurde aanvragen werden ingediend door 14 verschillende gemeenten.
Daarnaast organiseert de dienst economie jaarlijks een studiedag voor gemeenten en intermediaire
organisaties rond het thema lokale economie.
De dienst economie voorziet jaarlijks een werkingssubsidie voor de vzw Streekproducten VlaamsBrabant om de streekproducten te promoten en de streekproducenten te ondersteunen en te
professionaliseren. De werking naar de gemeenten is hierin een speciaal aandachtspunt. Naar
analogie met het 'Fair Trade' label wordt aan de gemeenten die op voldoende wijze streekproducten
in hun werking integreren het 'Straffe Streekgemeente' label toegekend. Ook de
streekproductencentra kunnen in dit kader op een subsidie rekenen die hun werking structureel
ondersteunt.
Voor de erkende evenementen ter promotie van streekproducten kunnen zowel de organiserende
instelling als de aanwezige streekproducenten een subsidie aanvragen.
Provinciale werking
13
Voor de eenvormige promotie van streekproducten voorziet de provincie in een assortiment van
streekproductenverpakkingen. Deze kunnen door de streekproducenten, streekhoekjes,
streekwinkels, ... aan een voordelig tarief aangekocht worden.
Provinciale werking
14
4 Ondernemerschap, innovatie, onderzoek
4.1 Overzicht 2010
Het bevorderen van ondernemerschap door de provincies omhelst de volgende activiteiten:



Rechtstreeks en onrechtstreeks ondersteunen van starters (ondernemers en intermediairen)
Promotie en ondersteuning van ondernemerschap via ondersteunen van opleiding- en
onderwijsacties, ondersteunen van intermediairen en van expansie
Bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) via aanmoediging of
begeleiding van duurzaam ondernemen en via de platformfunctie van de provincies
De provincies bevorderen het kennisweefsel en de economische valorisatie van kennis in de regio
door:
 Toekenning van een innovatiepremie/subsidie
 Netwerkvorming en internationalisering
4.2 Beschrijving
4.2.1
West-Vlaanderen
Versterken van een innovatief en duurzaam ondernemerschap.
De versterking van de economie, deze verder verduurzamen op alle vlakken en innovatie in de brede
betekenis van het woord stimuleren, is een brede doelstelling. Naast de taakstelling voor de POM zijn
er in relatie met dit thema heel wat overheidsinstanties, sociale partners zoals beroepsfederaties,
andere verenigingen en private ondernemingen actief. Er moet nauwlettend rekening gehouden
worden met de kerntaken van bepaalde dienstverlenende instanties die bij provinciale initiatieven
moeten worden betrokken als deze aansluiten bij hun kerntaken. Voor de Provincie en haar POM ligt
de focus op het nemen van initiatieven die samenwerking tussen bedrijven thematisch of
gebiedsgericht bevorderen en waar ook de omgevingskwaliteit beter van wordt. Deze provinciale
bedrijfsversterkende projecten overstijgen het eerstelijnsadvies of individuele bedrijfsbegeleiding,
wat immers een taakstelling voor het Vlaamse niveau is. De provinciale initiatieven zijn niet
individueel vraaggestuurd, maar spelen in op een algemene behoefte of zijn gebaseerd op een
langetermijnvisie over streekontwikkeling. Bedrijfseconomische belangen moeten daarbij zorgvuldig
afgewogen worden ten opzichte van het provinciaal economisch belang en het algemeen belang.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- implementeren van principes van duurzaamheid en kwaliteit bij de aanleg van nieuwe
bedrijventerreinen, bij de reconversie van bestaande bedrijventerreinen en bij de bedrijfsvoering;
- meer interbedrijfssamenwerking realiseren om gelijkaardige problemen op te lossen en
bedrijfsversterkende resultaten te boeken;
- meer proefprojecten realiseren bij individuele bedrijven op een selectief aantal thema’s;
- een groter aantal unieke onderzoekscentra, kenniscentra of competentiepolen realiseren;
- een hoger aantal startende ondernemingen verkrijgen door het ondernemerschap te stimuleren in
het onderwijs;
Provinciale werking
15
- het imago van het ondernemerschap helpen vergroten door selectief een aantal evenementen te
ondersteunen.
4.2.2
Oost-Vlaanderen
Bedrijfsversterkende acties en ondersteuning ondernemingen en ondernemerschap
Promotie van Oost-Vlaanderen
Economisch Oost-Vlaanderen op de kaart zetten zowel bij het Oost-Vlaamse bedrijfsleven
als op het internationale toneel via de uitvoering van reeds uitgewerkte visie m.b.t. de
regiomarketing Oost-Vlaanderen. Ook hier is een actieve rol weggelegd voor de POM.
Aanvullend levert de Erov een bijdrage via de promotie van Oost-Vlaamse
streekproducten.
Innovatie en kenniseconomie
Via eigen activiteiten en ondersteunende maatregelen maar ook via samenwerking
worden de innovatie en de kenniseconomie in Oost-Vlaanderen bevorderd. In het
bijzonder dienen deze acties bij te dragen tot de versterking van deze kennissectoren die
in Oost-Vlaanderen reeds in ontwikkeling zijn.
Naast de optie om Oost-Vlaanderen te positioneren als logistieke topregio is de uitbouw
van de provincie tot een uitmuntende kennisregio een topprioriteit. In opdracht van de
provincie is de POM daarom betrokken bij diverse clusters.
Bevorderen van de bio-energie en de industriële biotechnologie via Ghent Bio-Energy
Valley (GBEV). Industriële biotechnologie wordt – wereldwijd – beschouwd als een van de
innovatieve sectoren van de toekomst. Via de vzw Ghent Bio-Energy Valley wil ook
Oost-Vlaanderen de boot niet missen.
Ghent Bio-Energy Valley is een initiatief dat gegroeid is binnen de Universiteit Gent en van
meet af aan ondersteund werd door het Havenbedrijf Gent, de stad Gent, de POM
Oost-Vlaanderen en verschillende industriële bedrijven uit de Gentse regio, actief in
productie, verwerking, distributie en gebruik van bio-energie. In 2008 werd dit initiatief
structureel verankerd in de oprichting van de vzw Ghent Bio-Energy Valley, waarvan de
POM Oost-Vlaanderen medeoprichter is.
Netwerk voor technologische innovatie via Gent Big in Creativity (Gent BC). In 2008 werd
de vzw Gent Big in Creativity opgericht door de Universiteit Gent, de stad Gent en de POM
Oost-Vlaanderen. De vereniging stelt zich tot doel een online en reallife netwerk uit te
bouwen dat technologische ondernemers, R&D-medewerkers, wetenschappers en alle
actoren op het vlak van technologisch ondernemerschap en technologische innovatie met
elkaar in contact wil brengen, van informatie voorzien op het vlak van ondernemerschap
en innovatie, en wil doen samenwerken. Tegelijkertijd biedt de vereniging aan de Gentse
actoren een kanaal aan ter organisatie van evenementen waardoor ze hun publiek nog
beter kunnen bereiken en informeren, en een promotiedienst om hun initiatieven en
successen bekend te maken bij en breder publiek in Vlaanderen en het buitenland.
Traditionele en markante sectoren
Het behoud en de versterking van traditionele en markante sectoren in Oost-Vlaanderen zoals bouw,
automobielnijverheid, textiel en sierteelt worden via gerichte activiteiten van de POM en de Erov
ondersteund. Ook de provinciale studiecel volgt deze sectoren permanent op via studiewerk.
Provinciale werking
16
Ondernemerschap aanmoedigen en performantie van de KMO’s verhogen
 Inzonderheid via inspanningen voor specifiek Oost-Vlaamse sectoren en verbetering
relatie onderwijs-ondernemen. Acties op dit vlak worden ontwikkeld door de Erov en
in samenwerking met stakeholders.
Deze beleidsoptie wordt o.m. geconcretiseerd door:
- ondersteuning van het initiatief "mini-ondernemingen" dat laatstejaarleerlingen
van secundaire scholen vertrouwd maakt met ondernemerschap.
- de opvoering van een theaterstuk "Eureka, ik onderneem" voor scholen dat
eveneens het ondernemerschap in een positief daglicht stelt.
 Versterking van de slagkracht van de KMO via vormings- en begeleidingsintitiatieven
die de Erov ontwikkelt op vlak van management.
- Acties m.b.t. de continuïteitsproblematiek bij de KMO: opdracht toevertrouwd aan de
Erov die een project uitvoert m.b.t. bedrijfsopvolging en bedrijfsoverdracht. Dit
BEBEO-project werd ook ingediend en goedgekeurd in het kader van het doelstelling 2
programma.
 De provinciale studiecel fungeert in samenwerking met belanghebbenden en experten
als denktank rond ondernemerschap en besteedt ook bijzondere aandacht aan
evoluties in belangrijke ondernemingen. In het voorjaar 2009 werd hieromtrent een
studie uitgevoerd in samenwerking met de Vlerick Leuven-Gent Managementschool.
4.2.3
Limburg
Inzetten op innovatie
Door volgehouden investeringen heeft Limburg al een hele weg afgelegd in de opbouw van een
gespecialiseerd kennis- en onderzoekspotentieel en in de samenwerking tussen overheid,
kennisinstellingen en bedrijfsleven.
Samenwerking
Open innovatie ondersteunt het innovatieproces in het Limburgse bedrijfsleven. Intensieve
communicatie en interactie tussen de drie bouwstenen van de zogenaamde ‘triple helix’ (de
overheid, kennisinstellingen en de ondernemingen), is al toegepast in de gezamenlijke interface van
de Universiteit Hasselt en de hogescholen, in het Innovatiecentrum, en in diverse Europese
projecten, zoals de innovatievouchers en ‘strategisch ondernemen’. Ook met de provinciale
innovatiepremie voor KMO’s wordt de samenwerking gestimuleerd.
