Leiderschap Onder Vuur - Nederlandse Officieren Vereniging

advertisement
boekbespreking
Titel
Auteur
Prijs
ISBN
Uitgeverij
Recensent
een voorwaarde voor het behalen van
een zekere mate van impact als het
gaat om integriteitvraagstukken.
Door de zojuist omschreven insteek
wordt het Nederlands-Burundese
DSS-programma in de internationale
SSR gemeenschap met grote belangstelling gevolgd.
Leiderschap
Onder Vuur
Conclusies
geopend over het oude systeem om
verkeersboetes in contanten te betalen. Deze praktijk is erg fraudegevoelig. Doordat het DSS-programma
flexibel kan er een voorstel worden
gedaan om verkeersboetes per telefoon te gaan betalen en dan rechtstreeks aan de belastingdienst. Dit is
baanbrekend, zeker in Afrika.
SSR is gebaseerd op principes als local
ownership, duurzaamheid, veiligheid
van de bevolking. Dit zijn op zich al
uitdagingen in een postconflict setting. Het zijn principes die in het begin
onbekend zijn of waarvan de randvoorwaarden in het begin niet kunnen
worden ingevuld en dus moeten worden ontwikkeld (zo vraagt local ownership vraagt om local capacities, die
zijn in onvoldoende mate aanwezig
dus begint men met national capacity
enhancement). Naarmate de principes
beter in praktijk kunnen worden omgezet dient de structuur en de inhoud
van het programma zich daarop aan
te passen. Ook dit vraagt om flexibiliteit.
Het DSS-programma is flexibel door
de opzet van 4 fasen van, in principe,
2 jaar. Deze fasering, waarbij de inhoud van elke fase vooraf niet vaststaat geeft ontwikkelingsmogelijkheden. De lengte van 8 jaar geeft ook
ontwikkelmogelijkheden. Voor SSR is
dit relatief kort maar voor de dagelijkse praktijk van ontwikkelingssamenwerking is dit relatief lang.
Het DSS-programma is ook flexibel
doordat het ruimte biedt om taken en
14 | Carré 5 | 2013
verantwoordelijkheden meer en meer
over te dragen aan Burundese partners. Deze overgang vraagt ook een
flexibele structuur en deze is er ook.
Dit overdragen van taken en verantwoordelijkheden ondersteunt in hoge
mate het toenemen van het gevoel
van local ownership.
SSR gaat over het versterken van capaciteit en integriteit, waarbij democratisch toezicht een rode lijn is, die
zich transversaal door het hele proces
dient te manifesteren. Men kan geen
SSR-processen ondersteunen zonder
daarbij voorbij te gaan aan parlementair toezicht, de behoeften van de
burgers en andere non state actors.
Het DSS-programma heeft 3 pijlers,
waarbij “Goed bestuur van de veiligheidssector” de belangrijkste pijler
is geworden. Deze verschuiving binnen het programma naar een meer
normatieve benadering (meer integriteit-gericht) is innovatief. Er zijn op
dit moment nauwelijks andere SSRprogramma’s die dit op deze flexibele
wijze aanlopen. Het merendeel van de
programma’s en projecten komt niet
verder dan “train and equip”. Train
and equip zonder normatieve component is geen SSR, het zal voor het
merendeel niet duurzaam zijn daar er
feitelijk in de samenleving niets verandert.
Local ownership, het gevoel van de
ontvangende partij dat het hun proces is en dat zij het proces sturen, is
cruciaal voor duurzaamheid. Local
ownership betekent dat de donor
zich ondergeschikt maakt en minimaal zichtbaar is. Minimaal zichtbaar
wil ook zeggen: gering in aantal. SSR
wordt niet ondersteund met pelotons
maar door een klein aantal, die op
cruciale posities het proces ondersteunen. Omdat SSR holistisch is en alle
technische domeinen van het defensieapparaat kan betreffen wordt er
veel gevraagd aan de ingezette expert
als het gaat over expertise, ervaring
en vaardigheden. De vragen overstijgen geregeld de individuele kennis.
De flexibele opstelling vanuit Nederland als het ging over ondersteuning
was een criterium voor het succes tot
nu toe.
SSR is vooral politiek. Het leidt tot
vermindering en zelfs eliminatie van
regeringsbesluiten op persoonlijke
titel waarbij noch het landsbelang
als uitgangspunt is genomen noch
het parlementair toezicht is gegarandeerd. Het accepteren van de politieke
component als inherent deel van een
programma is niet evident in de internationale samenleving. Veel programma’s nemen deze component in het
begin serieus om het tijdens de uitvoering te verwaarlozen. In het DSSprogramma wordt politiek bedreven
op elk niveau. Op technisch niveau
wordt er naar gestreefd om de politieke component in lichte mate mee
te nemen, terwijl op hogere niveaus
deze component in gewicht toeneemt.
Door dit op coherente wijze te doen,
op elk niveau, komt de politieke boodschap beter door. Politiek bedrijven is
Het DSS-programma in Burundi is een
innovatief programma dat gericht is
op ondersteuning van de duurzame
ontwikkeling van de veiligheidssector
in Burundi. Het programma is creatief
en flexibel van opzet en beantwoordt
op die wijze aan de uitdagingen van
de irrationele ontwikkeling van de
band tussen de veiligheidsorganen
van de staat en de veiligheidsbehoefte van de bevolking.
