Wat is het ideale interieur van de Leidsche Rijner

advertisement
Project-subsidie verslag
Eerste Hulp Bij Inrichting (E.H.B.I.)
Orgacom-project in Leidsche Rijn
Geschreven door Orgacom, Teike Asselbergs en Elias Tieleman
E.H.B.I. project in opdracht van het Centraal Museum Utrecht
Amsterdam 3 januari 2003
© Orgacom 2003
Inhoudelijk verslag
Aanleiding
Op 6 februari 2002 nam Meta Knol van het Centraal Museum contact op met Orgacom in
verband met de geplande tentoonstelling Ideaal Wonen! in het Centraal Museum. De
tentoonstelling is de eerste thematentoonstelling van het Centraal Museum en omvat allerlei
grote en kleine exposities, collectiepresentaties en publieksactiviteiten rond het thema: Ideaal
Wonen!
De Rietveldstudent René van Engelenburg heeft zelf het Centraal Museum benaderd met het
voorstel zijn opblaasbare Rietveldpaviljoen mede te financieren. Het Centraal Museum ziet
een mogelijkheid om het opblaasbare Rietveldpaviljoen in de Leidsche Rijn te plaatsen als
museale satelliet. Het thema ideaal wonen is immers nergens zo actueel als in Leidsche Rijn.
Het Centraal Museum heeft al langere tijd interesse in Orgacom en ziet een mogelijkheid voor
een Orgacom-project in Leidsche Rijn met het Rietveldpaviljoen van René als uitvalsbasis.
Vanwege de interactieve werkwijze van Orgacom worden bewoners van Leidsche Rijn meer
betrokken bij het project.
De titel E.H.B.I.
Orgacom verzint tijdens de besprekingen die plaatsvinden voor de zomervakantie de titel
Eerste Hulp Bij Inrichting (E.H.B.I.) voor het project in Leidsche Rijn. Leidsche Rijn is de
grootste Nederlandse VINEX-locatie in aanbouw. In december 2001 betrok de 10.000ste
bewoner van de Leidsche Rijn zijn of haar woning.
De grootte van de groep maakt het noodzakelijk meer van te voren na te denken over hoe
Orgacom het best het publiek kan bereiken. Een pakkende naam is daarbij een hulpmiddel. De
naam blijkt erg tot de verbeelding te spreken van pers en publiek. De naamsherkenning onder
de bewoners in de Leidsche Rijn is na afloop van het project bovengemiddeld groot.
Merknaam
Een slim bureau voor binnenhuisarchitectuur claimt de naam E.H.B.I. als merknaam en als
internetadres vrij snel na de eerste artikelen over het Orgacom-project verschijnen. Orgacom
moet in het geval dat het weer een groot project aangaat, nadenken over of het de naam van
projecten moet claimen voordat er derden mee aan de haal gaan. De kosten van een dergelijke
procedure is 500 Euro voor het deponeren van de merknaam en nog eens ongeveer 100 Euro
voor het claimen van de internetadressen. In dit geval is de naam sterk verbonden met
interieurarchitectuur en heeft het bureau voor interieurarchitectuur waarschijnlijk meer aan de
naam dan Orgacom, maar het is jammer dat Orgacom geen zeggenschap meer heeft over haar
intellectuele eigendom.
Omvang van de groep
Voor Orgacom is het nieuw om met zo’n grote groep een project te doen. De grootte van de
groep is inhoudelijk gezien van belang omdat Orgacom kunst maakt over wat een groep een
groep maakt. Het proces – dat bij Orgacom een belangrijk deel is van het kunstconcept – heeft
bij een groep van deze omvang een heel ander karakter. Het onderzoek van Orgacom naar
waarden van groepen vindt normaliter plaats bij groepen die van zichzelf vinden dat ze een
groep zijn of die van buitenaf worden gezien als groep.
Bij de Leidsche Rijn vinden mensen niet dat ze deel uitmaken van een groep en vindt een deel
van de bewoners zelfs dat ze niet in Leidsche Rijn wonen omdat ze postcodes hebben van De
Meern. Het bleek achteraf dat het verschil tussen een ‘groep’ en een ‘sociale categorie’ (zoals
alle bewoners van Leidsche Rijn) groter is dan Orgacom in eerste instantie dacht. De identiteit
van een groep is sterk afhankelijk van in hoeverre mensen zelf vinden dat ze een groep
vormen.