Om de aanwezige bedrijven te verankeren, de kenniseconomie te laten groeien en nieuwe
economische groeisectoren te ontwikkelen, is de bestaande Limburgse technologieportfolio vergroot
door grensoverschrijdende krachtenbundeling, o.m. met de innovatieovereenkomst tussen VlaamsBrabant, de beide Limburgen en de aanwezige kennisinstellingen. Met die overeenkomst krijgt de
kennisas Leuven-Hasselt-Maastricht inhoud. Vanuit dezelfde as kan ook de verbinding naar Aken en
Eindhoven worden gemaakt. Daardoor wordt een groter technologie- en innovatieaanbod gecreëerd
en ontstaat een groter draagvlak voor de ontwikkeling van nieuwe producten in nieuwe niches. De
kennisas wordt in concrete projecten omgezet. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij het onderzochte
innovatieprofiel van onze provincie.
Provinciale werking
17
Interregionale innovatiesamenwerking
Limburg ligt midden in een regio met een sterke aanwezigheid van internationale kennisinstellingen;
waaronder de kennisdriehoek Leuven-Aken-Eindhoven die over een bijzonder sterke
technologieportfolio beschikt. De uitdaging voor Limburg is zich te integreren in dit kennisnetwerk en
deze expertise te betrekken op de economische ontwikkeling van Limburg. Hiertoe zijn enkele
belangrijke initiatieven in uitbouw:
Kennisas Leuven-Hasselt-Maastricht (samenwerkingsovereenkomst tussen de beide Limburgen en
Vlaams-Brabant)
De samenwerkingsovereenkomst vertegenwoordigt de afspraak om de komende jaren structureel
samen te werken om het concurrentievermogen van de regio’s Nederlands-Limburg, Vlaams-Brabant
en Belgisch-Limburg te versterken langs drie actielijnen :
• Technologie en kennistransfer met als hoofdthema’s: Health care (Life Sciences en
Food&Nutrition), Logistiek, Materialen en Automotive, Cleantech. Ook onderwerpen als
start-ups, incentives, best practices, ondernemerschap en aandacht voor de KMO zijn
hieronder terug te vinden;
• Onderwijs, Beta-techniek en Kenniswerkers;
• Gemeenschappelijke communicatie en lobby voor de Europese Technologische Top Regio, en
gezamenlijke maatregelen voor investeringen in R&D.
De overeenkomst bevat een lijst van 20 gezamenlijke projecten in de genoemde gebieden. Het is de
intentie van de 7 partners om de uitvoering van deze projecten prioritair te stimuleren, opdat een
kennisas Leuven-Hasselt-Maastricht daadwerkelijk kan worden waargemaakt.
Uitbouw van een Top Technologie Regio (TTR)
De provinciebesturen van de regio’s Noord Brabant (NL), Nederlands-Limburg, Belgisch-Limburg,
Vlaams-Brabant, Luik en Aken (NRW) maken werk van de uittekening van een profileringskader,
doelstellingenkader en businessplan voor de gezamenlijke uitbouw van de zes regio’s tot een
grensoverschrijdende Top Technologie Regio. De bedoeling van een dergelijk initiatief is de regio op
Europees en internationaal niveau te profileren als een hoogtechnologische regio gespecialiseerd in
een aantal groeisectoren. Doel is om te onderzoeken hoe deze samen als functionele regio met een
aantal gemeenschappelijke clusters kunnen optreden in Europa en de wereld. In een functionele
regio zijn gemeenschappelijke inhoudelijke kenmerken en partnerschap de bindende factoren. De
speerpunten in de TTR zijn onderzoek, technologie en innovatie.
De samenwerking moet leiden tot een sterke koppeling van kennisontwikkeling aan innovatie in het
bedrijfsleven met als doel een duurzame en toekomstgerichte economische activiteitsontwikkeling te
realiseren die leidt tot meer welvaartscreatie in de betrokken regio’s. Op basis van onderzoek door
het Zwitserse studiebureau BAK Basel werd ervoor geopteerd om in te zetten op de sectoren
Chemicals and Advanced Materials, High Tech Systems en Health Care. Die keuze is gebaseerd op het
ontwikkelingspotentieel dat hiertoe in de diverse regio’s aanwezig is. De studie stelde vast dat het
vooral belangrijk is om in de betrokken regio’s werk te maken van een betere grensoverschrijdende
matching tussen het kennispotentieel en het economisch potentieel.
Economische regiopromotie
Het bestuur wil Limburg in de markt zetten als een vestigingsregio met sterke toegevoegde waarde
en dit zowel ten behoeve van ondernemers uit de regio als ten behoeve van buitenlandse
Provinciale werking
18
investeerders. Als exportgerichte economische regio wil Limburg met een open blik op de
wereldmarkt werk maken van het internationaal ondernemerschap, als essentiële component van de
vorming van Limburg tot een Europese topregio.
Limburg wil de aandacht van potentiële investeerders trekken door zich te presenteren als een
excellente investeringslocatie. Cruciaal is dat Limburg in de economische regiopromotie de eigen
troeven en kwaliteiten uitspeelt en eigen niches en beleidsaccenten vermarkt. De economische
marktwaarde van Limburg wordt vertaald in een sterk brandingconcept. Terzake zijn reeds diverse
promotiemiddelen gerealiseerd: de website www.locateinlimburg.be; de promotiefilm ‘Limburg, a
perfect brand’ en de promotiebrochure ‘Limburg, een sterk merk voor bedrijven met ambitie’.
Dit streven naar meer internationaal ondernemerschap wordt gerealiseerd op twee op elkaar
aansluitende sporen, met name acquisitie en het creëren van B2B-handelsrelaties. Dit veronderstelt
een mix van diverse promotiekanalen en de betrokkenheid van diverse actoren, m.n. de provincie,
POM-Limburg, LRM, FIT en de Limburgse werkgeversorganisaties.
4.2.4
Vlaams-Brabant
De ondersteuning en uitbouw van de kenniseconomie
De provincie Vlaams-Brabant zet volop in op het stimuleren van innovatie en de ondersteuning en
uitbouw van de kenniseconomie in Vlaams-Brabant.
Jaarlijks voorziet de provincie een subsidie in het kader van het provinciaal reglement ter
ondersteuning van projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van Vlaams-Brabant als kennisregio.
In dit reglement kan een subsidie verleend worden aan initiatieven waarin kennisinstellingen,
bedrijven, sociale partners of openbare overheden een structurele samenwerking aangaan met het
oog op:
- het tot stand brengen van een klimaat dat de ontwikkeling van kenniscreatie, van
kennisbedrijven of de wisselwerking tussen beide (transfer en valorisatie van kennis)
bevordert en/of;
- het bevorderen van het innovatieweefsel in Vlaams-Brabant en/of;
- het opzetten en uitbouwen van een eenvormige regionale marketing van Vlaams-Brabant als
Kennisregio
Ondersteuning startende ondernemers
In het reglement "investeringssubsidies voor startende ondernemers" kunnen startende
ondernemers die investeren in beroepsmateriaal en hiervoor een krediet aangaan een subsidie
aanvragen. Deze subsidie kan tot 1.500 euro bedragen. Met deze bescheiden financiële impuls wil de
provincie het startende ondernemerschap in de provincie ondersteunen.
De provincie komt ook tussen in de deelnamekosten aan erkende starterscursussen. Daarnaast geeft
de provincie een subsidie aan Syntra Leuven en Syntra Asse om bijkomende persoonlijke begeleiding
aan de cursisten bij het opstellen van een ondernemingsplan te voorzien. In de publicatie "Wegwijzer
voor de startende ondernemer", wordt het proces van de voorbereiding en van het opstarten zelf
stapsgewijs overlopen. De wegwijzer geeft ook een overzicht van de verschillende organisaties waar
de starter hiervoor terecht kan. Met deze acties wil de provincie haar bijdrage leveren aan de creatie
van goed voorbereide starters, met hogere slaagkansen in het bedrijfsleven.
Begeleiding en ondersteuning van bedrijven
In het kader van deze deelactie subsidieert de provincie verschillende initiatieven: de
Provinciale werking
19
peterschapsprojecten PLATO van Voka en Ondernemerscoach van UNIZO, de KMO Contactwerking
van UNIZO, de algemeen vormende en exportgerichte seminaries van Voka, het
Werkgelegenheidsagentschap (cf. infra) en de Trends Gazellen. Dit laatste evenement zet jaarlijks
goed presterende bedrijven - de snelste groeiers - in de kijker.
Daarnaast zet de provincie ook in op de administratieve vereenvoudiging van de procedures
waardoor ondernemers gevat worden in hun contacten met het provinciebestuur, dit in het kader
van het EFRO project 'Administratieve vereenvoudiging'.
Onderwijs en ondernemerschap
De provincie voorziet jaarlijks subsidies voor initiatieven die de ondernemingszin in de scholen
stimuleren. Onder dit reglement kunnen de mini-ondernemingen, en recent ook het project Jieha! beide initiatieven worden ondersteund door VLAJO (Vlaamse Jonge Ondernemingen) - op subsidies
rekenen.
Daarnaast organiseert de provincie met de werkgeversorganisatie VKW Brabant het overleg BOS 'Bedrijfsleven Overlegt met Secundair onderwijs'. Dit overleg resulteert in aansluitende acties en
subwerkgroepen actief rond een bepaald thema. In de werkgroep Sam-Bad bijvoorbeeld doorlopen
de leerkrachten en directies het proces van zelfkennis en zelfsturing inzake attitudes, aan de hand
van de SAM-schaal (Schaal Attitude Meting). De opzet is de leerkrachten en directies van de scholen
vertrouwd te maken met het werken rond attitudes en competenties, ook omdat zij een bepalende
rol spelen om deze aan te leren aan de leerlingen. Zo kunnen de leerkrachten hun bijdrage leveren
aan de creatie van meer ondernemende mensen. Het project "iedereen coach!" is een online traject
gericht op het stimuleren van ondernemende eigenschappen. Reeds 3.183 deelnemers namen deel
aan dit traject en er worden ook ervaringsuitwisselingsmomenten georganiseerd. Meer info op
www.iedereencoach.be.
