VOORSTEL 1. ------IND- 2016 0173 HR- NL- -----

VOORSTEL
1. ------IND- 2016 0173 HR- NL- ------ 20160422 --- --- PROJET
Op grond van artikel 20, lid 4, van de metrologiewet (Kroatisch staatsblad (Narodne Novine)
nr. 74/14) keurt de directeur van het Staatsbureau voor metrologie het volgende goed
VERORDENING
BETREFFENDE DE METROLOGISCHE EN TECHNISCHE EISEN AAN
GEWICHTEN MET EEN NOMINALE MASSA VAN 100 KG TOT 5 000 KG
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
In deze verordening worden de metrologische en technische eisen vastgesteld aan gewichten
met een nominale massa van 100 kg tot 5 000 kg (hierna „gewichten” genoemd), die worden
gebruikt voor de verificatie van weegschalen.
Artikel 2
De volgende woorden en uitdrukkingen hebben bij gebruik in deze verordening de volgende
betekenis:
1. nominale massa van een gewicht, m0: een massawaarde (afgerond of bij benadering) van
een gewicht, die dient als richtlijn voor het gebruik ervan;
2. conventionele massa, mc: de massa van een referentiegewicht met een dichtheid van
8 000 kg/m3 bij een temperatuur van 20 °C, die balanceert in lucht met een dichtheid van
1,2 kg/m3;
3. aanpassing van een gewicht: een procedure voor het aanpassen van de massa van
gewichten, gewogen in lucht, om binnen de grenswaarden te blijven van de maximaal
toegestane afwijking voor de nominale massa en het aantal intervallen (n) op een geteste
weegschaal.
II. METROLOGISCHE EISEN
Artikel 3
De nominale massa van gewichten wordt uitgedrukt in de vorm 1 × 10k kg, 2 × 10k kg of
5 × 10k kg, waarbij „k” voor een positief geheel getal staat dat groter is dan of gelijk is aan 2.
Artikel 4
VOORSTEL
Gewichten hebben een zo eenvoudig mogelijke vorm, zonder scherpe randen, uithollingen of
uitstulpingen, om veranderingen in de massa tijdens het gebruik te voorkomen.
Gewichten die over een lastdrager of over rails gaan terwijl ze in gebruik zijn, beschikken
over uitstulpingen of geleidingsgoten.
Artikel 5
Gewichten worden aangepast onder conventionele omstandigheden, d.w.z.:
1) luchtdichtheid van 1,2 kg/m3;
2) gewichtdichtheid van 8 000 kg/m3, bij een temperatuur van 20 °C, zonder
luchtdrukcorrectie.
Artikel 6
Gewichten beschikken over een of meer holtes voor het justeren van de massa. Deze
justeerholte wordt afgedekt om te voorkomen dat er water en/of lucht in komt. Het volume
van de justeerholte is niet groter dan één tiende van het totale volume van het gewicht.
Na de eerste justering is minimaal één derde van het totale volume van de justeerholte leeg.
Artikel 7
Gewichten worden vervaardigd van grijs gietijzer of een ander materiaal waarvan de
broosheid en de corrosiebestendigheid gelijk is aan of beter is dan die van grijs gietijzer.
Het materiaal beschikt over een hardheid en een sterkte waarmee de belastingen en schokken
die zich voordoen onder normale gebruiksomstandigheden kunnen worden weerstaan.
Artikel 8
Gewichten worden beschermd tegen corrosie. Deze bescherming is bestand tegen schokken
en atmosferische omstandigheden.
Artikel 9
De uitgebreide onzekerheid U bij de vaststelling van de conventionele massa van een
afzonderlijk gewicht mc met dekkingsfactor k=2 is minder dan of gelijk aan één derde van de
maximaal toegestane afwijking (hierna „NPD” genoemd) in artikel 11 van deze verordening:
Artikel 10
De conventionele massa van een afzonderlijk gewicht mc wijkt niet af van de nominale massa
m0 met meer dan het verschil tussen de bijbehorende NPD en de uitgebreide onzekerheid U:
VOORSTEL
Artikel 11
De NPD voor gewichten voldoet aan het aantal intervallen (n) op een geteste weegschaal,
zoals gespecificeerd in onderstaande tabel:
NPD voor een gewicht (g), afhankelijk van het aantal intervallen (n)
op een geteste weegschaal
Nominale
massa van een
gewicht (in kg)
100
200
500
1 000
2 000
5 000
1 000
3 000
5 000
10 000
± 30
± 60
± 160
± 300
± 600
± 1 600
± 16
± 30
± 80
± 160
± 300
± 800
± 10
± 20
± 50
± 100
± 200
± 500
±
5
± 10
± 25
± 50
± 100
± 250
Overeenkomstig het specifieke aantal intervallen (n) op een geteste weegschaal, mogen
gewichten ook worden gebruikt voor het testen van weegschalen met minder intervallen (n).
