Operatieve kaakorthopedie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. De operatie Onderzoek en behandelingsplan Soorten kaakoperaties De operatieroute Het herstel Tot slot Belangrijke telefoonnummers 1 1 2 3 3 4 4 De operatie Wat is operatieve kaakorthopedie? Operatieve kaakorthopedie, ook wel osteotomie genoemd, is een onderdeel van de Mond– Kaak- en Aangezichtschirurgie. Door een operatie kan de MKA-chirurg één of beide kaken corrigeren. Het doel hiervan is een goed evenwicht te verkrijgen tussen de positie van de boven- en onderkaak, een goede kauwfunctie en een fraai uiterlijk. De orthodontist is in staat met een beugel een goede stand van tanden en kiezen te verkrijgen. Maar als het verschil in positie van boven- en onderkaak te groot is, is een beugelbehandeling alleen niet voldoende. Er kan dan gekozen worden voor een gecombineerde orthodonische/MKA-chirurgische behandeling. Met andere woorden: een operatieve kaakorthopedie. Als de orthodontist klaar is met de orthodontische voorbehandeling, verwijst hij u weer naar de MKAchirurg. Deze plant met u de datum voor de operatie. De operatie kan plaatsvinden aan alleen de onderof bovenkaak, of tegelijk aan beide kaken. Dit hangt af van de soort afwijking en dit is in het voortraject met u besproken. Voor de operatie (die onder narcose wordt uitgevoerd), wordt met u nog een gezondheidsvragenlijst doorgenomen en wordt u eventueel lichamelijk onderzocht. Ook worden er vaak nog enige metingen gedaan die van belang zijn voor de uitvoering van de operatie. De operatie gebeurt in de meeste gevallen helemaal vanuit de mond. U krijgt waarschijnlijk dus geen littekens aan de buitenkant van uw gezicht. De operatie duurt één tot enkele uren, afhankelijk van de soort afwijking. Onderzoek en behandelingsplan Om na te gaan of er in uw geval een chirurgische kaakcorrectie nodig is, onderzoeken de MKA-chirurg en de orthodontist u uitgebreid. Meestal vinden deze onderzoeken onafhankelijk van elkaar plaats, in de praktijk van de orthodontist en op de polikliniek Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgie. Aan de hand van uw klachten en wensen worden gegevens verzameld met behulp van foto’s, röntgenfoto’s en gebitsmodellen. De MKA-chirurg en de orthodontist hebben regelmatig overleg, waarbij uw gegevens worden besproken. Afhankelijk van uw situatie zal het uiteindelijke behandelplan met u worden besproken. Het is belangrijk dat u in deze fase alle vragen stelt die u hebt, ook over eventuele andere cosmetische correcties aan het aangezicht of hals, zodat daar in de planning rekening mee gehouden kan worden. Pas nadat u volledig geïnformeerd bent, neemt u een beslissing over de behandeling. Orthodontie Vrijwel altijd vindt een chirurgische kaakcorrectie plaats in combinatie met een orthodontische voor- en nabehandeling. De orthodontist zet de tanden en kiezen zodanig op een rij, dat ze na de operatie goed 1 op elkaar passen. Dit kan betekenen dat, gedurende de voorbehandeling, de tanden en kiezen steeds slechter op elkaar gaan passen en de afwijking groter lijkt te worden. Dit is echter tijdelijk. Gemiddeld duurt een orthodontische voorbehandeling 1 jaar. Na de operatie volgt vaak nog een periode van orthodontische nabehandeling, waarbij de orthodontist als het ware de puntjes op de ‘i’ zet. Soms moeten tijdens de voorbehandeling kiezen getrokken worden om ruimte te maken. Vaak worden ook de verstandskiezen verwijderd. Soorten kaakoperaties Een te kleine onderkaak Via een opening worden twee botsneden aangebracht, waarna de onderkaak kan worden gespleten en over de geplande afstand kan worden verplaatst. De delen worden daarna met kleine plaatjes en schroefjes van titanium weer tegen elkaar gezet. De gewenste positie wordt bepaald met een kunststof plaatje, dat