Energie- en eiwitrijke voeding bij diabetes

advertisement
Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure?
Geef ons gerust een seintje!
Dienst kwaliteit
E-mail: [email protected]
Tel: 011 28 91 11
Jessa Ziekenhuis vzw
Maatschappelijke zetel:
Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt
www.jessazh.be
versie juni 2015 (Object-ID 15902)
Energie- en eiwitrijke
voeding bij diabetes
Wat is ondervoeding?
Eten is een gebeuren, een moment dat zowel lekker als gezellig kan zijn. Eten
is ook belangrijk, want het lichaam heeft voldoende voeding nodig om goed
te functioneren. Wanneer er te weinig of verkeerd gegeten wordt, heeft het
lichaam een tekort aan energie en/of bepaalde voedingstoffen.
Ondervoeding kan voorkomen bij:
• ongewenst gewichtsverlies
• verminderde voedselinname
• te lage BMI: u weegt te weinig t.o.v. uw lengte
• ernstige ziekte
Als gevolg van ondervoeding is er een verhoogd risico op:
• infecties door een verminderde weerstand
• doorligwonden
• afname van spierkracht
• complicaties bij ziekte
• bijwerkingen van een behandeling
• achteruitgang van de levenskwaliteit, zowel lichamelijk als emotioneel
• langere ziekenhuisopname
1
Wat is diabetes?
Diabetes is een chronische aandoening waarbij het bloedsuikergehalte verhoogd is. Dit kan twee oorzaken hebben:
1. het lichaam maakt onvoldoende insuline aan, of
2. de lichaamscellen zijn minder gevoelig aan insuline
In beide gevallen kunnen de lichaamscellen onvoldoende suiker (glucose)
opnemen, waardoor het zich opstapelt in het bloed. Deze aandoening noemen we diabetes of suikerziekte. Een te hoge bloedsuiker die niet behandeld
wordt, kan zowel op korte als op lange termijn tot gezondheidsproblemen
leiden.
Voedingsplan voor energie- en eiwitrijke voeding
bij diabetes
De samenstelling van voeding
Voeding bestaat voornamelijk uit eiwitten, vetten en koolhydraten. Eiwitten
en vetten zijn zeer belangrijk in het kader van een energie- en eiwitrijke voeding bij ondervoeding. Koolhydraten verdienen extra aandacht in het kader
van diabetes.
Eiwitten
Eiwitten zijn nodig als bouwstof, namelijk voor de opbouw en het herstel van
uw lichaam. Ze zijn voornamelijk terug te vinden in melk(producten), kaas,
vlees, kip, vis, eieren, vleesvervangers (zoals producten op basis van soja,
tofu, tempé, …) en noten.
2
Vetten
Vetten zijn nodig als brandstof om allerlei activiteiten te kunnen uitoefenen.
Koolhydraten
Koolhydraten zijn ook nodig als brandstof om allerlei activiteiten te kunnen
uitoefenen. De hoeveelheid ingenomen koolhydraten bepaalt de waarde van
de bloedsuiker. Tijdens de vertering splitsen de koolhydraten tot glucose om
zo in het bloed te kunnen worden opgenomen.
Er zijn twee soorten koolhydraten:
1. Suikers of enkelvoudige koolhydraten:
Dit zijn koolhydraten die snel worden afgebroken en bijgevolg snel in het
bloed worden opgenomen. Suiker levert enkel energie en geen noodzakelijke voedingsstoffen. In sommige gevallen is een kleine hoeveelheid suiker
wel aanvaardbaar. Bespreek met uw arts en/of diëtist(e) of suiker al dan
niet kan, en op welke wijze.
Na het eten van suiker zal uw bloedsuiker snel stijgen. De opnamesnelheid wordt echter sterk beïnvloed door de aanwezigheid van andere voedingsstoffen, zoals vezels. Verder in de brochure vindt u richtlijnen om deze
snelle suikers te beperken.
2. Zetmeel of meervoudige koolhydraten:
Dit zijn koolhydraten die traag worden afgebroken en bijgevolg traag in uw
bloed worden opgenomen. Deze koolhydraten moeten in een gezonde voeding aanwezig zijn. U vindt deze voornamelijk terug in brood, aardappelen,
deegwaren, rijst en andere graanproducten.
3
Voedingsvezels
Voedingsvezels zijn gedeeltelijk verteerbare of onverteerbare voedingsbestanddelen en zijn terug te vinden in plantaardige voedingsmiddelen zoals
volkorenbrood, volkoren graanproducten, peulvruchten, groenten en fruit. Ze
zorgen voor een goede werking van de darmen en bevorderen daardoor de
stoelgang. Vezels zijn ook belangrijk in de voeding van een diabetespatiënt(e)
omdat het de opname van koolhydraten vertraagt.
