NATUURSTUDIE De zuidelijke boomsprinkhaan: let op de lengte- en dwarsadertjes in de korte voorvleugels. Zuidelijke boomsprinkhaan in de Vaderlandstraat 25 juli, een warme zomeravond. Ondergetekenden inventariseren met de bat-detector sprinkhanen in de Vaderlandstraat. De detector staat nauwelijks enkele seconden aan of algauw blijken in verschillende voortuintjes struiksprinkhanen te zingen. WARD VERCRUYSSE EN BERNARD VAN ELEGEM D e struiksprinkhaan is in België vrij algemeen en zingt de ganse dag door. Zijn geluid is voor het menselijk oor echter vrijwel onhoorbaar. Met behulp van een batdetector1 kun je hun zang hoorbaar maken. Het typische getik is dan gemakkelijk te herkennen. De struiksprinkhaan behoort tot de familie van de sabelsprinkhanen (Tettigoniidae) en komt in allerlei biotopen met geschikte bomen en struiken voor. De belangrijkste zijn: halfopen duinstruwelen, droge heide- 52 Snep! · 3de trimester 2006 velden met opslag, bosranden, open bossen en kapvlakten, maar vooral in tuinen en parken in het stedelijk gebied. Zijn aanwezigheid in de Gentse parken en wijken met voldoende bomen en struiken is dan ook geen verrassing meer. Verstopt in een dichte hulststruik Een poging om een van de struiksprinkhanen met behulp van een zaklamp te zien te krijgen, levert niks op: van zodra we te dicht komen stopt het dier met zingen. In een dichte hulststruik blijken die beesten ’s nachts moeilijk te vinden... Even later wordt onze aandacht getrokken door een boomsprinkhaan in diezelfde struik. Ward merkt onmiddellijk de korte vleugels op. Dit betekent dat het ofwel om een onvolgroeide gewone boomsprinkhaan gaat, of om een volwassen zuidelijke boomsprinkhaan. Om hier uitsluitsel over te hebben, moeten we het dier kunnen vangen en de adering in de vleugels kunnen bekijken. Wanneer we NATUURSTUDIE dichtbij komen, laat de sprinkhaan zich helaas onmiddellijk vallen en vinden we hem niet terug. Na wat verder zoeken, en na vangst van enkele onvolgroeide boomsprinkhanen, die niet tot op soort determineerbaar zijn, hebben we prijs. We slagen erin een volwassen wijfje te vangen en na wat determinatiewerk hebben we zekerheid: het is een zuidelijke boomsprinkhaan! In België werd de zuidelijke boomsprinkhaan (Meconema meridionale) voor het eerst waargenomen in Aische-en-Refail (langs een autosnelweg in de provincie Namen). Sindsdien zijn er redelijk wat waarnemingen uit Brussel en enkele uit Gent. Deze soort heeft een klein verspreidingsgebied dat in een recent verleden nagenoeg beperkt was tot Italië, Zuid-Frankrijk en westelijk Kroatië en Slovenië. Recent werden echter nieuwe populaties ontdekt in Nederland, België, Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland. Zo goed als alle waarnemingen buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied hebben betrekking op steden (Parijs, Maastricht, Brussel, Gent,...). Veel dieren in Nederland werden waargenomen op muren van flatgebouwen, die zich in de onmiddellijke omgeving van bomen en grote struiken bevonden. In Italië wordt de soort echter in allerlei landschappen op de meest uiteenlopende soorten bomen en struiken aangetroffen (hazelaars, berken, eiken, essen, beuken, iepen, wijnranken, rozenstruiken, clematissen,...). Per auto, trein of plant Hoe de soort precies bij ons is geraakt, is niet met zekerheid bekend, maar het staat vast dat hij met erg korte (‘gereduceerde’) vleugels onmogelijk op eigen houtje zo noordelijk kan geraakt zijn op zo’n korte