de MKA-chirurg in de voorbereiding heeft laten maken door een tandtechnicus. Vaak is dit plaatje nog enige dagen na de operatie in de mond aanwezig en wordt het met elastiekjes op zijn plaats gehouden. Onder- en bovenkaak worden ook met elastiekjes met elkaar verbonden, maar de kiezen worden in principe niet vast op elkaar gezet. U kunt uw kaak dus een beetje bewegen. De titanium plaatjes hoeven niet verwijderd te worden, tenzij daar een reden voor is. Omdat tijdens de operatie de gevoelszenuw van de onderlip opzij gelegd wordt, is het mogelijk dat er een tijdelijk veranderd gevoel in de onderlip optreedt. Soms neemt het kaakkopje tijdens een operatie aan de onderkaak een veranderde positie van het gewricht in. Dit kan klachten veroorzaken. Een te grote onderkaak Deze ingreep is in principe hetzelfde als de ingreep aan de te kleine onderkaak, alleen wordt het deel hier naar achteren geplaatst, waarbij soms een stukje bot wordt uitgenomen. Bij de te grote onderkaak kan ook gekozen worden voor een techniek waarbij de botsnede meer naar achteren gelegd wordt, zonder gebruik te maken van titanium plaatjes. In dat geval worden de kiezen 4 tot 6 weken op elkaar gezet. Verplaatsingen van de bovenkaak Bij een groeistoornis in de bovenkaak moet deze vaak worden verplaatst. Ook dit gebeurt via een opening in het slijmvlies van de mond, achter de bovenlip. Na verplaatsing wordt de bovenkaak met titanium plaatjes en schroefjes (welke kunnen blijven zitten) vastgezet. Alle combinaties van boven- en onderkaakoperaties zijn mogelijk en worden in principe tegelijk uitgevoerd. Soms kan nog een verplaatsing van alleen de kin nodig zijn. Ook dat gebeurt vanuit de mond. 2 Complicaties Bij elke ingreep bestaat een risico op complicaties. Meestal hangen complicaties samen met de soort afwijking waaraan u geholpen wordt en de grootte van de ingreep. Bij een operatieve kaakorthopedie komt het voor dat tijdens de operatie de gevoelszenuw voor de onderlip beschadigd wordt. Het gevolg kan zijn dat het gevoel in uw onderlip tijdelijk of soms voor altijd verdwijnt. Mogelijke andere oorzaken van complicaties heeft uw behandelend arts al met u besproken. Als u nog vragen hebt, kunt u die altijd aan de arts stellen. De operatieroute Dag van opname Voordat u op de afdeling komt voor opname, zijn er waarschijnlijk poliklinisch al wat onderzoeken gedaan, zoals bloedonderzoek en urineonderzoek. Indien de arts dit nodig vindt, is er ook een hartfilmpje (ECG) of een longfoto gemaakt. Als u op de verpleegafdeling komt, houdt een verpleegkundige een opnamegesprek met u. in dit gesprek komen onder andere de reden van opname en het te verwachten verloop van de opname aan de orde. U krijgt ook informatie over de gang van zaken op de afdeling. Verder wordt uitleg gegeven wat u deze dag nog te wachten staat. U krijgt eventueel een rondleiding op de afdeling. De operatiedag Voor de operatie moet u vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn. De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure Een ingreep onder anesthesie. Deze hebt u gekregen bij uw polikliniekbezoek of bij het preoperatief spreekuur. U dient zich te houden aan deze richtlijnen. Voordat u geopereerd wordt, krijgt u een tabletje zodat u rustig en ontspannen naar de operatiekamer gaat. Een verpleegkundige geeft u een injectie in uw bovenbeen. Dit veroorzaakt een droge mond, omdat de injectie de speekselproductie remt. Vanaf vandaag krijgt u 1 keer per dag een injectie om trombose (bloedstollinkjes) te voorkomen. Alle sierraden en/of prothesen moet u af en/of uit doen. U mag ook geen make-up en nagellak op hebben. Na de operatie Direct na de operatie blijft u op de uitslaapkamer totdat u goed wakker bent. Vervolgens gaat u terug naar de verpleegafdeling of in sommige gevallen