Communicatie
Een ander groot verschil tussen dit project en eerdere Orgacom-projecten is de vorm van
communicatie. Orgacom maakt bij kleinere groepen meestal gebruik van mond tot mond
communicatie tussen groepsleden onderling. Mond tot mond reclame werkt wel in Leidsche
Rijn, maar komt veel trager op gang en veel mensen spreken hun buren niet. Bij eerdere
projecten was er een bestaande communicatie infrastructuur waar Orgacom op kon inhaken,
zoals interne mail, samenscholingen en bestaande communicatiepatronen zoals een informeel
circuit.
In Leidsche Rijn is er ook een infrastructuur van buurtkranten, bewonersverenigingen,
scholen en instellingen zoals het projectbureau het infocentrum en het Duurzaam Huis. In de
praktijk blijkt dat de communicatie op deze schaal veel planning vergt, dat sommige
communicatiekanalen niet werken (overload aan buurtkranten - drie soorten - en reclame
leidt er toe dat veel informatie ongelezen in de prullenbak verdwijnt) en andere weer heel
goed werken (zelfgetekende A-5 flyers die Elias en Teike eigenhandig in de brievenbussen
van ongeveer 3000 huishoudens hebben gestopt) en dat de communicatie veel trager verloopt
dan verwacht (e-mail naar bewonersverenigingen werkt niet goed omdat ze vaak geen e-mail
lijst hanteren en ze te weinig frequent samenkomen).
De bestaande instellingen reageren wel enthousiast op het project maar bundelen informatie
zoveel mogelijk en het is daarom heel belangrijk te weten wanneer informatie verzonden
wordt. Elias en Teike hebben gaandeweg het project verschillende manieren van
communicatie uitgeprobeerd. Dankzij het project met Leidsche Rijn zal Orgacom, bij een
volgend project, veel beter in staat zijn om richting te geven aan een project en het beoogde
publiek te bereiken.
Ideaal interieur
Aangezien iedere bewoner van Leidsche Rijn zijn of haar woning nieuw inricht, zijn er dus
inmiddels al 10.000 verschillende ideale interieur opvattingen uitgevoerd. Mensen hebben
zich al 10.000 keer afgevraagd: ‘hoe richt ik mijn huis in?’ Dit is het uitgangspunt van het
E.H.B.I. project. Orgacom startte het project met de insteek bewoners te interviewen over hun
idealen met betrekking tot de inrichting en aankleding van hun woning. Elke bewoner heeft
een eigen opvatting over dat “ideaal” maar er zijn ook idealen die overeenkomen. Orgacom
stelt aan 30 huishoudens en nog een tiental mensen die op straat lopen vragen zoals:
- Is uw huis bewust anders ingericht dan het vorige huis en wat is daarvoor de oorzaak?
- Heeft u uw ideale interieur verwezenlijkt?
- Hoe en door wie heeft u zich laten beïnvloeden bij het nemen van beslissingen?
Naar mate er meer interviews zijn afgenomen verschuift de focus op het ideale interieur naar
het keuzeproces dat mensen doormaken als ze hun huis inrichten. Veel mensen blijken grote
moeite te hebben met de grote hoeveelheid keuzes die ze moeten maken bij de inrichting van
hun woning. De emoties die loskomen bij het keuzeproces vertonen steeds hetzelfde patroon.
Deze emotionele lijn en de individuele verhalen van bewoners van Leidsche Rijn vormen het
uitgangspunt voor ‘de panelen’ in het Rietveldpaviljoen.
De Panelen
In het Opblaasbare Rietveld-paviljoen maakt Orgacom een vloer met rechtopstaande panelen
waarop de overwegingen van Leische-Rijn bewoners met betrekking op woninginrichting zijn
verbeeld. Bewoners van Leidsche Rijn worden actief betrokken in de uitvoering doordat
Orgacom restjes verf van Leische-Rijners verzamelt om daarmee het kunstwerk te voltooien.
De panelen zijn samen met een strippenkaart, een E.H.B.I. T-shirt, Orgacom E.H.B.I. pasjes
(die we gebruikt hebben om ons te legitimeren als we bij mensen aanbelden) en de
verschillende persberichten, hand-outs en LET’s folders nog tot 3 januari te zien geweest in
het Centraal Museum.