Promotie Vlaams-Brabantse streekproducten
De dienst economie voorziet jaarlijks een werkingssubsidie voor de vzw Streekproducten VlaamsBrabant om de streekproducten te promoten en de streekproducenten te ondersteunen en te
professionaliseren. De werking naar de gemeenten is hierin een speciaal aandachtspunt. Naar
analogie met het 'Fair Trade' label wordt aan de gemeenten die op voldoende wijze streekproducten
in hun werking integreren het 'Straffe Streekgemeente' label toegekend. Ook de
streekproductencentra kunnen in dit kader op een subsidie rekenen die hun werking structureel
ondersteunt.
Voor de erkende evenementen ter promotie van streekproducten kunnen zowel de organiserende
instelling als de aanwezige streekproducenten een subsidie aanvragen.
Voor de eenvormige promotie van streekproducten voorziet de provincie in een assortiment van
streekproductenverpakkingen. Deze kunnen door de streekproducenten, streekhoekjes,
streekwinkels, ... aan een voordelig tarief aangekocht worden.
4.2.5
Antwerpen
Groeiactiviteiten
Door de veranderende internationale economisch context en de globalisering en liberalisering van de
internationale markten, moeten ondernemingen steeds meer beginnen zoeken naar unieke
Provinciale werking
20
competitieve voordelen. Vanuit deze optiek moet de provincie Antwerpen groeiactiviteiten met hoge
toegevoegde waarde optimaal ontwikkelen, stimuleren en ze tot uniek concurrentievoordeel maken
op de internationale markt. Deze groeiactiviteiten zijn vooral terug te vinden in sectoren die te
maken hebben met kennis, innovatie en creativiteit.
De provincie kan hierin een belangrijke rol spelen. Het stimuleren van investeringen in deze sectoren
leidt tot een versterking van de algemene economische ontwikkeling. Verder dienen ook de nodige
samenwerkingsverbanden tussen overheid, onderwijs en kennisinstellingen ontwikkeld te worden en
moeten er kruisverbanden met het bedrijfleven uitgebouwd worden. Een schoolvoorbeeld van
dergelijke samenwerking vinden we in het Interreg-project Waterstofregio, waar Antwerpse partijen
een partnerschap hebben opgebouwd met Zuid-Nederlandse partijen om samen de grensregio
Vlaanderen-Nederland uit te bouwen tot topregio op het vlak van waterstof.
Zonder wetenschappelijk onderzoek, kennisoverdracht en innovatie kan een regio economisch niet
groeien. Daarom wordt er vanuit de provincie ieder jaar 200.000 euro vrij gemaakt voor
wetenschappelijk onderzoek met de Universiteit Antwerpen en werd een project van de universiteit
rond kankeronderzoek goedgekeurd voor Europese subsidie.
51
Op het vlak van innovatie speelt vooral vzw Innotek, met het Technologiehuis in Geel, een
belangrijke rol met de ontwikkeling van initiatieven voor starters en ondernemingen op het vlak van
innovatie en technologie. Met de provinciale investeringen in het Milieutechnologiehuis in Mol
tekent het provinciebestuur voor een vernieuwende aanpak. Vanaf 2010 zal de provincie Antwerpen
bovendien een belangrijk deel van het provinciaal budget reserveren voor de ondersteuning van New
Business Development project.
Creatieve sectoren, zoals mode, design, diamant, fotografie, grafische vormgeving, architectuur,
productontwikkeling, media, … , worden door het provinciebestuur gestimuleerd, geprofileerd en
gepromoot.
(pre)Starters verdienen onze aandacht
Om de ondernemingszin bij jongeren, de werknemers en ondernemers van de toekomst, aan te
wakkeren, heeft de provincie samen met VOKA het project ‘Mini-ondernemingen’ opgestart. Dit
project is een succes en zal verder gestimuleerd en verdiept worden.
Een ander initiatief voor de jongeren is Pienternet. Oorspronkelijk was dit project bedoeld om
jongeren in contact te brengen met nieuwe media en actuele trends, maar het kan ook een
interessant kanaal zijn om de kloof tussen jongeren en de bedrijfswereld te verkleinen.
Verder zijn de provinciale Startercheques een belangrijk instrument om startende ondernemers te
ondersteunen. Het budget voor de provinciale startercheques bedraagt 120.000 EUR in 2009. Voor
2010 wordt een budget van 240.000 voorzien. Elke startercheque bedraagt 100 EUR. Dit betekent
dat er in 2009 1.200 starters en in 2010 2.400 starters worden bereikt. De gebruikers zijn zeer divers:
zowel startende consultants (accountancy, IT, …), als dessertentraiteurs, tuinaanleggers of
nagelstudio’s maken er gebruik van.
Ook met het project ‘Duurzame start en groei voor starters en jonge KMO’s’ geeft de provincie
aandacht aan de startende ondernemers. Met dit project in het arrondissement Mechelen wil de
Provinciale werking
21
provincie het aantal voortijdige stopzettingen van starters en jonge KMO’s verminderen door het
pro-actief benaderen van ondernemingen in moeilijkheden. Het project, van VOKA Mechelen, is een
pilootproject binnen de provincie Antwerpen. De provincie (EFRO met provinciale cofinanciering)
maakt zo’n 80.000 euro vrij voor dit project.
Verder krijgt het project ‘Knap in Ondernemerschap’ van UNIZO provinciale ondersteuning. Het
project ‘De Vliegende Startersbrigade’ van de 3 VOKA’s kan ook in 2009 rekenen op provinciale
cofinanciering. Tenslotte heeft de provincie Antwerpen haar steun toegezegd aan het
schoolverlaterplatform ‘TRANSIT’ van RESOC Antwerpen.
Provinciale werking
22
5 Speerpuntenbeleid
5.1 Beschrijving
5.1.1
West-Vlaanderen
transport-dsitributie-logistiek
Voor het actieveld ‘transport-dsitributie-logistiek’ ligt de uitdaging in het creëren van duurzame en
volwaardige werkgelegenheid en een verdere verduurzaming van het goederenvervoer, door de
valorisatie van de logistieke troeven van West-Vlaanderen, geënt op de huidige en toekomstige
sterke West-Vlaamse sectoren. Dit kan aan de ene kant door het aantrekken en verder uitbouwen
van logistieke activiteiten met meer toegevoegde waarde, en aan de andere kant door te streven
naar een verdere verduurzaming van de goederenstromen. Om dit te realiseren moet een logistieke
strategie ontwikkeld worden die leidt tot de aantrekking van de juiste logistieke activiteiten op de
juiste plaats. Ook moeten de logistieke troeven van West-Vlaanderen sectorondersteunend te
worden ingeschakeld. De Provincie West-Vlaanderen wenst immers blijvend aandacht te besteden
aan de groeikansen van endogene ondernemers. Via innovatieve logistieke projecten moet gestreefd
worden naar efficiëntere en effectievere goederenstromen. Dit moet bijdragen tot de valorisatie van
de logistieke opportuniteiten die dankzij de West-Vlaamse havens, luchthavens, multimodale
binnenvaartterminals en transportzones aanwezig zijn.
De Provincie streeft daartoe naar een optimale samenwerking met andere strategische sectoren en
beleidsniveaus en rekent op het ondernemerschap van zeehaven- en luchthavenbesturen. Op die
manier wordt aan het West-Poort concept verder invulling gegeven. Het creëren van draagvlak is
hierbij eveneens van groot belang.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- in kaart brengen van de logistieke sector in West-Vlaanderen;
- een ruimtelijk economische analyse maken over de vestigings- en locatiefactoren van TDL in WestVlaanderen en het ontwikkelen van een achterlandstrategie;
- promotie voeren bij het brede publiek, de politiek en het onderwijs via West-Poort;
- logistieke actoren verankeren in West-Vlaanderen;
- bepleiten van de uitbouw van het multimodaal infrastructuurnetwerk en de afwerking van de
aansluiting op internationale verkeersassen;
- opstellen van gebruiksklare uitvoeringsplannnen op het niveau van bedrijventerreinen in functie
van de modal shift naar vervoer te water en per spoor;
- opzetten van proefprojecten ter bevordering van de logistieke samenwerking voor bedrijven.
Stimuleren van een kwalitatief hoogstaand en toekomstgericht onderwijs- en
opleidingsaanbod om een volwaardige arbeidsmarktparticipatie te verkrijgen.
De provincie wil het beleid op Vlaams niveau, dat verder vorm krijgt op subregionaal (Resoc-)
niveau, ondersteunen en in voorkomend geval complementaire maatregelen nemen. De Provincie zal
hier veeleer een volgend of aanvullend beleid voeren, gelet op de kerntaken van de andere niveaus
Provinciale werking
23
en actoren.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- een ruim aanbod van permanente vorming realiseren dat flexibel afgestemd is op de actuele
behoeften van de diverse economische sectoren, de werkenden en werkzoekenden;
- alle schoolverlaters vlotter laten inschakelen in de arbeidsmarkt, minder schoolverlaters zonder
startkwalificaties verkrijgen;
- het aantal unieke opleidingen/afstudeerrichtingen vergroten die het economisch weefsel in de
provincie versterken;
5.1.2
Oost-Vlaanderen
Het strategisch plan "project 2004-2012" en de daaruit voortvloeiende "18 acties voor de
Oost-Vlaamse economie" vormen het referentiekader voor de inhoudelijke prioriteiten van het
economisch beleid 2007-2012.