tijd. Omdat nagenoeg alle noordelijke vindplaatsen in steden gelegen zijn, vermoedt men dat deze sprinkhaansoort zich heeft laten meevoeren met auto’s, treinen,… Een andere mogelijkheid, waar in de literatuur niks van vermeld wordt, is dat de soort via plantgoed hier kan geraakt zijn (in wat voor stadium dan ook ei, larve,…). Heel wat plantgoed van onze tuincentra blijkt immers afkomstig uit Italië (hoofdzakelijk uit Toscane). De weinige gegevens van deze soort laten voorlopig niet toe om met zekerheid te stellen dat de soort enkel in steden voorkomt. Het is niet duidelijk of de waarnemingskans in steden gewoon groter is doordat er meer sprinkhaanbestuderende mensen aanwezig, of dat de soort inderdaad in steden voorkomt omdat hij zich in het noorden enkel kan voortplanten in stedelijke milieus vanwege het warmere microklimaat. Stadsbewoners gaan trouwens graag met de auto op reis naar het zonnige zuiden en planten al eens een buxushaagje… Op zoek in je tuin? Een zuidelijke boomsprinkhaan vinden én herkennen is specialistenwerk. Op onze vernieuwde website (www.natuurpuntgent.be) vind je een langere versie van dit artikel met alle kneepjes van het vak. Stuur ons zeker je waarnemingen op. Daarmee leren we meer over alweer een van die zuidelijke insecten die het noorden koloniseert. Voor wie meer over sprinkhanen wil lezen, is de website van Saltabel (www.saltabel.org) een aanrader. De gewone boomsprinkhaan is langvleugelig, de vleugels reiken tot de achterknie. 1 Een bat-detector is eigenlijk gemaakt om vleermuizen te inventariseren. Het toestelletje zet de geluidsgolven die vleermuizen maken, met frequenties die niet waarneembaar zijn voor het menselijk gehoor, om tot een geluid dat wij wel kunnen horen. Bruine Prachtuil te Drongen: nieuw voor België GEERT SPANOGHE T ijdens mooie nachten in het zomerhalfjaar zet ik meestal mijn lichtval voor nachtvlinders op in de tuin. Bij de controle ’s morgens op 30 juni viel tussen een honderdtal motten direct een vrij grote, bont getekende uil op. Nee, geen vogel. De uilen (Noctuidae) vormen een grote familie binnen de nachtvlinders, met enkele vrij grote soorten, zoals het rood weeskind. Ik herkende de uil van de boekskes maar om de naam te weten, had ik toch een gids nodig. Momenteel zijn die gidsen nog allemaal Engelstalig. Ik kwam terecht bij de ‘passenger’ (Dysgonia algira). Dan vlug eens kijken op de website van Phegea, Lepidoptera of Belgium, waarmee je een idee krijgt hoe zeldzaam een soort is in ons land, per provincie. Maar daar stond hij niet tussen… Verdacht dus. En ja, wat rondvraag leerde dat dit wel degelijk de eerste waarneming was voor België! Na het nemen van enkele foto’s - ’s morgens in het licht zijn nachtvlinders opvallend rustig - liet ik hem weer vrij. Deze soort, de bruine prachtuil in schoon Vlaams, is een resident in Zuid-Europa. In Engeland, een land waar fanatiek ‘gemot’ wordt, zijn er slechts een tiental waarnemingen bekend, allemaal uit de periode augustus-september. Volgens de Engelse nachtvlindergidsen vliegt de bruine prachtuil in het zuiden in twee generaties: april-mei en juliseptember Deze waarneming valt daar dus een beetje buiten, wat niet uitzonderlijk is als je veel vergelijkt met de bestaande literatuur. De toekomst zal ons leren of deze soort een zeldzaamheid blijft in ons land. Misschien is ze ook aan het oprukken naar de meer gematigde regionen, net als verschillende soorten libellen en sprinkhanen. Snep! · 3de trimester 2006 53