Paneel 1: Kiezen
Veel mensen kiezen voor Leidsche Rijn vanwege de centrale ligging. De straat en het huis
worden bepaald aan de hand van bouwtekeningen. Voordat mensen de sleutel krijgen van hun
nieuwbouwhuis denken ze het meest na over welke kleur ze de muren zullen geven. Er
moeten in een korte tijd erg veel keuzes worden gemaakt over de keuken, de badkamer, over
alle kleine dingen zoals kranen en greepjes, maar ook de grote zoals welke apparatuur er moet
worden aangeschaft. Op het laatst denken de meeste mensen: doe maar. Keuzes zijn vaak niet
al een jaar van te voren gemaakt, maar op het laatste moment, al improviserend en ad hoc.
Mensen die ervoor kiezen meteen in het nieuwe huis te gaan wonen, kunnen te maken krijgen
met straatlantaarns die hen uit de slaap houden of familieleden die er op staan te helpen al
moeten ze helemaal met het vliegtuig komen. Bij het verhuizen is het altijd kiezen welke
zaken mee gaan en welke bij de vuilnis belanden. Sommige meubels zijn nog te gebruiken als
ze een ander kleurtje krijgen.
Paneel 2: Geluk Gehad
Als het meezit kom je in aanmerking voor een nieuwbouwhuis. Veel nieuwe bewoners
hebben het gevoel dat ze geluk hebben gehad. De voortgang van de bouw van het huis volgen
de meeste mensen op de voet. Een man die eerder probeerde voor een huis in aanmerking te
komen kreeg te horen dat alle huizen al vergeven waren. Maar de kinderen van één van de
gezinnen die een huis hebben gekregen willen niet verhuizen. Een langsrijdende man ziet het
huis te koop staan en krijgt dan toch een woning. Een vrouw die de financiering niet rond
krijgt belt haar zus. Gelukkig kunnen ze samen wel een huis kopen. Zittend op de grond
plannen maken voor het eerste huis waarin je samen gaat wonen, Minder doktersbezoek met
een allergisch kind doordat de nieuwe woning in een schonere omgeving staat en geen
geluidsoverlast meer. Geluk gehad.
Paneel 3: Meubels kiezen
Na een langdurig verblijf in het buitenland zit iemand weer op zijn eigen vertrouwde meubels.
De meeste meubels worden gekocht als de sleutel van het nieuwe huis al is gegeven. Mensen
concluderen dan dat sommige meubels aan vervanging toe zijn. Omdat het ‘goed voelde’
kochten mensen die we spraken een bankstel en een stoel in de kleur van hun kat en hun hond.
Een schouw op wieltjes helpt als het nog onduidelijk is wat de beste plek is voor een open
haard. Soms gaan mensen naar een winkel met het idee een bank uit te zoeken en komen ze
terug met de pergola die bij de ingang van de winkel stond. Als na een tijdje een balk van de
pergola kromtrekt zorgt een stoel aan een touw voor het nodige gewicht om de balk weer
recht te krijgen. Wat wordt de plek voor het huisaltaar? Zolang deze in de woonkamer staat,
trekken gasten hun schoenen uit. Voor de ideale vloertegel moeten mensen erg lang zoeken,
maar dan is de vloer wel perfect. Een ideale keuken is een betaalbare keuken, of een met
roetschade die na grondig poetsen helemaal als nieuw er uit ziet. De buurman biedt zijn
buurvrouw de traproeden aan die hij bij de vuilnis heeft gevonden. Zo krijgt een trap een
loper. Idealen en romantische reizen zijn terug te vinden in accessoires en kleuren op de muur.
Paneel 4: Opnieuw
Nadat mensen een tijd in hun woning leven gaan bepaalde (indertijd overhaast gemaakte)
beslissingen zo irriteren dat mensen besluiten dat alles anders moet. De ideale woning moet
opnieuw. Soms niet alleen de inrichting, maar zelfs het hele huis! Om hun ideale woning te
realiseren frezen bewoners van Leidsche Rijn muren voor nieuwe wandlampjes, leggen ze
vloerverwarming aan, sauzen ze opnieuw de muur, wijzigen ze de indeling van hun huis,
verplaatsen de keuken of trekken het behang van de muur om deze daarna opnieuw te
behangen. Soms móet er iets opnieuw. Zo springt bijvoorbeeld bij één van de geïnterviewden
de spartelpoets van de muur als er een houtkachel in de buurt staat.