De 18 acties werden gegroepeerd in 4 prioritaire actieterreinen die door de deputatie werden
goedgekeurd:
 ligging, ontsluiting, ruimte om te ondernemen
 postindustriële economie, kenniseconomie, werk in de quartaire sector
 onderwijs en vorming
 KMO's als hart van de economie
Concepten van duurzame ontwikkeling en sociale economie nemen in het beleid ook een centrale
plaats in.
Het behoud en de versterking van traditionele en markante sectoren in Oost-Vlaanderen
zoals bouw, automobielnijverheid, textiel en sierteelt worden via gerichte activiteiten van
de POM en de Erov ondersteund. Ook de provinciale studiecel volgt deze sectoren
permanent op via studiewerk.
5.1.3
Antwerpen
Groeiactiviteiten
Door de veranderende internationale economisch context en de globalisering en liberalisering van de
internationale markten, moeten ondernemingen steeds meer beginnen zoeken naar unieke
competitieve voordelen. Vanuit deze optiek moet de provincie Antwerpen groeiactiviteiten met hoge
toegevoegde waarde optimaal ontwikkelen, stimuleren en ze tot uniek concurrentievoordeel maken
op de internationale markt. Deze groeiactiviteiten zijn vooral terug te vinden in sectoren die te
maken hebben met kennis, innovatie en creativiteit.
De provincie kan hierin een belangrijke rol spelen. Het stimuleren van investeringen in deze sectoren
leidt tot een versterking van de algemene economische ontwikkeling. Verder dienen ook de nodige
samenwerkingsverbanden tussen overheid, onderwijs en kennisinstellingen ontwikkeld te worden en
moeten er kruisverbanden met het bedrijfleven uitgebouwd worden. Een schoolvoorbeeld van
dergelijke samenwerking vinden we in het Interreg-project Waterstofregio, waar Antwerpse partijen
een partnerschap hebben opgebouwd met Zuid-Nederlandse partijen om samen de grensregio
Vlaanderen-Nederland uit te bouwen tot topregio op het vlak van waterstof.
Provinciale werking
24
Zonder wetenschappelijk onderzoek, kennisoverdracht en innovatie kan een regio economisch niet
groeien. Daarom wordt er vanuit de provincie ieder jaar 200.000 euro vrij gemaakt voor
wetenschappelijk onderzoek met de Universiteit Antwerpen en werd een project van de universiteit
rond kankeronderzoek goedgekeurd voor Europese subsidie.
51
Op het vlak van innovatie speelt vooral vzw Innotek, met het Technologiehuis in Geel, een
belangrijke rol met de ontwikkeling van initiatieven voor starters en ondernemingen op het vlak van
innovatie en technologie. Met de provinciale investeringen in het Milieutechnologiehuis in Mol
tekent het provinciebestuur voor een vernieuwende aanpak. Vanaf 2010 zal de provincie Antwerpen
bovendien een belangrijk deel van het provinciaal budget reserveren voor de ondersteuning van New
Business Development project.
Creatieve sectoren, zoals mode, design, diamant, fotografie, grafische vormgeving, architectuur,
productontwikkeling, media, … , worden door het provinciebestuur gestimuleerd, geprofileerd en
gepromoot.
Antwerpse haven als economische poort
De provincie Antwerpen kan vanuit de rol die ze kan spelen op het vlak van streekontwikkeling, een
rol spelen in de visievorming en het overleg rond de verdere ontwikkeling van de Antwerpse haven.
Daarnaast wordt in deze legislatuur ook het educatief centrum Havencentrum Lillo versterkt. Deze
versterking wordt gerealiseerd aan de hand van volgende strategische doelstellingen:
 Het belang van de haven aantonen als economische motor en als motor voor de provinciale
economie.
 De beroepsmogelijkheden voor jongeren in de martiem-industriële wereld aantonen en
promoten.
 Het maatschappelijk draagvlak van de haven en het havengebied maximaal vergroten.
Om deze doelstellingen te bereiken wordt het Havencentrum uitgerust met een
communicatieplatform zodat een veel grotere bevolkingsgroep bereikt kan worden.
Om de Logistieke Poort Antwerpen zo goed mogelijk te kunnen uitbouwen, is er in de schoot van
POM Antwerpen een Logistiek Platform Antwerpen opgericht. Omdat de haven en de logistieke
sector de zuurstof van ons economisch weefsel vormen, zal iedereen betrokken worden: de steden
en gemeenten, de sociale partners, de haven, de logistieke sector, de universiteiten en
hogescholen…
5.1.4
Limburg
Reeds jaren zet Limburg in op een aantal economische speerpunten, zoals automotive, de
bouwsector, ICT en multimedia, voeding en fruit. Zowel in de productie als in de toelevering kunnen
de bedrijven in deze sectoren een beroep doen op een gespecialiseerde bedrijfs- en
innovatiebegeleiding en op sectoriële opleidingsinfrastructuur en –programma’s. De provinciale
beleidsaandacht voor deze sectoren wordt permanent vertaald in nieuwe acties en initiatieven.
Logistiek
Limburg was de eerste Vlaamse provincie die inspeelde op het Extended Gateway concept.
Provinciale werking
25
De strategische studie Logistieke Poort Limburg werd opgestart in 2006 en voorgesteld in april 2007.
Limburg was de eerste in het identificeren van logistieke hotspots, het uittekenen van een logistiek
actieplan en de oprichting van een Logistiek Platform.
Het doorbraakscenario voor de logistieke sector wordt bewaakt door het Logistiek Platform Limburg,
met de ondersteuning van deskundig personeel door POM-Limburg. Voor de realisatie van de
Extended Gateway Antwerpen-Limburg is de samenwerkingsovereenkomst tussen Limburg en Haven
Antwerpen ondertekend.
De diverse werkgroepen van het Logistiek Platform Limburg begeleiden de uitvoering van het
doorbraakscenario: Extended Gateway, spoor- en intermodaal vervoer en infrastructuur, wegvervoer
en infrastructuur, bedrijventerreinen, innovatie en ICT, onderwijs en arbeidsmarkt. Voorbereidingen
worden getroffen om in 2009 een aparte werkgroep ‘Promotie’ op te richten. Die werkgroepen staan
garant voor een multidisciplinaire aanpak en leiden elk op hun terrein tot concrete acties en
projecten.
Er wordt ingezet op volgende sporen:
• bijkomende ruimte voor de vestiging van logistieke bedrijven
• het wegwerken van infrastructurele belemmeringen
• de realisatie van het concept Extendend Gateway
• Promotie en acquisitie van nieuwe bedrijfsactiviteiten
• De ontwikkeling van nieuwe innovatieve concepten voor logistiek bedrijfsbeheer
• De verbetering van de organisatie van de logistieke arbeidsmarkt
Life sciences
POM-Limburg en het provinciebestuur ondersteunen de uitbouw van de life sciences
en healthcare-economie in onze provincie door te participeren in het actieplan dat de Universiteit
Hasselt heeft uitgewerkt. Het actieplan omvat diverse sporen:
• het kennisaanbod inzake levenswetenschappen uitbouwen,
• bedrijfsgerichte innovatie ondersteunen,
• spin-offs realiseren,
• nieuwe bedrijven aantrekken,
• passende bedrijfsinfrastructuur voor starters ontwikkelen,
• risicokapitaal inzetten,
• menselijk potentieel ontwikkelen.
LifeTech Limburg is met een actieve deelname van POM-Limburg opgericht als platform voor de
begeleiding en opvolging van het actieplan Life Sciences. De nv Life Sciences Development Campus
treedt op als bouwheer voor de incubator.
Een onderdeel van het life sciences actieplan is gericht op het menselijk potentieel ten behoeve van
de zorgeconomie (ouderenzorg – ziekenhuiszorg). Deze taakstelling omvat:
• een prospectieve analyse van de behoefte aan zorgpersoneel in de ouderenzorg en
ziekenhuiszorg, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen inzake
capaciteitsontwikkeling, nieuwe zorgconcepten, gewijzigde behoeften en cliëntengroepen,
• een analyse van de instroom en het beschikbare opleidingsaanbod in functie van de behoefte
aan gekwalificeerd personeel,
• beleidsvoorstellen en acties ontwikkelen om de gekwalificeerde instroom te verhogen, de
kwalificaties van het aanwezige personeel up to date te houden en een vroegtijdige
uitstroom van personeel te voorkomen.
Provinciale werking
26
Clean Tech
Clean Technology en innovatieve technieken voor energie-efficiëntie dienen zich aan als
een formidabele buitenkans voor duurzame economische groei. Het masterplan van UHasselt en de
LRM bevat dan weer een duidelijk ontwikkelingstraject voor clean technology. Dit traject richt zich:
• bevorderen van innovatie en technologietransfers;
• ontwikkeling van clean tech business;
• het ontwikkelen van clean tech infrastructuur;
• platform creëren via Clean Tech Limburg.
5.1.5
Vlaams-Brabant
Vijf speerpunten maken de dienst uit in het provinciaal economisch beleid:
 Ruimtelijk economisch beleid met als doel de versnelde uitgifte van bedrijventerreinen én
het duurzame beheer en (her)inrichting van de bedrijventerreinen;
 Actieve steun aan streekontwikkelingsprojecten;
 De ondersteuning en uitbouw van de kenniseconomie;
 De promotie van het ondernemerschap;
 Het creëren van tewerkstellingsmogelijkheden voor de kansengroepen.
