De psychologie achter het zwarte gat

advertisement
De psychologie achter het zwarte gat
January 9, 2013
Het zwarte gat. Google het en je krijgt honderden, al dan niet duizenden hits
over ex-topsporters die in dit welbekende psychische dal terecht zijn gekomen.
Mezelf te rade gaande vraag ik me af of ik hier last van heb gehad. Na een tijdje
besluit ik dat het antwoord, net als bij veel andere sporters, nee is. Hoe kan het
dat de ene sporter wel last krijgt van zoiets en de andere niet? En bovenal, hoe ga
je er mee om? Ik vroeg het sportpsycholoog Barry van Assen.
Identiteitafhankelijk
“De vraag of een sporter in een zwart gat terecht komt, heeft vooral met het karakter
van de sporter te maken. De ene sporter identificeert zichzelf puur als sporter, terwijl
de andere sporter zijn identiteit veel breder ziet. De sporter die zijn of haar identiteit
ook aan andere bezigheden ontleent, zal minder kans hebben om in zo’n dal terecht te
komen. De sporter die dit niet doet, zal op zoek moeten naar een nieuw doel of passie.
Dit kunnen uiteenlopende dingen zijn. Van voldoening uit het gezinsleven tot het
beoefenen van geheel nieuwe sporten. Belangrijk is om niet het alleen de negatieve
kant te zien van stoppen met topsport. Denk niet: ik kan nu niet meer meedoen met de
Olympische Spelen, maar bedenk ook wat voor nieuwe deuren er voor je opengaan.
Speltip 2
Hoe lang het duurt voordat een sporter ook de positieve kanten ziet, is
sporterafhankelijk. Dat hij of zij moet wennen aan een nieuw ritme is logisch. Daar
waar sport je hele weekindeling bepaalde is nu een groot blanco doek, waarop je zelf
de eerste schetsen mag zetten. Daarom is het belangrijk dat je blijft sporten. Van
twintig uur in de week trainen naar nul, dat kan geen mensenlichaam en -geest aan.
Naast dat het fysiek niet goed voor je is om abrupt te stoppen met sport, is het
psychisch vaak ook erg lastig. Aftrainen is dus speltip 2.
Verslavingen
Bij sommige sporters helpt ook dit niet en slaat het zwarte gat om in iets radicalers.
Drank- en drugsgebruik zijn kwajongens waarmee menig ex-topsporter te maken
krijgt. Dit komt omdat sporters tijdens hun carrière altijd een bepaalde druk hebben
genoten. Daar genieten ze vaak van. Het geeft ze een kick. Sporters die deze spanning
niet ergens anders uit kunnen halen, zijn dan ook gevoeliger voor drank-, drugs- en
seksverslavingen.
Tot slot is het goed om te bedenken dat gevoelens voor iedereen anders zijn. Wat voor
de één als een zwart gat voelt, hoeft voor de ander slechts als een dipje te voelen.”
Geen zwart gat voor mij
Reflecterend op mijzelf wordt het me duidelijk wat Barry bedoelt. Zoals ik in mijn
eerdere blogpost zei, ben ik de sporter die het nodig heeft ook andere dingen om
handen te hebben. Ik voelde mezelf niet alleen sporter. Ik zag mezelf als ieder ander,
die toevallig aan topsport deed. Toch weet ik niet helemaal zeker of dit het is waarom
ik mijn koppie boven water heb weten te houden. Ik denk dat ik ergens ook niet wilde
nadenken over stoppen, ik wilde mijn laatste wedstrijd niet bewust mee maken. Zoals
Johan Cruijf het ooit mooi verwoordde:
“Of ik bang was voor het zwarte gat? Als je er niet over nadenkt, kun je er ook niet
bang voor zijn.”
Benieuwd naar het persoonlijke verhaal van iemand die wel in het zwarte gat terecht
kwam? Bekijk de documentaire van ex-voetballer Glenn Helder.
Bovenstaande blog is gepost op http://nadetop.wordpress.com/2013/01/09/de-psychologie-achterhet-zwarte-gat/ d.d. 9-1-2013
Download