Paneel 5: De tuin en de buren
Sommige bouwers houden toekomstige buren liefst zo lang mogelijk in het ongewisse over
hun toekomstige buurtbewoners, anderen stellen buren al in een vroeg stadium aan elkaar
voor. De eerste confrontatie met de buren speelt zich af in en rond de tuin. Vinextuinen zijn in
het begin zandvlaktes waarin met kleine paaltjes is gemarkeerd waar de ene tuin stopt en de
andere begint. Langzaam komt er onkruid en ander groen en liggen er hopen stenen voor
toekomstige terrassen. Veel tweeverdieners willen geen onderhoud. De tuin wordt bestraat.
Tuinen aanleggen is duur, daarom nemen sommige mensen hun hele tuin mee als ze gaan
verhuizen. Veel eerste contacten worden gelegd via de kinderen. Als het contact goed is,
vormen schuttingen geen probleem. Een open schutting gemaakt van boomgaardstokken geeft
een groter gevoel van ruimte. De meeste Leidsche Rijn gezinnen hebben een grasmat
vanwege de kinderen. Als stellen er niet uit komen of er een moes- of een bloementuin moet
komen kiezen sommigen er voor de tuin doormidden te splitsen. Buren zijn niet alleen leuk.
Ze kunnen ook heel irritant zijn als ze bijvoorbeeld zeuren over muurtjes terwijl ze toch nooit
thuis zijn, of als ze al voordat je verhuist bent een schutting hebben geplaatst. Een
buurmonster is een reden om opnieuw te verhuizen, maar wel binnen Leidsche Rijn.
Een andere kijk op VINEX
Veel kunst die VINEX locaties als onderwerp heeft, is gericht op de typische ‘kale’ en
‘zanderige’ uitstraling van de gebouwde omgeving of de typische IKEA inrichting van veel
huizen. Orgacom heeft met haar project E.H.B.I. een andere kijk op de VINEX situatie naar
voren gebracht door de beleving van de bewoners centraal te stellen en in te zoomen op de
emoties die loskomen bij het keuzeproces.
Wordt vervolgt: Ideale buren
Orgacom start binnenkort een nieuw onderzoek bij een heel ander type VINEX locatie – de
exclusieve ‘splendid isolation’ wijk Gaatkensoog van ongeveer 300 huishoudens in
Barendrecht - waarin dieper wordt ingegaan op de beleving van bewoners van VINEX
locaties. In Barendrecht is de opzet van de wijk Gaatkensoog: stedelijke bebouwing met de
sociale sfeer van 'het dorp'. Orgacom richt zich in Barendrecht op een thema dat ook in
Leidsche Rijn al een rol speelde in interviews, namelijk ideeën van bewoners over hun ‘ideale
buren’. De BK-info opdracht Gaatkensoog heeft Orgacom deels te danken aan het project
E.H.B.I. Orgacom is erg benieuwd naar wat een verdere verdieping van het onderzoek dat in
Leidsche Rijn is gestart inhoudelijk oplevert.
Wordt vervolgt: Interactie
Om voordat het E.H.B.I. project start al interesse voor het project te kweken bedenkt
Orgacom van te voren, een andere manier van werken dan die Orgacom gebruikelijk hanteert,
een aantal activiteiten die plaats gaan vinden in de E.H.B.I. Orgacom wil niet alleen tijdelijke
initiatieven ontwikkelen voor de E.H.B.I., maar vooral ook onderzoeken of het mogelijkheid
is de ontwikkelde “interactieve kunstwerken” na afloop van het project door de bewoners van
de Leidsche Rijn zelf worden doorgezet. Interactief betekend hier dat de bewoners van de
Leidsche Rijn actief bij het project betrokken worden doordat ze een rol krijgen in de
uitvoering of in concepten die Orgacom bedenkt.
Strippenkaart
Orgacom heeft Utrechtse interieurontwerpers en ruimtelijke ontwerpers gevraagd uren te
doneren voor een ‘strippenkaart’ die bewoners in staat stelt tegen een gereduceerd tarief
advies te krijgen van een interieurontwerper of ruimtelijke ontwerper. Orgacom hoopt
hiermee de drempel voor bewoners om professionele ontwerpers te betrekken bij de inrichting
van hun huis blijvend te verlagen.
