ARTIKEL 31 De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het

COLLOQUIUM BUITENSPELEN
13 FEBRUARI 2009
VLAAMS PARLEMENT
INLEIDING
IVRK
ARTIKEL 31
De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op
rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve
bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije
deelneming aan het culturele en artistieke leven.
De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind
volledig deel te nemen aan het culturele en artistieke
leven, bevorderen de verwezenlijking van dit recht, en
stimuleren het bieden van passende en voor ieder gelijke
kansen op culturele, artistieke en creatieve bezigheden en
vrijetijdsbesteding.
COMPREHENSIVITEIT
Interafhankelijkheid
De 3 P’s
Vereniging
Informatie
(art. 5)
(art.3)
Non-discriminatie
(art. 2)
Bescherming tegen geweld
(art. 19)
art. 31
Inspraak
Spel
Gezondheid
(art. 12)
(art. 24)
Belang van het kind
Privacy
(art. 3)
(art. 16)
Ontwikkeling
Onderwijs
(art. 6
(art. 28-29)
COMMENTAREN
COMITÉ RECHTEN VAN HET
KIND
Belang van spel
Ondergerapporteerd
Geen luxe-recht
IPA
KINDEREN ZELF
BEDREIGINGEN
RUIMTE
VEILIGHEIDSOBSESSIE
INTOLERANTIE
OVERVOLLE AGENDA’S EN HOOGGESPANNEN VERWACHTINGEN