Het DSS-programma kan tastbare
resultaten laten zien mits men oog
heeft voor de situatie waarin Burundi
verkeerde in 2004 en mits men oog
heeft voor de context en de karakteristieken van SSR-processen in postconflict setting.
Het DSS-programma is in staat om
waardevolle lessons learned te presenteren die in principe meegenomen
zouden kunnen worden bij de opzet
en uitvoering van andere SSR-missies.
Hierbij dient te worden aangetekend
dat SSR sterk context afhankelijk is
en het 1-op-1 kopiëren van lessons
learned naar een andere context niet
mogelijk is. Het hanteren van lessons
learned op een meer abstract niveau
is wel mogelijk.
Postconflict staten in Afrika vragen,
buiten de stabilisatiefase, niet om
inzet van grote eenheden. Dit soort
staten vraagt om een coherente aanpak (3D/ Whole of Government Approach) waarbij de gehele dienstverlening door de staat wordt verbeterd,
zowel op het gebied van capaciteit
als integriteit. Het garanderen van
veiligheid is daarbij te beschouwen als
een dienst. SSR is een benadering om
deze dienstverlening op het gebied
van veiligheid te verbeteren. Kleine
teams, bestaande uit goed geselecteerd personeel dat een langdurige
inzet niet schuwt, is een potentieel
doelmatige wijze om dit soort processen te begeleiden, waarbij local
ownership en duurzaamheid als uitgangspunten dienen te worden genomen.
Leiderschap Onder Vuur
Marco Kroon RMWO
€ 18,95
978-90-820036-0-4
UHB Uitgevers
lkol MPSD b.d.
drs. Willem Heijster
Ik was aanwezig toen Marco Kroon’s boek
eind vorig jaar in de aula van de KMA
door de vorige CDS, generaal Peter van
Uhm, werd gepresenteerd. Pas onlangs
kreeg ik van een oud collega, die aannam dat ik het al gelezen zou hebben, de
vraag wat ik van dat boek vond. Gelet
op zijn commentaar en na vele krantenrecensies gelezen te hebben, ben ik het
gaan lezen, en ik moet bekennen: ik heb
het in één ruk uitgelezen. Zoals de Commandant Landstrijdkrachten (CLS) in het
boek aangeeft, is het in die zin een uniek
boek vanwege het feit dat het is geschreven vanuit de praktijk. Volgens hem is het
vooral uniek omdat het laat zien waartoe leiders en mensen in staat zijn onder
omstandigheden die niet in woorden zijn
te vatten. Dit krijgt vooral gestalte in de
persoon van Marco Kroon zelf, want hij
is volgens de CLS niet alleen een held om
wat hij heeft gedaan in Afghanistan, hij
is vooral een leider die durft zich door te
ontwikkelen en geen stilstand accepteert.
Dat maakt hem een echte leider en zijn
boek tot verplichte literatuur voor elke
militaire leider. Maar, zo besluit de CLS, de
inhoud moet vooral deel worden van de
lezer zelf. Mooier zou ik het niet kunnen
zeggen.
Waarom heeft niemand in de afgelopen
maanden voor Carré een boekbespreking
geschreven, zo vroeg ik mij af? Menige
krant plaatste een recensie en de kritiek
was niet mis, in die zin dat het boek niet
door Kroon zelf is geschreven en het
nogal veel herhalingen bevat. Slim van
Kroon om een echte schrijver in te huren. Als infanterist kun je veel, maar niet
alles, nietwaar? En wat die herhalingen
betreft, die bevielen mij uit didactisch
oogpunt zeer. Ik ben weliswaar geen didacticus, maar heb een groot deel van
mijn diensttijd doorgebracht in het militaire onderwijs, van zes jaar opleiden van
dienstplichtige militairen in Ede tot aan
het eind, zes jaar aan cadetten doceren
op de KMA. En ondanks het feit dat de
Nederlandse Defensie Academie (NLDA)
inmiddels een wetenschappelijk instituut
is, hoeven de cadetten er nog steeds
geen compleet boek te bestuderen voor
een tentamen, zelfs niet Vom Kriege1 van
Carl von Clausewitz. Kennis van die ene
beroemde zin2 uit diens boek is kennelijk
voldoende! Daarom zou het zo mooi zijn
als NLDA studenten, maar ook de leerlingen van de KMS, als beloning voor hun
afstuderen het boek van Kroon als samenvatting van alle academische theorie over
militair leidinggeven van rijkswege cadeau
zouden krijgen. De enige inhoudelijke kritiek die ik op het boek heb betreft het feit
dat Kroon in een wat ver doorgevoerde
zelfreflectie stelt dat hij de neiging heeft
intuïtief leiding te geven. Hij heeft in een
fractie van een seconde een beeld van
de situatie, maar vindt dat hij vaker eerst
moet denken en dan pas beslissen. Ik heb
hem inmiddels gewezen op de rol van
het onbewuste in het nemen van beslissingen3. Je hoeft niet per se eerst uitvoerig
na te denken en als je dat niet zou doen,
dat jezelf kwalijk te nemen. Hij heeft nog
niet gereageerd, maar dat komt vast nog
wel. Wellicht hier, nadat u het boek ook
hebt gelezen.
Voetnoten:
1 D
e eerste Nederlandse vertaling ‘Over de Oorlog’
(1846) was van de hand van de bibliothecaris van
de KMA, E.H. Brouwer.
2 ‘Oorlog is de voortzetting van politiek met andere
middelen.’
3 Ik schreef hierover in Carré nr. 7-2012.
15
Download