Een groot deel van de geïnterviewden was enthousiast over dit idee en er zijn ook
strippenkaarten verkocht in de tien dagen dat het paviljoen stond opgesteld. Veel mensen in
Leidsche Rijn hebben hun huis inmiddels ingericht. Het beoogde publiek van de strippenkaart
zijn echter de mensen die hun VINEX-huis nog moeten inrichten.
Orgacom denkt er over na om het concept van de strippenkaart landelijk in te voeren. De
strippenkaart zou kunnen functioneren als vorm van collectieve marketing voor plaatselijke
vormgevers en interieurarchitecten. De strippenkaart dient ook als extra service van de
belanghebbenden van VINEX locaties aan kopers. Als Orgacom de reacties van gebruikers
van de strippenkaart en de deelnemende vormgevers kent, evalueert het een mogelijk vervolg.
Lezingen
Orgacom probeert het reeds bestaande LET’s ruilsysteem in te voeren in de Leidsche Rijn.
Bewoners krijgen LET’s (soort punten) voor het helpen van buren en kunnen die vervolgens
weer gebruiken om zelf de hulp in te roepen van anderen. Het LET’s systeem werkt in
Amsterdam onder de naam ‘Noppes.nl’ en blijkt ook een tak te hebben in Utrecht die zich
‘Sterrenstelsel’ noemt. Orgacom vindt de in Utrecht wonende interieurarchitecte Marijke Lont
bereid over het LET’s systeem een lezing te geven. Ze gebruikt het LET’s systeem om
mensen te vinden die haar helpen met het verbouwen van haar huis. De lezing trekt weinig
mensen. De redenen hiervan kunnen zijn dat er alleen via de krant ruchtbaarheid is gegeven
aan deze activiteit en dat lezingen voor mensen met kinderen niet erg praktisch zijn. De lezing
over: ‘hoe maak je een kind vriendelijke tuin’ valt tegelijkertijd met de vervroegde afbraak
van het Paviljoen. Tuinarchitecte Carrie Preston gaat met drie mensen die zich hebben gemeld
naar hun tuinen en geeft ter plaatse advies.
High Tea
De High Tea voor ouders en kinderen die plaats vindt op woensdag 18 September wordt zeer
goed bezocht door kinderen en maar een paar ouders. De kinderen maken tekeningen over
hun ideale kamer. Vreemd is dat een paar dagen later een suggestieve kop in de Leidsche Rijn
editie staat: ‘Leidsche Rijn negeert kunstpaviljoen’ met daarboven een foto waaruit blijkt dat het
omgekeerde het geval was.
Kofferbak verkoop
Ideaal wonen verondersteld dat er ook interieurzaken zijn die niet (meer) ideaal zijn. Om
zichtbaar te maken welke zaken de Leidsche Rijn bewoners niet langer in hun huis dulden
organiseert Orgacom een vrijmarkt vanuit de kofferbak. De kofferbakverkoop is een succes.
Eén van de deelnemers prijst zijn Gispenstoelen zelfs aan met bordjes waar ook E.H.B.I. op
staat. Hij heeft speciaal gekeken naar meer design-achtige zaken waar hij afstand van wil
doen. Er zijn continu tussen de 60 en 80 mensen. Er rijden steeds auto's af en aan. Ik denk dat
er gemiddeld steeds 20 auto’s staan op het parkeerterrein van de EDAH; een bekend punt in
Leidsche Rijn. Twee deelnemers vragen onafhankelijk van elkaar aan ons de
kofferbakverkoop nog eens te organiseren. Een andere bewoner bied spontaan aan ons daarbij
te helpen. Er ontstaat een discussie over hoe vaak per jaar er een kofferbakverkoop moet
komen.