naar de afdeling Intensive Care. In uw arm hebt u een infuus. Hiermee krijgt u vocht en/of medicijnen toegediend. Ook hebt u een maagsonde. Dit is een slangetje in uw neus dat via de slokdarm naar de maag loopt. Dit slangetje voert maagsappen af en voorkomt zo misselijkheid en braken. Met een ander slangetje kan indien nodig bloed uit de mondholte gezogen worden. Uw kaken zitten met elastiekjes vast. Uw arts heeft dit van tevoren met u doorgesproken. De meeste mensen hebben niet veel pijn na de ingreep. Hoewel het per patiënt erg kan verschillen, hebben de meeste patiënten wel een fors gezwollen gezicht. De eerste drie dagen neemt die zwelling nog toe, daarna neemt het weer geleidelijk af. Ook kunnen er wat bloeduitstortingen zichtbaar worden. Bij een bovenkaak-operatie moet u rekening houden met enkele dagen verlies van oud bloed uit de neus. Uw voeding wordt aangepast aan de operatie en is in het begin zacht tot vloeibaar. U wordt tijdens uw opname dagelijks gecontroleerd door de MKA-chirurg. Hij/zij verplaatst soms elastiekjes; eraf of erbij. Zeker in het begin zal het tandenpoetsen problemen opleveren. Daarom krijgt u, naast het tandenpoetsen, een spoelvloeistof om uw mond te spoelen. Het herstel De eerste dag na de operatie 90% van de patiënten mag de dag na de operatie naar huis. Bij de verzorging krijgt u indien nodig hulp van de verpleegkundige. Samen overlegt u wat u zelf gaat 3 doen en waar u hulp bij nodig denkt te hebben. Ook prikt de verpleegkundige mogelijk bloed om uw bloedgehalte te controleren. Meestal mag de maagsonde worden verwijderd en mag u starten met vloeibare of zachte voeding. Ook mag u uit bed en rondlopen. Na de operatie is uw gezicht gezwollen. De eerste drie dagen na de operatie zal de zwelling nog toenemen, hierna neemt deze geleidelijk af. In de loop van de dag komt de kaakchirurg bij u langs of wordt u opgeroepen om naar de polikliniek te komen. Uw arts maakt dan verdere afspraken met u. Zeker in het begin zal het tandenpoetsen problemen opleveren. Daarom krijgt u een dag na de operatie een spoelvloeistof om uw mond te spoelen. Na een paar dagen kunt u gewoon uw tanden poetsen met een kindertandenborstel. Bij het tandenpoetsen hoeft u niet bang te zijn voor aanwezige hechtingen. Regelmatig poetsen is zelfs beter voor de genezing van de wond. Tweede dag na de operatie 10% van de patiënten mag de tweede dag na de operatie naar huis. U krijgt vloeibare of zachte voeding. Als u voldoende drinkt en geen medicijnen meer via het infuus krijgt, wordt het infuus verwijderd. Nazorg voor thuis U voelt u elke dag wat beter en u kunt steeds meer zelf doen. De arts bespreekt het verdere verloop van de opname met u. Hij zorgt ervoor dat u minstens één dag van te voren weet wanneer u met ontslag gaat. U krijgt van hem een afspraak mee voor een poliklinisch bezoek en een recept voor mondspoelvloeistof en pijnstillers. Wat moet u weten als u weer thuis bent? De meeste patiënten kunnen na thuiskomst nog 1 à 2 niet veel doen. U zult merken dat u snel vermoeid bent. Zorg dan ook dat u regelmatig rust neemt en voorkom tot de eerste poliklinische afspraak zwaar lichamelijk werk. Rustige sporten kunt u wel uitoefenen, maar contactsporten moeten de eerste 6 weken vermeden worden. (terug naar de inhoudsopgave) Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan uw behandeld arts, de verpleegkundigen of u neemt contact op met de polikliniek Kaakchirurgie. Voor meer informatie kunt u ook terecht op: http://www.mkamiddenbrabant.nl/behandelingen/kaakverplaatsing Belangrijke telefoonnummers Locatie St. Elisabeth (algemeen): (013) 539 13 13 Route 6 Polikliniek Mond-, kaak- en Aangezichtschirurgie: (013) 539 80 35 MKA-chirurgie, 21.164 06-15 Copyright© Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. 4