Vocht
Voldoende vochtinname is de basis van gezonde voeding. Het lichaam moet
immers alle afvalstoffen afvoeren via de urine maar vocht is ook een transportmiddel voor de voedingsstoffen. Dagelijks heeft het lichaam 2.5L vocht
nodig, waarvan 1L vocht afkomstig uit vaste voeding en 1.5L uit drank.
De belangrijkste richtlijnen bij energie- en eiwitrijke
voeding
Algemeen
• Verdeel uw voeding over de dag.
• Eet een ontbijt, een middagmaaltijd en een avondmaaltijd. Neem daarnaast
2 tot 3 tussendoortjes.
• Gebruik regelmatig melk(producten), kaas, vlees, kip, vis, eieren, vleesvervangers en noten.
• Vet levert veel energie. Gebruik geen magere of halfvolle producten, maar
volle producten. Gebruik een ruime hoeveelheid margarine of boter, (opgeklopte) room of crème fraîche, mayonaise en olie.
4
Broodmaaltijden
• Je kan brood eens vervangen door havermoutpap bereid met volle melk.
Maak de havermoutpap energierijker door een klontje margarine of boter
toe te voegen.
• Gebruik een ruime hoeveelheid margarine of boter op brood. Als je het
brood roostert, gebruik je vaak meer margarine of boter op brood.
• Kies voor ruim, eiwitrijk beleg op brood: kaas, charcuterie, ei, vis, pindakaas,...
Warme maaltijden
• Eet liever geen soep vlak voor de warme maaltijd als u daardoor minder
van de hoofdmaaltijd kan eten.
• Een bouillon zou doen aansterken, maar dat is echter niet correct. Soep
heeft enkel voedingswaarde als er (soja)room, vlees, kaas, aardappel,… in
verwerkt is.
• Eet een ruime hoeveelheid vlees, kip, vis, ei of vervangproducten.
• Voeg een extra klontje margarine of boter toe aan de aardappelpuree of
stamppot. Gebruik een extra scheutje olie in pastagerechten of rijst.
• Voeg een extra klontje margarine of boter toe aan de groenten. Indien u
rauwkost eet, gebruik dan wat extra olie of mayonaise.
• Voeg (soja)room toe aan vleesjus en sauzen. Gebruik extra mayonaise.
• Voeg wat room of boter aan het nagerecht toe.
5
Tussendoortjes
• Gebruik een ruime hoeveelheid volle melkproducten zoals melk, ongesuikerde chocomelk, -yoghurt, -platte kaas of -pudding. U kan smaakmakers
aan de melk toevoegen zoals cacaopoeder of instant koffiepoeder.
• Kies tussendoortjes met veel energie, bv. enkele sneetjes (rozijnen)brood,
enkele sandwiches, croissants of beschuiten ruim besmeerd en belegd,
koeken of pannenkoeken.
• Kies ook hartige tussendoortjes met veel energie, bijvoorbeeld: toastjes
met kaas, vleeswaren, paté of slaatjes (bv. zalmsla), noten, chips of kaasblokjes.
Bij- en vervangvoedingen
• Als een energie- en eiwitrijke voeding niet volstaat, kan u een energie- en/
of eiwitrijke bij- of vervangvoeding inschakelen. Er is echter een zeer groot
aanbod van deze voedingen op de markt. U kan samen met de diëtist(e)
bespreken welke voeding geschikt is.
6
De belangrijkste richtlijnen bij diabetes
Beperken van snelle suikers
• Voeg geen suiker toe aan uw voeding. Alle vormen van suiker zoals kristalsuiker, suikerklontjes, poedersuiker, kandijsuiker, basterdsuiker, vanillesuiker,… worden best vermeden. Suiker kan vervangen worden door zoetstoffen. Deze zoetstoffen worden verder in de brochure toegelicht.
• Vermijd suiker in vloeibare vorm zoals frisdrank, gesuikerde chocolademelk,
fruitsap en drinkyoghurt. Er kan gebruik gemaakt worden van light frisdranken en ongesuikerde melkdranken.
• Honing, siroop en chocopasta bevatten veel snelle suikers en worden best
vermeden.
• Verkies producten met een verlaagd suikergehalte (bijvoorbeeld confituur).
• Verder bevatten ook chocolade, koekjes, gebak en ijscrème snelle suikers.
Deze voedingsmiddelen worden niet verboden maar matigen is de boodschap! Kies bijvoorbeeld eerder voor een stukje donkere chocolade, granenkoek, peperkoek zonder parelsuiker en voor een taartvariant met fruit.