Pers
Het Project in Leidsche Rijn is uitgebreid in de Pers gekomen en heeft zelfs op de voorpagina van de
Volkskrant gestaan. Ook is er een uitzending geweest op Wereldomroep TV. Hieronder staat een
overzicht van de overige verschenen publicaties:
Thijs Broer en Barbara van Erp ‘Welkom in het paradijs’ (De grenzeloze generatie, VN-special over
de smaakmakers van de toekomst) in: Vrij Nederland 16 november 2002 - nummer 46, special p.1-21
Lucette ter Borg ‘Ideaal Museum’ in: Vrij Nederland nr. 41, 12 oktober 2002, p.69
Ineke Schwartz ‘EHBI’ in: Ideaal Wonen! Bijlage bij de ELLE WONEN oktober 2002, p.10-12
Inge van den Brink ‘Leidsche Rijn negeert kunstpaviljoen’ in: Leidsche Rijn editie van het Utechts
Nieuwsblad vrijdag 20 september 2002, p.8
Barbara van Erp ‘De week van Teike Tessel Asselbergs en Elias Tieleman’ in: Vrij Nederland nr. 37,
14 september 2002, p. 66
Inge van den Brink ‘Orgacom ontdekt creatief vacuüm’ in: Leidsche Rijn editie van het Utechts
Nieuwsblad vrijdag 6 september 2002, p.8
Marleen Blokhuis ‘Eerste hulp bij inrichting in: Leidsche Rijn’ in Lucasx 2002 nr. 4, p.8-11
Truus Ruiter ‘Student blaast de Rietveld op’ in: De Volkskrant donderdag 27 juni 2002, p.23 K
Inge van den Brink ‘Orgacom zoekt ‘de’ Leidsche Rijner’ in: Utechts Nieuwsblad vrijdag 14 juni
2002, p.4-5
Tijdlijn
2002
6 Februari eerste gesprek met Meta Knol van het Centraal Museum
19 Juli bevestiging dat het project doorgaat
13 Augustus start interviews
9 September start productie platen
13 September opening Paviljoen
15 September lezing door Marijke Lont over het LET’s systeem
18 September High Tea voor ouders en kinderen
22 September lezing over: Hoe maak je een kind vriendelijke tuin
22 September afbreken Paviljoen
29 September Vrijmarkt - verkoop vanuit kofferbak - bij de EDAH
14 Oktober presentatie E.H.B.I in het Centraal Museum te zien
2003
3 Januari afbreken van de presentatie bij het Centraal Museum
Planning
De planning van het project was achteraf gezien te krap. In eerste instantie was de planning
ruimer, maar de productietijd (interviews, ontwerpen én het maken van de vloer en de
panelen) is later van twee maanden teruggebracht naar een maand om de kosten te reduceren.
Dat is erg kort gezien de omvang van het project en het feit dat er veel meer tijd besteed
moest worden aan communicatie dan bij eerdere projecten. Normaliter duurt een Orgacomproject minstens twee maanden. De panelen zijn tijdens de expositie afgeverfd, dat was
onderdeel van het concept. We moeten bij een volgend project meer mensen inhuren of het
aantal activiteiten drastisch terugbrengen. Doordat we zoveel verschillende activiteiten
hebben georganiseerd versnipperde onze concentratie, maar we hebben wel goed kunnen
onderzoeken wat wel werkt en wat niet.
Gedurende de tentoonstelling, die op 13 september 2002 opende, is het opblaasbaar
Rietveldpaviljoen geopend gelijktijdig met het Centraal Museum, van dinsdag tot zondag van
11:00 tot 21:00. Het paviljoen is ook ’s nachts bemand omdat het paviljoen in verband met de
verzekering en de wind, 24 uur per dag bemand moet zijn (met windkracht 5 moet het
paviljoen naar beneden). Elias en Teike zijn samen of afzonderlijk tijdens de tentoonstelling
iedere dag van 15.00 uur tot 21.00 uur aanwezig totdat de tentoonstelling op zondag 22
september sluit. Doordat we zelf aanwezig zijn in het paviljoen en daar bezoekers te woord
staan hebben we weinig tijd over voor de organisatorische taken in de tijd dat het paviljoen
staat. We hebben met behulp van medewerkers en vrijwilligers van het Centraal Museum toch
nog een aantal communicatie acties, onder andere naar de scholen, kunnen uitvoeren in die
tijd.
Projectsubsidie
Ten slotte willen we graag melden dat we het heel flexibel vinden van het Fonds VKVB dat
het mogelijk was ondanks de nog vrij moeilijk te bepalen begroting een subsidie te krijgen op
zo’n korte termijn. U ziet het, we hebben erg veel werk van gemaakt.
Download