De dienst economie voorziet jaarlijks een werkingssubsidie voor de vzw Streekproducten VlaamsBrabant om de streekproducten te promoten en de streekproducenten te ondersteunen en te
professionaliseren. De werking naar de gemeenten is hierin een speciaal aandachtspunt. Naar
analogie met het 'Fair Trade' label wordt aan de gemeenten die op voldoende wijze streekproducten
in hun werking integreren het 'Straffe Streekgemeente' label toegekend. Ook de
streekproductencentra kunnen in dit kader op een subsidie rekenen die hun werking structureel
ondersteunt.
Voor de erkende evenementen ter promotie van streekproducten kunnen zowel de organiserende
instelling als de aanwezige streekproducenten een subsidie aanvragen.
Voor de eenvormige promotie van streekproducten voorziet de provincie in een assortiment van
streekproductenverpakkingen. Deze kunnen door de streekproducenten, streekhoekjes,
streekwinkels, ... aan een voordelig tarief aangekocht worden.
Provinciale werking
27
6 Sociale economie/arbeidsmarktbeleid
6.1 Overzicht 2010
De provincies bevorderen tewerkstelling van kansengroepen door:
 Monitoring van vraag en aanbod en door visie-ontwikkeling
 Netwerkvorming en informatie-uitwisseling
 Opleidingsinitiatieven
 Steun aan sociale economie-initiatieven
De provincies initiëren interdisciplinaire en innovatieve hefboomprojecten door:
 de promotie van sociale economie
 netwerkvorming
 de brugfunctie tussen reguliere en sociale economie
 steun aan innovatieve projecten in de sociale economie
6.2 Beschrijving
6.2.1
West-Vlaanderen
Versterken van het maatschappelijk verantwoord ondernemen met speciale aandacht voor
de sociale economie.
De uitdaging ligt in het stimuleren van duurzame en kwalitatieve tewerkstelling voor kansengroepen
op de arbeidsmarkt (zowel in het reguliere als in het niet-reguliere circuit) zodat deze niet meer
oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheid. Gezien het belangrijke beleid op andere niveaus en
actoren met betrekking tot het thema sociale economie, zal het provinciaal beleid hier veeleer
aanvullend of volgend zijn. Nieuwe initiatieven zullen steeds afgewogen moeten worden en een
complementaire meerwaarde moeten bieden.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- de sociale economie in ruime kring gekend maken en promoten;
- ondersteunen van het management van de sociale economie;
- een vlotte samenwerking en kennisoverdracht verkrijgen tussen de reguliere en sociale economie.
6.2.2
Oost-Vlaanderen
De bevordering van de sociale economie via specifieke acties (o.m. op vlak van vorming en
begeleiding door de EROV) en door de integratie van de sociale economie gedachte in het
reguliere bedrijfsleven. Een evidente link ligt hier met de initiatieven op het vlak van
bedrijfsverzamelgebouwen van de POM.
Bedrijvencentrum De Punt bekleedt daarbij een unieke positie. Dit bedrijvencentrum richt
zich immers zowel op reguliere starters als op starters in de sfeer van de sociale
economie, en dit ten gevolge van een fusie tussen het (reguliere) bedrijvencentrum regio
Gent en het (sociale) startercentrum De Punt cvba. In die zin kan het bedrijvencentrum
regio Gent beschouwd worden als een gespecialiseerd bedrijvencentrum en het ag als een
Provinciale werking
28
pilootproject beschouwd worden inzake de integratie van reguliere en sociale economie.
Aanvullende ondersteuning gebeurt via een provinciale subsidie aan De Punt voor de
gebiedsdekkende begeleiding van starters in de sociale economie.
6.2.3
Antwerpen
Een economisch beleid voeren heeft niet alleen tot doel om een ondernemingsvriendelijk klimaat te
creëren binnen de provinciegrenzen. De provincie Antwerpen besteedt ook veel aandacht aan de
uitbouw van sociale economie. Terecht kan gezegd worden dat de provincie Antwerpen in deze
nieuwe legislatuur een belangrijke pioniersrol heeft vervuld binnen dit domein. De overtuiging van
de provincie Antwerpen is dat de uitbouw van de sociale economie een noodzakelijk gegeven blijft
om de integratie van kansengroepen in de arbeidsmarkt te stimuleren.
De sociale economie staat voor een ‘inclusieve economie’, waarbij men zowel economische
meerwaarde als maatschappelijke en ecologische meerwaarden tracht te realiseren. Sociale
economie projecten in de provincie Antwerpen zijn bij uitstek projecten met een dubbele hefboom:
ze creëren werk voor mensen die moeilijk aan een job geraken en leveren nieuwe, zinvolle diensten
op voor de maatschappij. De provincie streeft ernaar om de sociale economie binnen de provincie
Antwerpen te ontwikkelen en te stimuleren.
In dit kader heeft de provincie Antwerpen het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie (PSSE) in het
leven geroepen en investeert het ook zelf in sociale economie via scholen en opleidingscentra.
Provinciaal Steunpunt Sociale Economie
De dienstverlening van het Provinciaal Steunpunt is gericht op organisaties en lokale besturen uit de
provincie Antwerpen die sociale economieprojecten of initiatieven willen opstarten of uitbreiden en
daarmee werkgelegenheid willen creëren voor kansengroepen op de arbeidsmarkt. Het Provinciaal
Steunpunt biedt een ruim aanbod aan dienstverlening aan.
- Monitor sociale economie
In het ‘Monitoringinstrument Sociale Economie’ van de provincie Antwerpen vindt ieder lokaal
bestuur een cijfermatig overzicht van het werkveld (grootte doelgroep, tewerkstelling, …) van de
sociale economie binnen zijn grondgebied. Via tabellen, grafieken en kaartjes wordt een goed beeld
van de Sociale Economie per gemeente, zorggebied, arrondissement en RESOC-gebied gegeven en
dit steeds binnen de provincie Antwerpen. Deze schat aan informatie zal de gemeenten in staat
stellen om een dynamisch sociaal economisch beleid uit te bouwen. De resultaten zijn terug te
vinden op:
www.provant.be/ondernemen/sociale_economie.
- Catalogus sociale economie
De Catalogus Sociale Economie biedt een volledig digitaal overzicht van de sociale economie
organisaties en hun dienstenverlening binnen de provincie en de diverse sectoren waarin zij actief
zijn. Het is de eerste interactieve catalogus ontwikkeld tussen VOSEC en de provincie. Op basis van
de resultaten van deze werkzaamheden wordt momenteel voor heel Vlaanderen het interactief
aanbod aangepast (bv. goede praktijk gemeenten). De catalogus is terug te vinden op:
www.provant.be/ondernemen/sociale_economie.
54
- Provinciale subsidies sociale economie
Vanaf 2007 zijn er twee nieuwe subsidiereglementen van toepassing waarover het PSSE kan
beschikken. Het betreft een bedrag van 350.000 EUR per jaar:
Provinciale werking
29
• Met het subsidiereglement betreffende de subsidiëring van ‘projecten in de sociale
economie’ kunnen projecten gesteund worden die betrekking hebben op de sector van de
sociale economie of die een doelstelling uit deze sector ondersteunen. Op die manier tracht
de provincie de opstart van nieuwe sociale economie projecten te stimuleren. Deze subsidie
is goed voor 340.000 euro. Het reglement en het aanvraagformulier staan op de provinciale
website.
• Het subsidiereglement ‘Professionalisering van het Management in de Sociale Economie’
(Pro.M.I.S.E.) verleent financiële ondersteuning aan sociale economie organisaties die hun
omkaderingspersoneel de kans bieden om een managementopleiding te volgen. Hiermee wil
het Provinciaal Steunpunt de kwaliteit van het management in sociale economie organisaties
helpen verbeteren en de vaardigheden, die nodig zijn voor het managen van organisaties in
de sociale economie, helpen professionaliseren. Deze subsidie is goed voor 10.000 euro. Het
reglement en het aanvraagformulier staan eveneens op de provinciale website.
- Digid@k
Het project Digid@k wordt in samenwerking met de lokale besturen en andere partners in de
provincie Antwerpen geïmplementeerd. Digid@k koppelt tewerkstelling binnen sociale economie
aan het dichten van de digitale kloof (125.000 EUR per jaar).
- Ondersteuning van de 70 lokale besturen op vlak van sociale economie
Het Provinciaal Steunpunt tracht lokale besturen te sensibiliseren op het gebied van sociale
tewerkstelling en sociale economie. Om deze doelstelling te bereiken zijn er vele werkmiddelen
mogelijk: infosessies, netwerking, collectieve en individuele begeleiding en opleidingen.
Het Provinciaal Steunpunt onderneemt ook actie om het decreet ‘Lokale Diensteneconomie’ te
sensibiliseren en te ondersteunen als hulp voor de lokale besturen. De doelstelling van dit decreet is
de koppeling van lokale werkgelegenheid voor mensen die moeilijk hun weg vinden op de
arbeidsmarkt, met de lokale noden, die buiten de reguliere diensten en middelen vallen, maar een
belangrijke invloed hebben op de kwaliteit van het leven.
- Projectontwikkeling en projectondersteuning
Het Provinciaal Steunpunt voorziet extra opvolging en begeleiding voor belangrijke sociale economie
dossiers in de provincie Antwerpen. Deze opvolging en begeleiding gaat vooral naar de projecten die
het nodig hebben of die de provincie van wezenlijk belang acht.
- Forum sociale economie
Om de behoeften en noden binnen de sector van de sociale economie optimaal waar te nemen,
organiseert het Provinciaal Steunpunt een tweejaarlijks forum over sociale economie in
samenwerking met enkele topspelers in de provincie Antwerpen (o.a. vzw Levanto, vzw Twerk, de
Startcentra voor sociale economie, vzw Kringwinkel, de Beschutte Werkplaatsen, … ).
