Voorbeschikking, schikking en zelfbeschikking (Pathologisch) zijn in ontwikkeling Marina Danckaerts Spoor 1: voorbeschikking: genetica Genetica: de dubbele helix In 1953 publiceerden Watson en Crick in Nature hun ophefmakend artikel waarin ze de structuur van de DNA-molecule beschreven. (Nobelprijs 1962) (Deoxyribonucleide acid) Mona-Lisa van de wetenschap Menselijk genoom: 46 chromosomen Codeert via genen voor de aanmaak van proteïnen -Structuur -Enzymes Erfelijke component in het spel bij de meeste ziektebeelden De eerste verworvenheden van de genetica lagen bij de beschrijvingen van chromosomale en Mendeliaans overgeërfde genetische afwijkingen. Voor de psychiatrie bleken dit, met uitzondering van enkele zeldzame klinische beelden, weinig relevante verklaringsmodellen. Tweelingstudie: ASS Omgevingsfactoren kunnen bij een tweelingstudie grotendeels weggedacht worden: - beide tweelingen doorleefden dezelfde zwangerschap - Beiden groeiden op in hetzelfde gezin, met grofweg dezelfde opvoedingspraktijken en dezelfde invloeden van siblings MZ DZ genetisch 100% 50% omgeving 100% 100% concordantie > Tweelingstudie Gedragsgenetica Pas toen de gedragsgenetica haar eigen methodologie had ontwikkeld kregen we hoogte van het quantitatief belang van erfelijkheid in de psychopathologie. Familie-, tweeling- en adoptiestudies Autisme 90% Schizofrenie 80% ADHD Intelligentie Depressie Angststoornis 70% 60% 40% 30% Conclusie: Erfelijkheid speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van psychopathologie, maar niet de enige Spoor 2: Schikking: Omgevingseffecten Zwangerschap Toxische: alcohol, roken, medicatie Infecties: rubella, toxoplasmose Emoties: angst, spanning Emoties: stresshormoonproductie: via placenta: invloed op de hypothalamohypofysaire-bijnieras en de ontwikkelende hersenen van de foetus en via die weg blijvende effecten op gedrag bi het kind. Geboorte Prematuriteit Laag geboortegewicht Zuurstoftekort, perinatale bloedingen Nurture Deprivatie, verwaarlozing Misbruik, mishandeling Opvoedingskenmerken (warmte, pos/neg kritiek, toezicht, dwang, …) Levensgebeurtenissen Verlieservaring(en) Echtscheiding (Im)migratie Media Leeftijdsgenoten Tijdsgeest, cultuur Waarom leiden specifieke stressfactoren bij sommigen tot psychopathologie en bij anderen niet? De wissel: kruisreacties genen-omgeving rGE en GxE Gen-omgevingscorrelaties rGE = de mate waarin een individu blootgesteld wordt aan een omgevingseffect wordt genetisch beïnvloed Gen-omgevingsinteracties GxE = kwetsbaarheid van het individu voor een specifiek omgevingseffect is genetisch beïnvloed Gen-omgevingscorrelaties Passief: « zo vader, zo zoon, ergo: zo zoon, zo vader » -of: dezelfde genen bij de ouders zullen zorgen voor een risicovolle omgeving: -Levensgebeurtenissen: 20-50% erfelijksheidscoëfficient -Opvoedingsstijl: 20-40% erfelijksheidscoëfficient -Gezinsactiviteiten: 6-57% erfelijksheidscoëfficient -Echtscheiding: 30% erfelijksheidscoëfficient Actief: individu komt door zijn manier van zijn telkens weer in risicovolle situaties terecht Evocatief: individu lokt door zijn manier van zijn specifieke reacties uit van de omgeving Gen-omgevingsinteracties Cadoret ea 1983: problemen bij adoptieouders leiden enkel tot antisociaal gedrag bij adoptiekinderen met een genetisch risico (antisociale biologische ouders) Riggins-Caspers ea 1999: het genetisch risico bij adoptiekinderen (antisociale biologische ouders) leidde