7
Een voorbeeld dagschema
Ontbijt
• Brood: naar keuze
• Smeervet: goede boter of margarine (geen ‘light’)
• Toespijs: kaas, charcuterie, confituur met verlaagd suikergehalte, omelet,
gekookt ei, roerei
• Drank: volle melk, ongesuikerde melkdranken, koffie en thee (met melk,
eventueel room)
Tussendoor
• Volle melkproducten o.a. ongesuikerde pudding, - yoghurt,…
• Granenkoek, peperkoek zonder parelsuiker
• Enkele sneetjes (rozijnen)brood, enkele sandwiches, croissants, toastjes of
beschuiten met beleg
• Fruit
• Noten
Warme maaltijd
• Soep: neem de soep 1 tot 2 uur voor de maaltijd. Voeg (soja)room, balletjes,
vlees,… toe
• Vlees en vis: kies ook eens voor vette soorten vlees (bijvoorbeeld gehaktsoorten) en vis (bijvoorbeeld zalm, makreel, haring, tonijn, …).
• Groenten: geglaceerde, gestoofde, gebakken of rauwe groenten
• Het gebruik van saus bij de groenten (bij voorkeur sauzen klaarmaken met
volle melk of (soja)room) is sterk aan te raden
• Aardappelen, rijst en deegwaren: gebakken aardappelen, puree, gefrituurde bereidingen, rijst en deegwaren
• Bereidingsvetten: boter, margarine, (olijf)olie
• Dessert: fruit, volle melkproducten, koek,…
8
Tussendoor
• Volle melkproducten o.a. ongesuikerde pudding, - yoghurt,…
• Granenkoek, peperkoek zonder parelsuiker
• Enkele sneetjes (rozijnen)brood, enkele sandwiches, croissants, toastjes of
beschuiten met beleg
• Fruit
• Noten
Avondmaal
• Brood: naar keuze
• Smeervet: goede boter of margarine (geen ‘light’).
• Toespijs: kaas, charcuterie, slaatjes, confituur met verlaagd suikergehalte,
omelet, gekookt ei, roerei, groentesalade met mayonaise of dressing
• Drank: volle melk, ongesuikerde melkdranken, koffie en thee (met melk,
eventueel room)
Tussendoor
• Volle melkproducten o.a. ongesuikerde pudding, - yoghurt,…
• Granenkoek, peperkoek zonder parelsuiker
• Enkele sneetjes (rozijnen)brood, enkele sandwiches, croissants, toastjes of
beschuiten met beleg
• Fruit
• Noten
9
Wat met zoetstoffen?
Zoetstoffen zijn bestanddelen die aan de voeding toegevoegd kunnen worden om het een zoetere smaak te geven. Zoetstof kan zowel in poedervorm,
tabletvorm of vloeibare vorm gebruikt worden. Sommige zoetstoffen zijn
kook- en bakbestendig, dit wordt steeds op de verpakking vermeld.
Zoetstoffen worden onderverdeeld in 3 groepen:
1. Intensieve zoetstoffen:
Deze zoetstoffen hebben een grotere zoetkracht dan suiker. Een kleine hoeveelheid kan daarom voldoende zijn om een zoete smaak aan voeding te geven. Deze zoetstoffen hebben geen invloed op uw bloedsuiker en leveren
geen energie.
Voorbeelden: aspartaam, cyclamaat, sacharine, acesulfaam-K en sucralose
2. Extensieve zoetstoffen:
Deze zoetstoffen worden ook ‘polyolen’ genoemd en hebben een kleinere
zoetkracht dan suiker. Er is daarom een grotere hoeveelheid nodig om een
zoete smaak aan voeding te geven. Deze zoetstoffen leveren ongeveer de
helft van de energie in vergelijking met suiker. Over het algemeen hebben
deze zoetstoffen geen invloed op het bloedsuikergehalte maar grote hoeveelheden maltitol en sorbitol kunnen uw bloedsuikergehalte wel verhogen.
Een groot verbruik van extensieve zoetstoffen kan een laxatieve werking
hebben.
Voorbeelden: maltitol, sorbitol, lactitol, isomalt en xylitol
10
3. Andere:
• Stevia: Deze zoetstof is afkomstig van de bladeren van de Stevia-plant en
heeft geen invloed op het bloedsuikergehalte. Stevia is kook- en bakbestendig.
• Tagatesse: Deze zoetstof wordt verkregen uit melksuiker of lactose en
heeft geen invloed op het bloedsuikergehalte. Het is eveneens kook- en
bakbestendig.
11
Contactgegevens dieetafdeling
Voor meer informatie kan u terecht bij de dieetafdeling.
Campus Virga Jesse
Tel: 011 33 60 64 of 011 33 60 65
Campus Salvator
Tel: 011 33 60 66 of 011 33 60 67
Campus St. Ursula
Tel: 013 55 06 39
12
Download