Europese middelen voor Sociale Economie
Tenslotte mag er ook nog gewezen worden op de bouw en inrichting van een regionaal lascentrum
in Mechelen waarvoor een kleine 1,5 miljoen euro van het EFRO-budget gereserveerd is. Dit
lascentrum is niet enkel een investering in mensen, maar ook een investering in infrastructuur. Dit
lascentrum zal ten dienste staan van het onderwijs, publieke en private opleidingsverstrekkers,
werknemers en het bedrijfsleven. Verder wordt er meer dan 1 miljoen euro van het EFRO budget
Provinciale werking
30
uitgetrokken voor de de Sociale Economie Campus in Herentals. Tenslotte is er via Interreg IV
Vlaanderen-Nederland een goede samenwerking tussen de kringwinkels (225.000 euro EFRO) en
worden projectpartners gestimuleerd beroep te doen op de sociale economie bij de uitvoering van
hun projecten.
Extra creatie van jobs voor 70 gemeentebesturen en provincie
In de begroting 2010 werden extra middelen (500.000 EUR) ingeschreven om ten tijde van financiële
en economische crisis extra jobs te creëren. Hiervoor zal er ook een extra personeelslid binnen PSSE
worden aangesteld.
6.2.4
Limburg
Arbeidsmarktbeleid
Het provinciaal arbeidsmarktbeleid is gericht op een optimale afstemming tussen vraag en aanbod,
wat zich vertaalt in acties gericht op het ontwikkelen van expertise inzake kennis van de
arbeidsmarkt en dit ter ondersteuning van acties, het ontwikkelen van beleidsadvies, het informeren
van partners en het organiseren van overleg met het oog op kennisoverdracht en gezamenlijke
actieontwikkeling.
Sectorale arbeidsmarkt – initiatieven richten zich op het opbouwen van kennis van de arbeidsmarkt
en het valoriseren van deze kennis in gerichte acties die tot doel hebben de werking van de sectorale
arbeidsmarkt te versterken. Doelstelling is het verhogen van de afstemming tussen vraag en aanbod
op de arbeidsmarkt. (bvb bouwsector, horeca, zorg,…)
Sociaal-economische thema’s – initiatieven richten zich op het bevorderen van de ontwikkeling van
initiatieven door het informeren van partners over projectmogelijkheden en het organiseren van
gericht overleg met partners uit het werkveld met het oog op de uitvoering van het Streekpact.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen met specifiek aandacht voor sociale economie
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) staat voor een evenwicht tussen financiële
resultaten, sociale belangen en het milieu. MVO draagt bij tot een duurzame ontwikkeling van de
3P’s: People, Planet en Profit. Het is voor bedrijven een aantrekkelijke uitdaging om via de
MVOprincipes
kansen op te sporen voor innovatie en verandering die ook de drie P’s ten goede komen,
met een directe betrokkenheid van de stakeholders.
De provincie onderneemt onder meer acties voor duurzame ontwikkeling (Planet). Bij People horen
de Startcentrale met de MVO-plannen voor invoegbedrijven en ERSV-Limburg met de opmaak van
diversiteitsplannen voor bedrijven.
 Platform
Door een concreet actieplan MVO wil de Provincie Limburg, samen met de betrokken
intermediaire partners, een faciliterend voorwaardenscheppend kader en een MVO-platform
creëren. Het platform heeft een netwerkfunctie en een sensibiliserende en informerende opdracht
tegenover de Limburgse ondernemingen. Het platform moet op middellange termijn uitgroeien tot
een expertisecel met een integrale MVO-visie en -aanpak in onze provincie.
 Hefboomprojecten
Beleidsmatig moeten ook linken worden gelegd met de sector van de sociale
Provinciale werking
31
economie. De provincie kiest resoluut voor de ontwikkeling en ondersteuning van innovatieve
hefboomprojecten. Het bestuur mikt op initiatieven die een nieuwe dienstverlening creëren, een
nieuwe markt aanboren of met een nieuwe aanpak echt het verschil kunnen maken.
- Project Woonzorgteams, een dienstverlening aan behoeftige senioren in Limburg i.s.m. 6
promotoren in de lokale diensteneconomie; het project creëert 30 VTE jobs voor
kansengroepen.
- Project Fietspunten: oprichting van fietspunten aan de stations van Hasselt, Genk, St. Truiden
en de campus UHasselt in Diepenbeek; oprichting van een nieuwe sociale werkplaats
Fietsbasis: creërt 20 VTE jobs voor kansengroepen in de lokale diensteneconomie en sociale
werkplaatsen.
- Project Autisme en Werk (experimenteel auti-vriendelijk tewerkstellingsproject) voor 5 VTE
personen met autisme spectrum stoornissen; oprichten van een expertisecel.
- Distributie van hoeve- en streekproducten (sociale werkplaats); creatie 2,5 VTE jobs ten
behoeve van de lokale producten in Limburg.
- Dorpsrestaurants: experimenteel project in Zuid-Limburg met steun van PDPO.
- Seniorenassistentie: ontwerpfase van een experimenteel project, met als doel een
dienstverlening uit te bouwen naar rusthuizen ten behoeve van een betere kwaliteit.
- Natuurproject in Voeren: uitbouw van een biodiversiteitsteam in natuur- en
landschapsgebieden.
 Sociale werkplaatsen
Via de brug tussen de sociale en reguliere economie kunnen de instrumenten
van de reguliere economie, i.c. innovatie, in de sociale economie gemakkelijker worden ingepast.
Met het Limburgs Innovatiecentrum is een sociale innovatiecel opgestart en wordt een intensief
innovatieprogramma uitgevoerd. Door toepassing van de ‘Blue Ocean Strategie’ worden nieuwe
niches afgebakend, waarop nieuwe hefboomprojecten zullen worden geënt.
6.2.5
Vlaams-Brabant
Het creëren van tewerkstellingsmogelijkheden voor de kansengroepen.
Het tewerkstellingsbeleid van de provincie Vlaams-Brabant legt de focus op kansengroepen. De
maatregelen die de provincie hiertoe uitwerkt, situeren zich op diverse domeinen:
° ter preventie van (langdurige) werkloosheid:
- acties gericht op de overgang school-werk;
- preventie van werkloosheid bij risicowerknemers;
° ter bevordering van de tewerkstellingskansen van kansengroepen op de reguliere arbeidsmarkt:
- inspelen op de vraagzijde van de arbeidsmarkt (het bedrijfsleven);
- inspelen op de aanbodszijde van de arbeidsmarkt (de werkzoekenden);
- vraag en aanbod beter op elkaar af stemmen;
Provinciale werking
32
° maatregelen met het oog op creatie van tewerkstelling voor kansengroepen in het sociale
tewerkstellingscircuit.
Strikt genomen vallen de eerste twee groepen van maatregelen niet onder de noemer 'sociale
economie' maar ze behoren wel tot het takenpakket van de bestuurssecretaris sociale economie
omdat ze te maken hebben met de tewerkstelling van kansengroepen. Sommige van deze
maatregelen bevatten zowel een extern als een intern luik. Dit wil zeggen dat onze acties gericht
kunnen zijn naar andere organisaties maar ook naar het provinciebestuur zelf.
Acties gericht op de vraagzijde van de arbeidsmarkt
 Werkgelegenheidsagentschap
In samenwerking met de kamers van koophandel werd in 1998 beslist om per arrondissement een
consulent aan te werven die zich specialiseert in de tewerkstellingsmaatregelen op Europees,
federaal en Vlaams niveau. Deze consulenten van het zogenaamde 'Werkgelegenheidsagentschap'
(WGA) staan in voor de promotie en de begeleiding van deze maatregelen in de bedrijven en de nonprofitsector. Zij zijn handelsreizigers in tewerkstellingsmaatregelen. Daarnaast doet het WGA ook
beroep op Europese middelen, o.a. voor de WGA-website, voor leeftijdsbewust
personeelsmanagement en voor competentiemanagement.
 Diversiteitsplan
De provincie is zelf ook werkgever mét een voorbeeldfunctie. Daarom werd een diversiteitsplan
opgesteld, dat momenteel in uitvoering is. Ook de bestuurssecretaris sociale economie is
vertegenwoordigd in de stuurgroep van het diversiteitsplan. Eén van de concrete maatregelen die in
het kader van dit diversiteitsplan werden genomen is het mogelijk maken van stages voor
WEPplussers en deeltijds lerenden van de proeftuin leerwerkbedrijven. Er werd een interne
sensibiliseringscampagne gevoerd om mogelijke stageplaatsen op te sporen binnen het bestuur.
Momenteel wordt onderzocht of er binnen de provincie kan gewerkt worden met de methodiek
'supported employment' van de sociale en beschutte werkplaatsen.
Sociale economie
De initiatieven die de provincie ontwikkelt op het vlak van sociale economie, nemen verschillende
vormen aan:
 Ondersteunen van sociale economie actoren op het terrein
De provincie wil de sociale economie actoren op het terrein ondersteunen en dit zowel op
inhoudelijk als op financieel vlak. Wat de financiële ondersteuning betreft zijn er twee reglementen
waarop sociale economie organisaties een beroep kunnen doen.
- Opleidings-, begeleidings- en werkervarings-, brugprojecten en buurtdiensten
Sociale economie organisaties die in de provincie Vlaams-Brabant opleidings-, begeleidings- of
werkervaringsprojecten, brugprojecten of buurtdiensten organiseren, met het doel de
arbeidsmarktpositie van kansengroepen te verbeteren, kunnen jaarlijks een subsidie aanvragen.
Hiervoor is sinds 2007 een budget van 300 000 euro uitgetrokken.
- Subsidies arbeidszorg
Sociale werkplaatsen die arbeidszorg organiseren kunnen subsidies aanvragen voor de creatie van
extra arbeidszorgplaatsen.
Provinciale werking
33
Daarnaast worden ook acties ontwikkeld om de sociale economie organisaties inhoudelijk te
ondersteunen.