Bij gewichten die in gebruik zijn, is de toegestane afwijking tweemaal de waarde van de
NPD.
Artikel 12
De NPD zijn geharmoniseerd met de bestaande aanbevelingen van de Internationale
Organisatie voor wettelijke metrologie (OIML) R 111-1: 2004. (E) in termen van de
toepassing van de NPD voor de juiste gewichtsklasse op het maximale aantal intervallen (n)
op een geteste weegschaal, overeenkomstig de onderstaande tabel:
aantal intervallen
(n) op een geteste
weegschaal
10 000
5 000
3 000
1 000
Klasse
M1
M1-2
M2
M2-3
Artikel 13
De dichtheid van het materiaal dat wordt gebruikt voor gewichten dient zodanig te zijn dat
een afwijking van ± 10 % van de gespecificeerde luchtdichtheid (1,2 kg/m3) geen afwijking
veroorzaakt die groter is dan een kwart van de NPD voor het gewicht.
VOORSTEL
Afhankelijk van het aantal intervallen (n) op een geteste weegschaal en de relatieve afwijking
van het gewicht, wordt de minimale grenswaarde voor de dichtheid van het voor gewichten
gebruikte materiaal vermeld in onderstaande tabel:
Aantal intervallen op een
Relatieve afwijkingen op
Minimale grenswaarde
weegschaal (n)
het gewicht
voor de dichtheid (kg/m3)
1 000
± 0,00030
1 333
3 000
± 0,00016
2 182
5 000
± 0,00010
3 000
10000
± 0,00005
4 364
Artikel 14
Gewichten die worden gebruikt in open gebieden worden gejusteerd voor het aantal
intervallen (n) tot maximaal 5 000.
III. MARKERING
Artikel 15
Markeringen op gewichten worden in het Kroatisch aangebracht.
Markeringen moeten tijdens normaal gebruik duidelijk en zichtbaar zijn en worden beschermd
tegen verwijdering.
Artikel 16
Markeringen op gewichten worden aangebracht op een zichtbare plek en bestaan uit:
1) de nominale massa, uitgedrukt in cijfers, met de bijbehorende meeteenheid;
2) het maximale aantal intervallen (n) op een weegschaal die voor testen in aanmerking komt;
3) de officiële typeaanduiding;
4) de onderscheidingsmarkeringen (serie- of partijnummer) in geval van een gewichtenset.
IV. CONFORMITEITSBEOORDELING
Artikel 17
Voordat gewichten in gebruik worden genomen, moeten ze een eerste verificatie ondergaan.
De eerste verificatie omvat metrologische tests om te beoordelen of de gewichten voldoen aan
de bepalingen in deze verordening. De NPD voor de eerste verificatie is vastgelegd in
artikel 11 van deze verordening.
V. PERIODIEKE EN BUITENGEWONE VERIFICATIES
VOORSTEL
Artikel 18
Gewichten zijn onderworpen aan periodieke en buitengewone verificaties.
Periodieke en buitengewone verificaties omvatten metrologische tests om te beoordelen of de
gewichten voldoen aan de bepalingen in deze verordening.
De NPD voor periodieke en buitengewone verificaties is gelijk aan de NPD voor de eerste
verificatie.
VI. KENNISGEVING
Artikel 19
Deze verordening is aangemeld in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2015/1535.
VII. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 20
Gewichten die worden gebruikt en die beschikken over een geldig certificaat van eerste
verificatie of kalibratie op de dag van inwerkingtreding van deze verordening mogen worden
aangemeld voor periodieke of buitengewone verificatie zolang ze voldoen aan de eisen zoals
vermeld in de voorschriften op basis waarvan ze in gebruik zijn genomen.
Artikel 21
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de publicatie ervan in het Kroatisch
staatsblad.
PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR
Božidar Ljubić, MSc, Dipl.-Ing.