enkel tot antisociaal gedrag bij het kind als de adoptieouders ervan op de hoogte waren O’Connor ea 2003: Echtscheiding van adoptieouders leidde enkel tot agressie bij adoptiekinderen met genetisch risico (antisociale biologische ouders) Kendler ea 1998: risico voor het ontwikkelen van een depressie na een majeure levensgebeurtenis is groter bij grotere genetische voorbeschiktheid Caspi ea 2002 Mishandeling ~ antisociaal gedrag (maar variatie!) Agressie ~ NA, serotonine afwijkingen MAO-A enzyme metaboliseert beide (afbraak) MAO-A gen vertoont polymorfisme (ie. genetische variant van inefficiënt MAO-A) Hypothese: MAO-A gen medieert de invloed van mishandeling op antisociaal gedrag Resultaten: Mishandeling ~ ASG Effect was significant zwakker bij jongens met het gen dat codeert voor een hoge MAOA activiteit = protectief gen-effect bij specifieke blootstelling Caspi ea 2003: Levensgebeurtenissen ~ depressie Serotonine transporter gen polymorfisme inconsistent ~ depressie Het effect van levensgebeurtenissen op depressie is significant groter bij personen die een korte variant van het serotonine transporter-gen bezitten. Ook het effect van kindermishandeling op depressie bij volwassenen wordt hierdoor gemedieerd Novelty seeking ~ drugmisbruik, eetstoornissen, antisociaal gedrag Novelty seeking (impulsiviteit & risicovol gedrag) inconsistent ~ DRD4-gen polymorfisme Negatief ouderschap (emotioneel afstandelijk, weinig verdraagzaam, streng disciplinair) ~ novelty seeking Kinderen met een DRD4-polymorfisme hadden een significant hogere kans op de ontwikkeling van novelty seeking bij een negatieve opvoeding Conclusies: Heel wat vermeende omgevingseffecten blijken genetisch bepaald en heel wat genetische effecten blijken omgevingsafhankelijk De nog niet zo oude overtuiging dat vooral niet-gedeelde omgevingseffecten werkzaam zijn in gezinnen, moet getemperd worden om plaats te ruimen voor het belang van rGE en GxE Implicaties Als genen als mediatoren fungeren voor de effecten van omgevingsfactoren, kan hun netto bijdrage mogelijks niet gedetecteerd worden in populaties die erg verschillen qua omgevingsbelasting Psychosociale omgevingsfactoren worden best bestudeerd in de context van biologische processen en omgekeerd Samenvattend Macromodel zet 2 grote sporen en belangrijke wissels uit Bij uitstek multifactorieel verklaringsmodel Elk spoor bestaat uit ontelbare rails en dwarsliggers…en splitst in meerdere sporen via allerlei wissels (uitwisseling bio-omgeving)… Multipele wissels Vertaling geninformatie naar eiwitten Structuurvorming van de hersenen Bv. aanleg van de grotere structuren vb. ADHD Bv. quantiteit en migratie van hersencellen vb. autisme Bv. vorming en functioneren receptoren en neurotransmissie vb. ADHD Netwerkvorming, patroonvorming hersencellen Neurocognitieve functies, psychologische processen vb. PTSS Ontwikkeling = op elk moment in de tijd kunnen transacties plaatsvinden tussen het biologisch substraat (hersenen) en de ervaringswereld (omgeving) …. -impact van ervaringen kan verschillen per leeftijd -kindling effecten -gedrag bepaalt verdere ervaringen, ervaringen bepalen verder gedrag ≠ deterministisch (onafhankelijke levensgebeurtenissen, toeval, “turning points”) Aangrijpingspunten ter… Studie Preventie Behandeling Zelfbeschikking? “It is much more important to know what kind of patient has a disease than to know what kind of disease a patient has.”