- Reglement subsidies cursus UAMS (professionalisering)
Kaderleden van sociale economie organisaties in Vlaams-Brabant kunnen een deel van het
inschrijvingsgeld terugbetaald krijgen als zij de opleiding "Management in de sociale economie" van
de UAMS volgen. Daarmee wordt de professionalisering van de sector gestimuleerd.
 Ondersteuning van actoren op het terrein via tussenorganisaties
Ondersteuning van sociale economie actoren gebeurt ook via tussenorganisaties. Zo krijgt het
Steunpunt Groene Zorg een subsidie om de zorgboerderijen in Vlaams-Brabant tot ontwikkeling te
brengen en te ondersteunen.
 Ontwikkelen van nieuwe initiatieven
Om nieuwe initiatieven in de sociale economie tot ontwikkeling te brengen spelen de startcentra
voor de sociale economie een belangrijke rol. Daarom heeft de provincie een belangrijke bijdrage
geleverd in de opstart van de twee startcentra van onze provincie: RIC nv te Tienen voor het
arrondissement Leuven en Zennelink cvba te Vilvoorde voor het arrondissement Halle-Vilvoorde.
Voor de beide centra werd een aanzienlijk deel van de kosten voor begeleiding door een
adviesbureau (in beide gevallen Hefboom) gedragen.
Ook de opstart van de provinciale activiteitencoöperatie 'Co & Go' werd mee door de provincie
voorbereid. Zulk een activiteitencoöperatie begeleidt mensen uit kansengroepen naar zelfstandig
ondernemerschap. De provincie participeerde in de stuurgroep van het haalbaarheidsonderzoek. Zij
maakt ook deel uit van de raad van bestuur van 'Co & Go' zowel vanuit het domein van de sociale
economie als vanuit het domein van de promotie van het ondernemerschap.
Daarnaast werd ook onderzocht welke rol de provincie kan spelen in het ontwikkelen van nieuwe
initiatieven in de niche van de energiebesparing en dus in het stimuleren van de zogenaamde
'energiesnoeiers'. Ook wordt bekeken hoe de uitbouw van lokale diensteneconomie in de provincie
kan worden ondersteund.
Sporadisch worden er ook zelf projecten geïnitieerd. Zo werd in 2004 een impuls gegeven aan de
oprichting van een Streekpoductenwinkel in Halle-Vilvoorde. Deze winkel moest twee doelstellingen
van de dienst combineren: (1) het moest een afzet- en promotie instrument zijn voor VlaamsBrabantse streekproducten en (2) het moest de vorm aannemen van een werkervaringsproject.
Hiervoor werd aan een sociale economie promotor uit Halle-Vilvoorde een eenmalige opstartsubsidie
toegekend. Momenteel worden de twee streekproductencentra die tevens tewerkstellingsproject
zijn structureel ondersteund door de provincie. (cf. supra)
 Pilootprojecten en experimenten opzetten
De dienst zet daarnaast ook pilootprojecten of experimenten op.
- RESET-project
Dit project heeft als doel een aantal mensen uit kansengroepen die zeer moeilijk aan de slag geraken
intensief te begeleiden om hen vooralsnog (in eerste instantie) aan een betaalde baan te helpen.
Hiervoor werd een partnerschap ontwikkeld met de dienst welzijn en diverse actoren op het terrein
zoals GTB, opleidingscentra, CBO's, beschutte werkplaatsen, begeleid werken etc. Dit project moet
resulteren in een hanteerbare methodiek.
Provinciale werking
34
- Inleefprojecten zorgberoepen
De zorgorganisaties in de provincie Vlaams-Brabant ervaren een tekort aan instroom van
gekwalificeerde beroepskrachten. Verpleegkundige en verzorgende zijn al enkele jaren een
knelpuntberoep. De sector klopte dan ook bij de provincie aan met de vraag voor ondersteuning om
initiatieven te ontwikkelen om de toekomst van de zorgsector in de provincie te vrijwaren. In
samenwerking met de zorgsector en VIVO werd een concreet voorstel uitgewerkt rond
'inleefprojecten zorgberoepen'. Via dit project wordt aan leerlingen uit het secundair onderwijs de
kans geboden kennis te maken met verschillende beroepen uit de zorgsector (verpleegkundige A1
en3A2, verzorgende,..) en dit in verschillende sectoren (thuiszorg, ouderenzorg, ziekenhuis,....).Drie
diensten: onderwijs, welzijn en economie gaven aan UZ Leuven, de promotor van dit project, een
subsidie.
- Bouwpool Vlaams-Brabant
De bouwsector heeft te kampen met heel wat vacatures die niet ingevuld geraken; dat is alom
bekend. Langs de andere kant zijn er heel wat werkzoekenden die aangeven interesse te hebben in
een job in de bouwsector. Deze 'arbeidsmarktparadox' is voor een deel te wijten aan een irrealistisch
beeld van de werkzoekenden over 'werken in de bouw'. Een deel van de verklaring ligt ook in het feit
dat de arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding vaak te sterk aanbod- en te weinig vraaggericht
werkt. Zij gaan eerder uit van de noden van de werkzoekenden dan wel van de noden van de
werkgevers. Hieraan kwam het project 'Bouwpool' tegemoet. Unieke aan dit project is dat de
toeleiding naar de tewerkstelling in de bouwsector gebeurde door consulenten, verbonden aan de
sector. Deze hebben een beter zicht op de specifieke noden van de werkgevers en kunnen op die
manier beter op zoek gaan naar het gepaste profiel. Bovendien kunnen zij aan werkzoekenden een
realistisch beeld geven over de betreffende baan door hun sectorkennis. Bouwpool Vlaams-Brabant
begon met een pilootproject in Leuven-Herent. Na dit experiment werd dit project structureel
verankerd in de werking van de VDAB.
 Overleg organiseren en uitvoeren van acties die daaruit resulteren
De dienst organiseert overleg binnen deelsectoren van de sociale economie maar ook tussen de
verschillende deelsectoren. Bovendien nemen we ook deel aan overleg op Vlaams niveau.
- Overleg arbeidszorg en bijbehorende acties
De dienst economie en de dienst welzijn hebben gezamenlijk een overleg arbeidszorg opgestart
tussen verschillende sectoren (sociale tewerkstelling, geestelijke gezondheidszorg,
gehandicaptenzorg). De concrete werkpunten die uit dit overleg resulteren, worden verder
opgevolgd. Zo werd er een contactnamiddag georganiseerd tussen arbeidszorginitiatieven en
adviserende geneesheren van mutualiteiten, naar aanleiding van de vaststelling dat deze laatste
soms weigerden toestemming te geven om in arbeidszorg te werken.
- Ronde Tafel arbeidszorg
De provincie Vlaams-Brabant neemt samen met de andere Vlaamse provincies deel aan de Ronde
Tafel Arbeidszorg. Hierin zijn tevens alle sectoren vertegenwoordigd die arbeidszorg organiseren,
met name de sector van de sociale en beschutte werkplaatsen, de geestelijke gezondheidszorg en de
gehandicaptenzorg. Bedoeling van deze ronde tafel op Vlaams niveau is arbeidszorg verder bekend
te maken en sectoroverschrijdende knelpunten weg te werken. De provincie Vlaams-Brabant neemt
Provinciale werking
35
hier voorlopig de secretariaatsfunctie waar. Momenteel werkt een stafmedewerker - onder het
werkgeverschap van de VVP - aan een 'statuut' voor de arbeidszorgmedewerkers.
- Werkgroep zorgboerderijen
Er is een werkgroep zorgboerderijen opgericht. Hieraan nemen de diensten economie, landbouw en
welzijn deel. Samen met het Steunpunt Groene Zorg worden er door deze werkgroep op regelmatige
tijdstippen trefdagen georganiseerd tussen land- en tuinbouwers en welzijnsinstellingen.
- Sectoroverschrijdende netwerken
We willen ook diverse sociale economie organisaties met elkaar in contact brengen. In het voorjaar
2007 organiseerden we een netwerkdag voor begeleiders van kansengroepen in en naar
tewerkstelling. Deze dag werd voorbereid in samenwerking met vertegenwoordigers uit
verschillende sectoren: VDAB, ATB-netwerk, SLN, sociale werkplaats SPIT, RIC, VLAB, ERSV VlaamsBrabant, VOSEC en VLABO. De dienst economie nam de praktische uitvoering op zich en de kosten
die hieraan verbonden waren. Na afloop van de eerste netwerkdag vatten we het plan om een
dergelijke netwerkdag tweejaarlijks te organiseren. In het najaar 2009 wordt dus een tweede
netwerkdag georganiseerd.
 Bekendmaking van sociale economie
De provincie wil de sociale economie bekend maken bijvoorbeeld bij studenten, lokale besturen, het
grote publiek en het eigen personeel.
- Sociale economie op de campus
Wat betreft de bekendmaking van de sociale economie wordt de campagne 'sociale economie op de
campus' gesteund. Dit moet studenten meer vertrouwd maken met de sociale economie met de
bedoeling de instroom van hooggeschoolde beroepskrachten in de sector en het onderzoek op dit
domein te stimuleren.
- Infosessie sociale voorkeur bij overheidsopdrachten
De producten en diensten van sociale economie organisaties zijn nog te weinig gekend bij lokale
overheden. Ze weten ook onvoldoende dat ze een opdracht kunnen voorbehouden voor sociale
economie organisaties. Via een informatienamiddag hebben we lokale besturen hierover
geïnformeerd. Bovendien werd een praktische gids ontwikkeld met een overzicht van alle producten
en diensten van sociale economie organisaties in Vlaams-Brabant. Deze werd geactualiseerd begin
2008. Een verder actualisatie is voorzien voor het najaar 2009.
- Pers
Daarnaast werkt de dienst aan de bekendmaking van de sociale economie door het betrekken van de
(lokale) pers bij deze materie. (Bijvoorbeeld uitzending over arbeidszorg, zorgboerderijen, de
streekproductenwinkel en de startcentra op ROB en RingTV.)
- Strijkdienst
Om de diensten en producten van de sociale economie bekend te maken bij het eigen personeel,
werd een strijkdienst geïnstalleerd in het provinciehuis. Een sociale economie bedrijf komt de was
ophalen en brengt hem gestreken terug. De provincie stelt enkel een lokaal ter beschikking.
Provinciale werking
36
- Week van de sociale economie
Om de sociale economie bekend te maken bij het grote publiek werd een week van de sociale
economie in april 2009 georganiseerd. De sociale economie organisaties zetten tijdens die week hun
deuren open voor diverse doelgroepen. De provincie zorgde voor ondersteuning en promotie; de
sociale economie organisaties namen de voorbereiding op zich.
 Samenwerking met andere diensten
Acties inzake sociale economie blijven niet beperkt tot de dienst economie. Ook andere diensten zijn
zich bewust van het belang van de creatie van tewerkstelling voor kansengroepen. We proberen ze
daarin te ondersteunen. Voorbeelden zijn de INL ploegen (Intergemeentelijke Natuur- en
Landschapsploegen) en subsidies aan de kringloopcentra van de dienst leefmilieu, uitzendbus van de
dienst mobiliteit om de nachtploeg naar de luchthaven te brengen, project 'activering plus' van de
dienst welzijn dat mensen met een psychiatrisch verleden naar een geschikte baan begeleidt,
monumentenploegen van de dienst cultuur, renovatieteams voor sociale verhuurkantoren van de
dienst huisvesting…
Provinciale werking
37
7 Internationalisering bedrijfsleven
7.1 Overzicht 2010
De provincies bevorderen de internationalisering van bedrijven door:
 hun acquisitiebeleid, m.a.w. de promotie van de provincie als vestigingsplaats
 de versterking van de internationale positie van Vlaamse bedrijven door de organisatie en
ondersteuning van missies
7.2 Beschrijving
7.2.1
West-Vlaanderen
Verhoging van de internationalisering van de West-Vlaamse economie.
De ambitie is om de plaats van de West-Vlaamse economie in de globale economie te versterken. Dit
moet leiden tot meer in- en uitwaartse investeringen, wat in de meeste gevallen ten goede komt aan
de innovatie en verbetering van de eigen economie. De positionering en promotie van de provincie
West-Vlaanderen dient door diverse belanghebbenden op eenzelfde manier te gebeuren.
Dit omvat onder meer de volgende doelstellingen:
- promoten van de provincie als economische aantrekkelijke regio om te investeren;
- participeren aan of ondersteunen van (West-)Vlaamse missies en deelname aan Europese projecten
ter versterking van het provinciaal economisch belang;20
- ondersteunen van (het netwerk van) internationaliserende bedrijven;
- selecteren van ruimtelijk-economische infrastructuur t.b.v. investeringen door exogene
ondernemingen.
Afhankelijk van de aard van de actie speelt de Provincie een trekkende of aanvullende rol en wordt
samengewerkt met andere instanties zoals het VLAIO (of FIT), werkgeversfederaties,
terreinbeheerders en andere organisaties. Binnen het provinciaal beleidsdomein Economie wordt
tussen de dienst Economie en de POM globaal het volgende onderscheid gemaakt:
- dienst Economie: verantwoordelijk voor wat betreft het algemene promotiemiddel van economisch
West-Vlaanderen, de voorstelling van economisch West-Vlaanderen in het algemeen;
- POM: verantwoordelijk voor het specifiek aantrekken van investeringen in West-Vlaanderen en
voor specifieke of thematische missies of projecten, bv. concreet gericht op een sector of een
cluster van ondernemingen.
7.2.2
Oost-Vlaanderen
Promotie van Oost-Vlaanderen
Economisch Oost-Vlaanderen op de kaart zetten zowel bij het Oost-Vlaamse bedrijfsleven
als op het internationale toneel via de uitvoering van reeds uitgewerkte visie m.b.t. de
regiomarketing Oost-Vlaanderen. Ook hier is een actieve rol weggelegd voor de POM.
Aanvullend levert de Erov een bijdrage via de promotie van Oost-Vlaamse
streekproducten.
In relatie tot de ligging van Oost-Vlaanderen enerzijds en het exportgerichte karakter van de
Provinciale werking
38
Oost-Vlaamse economie anderzijds worden acties ontwikkeld met het oog op het aantrekken van
buitenlandse investeringen en het bevorderen van het internationaal ondernemen van de
KMO's.
Deze actie kadert eveneens in de regiomarketingstrategie. Ook de relaties die door de provincie
werden ontwikkeld met de Chinese provincie Hebei en Vietnam hebben een nadrukkelijke
economische finaliteit. Om bij te dragen tot de internationalisering van de Oost-Vlaamse KMO
werd zowel in China (Beijing) als in Vietnam (Ho Chi Minh City) een dienstverlenend kantoor
opgericht.
7.2.3
Antwerpen
Antwerpen handhaven als economische poort in Europa en de wereld
De provincie Antwerpen kan vanuit de rol die ze kan spelen op het vlak van streekontwikkeling, een
rol spelen in de visievorming en het overleg rond de verdere ontwikkeling van de Antwerpse haven.
Daarnaast wordt in deze legislatuur ook het educatief centrum Havencentrum Lillo versterkt. Deze
versterking wordt gerealiseerd aan de hand van volgende strategische doelstellingen:
 Het belang van de haven aantonen als economische motor en als motor voor de provinciale
economie.
 De beroepsmogelijkheden voor jongeren in de martiem-industriële wereld aantonen en
promoten.
 Het maatschappelijk draagvlak van de haven en het havengebied maximaal vergroten.
Om deze doelstellingen te bereiken wordt het Havencentrum uitgerust met een
communicatieplatform zodat een veel grotere bevolkingsgroep bereikt kan worden.
Om de Logistieke Poort Antwerpen zo goed mogelijk te kunnen uitbouwen, is er in de schoot van
POM Antwerpen een Logistiek Platform Antwerpen opgericht. Omdat de haven en de logistieke
sector de zuurstof van ons economisch weefsel vormen, zal iedereen betrokken worden: de steden
en gemeenten, de sociale partners, de haven, de logistieke sector, de universiteiten en hogescholen,
…
Internationale promotie
Naast het verzorgen van de omgevingsfactoren op provinciaal grondgebied om de economie te
stimuleren en ondernemers aan te trekken, is het ook nodig om het economische product ‘provincie
Antwerpen’ te promoten en te positioneren in een internationale context. Dit economische product
moet versterkt worden als investeringsregio en handelspartner. Het behoort tot het takenpakket van
de POM Antwerpen om de troeven van de provincie Antwerpen uit te spelen en de provincie actief
te promoten. Verder doet de POM ook systematisch aan prospectie om nieuwe
kandidaatinvesteerders
te identificeren en ze actief te benaderen. Ook de huidige investeerders worden niet
vergeten. Via een ‘customer-care’-programma blijft de POM op regelmatige basis in contact met
deze bedrijven om zo accuraat te kunnen inspelen op hun specifieke wensen en noden. Verder stelt
de POM zich als doel om lange termijn relaties aan te gaan met overheden en economische partners
binnen Europa, zodanig dat bedrijven zich economisch en vooral internationaal kunnen ontplooien.
Verder werkt de provincie Antwerpen nauw samen met een aantal regio's in het buitenland. Binnen
Europa lopen samenwerkingsverbanden met Noord-Brabant in Nederland en Malopolska in
Polen. Buiten Europa met de provincie Shaanxi in China, Leningrad Oblast in Rusland en Vrijstaat in
Provinciale werking
39
Zuid-Afrika.
Waar mogelijk worden Europese samenwerkingsprojecten ingediend bij de Europese
structuurfondsen. Vanuit het Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen en het Provinciaal
Steunpunt Platteland biedt het provinciebestuur bestaande en potentiële projectpromotoren
ondersteuning bij het indienen en uitvoeren van dossiers in een Europees
subsidieprogramma. Daarnaast spelen we als provincie een belangrijke rol als beheersautoriteit voor
het Interreg IV-programma.
7.2.4
Limburg
Economische regiopromotie
Het bestuur wil Limburg in de markt zetten als een vestigingsregio met sterke toegevoegde waarde
en dit zowel ten behoeve van ondernemers uit de regio als ten behoeve van buitenlandse
investeerders. Als exportgerichte economische regio wil Limburg met een open blik op de
wereldmarkt werk maken van het internationaal ondernemerschap, als essentiële component van de
vorming van Limburg tot een Europese topregio.
Limburg wil de aandacht van potentiële investeerders trekken door zich te presenteren als een
excellente investeringslocatie. Cruciaal is dat Limburg in de economische regiopromotie de eigen
troeven en kwaliteiten uitspeelt en eigen niches en beleidsaccenten vermarkt. De economische
marktwaarde van Limburg wordt vertaald in een sterk brandingconcept. Terzake zijn reeds diverse
promotiemiddelen gerealiseerd: de website www.locateinlimburg.be; de promotiefilm ‘Limburg, a
perfect brand’ en de promotiebrochure ‘Limburg, een sterk merk voor bedrijven met ambitie’.
Dit streven naar meer internationaal ondernemerschap wordt gerealiseerd op twee op elkaar
aansluitende sporen, met name acquisitie en het creëren van B2B-handelsrelaties. Dit veronderstelt
een mix van diverse promotiekanalen en de betrokkenheid van diverse actoren, m.n. de provincie,
POM-Limburg, LRM, FIT en de Limburgse werkgeversorganisaties.
Datum
Referentie
3.12.2010
110323.046/N/SVL/el. Handboek economie
Provinciale werking
40
Download